Base description which applies to whole site

5. Toelichting per beleidsartikel

Beleidsartikel 1

Beleidsartikel 1 Versterkte internationale rechtsorde en eerbiediging van mensenrechten Bedragen in EUR 1.000
   

Stand ontwerpbegroting 2017

(1)

Mutaties via amendementen 2017

(2)

Vastgestelde begroting 2017

(3)=(1+2)

Mutaties 1e suppletoire begroting 2017

(4)

Stand 1e suppletoire begroting 2017

(5)=(3+4)

Mutaties 1e suppletoire begroting 2018

Mutaties 1e suppletoire begroting 2019

Mutaties 1e suppletoire begroting 2020

Mutaties 1e suppletoire begroting 2021

Verplichtingen

148.225

0

148.225

– 52.545

95.680

– 76

– 976

– 1.976

– 1.976

Uitgaven:

                 

Programma-uitgaven totaal

110.249

0

110.249

4.431

114.680

900

0

0

0

   

waarvan juridisch verplicht

       

95%

       

1.1

Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak

55.635

 

55.635

4.431

60.066

900

0

0

0

                       
 

Subsidies

                 
   

Internationaal recht

6.135

 

6.135

4.000

10.135

       
 

Bijdragen (inter)nationale organisaties

                 
   

Verenigde Naties

39.525

 

39.525

0

39.525

       
   

OESO

6.175

 

6.175

31

6.206

       
   

Projecten VN-campagne & VN veiligheidsraad

500

 

500

400

900

       
   

Internationaal Strafhof

3.300

 

3.300

0

3.300

       

1.2

Bescherming en bevordering van mensenrechten

54.614

0

54.614

0

54.614

0

0

0

0

 

Subsidies

                 
   

Bevordering van het vrije woord

2.800

 

2.800

0

2.800

       
   

Landenprogramma's mensenrechten

24.615

 

24.615

0

24.615

       
 

bijdragen (inter) nationale organisaties

                 
   

Landenprogramma's mensenrechten

19.705

 

19.705

0

19.705

       
   

Centrale mensenrechtenprogramma's

7.494

 

7.494

0

7.494

       

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget voor Bescherming en bevordering van mensenrechten is verlaagd, omdat een verplichting met RNW-media (voorheen Radio Nederland Wereldomroep), in 2016 is aangegaan.

Uitgaven:

Artikel 1.1

Het budget voor Goed functionerende internationale instellingen wordt verhoogd om hiermee uitgaven ten behoeve van de Carnegiestichting voor het Vredespaleis te kunnen doen. De extra uitgaven houden verband met een onderzoek naar de omvang van aanwezigheid van asbest en het nemen van beveiligingsmaatregelen.

Artikel 1.2

Aangenomen amendementen:

Nr

Indiener

Begunstigd artikel/dekking uit

Korte omschrijving

34 550V, nr. 9

Voordewind en Van der Staaij

1.2 Bescherming van mensenrechten / Dekking: artikel 1.2

Investering in relatief kleine projecten om het vredesproces in het Midden-Oosten te bevorderen.

34 550 V, nr. 18

Knops c.s.

1.2 Bescherming van mensenrechten / Dekking: artikel 1.2

Financiering van de non-gouvernementele organisatie Karama.

34 550 V, nr.15

Voordewind c.s.

1.2 Bescherming van mensenrechten / Dekking: artikel 1.2

EUR 1 miljoen van het mensenrechtenfonds aan projecten op het gebied van godsdienstvrijheid en levensovertuiging.

Op het artikel Bescherming en bevordering van mensenrechten zijn drie amendementen op de begroting aangenomen die betrekking hebben op bestedingen van het mensenrechtenfonds. Voor uitvoering van het amendement Voordewind en van der Staaij (34550 V, nr. 9.) zijn de Nederlandse ambassade in Tel Aviv en de Nederlandse vertegenwoordiging in Ramallah in gesprek met diverse organisaties over nieuwe projectvoorstellen gericht op verzoening. Voor wat betreft het amendement Knops c.s. (34550 V, nr. 18) zal een activiteit van de NGO Karama, die onder andere is gericht op de incorporatie van mensenrechten in vredes- en transitieprocessen, (grond)wetten en overheidsbeleid, worden gefinancierd uit het mensenrechtenfonds. Ook voor het amendement Voordewind c.s. 34 550 V, nr. 15 zijn binnen het fonds middelen ter beschikking gesteld.

Beleidsartikel 2

Beleidsartikel 2 Veiligheid en stabiliteit Bedragen in EUR 1.000
   

Stand ontwerpbegroting 2017

(1)

Mutaties via amendementen 2017

(2)

Vastgestelde begroting 2017

(3)=(1+2)

Mutaties 1e suppletoire begroting 2017

(4)

Stand 1e suppletoire begroting 2017

(5)=(3+4)

Mutaties 1e suppletoire begroting 2018

Mutaties 1e suppletoire begroting 2019

Mutaties 1e suppletoire begroting 2020

Mutaties 1e suppletoire begroting 2021

Verplichtingen

236.321

0

236.321

24.846

261.167

0

0

– 350

– 350

Uitgaven:

                 

Programma-uitgaven totaal

250.598

0

250.598

25.142

275.740

2.650

2.700

2.708

2.708

   

waarvan juridisch verplicht

       

91%

       

2.1

Goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid

14.979

 

14.979

3.350

18.329

0

0

0

0

 

Subsidies

                 
   

Programma ondersteuning buitenlands beleid

2.250

 

2.250

1.000

3.250

       
   

Atlantische Commissie

500

 

500

0

500

       
 

Bijdragen (inter) nationale organisaties

                 
   

NAVO

8.664

 

8.664

1.350

10.014

       
   

Veiligheidsfonds

2.000

 

2.000

1.000

3.000

       
   

WEU

565

 

565

0

565

       

2.2

Bestrijding en terugdringing van internationaal terrorisme en andere vormen van internationale criminaliteit

7.765

 

7.765

70

7.835

0

0

400

400

 

Subsidies

                 
   

Anti-terrorisme instituut

765

 

765

0

765

       
 

Opdrachten

                 
   

Global Forum on Cyber Expertise

400

 

400

0

400

       
 

Bijdragen (inter) nationale organisaties

                 
   

Contra-terrorisme

6.600

 

6.600

70

6.670

       

2.3

Bevordering van ontwapening en wapenbeheersing, bestrijding van proliferatie van massavernietigingswapens en het voeren van een transparant en verantwoord wapenexportbeleid

10.794

 

10.794

699

11.493

61

     
 

Bijdragen (inter) nationale organisaties

                 
   

IAEA

7.317

 

7.317

643

7.960

       
   

OPCW en andere ontwapeningsorganisaties

1.557

 

1.557

56

1.613

       
   

CTBTO

1.920

 

1.920

0

1.920

       
                       

2.4

Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband

195.032

 

195.032

16.423

211.455

2.589

2.700

2.308

2.308

                       
 

Subsidies

                 
   

Landenprogramma's veiligheid voor mensen (stabiliteitsfonds)

26.500

 

26.500

4.500

31.000

       
   

Nederland Helsinki Comité

28

 

28

0

28

       
 

Bijdragen (inter) nationale organisaties

                 
   

OVSE

7.195

 

7.195

0

7.195

       
   

VN-contributie voor crisisbeheersingsoperaties

99.800

 

99.800

49

99.849

       
   

waarvan landenprogramma's veiligheid voor mensen (stabiliteitsfonds)

55.400

 

55.400

12.246

67.646

       
   

Training buitenlandse diplomaten

2.300

 

2.300

200

2.500

       

2.5

Bevordering van transitie in prioritaire gebieden

22.028

 

22.028

4.600

26.628

0

0

0

0

 

Bijdragen (inter)nationale organisaties/Subsidies

                 
   

Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen (NFRP); «MATRA»

10.322

 

10.322

1.900

12.222

       
   

Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen (NFRP); «Shiraka»

11.706

 

11.706

2.700

14.406

       

Ontvangsten

1.212

 

1.212

0

1.212

0

0

0

0

                       

2.10

Doorberekening Defensie diversen

212

 

212

0

212

       

2.40

Restituties programma's

1.000

 

1.000

0

1.000

       

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget stijgt doordat het budget voor Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband toeneemt. Dit is het gevolg van de overheveling van middelen uit het Budget Internationale Veiligheid (vanuit de Defensiebegroting) naar het Stabiliteitsfonds. Bovendien wordt het budget verhoogd vanwege intensivering op het terrein van conflictpreventie, conflictbemiddeling en het verminderen van de gevolgen van conflicten op burgers als gevolg van de toegenomen instabiliteit in de ring rondom Europa. Ten slotte stijgt het verplichtingenbudget analoog aan de uitgavenmutatie bij het Fonds voor Regionale Partnerschappen MATRA en Shiraka, zoals toegelicht op het beleidsartikel bevordering van transitie in prioritaire gebieden (art 2.5).

Uitgaven

Artikel 2.1

Het budget voor Samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid wordt verhoogd ten behoeve van de uitgaven voor de NAVO-nieuwbouw en het veiligheidsfonds. Dit als gevolg van betalingen uit 2016 die zijn doorgeschoven naar 2017.

Artikel 2.4

Het budget voor bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband in 2017 stijgt omdat het kabinet heeft besloten om in 2017 extra middelen in te zetten op het terrein van veiligheid, stabiliteit, migratiesamenwerking en opvang in de regio. De extra middelen op artikel 2.4 van de Buitenlandse Zaken begroting worden ingezet voor de preventie van conflicten via de hervorming van de veiligheidssectoren in Noord-Afrika en Mali, en via de toegang tot rechtssystemen in Tunesië. Ook wordt geïnvesteerd in het tegengaan en voorkomen van radicalisering in Algerije, de Sahel en Jordanië, en het bevorderen van inclusieve conflictbeslechting in landen als Libië en Syrië. Ook zal de steun aan de Libanese grensbewakingsautoriteiten worden uitgebreid voor het bevorderen van de stabiliteit.

Ook wordt bij Voorjaarsnota de politiek overeengekomen verdeling van het Budget Internationale Veiligheid (BIV) technisch overgeheveld naar de begroting van BZ (Stabiliteitsfonds). Een deel hiervan wordt vervolgens overgeheveld naar de begroting van BHOS voor het speerpunt veiligheid en rechtsorde. En ander gedeelte wordt weer terug overgeheveld naar de begroting van Defensie voor beveiliging van ambassades en diplomaten in gebieden waar dat noodzakelijk is.

Artikel 2.5

Het budget voor Bevordering van transitie in prioritaire gebieden stijgt omdat extra middelen zijn opgenomen voor de budgetten voor het Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen (zowel Shiraka alsook MATRA). Dit in lijn met de overwegingen zoals opgenomen in de Kamerbrief (34 550, nr. 43).

Beleidsartikel 3

Beleidsartikel 3 Europese samenwerking Bedragen in EUR 1 000
   

Stand ontwerpbegroting 2017

(1)

Mutaties via amende- menten 2017

(2)

Vastgestelde begroting 2017

(3)=(1+2)

Mutaties 1e suppletoire begroting 2017

(4)

Stand 1e suppletoire begroting 2017

(5)=(3+4)

Mutaties 1e suppletoire begroting 2018

Mutaties 1e suppletoire begroting 2019

Mutaties 1e suppletoire begroting 2020

Mutaties 1e suppletoire begroting 2021

Verplichtingen

7.556.518

0

7.556.518

– 78.706

7.477.812

335.486

– 25.469

– 26.362

– 26.362

Uitgaven:

                 

Programma-uitgaven totaal

7.756.749

0

7.756.749

– 87.102

7.669.647

335.486

– 25.469

– 26.362

– 26.362

   

waarvan juridisch verplicht

       

100%

       

3.1

Een democratische, slagvaardige en transparante Europese Unie die haar burgers vrijheid, recht, veiligheid, welvaart en duurzame economische groei biedt

7.541.047

0

7.541.047

– 78.826

7.462.221

334.866

– 25.589

– 25.982

– 25.982

 

Bijdragen (inter)nationale organisaties

                 
   

BNI-afdracht

3.816.502

 

3.816.502

– 78.360

3.738.142

       
   

BTW-afdracht

520.278

 

520.278

– 449

519.829

       
   

Invoerrechten

3.204.267

 

3.204.267

– 17

3.204.250

       

3.2

Een effectief, efficient en coherent optreden van de Unie ten opzichte van derde landen en regio's, inclusief ontwikkelingslanden

201.275

0

201.275

– 8.796

192.479

0

0

0

0

 

Bijdragen (inter)nationale organisaties

                 
   

Europees Ontwikkelingsfonds

201.275

 

201.275

– 8.796

192.479

       

3.3

Een hechtere Europese waardengemeenschap

10.100

0

10.100

– 380

9.720

– 380

– 380

– 380

– 380

 

Bijdragen (internationale organisaties

                 
   

Raad van Europa

10.100

 

10.100

– 380

9.720

       
                       

3.4

Versterkte Nederlandse positie in de Unie van 28

4.327

0

4.327

900

5.227

1.000

500

0

0

 

Subsidies/Opdrachten

                 
   

EU-voorzitterschap en programmatische ondersteuning

0

 

0

900

900

       
 

Bijdragen (inter)nationale organisaties

                 
   

Benelux bijdrage

3.979

 

3.979

0

3.979

       
   

EIPA

348

 

348

0

348

       

Ontvangsten

641.003

0

641.003

3.154.041

3.795.044

97

97

96

96

3.10

Diverse ontvangsten EU

640.853

0

640.853

3.153.941

3.794.794

– 3

– 3

– 4

– 4

   

Invoerrechten

640.853

 

640.853

– 3

640.850

       
   

Overige ontvangsten EU

0

 

0

3.153.944

3.153.944

       
                       

3.30

Restitutie Raad van Europa

150

0

150

100

250

100

100

100

100

Uitgaven en verplichtingen

Artikel 3.1

De omvang van de Nederlandse afdrachten wordt bepaald door de omvang van de Europese begroting en is daarnaast relatief ten opzichte van de overige lidstaten. De Europese Unie (EU) ontvangt haar inkomsten uit verschillende soorten afdrachten van de lidstaten, zoals invoerrechten, BTW-afdrachten en BNI-afdrachten. Dit zijn uitgaven voor Nederland. Deze EU-inkomsten worden ook wel de «eigen middelen» van de EU genoemd. Nederland ontvangt op de EU-afdrachten een jaarlijkse korting. Deze korting is opgebouwd uit een lager tarief voor BTW-afdrachten en een vaste korting (lumpsum) op de BNI-afdrachten.

Hieronder vindt u de mutaties op de raming van de Nederlandse afdrachten aan de EU die tot nu toe in begrotingsjaar 2017 hebben plaatsgevonden. De mutaties komen voort uit het Begrotingsakkoord 2017 en de vierde aanvullende begroting over 2016.

Begrotingsakkoord 2017: bni effect overige inkomsten

In de begroting 2017 stelt de Europese Commissie (EC) de raming voor de overige ontvangsten opwaarts bij van 1,7 naar 2,8 mld., vooral door hogere verwachte inkomsten uit (mededings-)boetes en rente. Omdat de BNI-afdrachten van de lidstaten het sluitstuk vormen van de Europese begroting, betekenen hogere verwachte inkomsten voor de Europese begroting uit andere bronnen dan de BNI afdrachten, automatisch dat de BNI-afdracht van de lidstaten daalt. Voor Nederland gaat het om ca 57 mln. lagere afdrachten in 2017.

Begrotingsakkoord 2017: meerjarig beeld ACOR

In de Europese begroting voor 2017 heeft de EC ook de reguliere aanpassingen in de grondslagen voor de BNI-, BTW- en Invoerrechtenramingen verwerkt op basis van nieuwe economische cijfers (ACOR cijfers). Deze werken meerjarig door in de afdrachten van de lidstaten. In 2017 leiden deze aanpassingen bij BNI- BTW en invoerrechten tot per saldo 22 mln. lagere afdrachten voor Nederland. Dit effect loopt in de jaren daarna nog iets op tot ca 26 mln. lagere afdrachten.

Vierde aanvullende begroting

De uitgaven op de Europese begroting in 2016 zijn verlaagd vanwege vertragingen bij de implementatie van het cohesiebeleid, waardoor de afdrachten over 2016 ruim 360 miljoen euro lager uitvallen, zoals ook hieronder bij EU-ontvangsten beschreven. De verwachting is dat deze vertraging op een later moment binnen het huidige MFK ingelopen wordt, waardoor de uitgaven alsnog gedaan zullen worden. Vooralsnog wordt uitgegaan van een verhoging van de afdrachten met eenzelfde bedrag in 2018. Als nadere informatie van de Europese Commissie daar aanleiding toe geeft, dan wordt de raming van de Nederlandse afdrachten aangepast.

Tabel: mutaties EU-afdrachten sinds miljoenennota
 

2017

2018

2019

2020

2021

Begrotingsakkoord 2017:bni effect overige inkomsten

– 57,3

0

0

0

0

Begrotingsakkoord 2017:meerjarig beeld acor

– 21,5

– 25,9

– 25,6

– 26

– 26

Vierde aanvullende begroting 2016: vertraging cohesiebeleid

0

360,8

0

0

0

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2017

– 78,8

334,9

– 25,6

– 26

– 26

Artikel 3.2

Op basis van de liquiditeitsplanning van het Europees Ontwikkelingsfonds is er minder budget nodig voor 2017.

Ontvangsten

Artikel 3.10

Ook raming van de Nederlandse EU-ontvangsten, zoals de perceptiekostenvergoedingen en overige ontvangsten, zijn sinds de miljoenennota bijgesteld. Dit is het gevolg van de nacalculatie van 2016 en de aanname van de vierde en vijfde aanvullende begroting.

Nacalculatie

De Europese Commissie heeft op 24 januari jl. cijfers voor de nacalculatie van de Europese afdrachten voor 2016 gepresenteerd aan de lidstaten. Voor de Nederlandse begroting betekent deze nacalculatie een verlaging van de EU-afdrachten van netto 124 mln. euro die als een eenmalige ontvangst op de begroting wordt verwerkt.

Vierde en vijfde aanvullende begroting

Eind 2016 heeft het Europees parlement goedkeuring gegeven aan de vierde en vijfde aanvullende begroting voor 2016. Deze aanvullende begrotingen zijn te laat in het jaar aangenomen om nog door de Commissie te worden verwerkt in de afdrachten over 2016. De budgettaire verwerking valt daarom in 2017 en verloopt via een bijstelling van de niet-belastingontvangsten.

De aanname van de vierde aanvullende begroting heeft op drie manieren invloed op de EU-ontvangsten. Allereerst zijn de geraamde EU-betalingen verlaagd, voornamelijk vanwege vertragingen bij de implementatie van het cohesiebeleid. De Nederlandse afdrachten over 2016 komen daarmee ruim 360 miljoen euro lager uit. Dit is begin 2017 in de kas is verwerkt via een overige ontvangst. Ten tweede zijn de effecten van de Spring Forecast uit het voorjaar 2016 in tegenstelling tot eerdere verwachtingen via de vierde aanvullende begroting in 2017 verwerkt. Tot slot is ook de herberekening van de korting van het Verenigd Koninkrijk doorgevoerd.

De aanname van de vijfde aanvullende begroting effectueert de kortingen op de nationale afdrachten, zoals vastgelegd in het eigen middelen besluit dat in 2016 is geratificeerd. Nederland ontvangt de bedongen korting op de afdrachten over 2014–2016 met terugwerkende kracht in 2017 in de kas.

Tabel: mutaties diverse ontvangsten EU sinds miljoenennota
 

2017

2018

2019

2020

2021

Nacalculatie 2016

124,1

0

0

0

0

Vierde aanvullende begroting 2016:effecten spring forecast

– 79,8

0

0

0

0

Vierde aanvullende begroting 2016:vertraging cohesiebeleid

360,8

0

0

0

0

Vierde aanvullende begroting: Diversen

– 15,5

0

0

0

0

Vijfde aanvullende begroting 2016 verschuiven Nederlandse korting

2.764,40

0

0

0

0

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2017

3.153,90

0

0

0

0

Beleidsartikel 4

Beleidsartikel 4 Consulaire belangenbehartiging en het internationaal uitdragen van Nederlandse waarden en belangen Bedragen in EUR 1.000
   

Stand ontwerpbegroting 2017

(1)

Mutaties via amendementen 2017

(2)

Vastgestelde begroting 2017

(3)=(1+2)

Mutaties 1e suppletoire begroting 2017

(4)

Stand 1e suppletoire begroting 2017

(5)=(3+4)

Mutaties 1e suppletoire begroting 2018

Mutaties 1e suppletoire begroting 2019

Mutaties 1e suppletoire begroting 2020

Mutaties 1e suppletoire begroting 2021

Verplichtingen

38.767

2.500

41.267

3.923

45.190

3.250

9.200

3.150

2.150

Uitgaven:

                 

Programma-uitgaven totaal

48.541

2.500

51.041

150

51.191

1.330

1.280

1.272

1.360

   

waarvan juridisch verplicht

       

80%

       

4.1

Op basis van eigen verantwoordelijkheid consulaire dienstverlening bieden aan Nederlanders in het buitenland

13.145

2.500

15.645

– 2.000

13.645

500

500

500

500

 

Subsidies

                 
   

Gedetineerdenbegeleiding

1.800

 

1.800

100

1.900

       
                       
 

Opdrachten

                 
   

Consulaire bijstand

259

 

259

0

259

       
   

Gedetineerdenbegeleiding

200

 

200

0

200

       
   

Reisdocumenten en verkiezingen

5.345

 

5.345

– 1.025

4.320

       
   

Consulaire opleidingen

400

 

400

0

400

       
   

Consulaire informatiesystemen

3.761

2.500

6.261

305

6.566

       

4.2

Samen met (keten) partners het personenverkeer reguleren

6.304

 

6.304

0

6.304

0

0

0

0

 

Opdrachten

                 
   

Visumverlening

1.100

 

1.100

0

1.100

       
   

Ambtsberichtenonderzoek

150

 

150

0

150

       
   

Legalisatie en verificatie

80

 

80

0

80

       
   

Consulaire informatiesystemen

3.011

 

3.011

0

3.011

       
 

Bijdragen (inter)nationale organisaties

                 
   

Asiel en migratie

863

 

863

0

863

       

4.3

Grotere buitenlandse bekendheid met de Nederlandse cultuur

8.944

0

8.944

– 1.108

7.836

– 1.088

– 1.088

– 1.088

0

 

Subsidies

                 
   

Internationaal Cultuurbeleid

8.944

0

8.944

– 1.108

7.836

       
   

Erfgoed

0

 

0

0

0

       

4.4

Het inzetten van Publieksdiplomatie door het Postennetwerk en BZ om het beeld van Nederland in het buitenland te versterken en op een positief realistische manier uit te dragen

16.178

0

16.178

3.223

19.401

1.518

1.518

1.560

560

 

Subsidies

                 
   

Instituut Clingendael

800

 

800

0

800

       
   

Programma ondersteuning buitenlands beleid

3.000

 

3.000

1.658

4.658

       
   

overige subsidies

0

 

0

40

40

       
 

Opdrachten

                 
   

Onderzoeksprogramma's

1.620

 

1.620

0

1.620

       
   

Bezoeken hoogwaardigheidsbekleders en uitgaven Corps Diplomatique en internationale Organisaties

3.000

 

3.000

0

3.000

       
   

waarvan in- en uitgaande Staatsbezoeken

2.000

 

2.000

0

2.000

       
   

Adviesraad Internationale vraagstukken

525

 

525

0

525

       
   

Internationale manifestaties en diverse bijdragen

50

 

50

130

180

       
 

Bijdragen (inter)nationale organisaties

                 
   

landenprogramma's algemene voorlichting en kleine programma's

8.028

 

8.028

0

8.028

       
   

Europese bewustwording

520

 

520

30

550

       

4.5

Een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor internationale organisaties in Nederland

3.970

 

3.970

35

4.005

400

350

300

300

 

Bijdragen (inter)nationale organisaties

                 
   

Speciaal Tribunaal Libanon

1.900

 

1.900

0

1.900

       
   

Internationaal Strafhof

1.400

 

1.400

– 265

1.135

       
   

Nederland Gastland

670

 

670

0

670

       
                       

Ontvangsten

42.090

 

42.090

0

42.090

0

0

0

0

4.10

Consulaire dienstverlening aan Nederlanders

19.300

 

19.300

– 1.000

18.300

– 1.000

– 5.000

– 5.000

– 5.000

4.20

Consulaire dienstverlening aan vreemdelingen

22.000

 

22.000

1.000

23.000

1.000

5.000

5.000

5.000

4.40

Doorberekening Defensie diversen

790

 

790

0

790

0

0

0

0

Beleidsartikel 4

Uitgaven

Artikel 4.1

Het budget voor consulaire dienstverlening is een saldo van mutaties. Enerzijds neemt het budget af doordat de uitgaven voor de inkoop van reisdocumenten dalen. Dit wordt veroorzaakt doordat er minder paspoortaanvragen in het buitenland verwacht worden. Er bestaan meer mogelijkheden om in Nederland een paspoort aan te vragen zoals op Schiphol en in grensgemeenten. Anderzijds stijgt het budget voor consulaire informatiesystemen als onderdeel van de maatregelen in lijn met het amendement Sjoerdsma c.s. (34550 V, nr. 46).

Aangenomen amendement:

Nr

Indiener

Begunstigd artikel/dekking uit

Korte omschrijving

34 550 V, nr. 46

Sjoerdsma

4.1 Consulaire dienstverlening aan Nederlanders in het buitenland

EUR 2,5 miljoen voor verbetering van de diensterlening aan Nederlanders in het buitenland

De kamer ontvangt een aparte brief over de verwerking van het amendement Sjoerdsma.

Artikel 4.4

Het budget voor het Inzetten van publieksdiplomatie om het beeld van Nederland in het buitenland te versterken is bijgesteld. Het betreft met name een verhoging voor de uitgaven voor de programma’s ondersteuning buitenlands beleid en de toevoeging vanuit de HGIS van extra middelen voor het vervolgonderzoek over de periode 1945–1949 in toenmalig Nederlands-Indië. Daarnaast zijn enkele geplande uitgaven voor 2016 doorgeschoven naar 2017.

Ontvangsten

Artikel 4.10

De ontvangsten voor consulaire dienstverlening aan Nederlanders worden verlaagd als gevolg van een verwachte daling van de paspoortaanvragen. Meer paspoorten worden nu bij grensgemeenten en Schiphol aangevraagd. Vanaf 2019 wordt een verlaging van de paspoortopbrengsten verwacht door de in 2014 ingevoerde verlenging van de geldigheidsduur van het paspoort. Deze verlenging zal in 2019 een effect gaan hebben op de ontvangsten voor paspoorten.

Artikel 4.20

De ontvangsten voor consulaire dienstverlening aan vreemdelingen worden meerjarig verhoogd door een verwachte toename van het aantal visumaanvragen. Het betreft hier een inschatting op basis van de afgelopen jaren gerealiseerde ontvangsten.

Beleidsartikel 5

Niet-beleidsartikel 5 Geheim Bedragen in EUR 1.000
 

Stand ontwerpbegroting 2017

(1)

Mutaties via amendementen 2017

(2)

Vastgestelde begroting 2017

(3)=(1+2)

Mutaties 1e suppletoire begroting 2017

(4)

Stand 1e suppletoire begroting 2017

(5)=(3+4)

Mutaties 1e suppletoire begroting 2018

Mutaties 1e suppletoire begroting 2019

Mutaties 1e suppletoire begroting 2020

Mutaties 1e suppletoire begroting 2021

Verplichtingen

0

 

0

 

0

       
                   

Uitgaven

0

 

0

 

0

       

Verplichtingen en uitgaven

Geen toelichting

Beleidsartikel 6

Niet-beleidsartikel 6 Nominaal en onvoorzien Bedragen in EUR 1.000
   

Stand ontwerpbegroting 2017

(1)

Mutaties via amendementen 2017

(2)

Vastgestelde begroting 2017

(3)=(1+2)

Mutaties 1e suppletoire begroting 2017

(4)

Stand 1e suppletoire begroting 2017

(5)=(3+4)

Mutaties 1e suppletoire begroting 2018

Mutaties 1e suppletoire begroting 2019

Mutaties 1e suppletoire begroting 2020

Mutaties 1e suppletoire begroting 2021

Verplichtingen

34.158

0

34.158

– 34.105

53

– 18.906

– 15.563

– 12.198

– 5.503

Uitgaven:

                 
                   

Uitgaven totaal

34.158

 

34.158

– 34.105

53

– 18.906

– 15.563

– 12.198

– 5.503

                     

6.1

Nominaal en onvoorzien

34.158

 

34.158

– 34.105

53

– 18.906

– 15.563

– 12.198

– 5.503

Uitgaven en verplichtingen

Dit is het saldo van bijstellingen op grond van aanpassing van BNI- en BBP-ramingen door het CPB, verwerking van de HGIS-eindejaarsmarge 2016, het verwerken van de loon- en prijs- en koersbijstellingen binnen de HGIS en overboekingen naar diverse begrotingen conform de claims die zijn verwerkt naar aanleiding van de HGIS besluitvorming. Hierin is onder andere opgenomen extra budget voor de financiering van uitgaven voor gastlandbeleid (BZ en VWS), Brexit gerelateerde uitgaven (EZ, BZ en VWS) en uitgaven voor het vervolgonderzoek 1945–1949 Nederlands-Indië (BZ).

Niet-Beleidsartikel 7

Niet-beleidsartikel 7 Apparaat Bedragen in EUR 1.000
 

Stand ontwerpbegroting 2017

(1)

Mutaties via amendementen 2017

(2)

Vastgestelde begroting 2017

(3)=(1+2)

Mutaties 1e suppletoire begroting 2017

(4)

Stand 1e suppletoire begroting 2017

(5)=(3+4)

Mutaties 1e suppletoire begroting 2018

Mutaties 1e suppletoire begroting 2019

Mutaties 1e suppletoire begroting 2020

Mutaties 1e suppletoire begroting 2021

Verplichtingen

692.790

 

692.790

22.515

715.305

12.815

16.615

14.615

14.615

Uitgaven

679.241

 

679.241

36.499

715.740

10.455

15.055

13.055

13.055

                     

7.1.1

Personeel

451.232

 

451.232

18.339

469.571

11.755

14.417

11.120

11.120

 

Eigen personeel

443.232

 

443.232

18.339

461.571

11.755

14.417

11.120

11.120

 

Inhuur extern

8.000

 

8.000

0

8.000

0

0

0

0

 

overige personeel

0

 

0

 

0

       

7.1.2

Materieel

228.009

 

228.009

18.160

246.169

– 1.300

638

1.935

1.935

 

waarvan ICT

35.000

 

35.000

0

35.000

0

0

0

0

 

waarvan bijdragen aan SSO's

55.000

 

55.000

0

55.000

0

0

0

0

 

waarvan overige materieel

138.009

 

138.009

0

138.009

– 1.300

638

1.935

1.935

                     

7.2

Koersverschillen

pm

 

pm

 

pm

       
                     

Ontvangsten

21.450

 

21.450

0

21.450

0

0

0

0

7.10

Diverse ontvangsten

21.450

 

21.450

0

21.450

       

7.11

Koersverschillen

pm

 

pm

 

pm

pm

pm

pm

pm

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget wordt in lijn gebracht met het uitgavenkader als gevolg van de hieronder geschetste mutaties.

Uitgaven

De apparaatsuitgaven laten meerjarig een stijging zien. Deze stijging wordt hoofdzakelijk veroorzaakt doordat vanuit de HGIS middelen zijn toegevoegd ter dekking van de gestegen loonkosten. Het betreft de jaarlijkse aanpassing van de salarissen en gestegen pensioenkosten. Tevens worden personele- en materiele uitgaven, die in buitenlandse valuta (met name USD) worden verricht, vanuit de HGIS-onvoorzien gecompenseerd voor de gestegen wisselkoers. Daarnaast nemen de personeelsuitgaven toe omdat vanuit de HGIS middelen zijn toegevoegd ter dekking van extra kosten voor personeel (op het departement en Europese posten) om de Nederlandse belangen bij de scheidingsprocedure van de Unie met het Verenigd Koninkrijk voldoende te kunnen waarborgen. Ten slotte stijgt het budget in 2017 vanwege de toevoeging van middelen uit 2015 en 2016 voor investeringen in het postennet (huisvesting) vanuit het huisvestingfonds.

Aangenomen amendement:

Nr

Indiener

Begunstigd artikel/dekking uit

Korte omschrijving

34 550 V, nr. 52

Ten Broeke

7.1 Apparaat / Dekking: artikel 7.1

EUR 1,5 miljoen voor de oprichting van een Forced Marriage Unit

Op dit artikel van de begroting is het amendement Ten Broeke (34 550 V, nr 52) aangenomen, betreffende de oprichting van een Forced Marriage Unit. De Kamer ontvangt een aparte brief over de verwerking van het amendement Ten Broeke.

Licence