Base description which applies to whole site

Artikel 2: Veiligheid en stabiliteit

A: Algemene doelstelling

Het bevorderen van de Nederlandse en internationale veiligheid en stabiliteit door doelgerichte bilaterale en multilaterale samenwerking en het bevorderen van democratische transitie in prioritaire gebieden, vooral in de ring rond Europa.

Veiligheid is geen vanzelfsprekendheid. De internationale omgeving verandert snel en ingrijpend. Wat er in de wereld om ons heen gebeurt, heeft direct gevolgen voor onze eigen veiligheid en voor onze welvaart. Veel van de grensoverschrijdende dreigingen waaraan Nederland bloot staat, zijn van een dusdanige omvang en complexiteit dat een geïntegreerde aanpak en samenwerking in internationaal verband geboden is. Voorbeelden zijn de proliferatie van massavernietigingswapens, terrorisme en gewelddadig extremisme, vluchtelingenstromen, piraterij, grensoverschrijdende criminaliteit en cyberdreigingen.

B: Rol en verantwoordelijkheid

De basis voor de inzet van het kabinet op internationaal veiligheidsbeleid ligt besloten in de Internationale Veiligheidsstrategie en de Beleidsbrief Internationale Veiligheid. Het bevorderen van de internationale rechtsorde, de bescherming van onze economische veiligheid en de verdediging van onze grenzen en die van bondgenoten staan daarin centraal. Daartoe is de samenhangende inzet nodig van defensie, diplomatie, economie en ontwikkelingssamenwerking. Dit onderwerp strekt zich dus uit naar andere begrotingen, zoals Defensie, Buitenlandse Handel & Ontwikkelingssamenwerking, Veiligheid en Justitie, Binnenlandse Zaken en Economische Zaken. Uitgangspunt is onze veiligheidsbelangen te behartigen door gezamenlijke inzet en samenwerking met andere landen, internationale en maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven.

De Minister is verantwoordelijk voor:

Stimuleren

  • Van grotere veiligheid en stabiliteit. De Minister bevordert en bewaakt de coherentie en consistentie van de Nederlandse inzet in bilateraal en multilateraal verband, onder andere door Nederlandse bijdragen in het kader van de EU, de VN, de NAVO en de OVSE, door deelname aan ad hoc coalities zoals het Non-Proliferation and Disarmament Initiative (NPDI), door een katalyserende en initiërende rol te spelen op het gebied van internationaal cyberbeleid als follow up van de Global Conference on Cyber Space 2015, door het Nederlandse co-voorzitterschap van het Global Counter Terrorist Forum en door deelname aan crisisbeheersingsoperaties in multilateraal verband.

Regisseren

  • Artikel 100-procedures ter voorbereiding van besluitvorming betreffende wereldwijde inzet van de krijgsmacht in crisisbeheersingsoperaties conform het Toetsingskader 2014, in nauwe afstemming met de ministers van Defensie, Buitenlandse Handel & Ontwikkelingssamenwerking en en Veiligheid & Justitie.

  • De toepassing van terrorismesancties/Sanctieregeling 2007 als onderdeel van het sanctiebeleid, uitgevoerd in overeenstemming met de ministers van Financiën en Veiligheid & Justitie.

  • In het kader van een restrictief en transparant internationaal en Nederlands wapenexportbeleid draagt de Minister van Buitenlandse Zaken verantwoordelijkheid voor de buitenlandpolitieke toetsing van wapenexportaanvragen. De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking is eindverantwoordelijk voor het wapenexportbeleid.

Financieren

  • Bijdragen aan goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid, waaronder aan de NAVO.

  • Bijdragen ter bestrijding en terugdringing van internationaal terrorisme en andere vormen van internationale criminaliteit, waaronder aan het International Centre for Counter-Terrorism.

  • Bijdragen ter bevordering van ontwapening en wapenbeheersing en bestrijding van proliferatie van massavernietigingswapens, waaronder aan IAEA en OPCW.

  • Bijdragen ter bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband vanuit het Budget Internationale Veiligheid, in samenspraak met de ministers van Defensie en BHOS, waaronder bijdragen aan crisisbeheersingsoperaties van de VN, EU en OVSE en flankerende activiteiten door middel van het Stabiliteitsfonds.

  • Bijdragen ter bevordering van transitie in prioritaire gebieden, m.n. in de ring rond Europa: Matra-programma’s in (Zuid)Oost-Europa, de Arabische regio, Maghreb en Sahel alsmede het Stabiliteitsfonds.

  • Bijdragen aan normstelling en internationaal recht, bevordering van mensenrechten en capaciteitsopbouw in cyber space.

C: Beleidswijzigingen

  • Intensiveren op de (niet-militaire en preventieve) inzet op het gebied van contraterrorisme in risicolanden, met het oog op de verwevenheid van interne en externe veiligheid. Effectieve terrorismebestrijding vereist proactieve en geïntegreerde inzet gericht op het voorkomen van gewelddadig extremisme en radicalisering in risicolanden.

  • Als onderdeel van de versterking van de binnenlandse veiligheidsketen en in zijn rol van covoorzitter van het Global Counter Terrorist Forum zal Nederland inzetten op een regio-specifieke benadering bij het voorkomen van gewelddadig extremisme en het vroegtijdig herkennen van radicalisering en bestrijding van grensoverschrijdende criminaliteit, waarbij aansluiting wordt gezocht bij bredere (OS-)inzet op veiligheid en stabiliteit. Deze aanpak is in lijn met de wijze waarop de EU zal gaan optreden, en waar fondsen voor beschikbaar komen. Nederland zal inzetten op samenwerking met de EU op dit vlak.

  • De veiligheidssituatie aan de oostgrens van Europa heeft geresulteerd in een grotere rol van de NAVO in het oostelijk deel van het bondgenootschap en bij de totstandkoming van het Readiness Action Plan, waarbij ook een verhoogde inzet wordt gevraagd van de bondgenoten. Nederland is hier intensief bij betrokken.

  • Nederland wil zich na de succesvolle Global Conference on Cyber Space 2015 als actieve nichespeler blijven inzetten voor internationale samenwerking en ordening op het gebied van cyber. Daarom wordt zowel personele als financiële capaciteit beschikbaar gesteld uit beschikbare middelen voor initiatieven op het gebied van ontwikkeling van normen en toepassing van internationaal recht, waarborgen van digitale rechten en capaciteitsopbouw.

  • Voor de versterkte inzet op de ring rond Europa, veiligheid en contraterrorisme wordt het stabiliteitsfonds binnen de vrije ruimte op artikel 2.4 verhoogd met EUR 6 miljoen. Daarnaast wordt, in het licht van de toegenomen instabiliteit, het Veiligheidsfonds in 2016 vanuit de vrije ruimte op artikel 2.1 verhoogd met EUR 1 miljoen ten behoeve van onvoorziene uitgaven op veiligheidsgebied.

D1: Budgettaire gevolgen van beleid

Beleidsartikel 2 Veiligheid en stabiliteit

Bedragen in EUR 1.000

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

Verplichtingen

331.171

247.767

233.499

233.299

231.399

229.399

227.399

                   

Uitgaven:

             
                 

Programma-uitgaven totaal

258.513

266.918

248.740

251.200

245.810

243.825

241.025

 

waarvan juridisch verplicht

   

86%

       
                   

2.1

Goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid

28.010

21.573

16.122

13.730

13.515

13.515

13.515

                   
 

Subsidies

             
   

Programma ondersteuning buitenlands beleid

 

2.500

2.250

       
   

Atlantische Commissie

 

500

500

       
                   
 

Bijdragen (inter) nationale organisaties

             
   

NAVO

 

15.713

9.807

       
   

Veiligheidsfonds

 

2.250

1.700

       
   

WEU

 

610

565

       
                   

2.2

Bestrijding en terugdringing van internationaal terrorisme en andere vormen van internationale criminaliteit

2.074

8.541

7.900

7.700

8.250

6.250

3.450

 

Subsidies

             
   

Anti-terrorisme instituut

 

400

300

       
                   
 

Opdrachten

             
   

Cyber Security Conference

 

8.141

         
   

Global Forum on Cyber Expertise

   

800

       
                   
 

Bijdragen (inter) nationale organisaties

             
   

Contra-terrorisme

   

6 800

       
                   

2.3

Bevordering van ontwapening en wapenbeheersing, bestrijding van proliferatie van massavernietigingswapens en het voeren van een transparant en verantwoord wapenexportbeleid

27.353

12.830

10.794

10.794

10.794

10.794

10.794

                 

 

Bijdragen (inter) nationale organisaties

             
   

IAEA

 

7.317

7.317

       
   

OPCW en andere ontwapeningsorganisaties

 

3.585

1.557

       
   

CTBTO

 

1.920

1.920

       
                   

2.4

Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband

183.351

205.434

194.484

199.536

195.811

195.826

195.826

                   
 

Subsidies

             
   

Landenprogramma's veiligheid voor mensen (stabiliteitsfonds)

 

20.500

26.500

       
   

Nederland Helsinki Comité

 

28

28

       
                   
 

Bijdragen (inter) nationale organisaties

             
   

OVSE

 

7.195

7.195

       
   

VN-contributie voor crisisbeheersingsoperaties

 

102.000

102.000

       
   

waarvan landenprogramma's veiligheid voor mensen (stabiliteitsfonds)

 

69.400

58.400

       
                   
                   

2.5

Bevordering van transitie in prioritaire gebieden

17.725

18.540

19.440

19.440

17.440

17.440

17.440

                   
 

Bijdragen (inter)nationale organisaties/Subsidies

             
   

Landenprogramma's hervormingen Arabische Regio

 

8.118

8.618

       
   

MATRA-programma's

 

10.420

10.822

       
                   

Ontvangsten

1.176

1.182

1.197

1.212

1.227

1.242

1.242

                   

2.10

Doorberekening Defensie diversen

168

182

197

212

227

242

242

                   

2.40

Restituties contributies

1.008

1.000

1.000

1.000

1.000

1.000

1.000

D2: Budgetflexibiliteit

Binnen het artikelonderdeel goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid is 86% juridisch verplicht. Het betreft hier de uitgaven voor de NAVO, Atlantische Commissie en enkele verplichtingen richting de inmiddels opgeheven West-Europese Unie (WEU). Het onderdeel Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid (POBB) is voor 75% nog niet verplicht. Op het artikelonderdeel bestrijding en terugdringing van internationaal terrorisme en andere vormen van internationale criminaliteit is het merendeel nog niet juridisch vastgelegd. Het betreft hier programma’s die in het kader van de extra inspanningen op het terrein van contraterrorisme per 2016 zijn toegevoegd aan de begroting van Buitenlandse Zaken. Ook het artikelonderdeel bevordering van ontwapening en wapenbeheersing, bestrijding van proliferatie van massavernietigingswapens en het voeren van een transparant en verantwoord wapenexportbeleid is volledig juridisch verplicht. Het betreffen verdragsrechtelijke contributies. Binnen het artikelonderdeel bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband zijn de bijdragen aan het Stabiliteitsfonds nog niet volledig juridisch ingevuld. De vrije ruimte is echter beperkt omdat de meeste programma’s al in 2014 of eerder zijn gestart. De bijdragen aan de VN-crisisbeheersingsoperaties (vredesmissies) zijn juridisch verplicht; het betreffen verdragscontributies. Op het artikelonderdeel bevordering van transitie in prioritaire gebieden zijn alle voorziene uitgaven voor het Matra programma Zuidoost-Europa en Matra-Zuid volledig juridisch verplicht. Het betreft veelal meerjarige activiteiten. Uitgaven voor Matra Oostelijk Partnerschap zijn nog niet juridisch verplicht.

E: Toelichting op de financiële instrumenten

2.1. Goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid

  • Jaarlijkse bijdrage aan de NAVO en de nieuwbouw van het NAVO hoofdkwartier.

  • Jaarlijkse bijdrage aan het EU-Satellietcentrum ten behoeve van de financiële verplichtingen (uitkering pensioengelden ex-WEU personeel) van de in juli 2011 opgeheven WEU.

  • Jaarlijkse subsidie aan de Atlantische Commissie, ter ondersteuning van het maatschappelijk debat over de nationale en bondgenootschappelijke veiligheid.

  • Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid (POBB) en Veiligheidsfonds, voor kleinschalige activiteiten met een katalyserende werking die het Nederlandse veiligheidsbeleid ondersteunen.

2.2. Bestrijding en terugdringing van internationaal terrorisme en vormen van internationale criminaliteit

  • Jaarlijkse bijdrage aan het in Den Haag gevestigde onafhankelijke International Centre for Counter-Terrorism (ICCT).

  • Uit het Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid (POBB, verantwoording onder 2.1) en uit het Stabiliteitsfonds (verantwoording onder 2.4) en middelen die voortkomen uit het besluit tot versterking van de inspanningen op het gebied van contraterrorisme worden activiteiten gefinancierd ter ondersteuning van artikelonderdeel 2.2. De projecten en programma’s op dit artikelonderdeel zijn gericht op de versterking van capaciteit in voor Nederland prioritaire regio’s om gewelddadig extremisme en radicalisering te voorkomen en te bestrijden, evenals op de versterking van capaciteit in derde landen voor de bestrijding van grensoverschrijdende criminaliteit, in het bijzonder internationale drugs- en mensenhandel. In dit kader wordt onder meer een financiële bijdrage geleverd aan het Instituut van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen.

  • Het verlenen van capaciteitsopbouw op het gebied van cyber security, cyber crime, data protectie en e-governance door middel van financiering van Nederlandse initiatieven onder het Global Forum on Cyber Expertise.

2.3. Bevordering van ontwapening en wapenbeheersing, bestrijding van proliferatie van massavernietigingswapens en het voeren van een transparant en verantwoord wapenexportbeleid

  • Jaarlijkse bijdragen aan IAEA, de OPCW en de CTBTO.

  • Ondersteuning van kleinschalige initiatieven gericht op uitvoering van het Biologische en Toxische Wapens Verdrag (BTWC), Non-Proliferatie Verdrag (NPV) en de Ottawa Conventie.

  • Bijdrage aan activiteiten onder auspiciën van het G8 Global Partnership op het gebied van het tegengaan van proliferatie van radiologische en nucleaire bronnen en bio security.

  • Bijdrage aan initiatieven op het gebied van ontwikkeling van internationaal recht en normstelling voor staten op het gebied van cyber met als doel te komen tot een stelsel van ordening van het gebruik van cybermiddelen als onderdeel van (gewapend) conflict.

2.4 Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband

  • Verbetering van de inzet van civiele expertise door modernisering van de civiele missiepool.

  • Verdragscontributies aan de VN-crisisbeheersingsoperaties (vredesmissies).

  • Bijdragen uit het Stabiliteitsfonds.

2.5 Bevordering van transitie in prioritaire gebieden

  • Het Matra-programma (Matra: maatschappelijke transformatie) wordt gebruikt om organisaties en mensen te ondersteunen bij het verbeteren en versterken van democratische processen, institutionele capaciteit en de rechtsstaat. Het programma wordt ingezet in een drietal regio’s (Oostelijk Partnerschap, Zuidoost Europa en de Arabische regio), elk met eigen beleidsaccenten. Over de onderdelen van het Matra-programma worden voor de begrotingsbehandeling 2016 aparte brieven aan het parlement gestuurd. In die brieven zal worden ingegaan op de bevindingen van de uitgevoerde evaluaties en zullen de contouren van de toekomstige inzet worden geschetst.

Licence