Base description which applies to whole site

4. De niet-beleidsartikelen

Artikel 40 Apparaat

(Eerste suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)

 

Stand ontwerpbegroting 2017

(1)

Mutaties via NvW, ISB, motie en amendementen

(2)

Stand vastgestelde begroting 2017

(3)=(1+2)

Mutaties 1e suppletoire begroting

(4)

Stand 1e suppletoire begroting

(5)=(3+4)

Mutatie 2018

Mutatie 2019

Mutatie 2020

Mutatie 2021

VERPLICHTINGEN

334.284

 

334.284

– 4.564

329.720

1.054

1.332

942

995

UITGAVEN

334.284

 

334.284

– 4.564

329.720

1.054

1.332

942

995

                   

Personele uitgaven

234.181

 

234.181

– 4.714

229.467

976

123

146

146

– waarvan eigen personeel

208.260

 

208.260

1.480

209.740

976

123

146

146

– waarvan externe inhuur

5.890

 

5.890

0

5.890

0

0

0

0

– waarvan overige personele uitgaven

20.031

 

20.031

– 6.194

13.837

0

0

0

0

Materiële uitgaven

100.103

 

100.103

150

100.253

78

1.209

796

849

– waarvan ICT1

7.065

 

7.065

0

7.065

       

– waarvan bijdrage aan SSO’s (exclusief DICTU)

30.494

 

30.494

0

30.494

       

– waarvan SSO DICTU

30.767

 

30.767

446

31.213

       

– waarvan overige materiële uitgaven

31.777

 

31.777

– 296

31.481

78

1.209

796

849

                   

ONTVANGSTEN

35.826

 

35.826

1.012

36.838

1.392

1.861

1.471

1.524

1

Het totaal van de ICT-uitgaven van het kerndepartement en buitendiensten bestaan uit de ICT-uitgaven geraamd onder de post materiële uitgaven en de bijdrage aan de SSO DICTU.

Toelichting op de verplichtingen en uitgaven

Personele uitgaven

De mutaties bij het onderdeel «personele uitgaven» worden met name veroorzaakt door:

  • De negatieve eindejaarsmarge op apparaat door overschrijding van € 8,9 mln op de apparaatsuitgaven in 2016.

  • De teruggave van het aandeel van het surplus op het eigen vermogen van Shared Service Organisaties FM-Haaglanden en Rijksvastgoedbedrijf, totaal € 2,7 mln.

Toelichting op de ontvangsten

In 2016 is er door het kerndepartement op het materieel budget een kasschuif geboekt die met de NVWA verrekend moet worden. Het betreft de aflossing van de egalisatieschuld van de NVWA aan het Rijksvastgoedbedrijf. In de jaren 2017 tot en met 2024 worden deze kosten jaarlijks aan de NVWA doorberekend.

Artikel 41 Nominaal en Onvoorzien

(Eerste suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)

 

Stand ontwerpbegroting 2017

(1)

Mutaties via NvW, ISB, motie en amendementen

(2)

Stand vastgestelde begroting 2017

(3)=(1+2)

Mutaties 1e suppletoire begroting

(4)

Stand 1e suppletoire begroting

(5)=(3+4)

Mutatie 2018

Mutatie 2019

Mutatie 2020

Mutatie 2021

VERPLICHTINGEN

0

0

0

94.811

94.811

59.263

58.689

58.350

58.028

UITGAVEN

0

0

0

94.811

94.811

59.263

58.689

58.350

58.028

                   

41.10 Prijsbijstelling

0

0

0

17.543

17.543

17.035

16.877

16.942

16.748

41.20 Loonbijstelling

0

0

0

43.363

43.363

42.228

41.812

41.408

41.280

41.30 Onvoorzien

0

0

0

33.905

33.905

0

0

0

0

41.40 Nog te verdelen

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Toelichting

Loon- en prijsbijstelling

Bij Voorjaarsnota 2017 is de loon- en prijsbijstellingstranche 2017 uitgedeeld. De loonbijstelling betreft de vergoeding voor de stijging van de contractloonontwikkeling en de stijging van de sociale lasten voor de overheidswerkgevers. De prijsbijstelling betreft de verwerking van de stijging van de diverse prijsindexen. De loon- en prijsbijstellingtranche 2017 zal bij de eerst volgende begrotingsronde uitgedeeld worden aan de relevante loon- en prijsgevoelige onderdelen.

Onvoorzien

De verhoging van deze post met € 33,9 mln heeft betrekking op de uitkering van de eindejaarsmarge 2016 (€ 26,9 mln) voor de programma uitgaven en de gereserveerde middelen voor het opvangen van tegenvallers op de EZ-begroting (€ 7 mln). Deze middelen worden bij 2e suppletoire 2017 op de diverse artikelen ingezet voor problematiek.

Licence