Base description which applies to whole site

3.5 Artikel 5: Exportkredietverzekeringen, -garanties en investeringsverzekeringen

A. Algemene doelstelling

Het bieden van mogelijkheden voor verzekering van betalingsrisico’s die zijn verbonden aan export en investeringen in het buitenland, in aanvulling op de markt, en het creëren en handhaven van een internationaal gelijkwaardig speelveld voor bedrijven op het terrein van de exportkredietverzekeringsfaciliteit.

B. Rol en verantwoordelijkheid Minister

De Minister van Financiën is verantwoordelijk voor de uitvoering en voor de financiële gevolgen van de ekv-faciliteit. De bevoegdheden van de Minister zijn geregeld in de Kaderwet financiële verstrekkingen Financiën. De Minister stelt de randvoorwaarden vast waaronder de uitvoerder van de faciliteit verzekeringen mag afgeven. De Staat treedt op als verzekeraar en Atradius Dutch State Business (ADSB) N.V. voert de faciliteit uit, op naam van en voor rekening en risico van de Staat. De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking is mede-beleidsverantwoordelijk.

De Nederlandse Staat biedt in het kader van de ekv-faciliteit instrumenten aan waarmee Nederlandse ondernemers en hun financiers betalingsrisico’s gerelateerd aan exporttransacties kunnen afdekken. De achterliggende gedachte is dat hierdoor exporttransacties tot stand kunnen komen die op de private markt niet verzekerd kunnen worden. Met de verschillende producten21 binnen de faciliteit kunnen Nederlandse bedrijven meer grote en op (middel)lange termijn gefinancierde exportorders verwerven, met een positief effect op de concurrentiekracht van en de werkgelegenheid in Nederland. Sommige producten zijn erop gericht te voorzien in de behoefte aan werkkapitaal van exporteurs, ook als er geen behoefte bestaat aan het verzekeren van betalingsrisico’s. Ook op deze wijze wordt export mogelijk gemaakt.

De Minister van Financiën heeft het beleid en een risicokader vastgesteld waaraan verzekeringsaanvragen worden getoetst. Het gaat bij de ekv-faciliteit immers om risico’s met een dusdanig risicoprofiel dat deze niet op de markt verzekerd kunnen worden. ADSB beschikt over een volmacht om kleine of minder risicovolle transacties in verzekering te nemen. Over de overige aanvragen neemt de Minister van Financiën een besluit. De faciliteit moet op middellange termijn tenminste kostendekkend zijn.

De zogeheten risicodracht moet voorkomen dat de Staat risico’s in verzekering neemt die door de markt kunnen worden gedekt. In deze risicodracht staat vermeld welke risico’s (landen, looptijd en omvang) met de ekv-faciliteit verzekerd kunnen worden. Risico’s die hier niet aan voldoen kunnen private partijen doorgaans verzekeren of exporteurs kunnen deze risico’s zelf dragen. De risicodracht wordt periodiek aangepast na overleg met ADSB of indien reacties van marktpartijen hiertoe aanleiding geven.

Het creëren en handhaven van een internationaal gelijkwaardig speelveld is een belangrijke beleidsdoelstelling. Om Nederlandse exporteurs en hun financiers internationaal onder gelijke voorwaarden te kunnen laten concurreren, wordt door Nederland in internationaal verband overlegd over exportkredietverzekeringen en aanverwante regelingen. Zo worden in OESO- en EU-verband afspraken gemaakt over de voorwaarden waaronder exportkredietverzekeringen mogen worden verstrekt, zoals kostendekkendheid, minimumpremies, maximale looptijden, het gebruik van ontwikkelingshulpgelden en verantwoord leenbeleid. Daarnaast vindt een actieve dialoog plaats met de opkomende economieën die vooralsnog niet gebonden zijn aan de in OESO-verband vastgestelde regels om mogelijke verstoringen van het wereldwijde speelveld zoveel mogelijk te beperken.

Maatschappelijk verantwoord ondernemen krijgt zowel internationaal als nationaal steeds meer aandacht. De Nederlandse Staat heeft hierin een voorbeeldfunctie. Dat geldt ook voor de instrumenten als de exportkredietverzekering. Er is continu aandacht voor een gedegen uitvoering van het beleid voor milieu- en sociale aspecten van transacties. Ook op dit gebied zijn in OESO-verband afspraken (de «Common Approaches») gemaakt, die borgen dat een groot deel van de ekv-gedekte transacties getoetst worden op milieu- en sociale effecten. Daarnaast zijn verzekerden verplicht te verklaren dat ze de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen naar vermogen uit zullen voeren, hoewel een dergelijke verklaring volgens de OESO-richtlijnen zelf niet verplicht is.

C. Beleidswijzigingen

In lijn met 2016 zal in 2017 verder worden gegaan met het vergroten van de toegankelijkheid van het ekv-instrumentarium. In 2016 wordt door middel van een nieuwe database meer inzicht verkregen in de potentiële gebruikers van de ekv-faciliteit. In 2017 zal dit verder worden uitgewerkt door onder andere deze database te gebruiken om (potentiële) gebruikers maatwerkinformatie te geven over de mogelijkheden binnen de ekv-faciliteit. De verwachting is dat op deze manier de ekv-faciliteit laagdrempeliger wordt voor exporteurs die nog niet eerder gebruik hebben gemaakt van de faciliteit.

In 2016 vindt een beleidsdoorlichting plaats van het gehele instrumentarium. Deze beleidsdoorlichting zal naar verwachting een aantal aanbevelingen voor het beleid opleveren, die mogelijk in 2017 zullen worden geïmplementeerd.

D1. Budgettaire gevolgen van beleid
Budgettaire gevolgen van beleid – Artikel 5 Exportkredietverzekeringen, -garanties en investeringsverzekeringen (bedragen x € 1.000)
     

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Verplichtingen

2.475.497

10.616.523

10.616.525

10.616.522

10.616.524

10.616.524

10.616.524

 

waarvan garantieverplichtingen:

             
   

Exportkredietverzekeringen

2.450.595

10.000.000

10.000.000

10.000.000

10.000.000

10.000.000

10.000.000

   

Investeringsverzekeringen

– 10.227

453.780

453.780

453.780

453.780

453.780

453.780

   

MIGA

0

150.000

150.000

150.000

150.000

150.000

150.000

                   

Uitgaven

130.837

88.143

88.145

88.142

88.144

88.144

88.144

waarvan juridisch verplicht

   

100%

       
                   
 

Exportkredietverzekering

117.942

75.400

75.400

75.400

75.400

75.400

75.400

   

Schade-uitkering ekv

95.708

74.900

74.900

74.900

74.900

74.900

74.900

   

Schade-uitkering investeringsverzekeringen

0

500

500

500

500

500

500

   

Mutatie risicovoorziening ekv

21.489

           
                   
 

Opdrachten

12.805

12.687

12.687

12.687

12.687

12.687

12.687

   

Kostenvergoeding Atradius DSB

12.805

12.687

12.687

12.687

12.687

12.687

12.687

                   
 

Overige uitgaven

90

56

58

55

57

57

57

                   

Ontvangsten

236.691

246.952

257.092

269.222

256.172

235.622

88.144

                   
 

Verzekeringen

220.722

234.452

244.592

269.222

256.172

235.622

88.144

   

Premies ekv

117.344

50.000

88.800

78.800

76.400

78.000

60.427

   

Premies investeringsverzekeringen

788

1.250

1.250

1.250

1.250

1.250

1.250

   

Schaderestituties ekv

102.590

183.202

154.542

189.172

178.522

156.372

26.467

                   
 

Seno-Gom

15.969

12.500

12.500

0

0

0

0

   

Ontvangsten Seno-Gom

0

0

0

0

0

0

0

   

Onttrekking begrotingsreserve Seno-Gom

14.000

12.500

12.500

0

0

0

0

   

Schaderestituties en premie Seno-Gom

1.969

0

0

0

0

0

0

                   
 

Overige ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

D2. Budgetflexibiliteit

Garanties

De uitgaven zijn 100% juridisch verplicht aangezien deze voortvloeien uit afgesloten exportkredietverzekeringen. Indien de verzekerde risico’s zich voordoen en aan alle verzekeringsvoorwaarden is voldaan moet de Staat als verzekeraar tot uitkering overgaan.

Opdrachten

Dit budget is 100% juridisch verplicht op basis van een overeenkomst met ADSB. Deze overeenkomst loopt door tot en met 2019.

E. Toelichting op de instrumenten

Garanties

Voor de ekv-faciliteit is in de begroting een bedrag van € 10,6 mld. opgenomen als plafond voor hoeveel de Minister jaarlijks aan nieuwe verplichtingen kan aangaan (brutoplafond).

Exportkredietverzekeringen dekken Nederlandse exporteurs en hun financiers tegen politieke en commerciële risico’s die zij lopen bij middellange en langlopende exportcontracten naar landen met een (ver)hoog(d) risico en/of buitenlandse afnemers met een relatief hoog risicoprofiel. Dit instrument vergroot dus de mogelijkheden voor Nederlandse export. Voor zowel de ontvangsten (premies en recuperaties) als de schade-uitkeringen geldt dat deze worden beïnvloed door externe factoren, zoals de behoefte aan exportkredietverzekeringen en ontwikkelingen in de kredietwaardigheid van buitenlandse debiteuren. Binnen de faciliteit kan de Minister jaarlijks voor maximaal € 454 mln. aan nieuwe verplichtingen aangaan voor investeringsverzekeringen. Met deze verzekeringen kunnen Nederlandse bedrijven die langdurig investeren in het buitenland zich dekken tegen politieke risico’s die zij lopen in het betreffende land. Naar aanleiding van het garantiekader voor risicoregelingen wordt een risicovoorziening opgebouwd. De stand hiervan was ultimo 2015 € 207 mln.

Opdracht

ADSB is de uitvoerder van de ekv-faciliteit. ADSB ontvangt voor de werkzaamheden in het kader van de ekv-faciliteit jaarlijks een vergoeding op basis van een overeenkomst die doorloopt tot en met 2019.

Meetbare gegevens

Binnen de ekv-faciliteit worden twee kengetallen gebruikt om inzicht te krijgen in hoeverre de doelstelling wordt behaald. Beide kengetallen, de benchmark en het model voor Bedrijfseconomische resultaatbepaling (BERB), bieden informatie over het internationaal gelijkwaardige speelveld. Er wordt gestreefd naar een best of class notering (A rating) in de jaarlijkse benchmark op de verzekeringsvoorwaarden en -mogelijkheden. De benchmark is een vergelijkend onderzoek tussen de Nederlandse faciliteit en faciliteiten in een aantal voor de export relevante concurrerende landen. Een best of class resultaat betekent dat de Nederlandse faciliteiten vergelijkbaar zijn met de landen die het beste scoren op de verzekeringsvoorwaarden en -mogelijkheden.

Internationaal is afgesproken dat exportkredietfaciliteiten over een langere periode kostendekkend moeten zijn, om concurrentieverstoring te voorkomen. Dat betekent dat op lange termijn de premie-inkomsten voldoende moeten zijn om de uitvoeringskosten en de netto schade-uitkeringen (inclusief de recuperaties) te dekken. De kostendekkendheid van de Nederlandse faciliteit wordt gemeten door BERB. Daaruit blijkt dat de Nederlandse ekv-faciliteit over de periode 1999 t/m 2015 een positief resultaat van € 362 mln. heeft geboekt. Recuperaties spelen een belangrijke rol bij het behalen van een kostendekkend resultaat. De afgelopen jaren zijn de premies en schades ruwweg in evenwicht geweest. Ultimo 2015 is van de uitgekeerde schade over de polissen afgegeven per 1999 circa 48% gerecupereerd.

Kengetallen
 

Waarde 2015

Streefwaarde 2016

Streefwaarde 2017

Streefwaarde 2018

Streefwaarde 2019

Streefwaarde 2020

Streefwaarde 2021

BERB

362 mln.

> 0 mln.

> 0 mln.

> 0 mln.

> 0 mln.

> 0 mln.

> 0 mln.

Benchmark

A

A

A

A

A

A

A

Uitstaande verplichtingen ekv ultimo jaar (bedragen x € 1 mld.)

Uitstaande verplichtingen ekv ultimo jaar (bedragen x € 1 mld.)

Er zijn zowel definitieve als voorlopige juridische verplichtingen in de portefeuille. Omdat het voor een exporteur soms nog onzeker is of de opdracht wordt gegund, maar er voor een offerte wel al financiering geregeld moet zijn, kan er een dekkingstoezegging worden afgegeven. Dit is nog geen polis, maar kan bij gunning van een opdracht worden omgezet naar een polis. Ongeveer de helft van de dekkingstoezeggingen wordt daadwerkelijk een polis. Er kan echter uitsluitend onder een polis schade worden uitgekeerd. Als er duidelijke aanwijzingen zijn dat het risico sterk is verslechterd, is de Staat niet verplicht om een dekkingstoezegging in een polis om te zetten. Ultimo 2015 stond er voor circa € 11 mld. uit aan definitieve verplichtingen.

Wanneer zich onder een polis een schade voordoet, zal de Staat bij schade-uitkering het betalingsschema van de debiteur volgen. Dit betekent dat het bedrag niet in één keer wordt uitgekeerd, maar gespreid over de resterende looptijd van de verzekering (doorgaans twee betalingen per jaar). Op basis van de portefeuille ultimo 2015 betekent dit in het meest extreme geval (alle polissen resulteren in de maximale schade) circa € 1,4 mld. aan schade-uitkeringen in 2017.

Niet alle polissen in de portefeuille hebben evenveel risico op schade. Het belangrijkste risico binnen de ekv-portefeuille betreft het landenrisico. De OESO bepaalt, op basis van het landenrisico, de landenklasse voor de verschillende landen. Een hogere landenklasse betekent een hoger landenrisico. Ter illustratie: Indonesië valt in landenklasse 3 en Ghana valt in landenklasse 6. De landenklasse wordt onder andere gebruikt in de premieberekening. Het grootste deel van de portefeuille, circa 85%, betreft polissen op landen in de vijf beste landenklassen (0 t/m 4). Informatie over nieuwe polissen die ADSB namens de Staat gedurende het jaar afgeeft, is beschikbaar op de website van ADSB22.

Uitstaande verplichtingen ekv per landenklasse (bedragen x € 1 mld.)

Uitstaande verplichtingen ekv per landenklasse (bedragen x € 1 mld.)
21

Het productenassortiment dat ADSB namens de staat aanbiedt betreft onder andere kapitaalgoederenverzekering, verzekering uitvoering van werken en exportkredietgarantie (ekg). Zie voor een volledige beschrijving van het productenassortiment de website van ADSB: http://www.atradiusdutchstatebusiness.nl/index.html.

Licence