Base description which applies to whole site

3. Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)

3.1 Inleiding

Sinds 1 januari 2004 is het RIVM een baten-lastenagentschap van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Het RIVM bevordert door onderzoek, uitvoering en ondersteuning de publieke gezondheid en een schoon en veilig leefmilieu. Kerntaak van het RIVM is het verrichten van onderzoek en het wereldwijd verzamelen van kennis. De uitkomsten daarvan dienen als beleidsondersteuning voor de overheid. Het RIVM voert onderzoek uit voor de Ministeries van VWS, IenM, EZ en SZW, voor diverse inspecties en voor internationale organisaties zoals de Europese Unie, de WHO en de Verenigde Naties. Informatie over de resultaten van het RIVM-onderzoek is te vinden via de thematische ingangen van de website www.rivm.nl. Het RIVM vervult ook regiefuncties en verzorgt de landelijke coördinatie van preventie- en interventieprogramma’s, zoals het Rijksvaccinatieprogramma (RVP). Met ingang van 2015 wordt het Rijksvaccinatieprogramma en de Hielprik screening (NHS) niet meer gefinancierd vanuit de AWBZ maar, na overheveling, vanuit de VWS begroting. Deze overheveling is onder voorbehoud van goedkeuring van de Wet langdurige zorg (Wlz) door de Tweede en Eerste Kamer.

3.2 Begroting 2015
Begroting van baten en lasten RIVM voor het jaar 2015
(Bedragen x € 1.000)
 

2013

Stand Slotwet

2014 Vastgestelde begroting

2015

2016

2017

2018

2019

Baten

             

Omzet moederdepartement

151.730

146.354

241.660

238.915

234.905

233.505

233.505

Omzet overige departementen

60.942

55.353

58.280

58.756

58.756

56.598

56.598

Omzet derden

122.730

137.500

23.516

23.516

23.516

23.516

23.516

Rentebaten

53

0

0

0

0

0

0

Vrijval voorzieningen

5.500

0

0

0

0

0

0

Bijzondere baten

0

0

0

0

0

0

0

               

Totaal baten

340.955

339.207

323.456

321.187

317.177

313.619

313.619

               

Lasten

             

Apparaatskosten

341.782

335.147

321.096

317.627

313.117

309.059

309.059

– Personele kosten

114.635

114.964

116.952

116.952

116.952

116.952

116.952

waarvan eigen personeel

97.576

103.468

99.738

99.738

99.738

99.738

99.738

waarvan externe inhuur

9.954

11.496

11.082

11.082

11.082

11.082

11.082

– Materiële kosten

227.147

220.183

204.144

200.675

196.165

192.107

192.107

waarvan apparaat ICT

10.371

8.785

5.041

5.041

5.041

5.041

5.041

waarvan bijdrage aan SSO’s

7.251

0

4.126

4.126

4.126

4.126

4.126

Rentelasten

16

0

0

0

0

0

0

Afschrijvingskosten

2.628

4.060

2.360

3.560

4.060

4.560

4.560

– Materieel

2.600

3.760

2.330

2.330

2.330

2.330

2.330

waarvan apparaat ICT

1.063

951

1.050

1.050

1.050

1.050

1.050

– Immaterieel

28

300

30

1.230

1.730

2.230

2.230

Overige kosten

1.743

0

0

0

0

0

0

– Dotaties voorzieningen

1.743

0

0

0

0

0

0

– Bijzondere lasten

0

0

0

0

0

0

0

               

Totaal lasten

346.169

339.207

323.456

321.187

317.177

313.619

313.619

               

Saldo van baten en lasten

– 5.214

0

0

0

0

0

0

Toelichting begroting van baten en lasten

Baten

De omzetbedragen voor 2015 voor de primaire opdrachtgevers (VWS, IenM, EZ en SZW) zijn ramingen op grond van de verwachte opdrachtvolumes bij ongewijzigd beleid voor de komende jaren, waarin bekende ontwikkelingen zijn meegenomen. De overige omzetbedragen zijn gebaseerd op lopende en naar verwachting nog af te sluiten contracten met overige opdrachtgevers.

De hoogte van de omzet is afhankelijk van overeenstemming tussen opdrachtgevers en het RIVM over aard en omvang van de te verrichten activiteiten en – daarmee samenhangend – de in rekening te brengen kosten (zijnde uren maal tarief plus directe projectgebonden kosten). De geraamde omzetbaten van VWS-eigenaar zijn hoofdzakelijk bestemd voor het strategisch onderzoek van het RIVM (SPR) en als aanvullend huisvestingsbudget.

De geraamde omzetbaten van VWS-opdrachtgevers betreffen inkomsten die het RIVM op grond van lopende werkprogramma’s en thans bekende ontwikkelingen verwacht te verkrijgen door opdrachtverlening door de beleidsdirecties van VWS en de IGZ.

De geraamde baten van IenM, EZ en SZW volgen uit werkzaamheden die op het taakveld milieu in relatie tot volksgezondheid worden uitgevoerd in opdracht van de beleidsdirecties van IenM, de Inspectie Leefomgeving en Transport (IenM), EZ, de NVWA (EZ) en SZW.

Omzetbaten van derden verkrijgt het RIVM door het uitvoeren van werkzaamheden voor derden in Nederland en in internationaal verband.

Door overheveling van de financiering van het RVP en de NHS vanuit de AWBZ (Derden) naar VWS stijgt de omzet moederdepartement. Door aanpassing van het vaccinatieschema binnen het RVP dalen de kosten voor het RVP en daarmee de omzet derden met € 5 miljoen extra.

Lasten

De personele kosten bedragen in 2015 circa € 117 miljoen, waarin inbegrepen circa € 100 miljoen voor ambtelijk personeel en circa € 11 miljoen voor externe inhuur. Als gevolg van samenwerking tussen het RIVM en het KNMI op ICT gebied (SSC Campus) stijgen de personele kosten per 1 januari 2015 met ca € 2 miljoen door overgang van 25 fte vanuit het KNMI naar het RIVM.

De materiële kosten bedragen in 2015 circa € 204 miljoen. Een groot deel betreft uitvoeringskosten voor het Rijksvaccinatieprogramma.

Eerder opgelegde bezuinigingstaakstellingen, waaronder die van het kabinet Rutte-Asscher, zijn in de opgenomen bedragen verwerkt.

3.3 Kasstroomoverzicht
Kasstroomoverzicht RIVM voor het jaar 2015
(Bedragen x € 1.000)
 

Omschrijving

2013 Stand Slotwet

2014 Vastgestelde begroting

2015

2016

2017

2018

2019

1.

Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen

64.560

64.955

69.328

70.805

70.516

70.140

69.802

2.

Totaal operationele kasstroom

– 15.491

8.433

3.837

3.271

3.684

4.222

4.560

 

– /- totaal investeringen

– 2.183

– 4.060

– 14.360

– 7.360

– 7.360

– 2.360

– 2.360

 

+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen

3.910

0

0

0

0

0

0

3.

Totaal investeringskasstroom

1.726

– 4.060

– 14.360

– 7.360

– 7.360

– 2.360

– 2.360

 

– /- eenmalige uitkering aan moederdepartement

0

0

0

0

0

0

0

 

+/+ eenmalige storting door moederdepartement

0

0

0

0

0

0

0

 

– /- aflossingen op leningen

0

0

0

– 1.200

– 1.700

– 2.200

– 2.200

 

+/+ beroep op leenfaciliteit

0

0

12.000

5.000

5.000

0

0

4.

Totaal financieringskasstroom

0

0

12.000

3.800

3.300

– 2.200

– 2.200

5.

Rekening-courant RHB 31 december + stand depositorekeningen (=1+2+3+4)

50.795

69.328

70.805

70.516

70.140

69.802

69.802

Toelichting kasstroomoverzicht

Het RIVM investeert jaarlijks in software en licenties, gebouwinstallaties en infrastructuur, laboratoriumapparatuur, vervoermiddelen, ICT en audiovisuele apparatuur en facilitaire apparatuur. Dit betreft vervangingsinvesteringen, nodig om de continuïteit te waarborgen. In 2015, 2016 en 2017 zal er waarschijnlijk een investering plaats vinden in het administratieve systeem ter ondersteuning van de uitvoering van het RVP, NHS en PSIE. Hiervoor zal waarschijnlijk een beroep worden gedaan op de leenfaciliteit.

3.4 Overzicht doelmatigheidsindicatoren
Overzicht doelmatigheidsindicatoren RIVM voor het jaar 2015
 

2013 Stand Slotwet

2014

Vastgestelde begroting

2015

2016

2017

2018

2019

Omschrijving generiek deel

             

1. Uurtarieven:

             

– Gewogen uurtarief in €

93,0

98,0

104

103

103

102

102

– Labopslag in €

42,0

42,0

         

– Ontwikkeling uurtarief (2015 = 100)

   

100

100

100

100

100

2. Aantal fte totaal (exclusief externe inhuur)

1.344,3

1.430

1,408

1.408

1.408

1.408

1.408

3. Saldo van baten en lasten (%)

– 1,53%

0%

0%

0%

0%

0%

0%

               

Omschrijving specifiek deel

             

1. Liquiditeit (current ratio; norm: > 1,5)

1,4

1,62

1,08

1,05

1,03

1,05

1,06

2. Solvabiliteit (debt ratio)

0,76

0,73

0,89

0,89

0,89

0,89

0,89

3. Rentabiliteit eigen vermogen

– 12,5%

0%

0%

0%

0%

0%

0%

4. Percentage externe inhuur ten opzichte van totale personele kosten

9,3%

10,0%

9,5%

9,5%

9,5%

9,5%

9,5%

5. Percentage facturen betaald binnen 30 dagen

94,9%

97,5%

97,5%

97,5%

97,5%

97,5%

97,5%

Toelichting overzicht doelmatigheidsindicatoren

Uurtarieven

Het RIVM hanteert als indicator voor de doelmatigheid het gewogen uurtarief. De uurtarieven worden jaarlijks door de eigenaar vastgesteld. De hoogte van de tarieven wordt onder meer bepaald door de ontwikkeling van de loonkosten, de materiële kosten (waaronder de huren die de Rijksgebouwendienst in rekening brengt) en het aantal te declareren uren per medewerker alsmede efficiencytaakstellingen.

In najaar 2013/voorjaar 2014 heeft evaluatie van de kostprijsmethodiek plaatsgevonden. Dit heeft ertoe geleid dat de laboratoriuminfrastructuur per 2015 zal worden gefinancierd vanuit een instandhoudingsbijdrage door de opdrachtgevers. Tevens heeft er een herschikking in de opbouw van het tarief plaatsgevonden. Hierdoor is vergelijking van het uurtarief met voorgaande jaren niet meer mogelijk. De eigenaar moet de tarieven nog vaststellen.

Aantal fte totaal

Opgenomen is het aantal fulltime-equivalenten werkzaam bij het RIVM per 31 december van het jaar, exclusief externe inhuur. Per 1 januari 2015 is er sprake van overgang van 25 fte vanuit KNMI naar het RIVM.

Het percentage externe inhuur 2015 bedraagt 9,5%.

Saldo van baten en lasten

Het saldo van baten en lasten als percentage van de totale baten.

Specifieke indicatoren

Voor wat betreft de specifieke doelmatigheidsindicatoren steunt het RIVM op de gangbare bedrijfseconomische indicatoren, zoals vermeld in bovenstaande tabel. Over de geleverde prestaties legt het RIVM systematisch verantwoording af aan de opdrachtgevers. Voor de primaire opdrachtgevers VWS en IenM gebeurt dat in periodieke voortgangsrapportages die door deze opdrachtgevers worden vastgesteld. Voor de overige opdrachtgevers gebeurt dat via de tijdige levering van de afgesproken producten en diensten en de daarop volgende tijdige betaling door de opdrachtgevers van de overeengekomen opdrachtsom.

Audits en benchmarkonderzoeken vinden periodiek plaats. Over de (wetenschappelijke) audits op onderdelen van de primaire processen wordt gerapporteerd aan de Commissie van Toezicht.

Licence