Base description which applies to whole site

2.3 De niet-beleidsartikelen Koninkrijksrelaties

Artikel 3 Nominaal en onvoorzien (vervallen)

Dit artikel is niet meer van toepassing. Bij de wijziging van de begrotingsstructuur in 2016 is dit artikel vervangen door artikel 7 (Nominaal en onvoorzien).

Artikel 6 Apparaat

Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1.000)
   

Vastgestelde

begroting

2016

Stand 1e

suppletoire

begroting

Mutaties

Miljoenennota

Mutaties 2e

suppletoire

begroting

Stand 2e

suppletoire

begroting

Art.nr.

Verplichtingen:

21.466

19.882

– 3.561

2.124

18.445

             
 

Uitgaven:

21.466

19.882

– 3.561

2.124

18.445

             

6.1

Apparaat

21.466

19.882

– 3.561

2.124

18.445

 

Personele uitgaven

19.131

13.875

– 3.536

2.124

12.463

 

Eigen personeel

18.635

13.246

– 3.111

2.124

12.259

 

Externe inhuur

171

304

– 100

0

204

 

Overig personeel

325

325

– 325

0

0

 

Materiële uitgaven

2.335

6.007

– 25

0

5.982

 

Overig materieel

2.335

6.007

– 25

0

5.982

Toelichting

Personele uitgaven

Eigen personeel

Rijksdienst Caribisch Nederland (RCN) wordt betaald vanuit hoofdstuk IV (Koninkrijksrelaties). Alle departementen hebben hiervoor in 2015 structureel geld overgeheveld. De Belastingdienst boekt jaarlijks de bijdrage van € 2,6 mln. over naar hoofdstuk IV (Koninkrijksrelaties).

Artikel 7 Nominaal en onvoorzien

Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1.000)
   

Vastgestelde

begroting

2016

Stand 1e

suppletoire

begroting

Mutaties

Miljoenennota

Mutaties 2e

suppletoire

begroting

Stand 2e

suppletoire

begroting

Art.nr.

Verplichtingen:

1.260

3.966

12.000

– 2.883

13.083

             
 

Uitgaven:

1.260

3.966

12.000

– 2.883

13.083

             

7.1

Loonbijstelling

0

1.013

– 1.013

0

0

             

7.2

Prijsbijstelling

0

515

– 515

0

0

             

7.3

Onvoorzien

1.260

2.438

13.528

– 2.883

13.083

Toelichting

Onvoorzien

Voor het meerjarig opvangen van valutaschommelingen kent hoofdstuk IV (Koninkrijksrelaties) en het BES-fonds een wisselkoersreserve. Wisselkoerstegenvallers worden vanuit deze reservering gedekt, wisselkoersmeevallers komen ten gunste van deze reservering.

De wisselkoersreserve wordt aangevuld vanuit artikel 1, 4 en 5 als gevolg van meerontvangsten door de huidige wisselkoers op leningen aan en bijdragen vanuit de Caribisch landen.

Vanwege wisselkoerstegenvallers is er een tekort op het BES-fonds. Dit tekort wordt vanuit de wisselkoersreserve gecompenseerd.

Bij slotwet vindt de definitieve verrekening met de wisselkoersreserve plaats over 2016 voor de wisselkoersverschillen op de gehele begroting van Koninkrijksrelaties en het BES-fonds.

Licence