Base description which applies to whole site

2. BELEIDSAGENDA 2017

Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) staat voor een actieve democratie, waarin mensen in vrijheid leven, gelijke rechten hebben, samen initiatieven nemen en problemen oplossen. Daarbij past een slagvaardig en adaptief bestuur en een overheid waar burgers op kunnen vertrouwen. Een overheid die mensen vlot helpt en vooral niet in de weg zit of op de vingers kijkt.

Internationaal vergelijkend onderzoek laat zien dat Nederland trots kan zijn op de kwaliteit van ons overheidsapparaat en de mensen die er werken. Het vertrouwen in onze democratie is groot, en in diverse internationale ranglijsten1 heeft Nederland een leidende positie op het gebied van effectiviteit, kwaliteit en geloofwaardigheid.

De afgelopen jaren zijn belangrijke stappen gezet om democratie en bestuur aan te passen aan de eisen van de nieuwe tijd; dichter bij burgers en in samenspraak met burgers, medeoverheden en andere betrokkenen. In 2017 wordt de democratie op lokaal niveau verder versterkt en wordt hard gewerkt om belemmeringen die burgers, ondernemers en maatschappelijke organisaties in de praktijk ervaren, weg te nemen. Onder de vlag van Agenda Stad investeert BZK samen met andere ministeries en steden in de economische kracht en leefbaarheid van de steden.

Mensen die ondersteuning nodig hebben om aan de slag te komen of zorg en begeleiding nodig hebben kunnen door de decentralisaties van dit kabinet dichterbij huis, in de eigen gemeente, terecht. In 2017 spant BZK zich in om samen met gemeenten de werkzaamheden van gemeenten in het sociaal domein verder te integreren en innoveren. Ook andere maatschappelijke uitdagingen worden steeds dichter bij de burger opgepakt. In landelijke regietafels staat de rijksoverheid schouder aan schouder met medeoverheden om verder uitwerking te geven aan het bestuursakkoord en het uitwerkingsakkoord Verhoogde Asielinstroom. Die werkwijze is goed bevallen.

Met het oog op nieuwe kansen die nieuwe technologieën bieden wordt verder gebouwd aan een open en transparante overheid. Onder het motto «Digitaal 2017» werkt BZK met veel overheidsinstanties samen aan digitalisering van heel de dienstverlening van de overheid en versterking van de digitale infrastructuur. Mensen die minder digitaal vaardig zijn, krijgen extra aandacht. Bij een veranderde rol van de overheid past eveneens modern werkgeverschap, zoals de herziene rechtspositie van ambtenaren en beperking van topinkomens.

Onze open en vrije samenleving verdient bescherming, waarbij belangrijke grondrechten van burgers worden gerespecteerd. In de nieuwe Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten wordt de balans gezocht tussen modernisering van de benodigde onderzoeksmogelijkheden enerzijds en de verankering van de waarborgen op het gebied van privacy anderzijds, zodat oude waarden in een nieuwe tijd onverminderd sterk geborgd worden.

Burgers en democratie

Agenda Lokale Democratie

De verhouding tussen de lokale overheid en de burger is de afgelopen jaren veranderd. Veel burgers willen en kunnen veel meer dan eens in de 4 jaar stemmen, proberen op diverse manieren de politieke besluitvorming te beïnvloeden en nemen zelf initiatieven op lokaal niveau. Ook is de lokale overheid belangrijker geworden voor de burger. Waar de gemeente voorheen vooral over ruimte, wonen en verkeer ging, is daar het hele sociaal domein bijgekomen. Bovendien wordt in deze participatiesamenleving meer van burgers verwacht. Om de democratie mee te laten groeien met de vereisten van deze tijd heeft de Minister van BZK de Agenda Lokale Democratie opgestart. De rol van BZK is om de lokale democratie ruim baan te geven, samenwerking te creëren, na te gaan wat wel en wat niet werkt, en blokkades zoals hinderende regels op te ruimen. BZK werkt daarnaast samen met de beroepsgroepen van politieke ambtsdragers, Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en Interprovinciaal Overleg (IPO) aan de programma’s «Versterking aanzien en aantrekkelijkheid van het politieke ambt» en «Lokale democratie in beweging», om te bevorderen dat er kwalitatief goede politieke ambtsdragers beschikbaar blijven. Deze activiteiten houden nauw verband met de inzet ten aanzien van politici, bestuurders en ambtenaren, en met name raadsleden (zie Politici, bestuurders en ambtenaren).

Burgerschap

Juist in deze tijd, waarin de relatie tussen overheid en burgers zo verandert, is het goed om in debat te gaan over burgerschap. In een reeks burgerconferenties geeft BZK burgers de mogelijkheid om mee te denken over vernieuwing van de verbindende en democratische waarden die Nederland kent.

Verkiezingsproces

De haalbaarheid van de invoering van elektronisch stemmen en tellen in het stemlokaal wordt onderzocht. In augustus 2016 is een marktuitvraag gestart om meer duidelijk te krijgen over de (technische) haalbaarheid en de kosten. De marktuitvraag wordt voor het einde van 2016 afgerond. Parallel hieraan wordt overleg gevoerd met de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) over de zienswijze van de gemeenten. Het kabinet zal daarna een besluit nemen over de haalbaarheid van de invoering van de stemprinter en stemmenteller.

De Kieswet wordt gewijzigd om het stemmen makkelijker te maken voor Nederlanders die in het buitenland wonen. Permanente registratie wordt mogelijk, waardoor Nederlanders in het buitenland zich niet voor elke verkiezing opnieuw hoeven te registreren. Daarnaast stemmen Nederlanders in het buitenland bij de komende verkiezing voor de Tweede Kamer, bij wijze van experiment, met een nieuw model stembiljet dat per mail aan de kiezers kan worden gezonden.

Landelijke Aanpak Adreskwaliteit

Omdat de Basisregistratie Personen (BRP) mede de basis vormt van de uitvoering van overheidsdienstverlening, is de aanpak van adresfraude en verbetering van de kwaliteit van de adresgegevens één van de speerpunten van dit kabinet. Om de kwaliteit van de BRP te verhogen en adresfraude op te sporen, leggen gemeenten adresbezoeken af en wisselen ketenpartners gegevens beter uit. Deze Landelijke Aanpak Adreskwaliteit heeft in 2016 tussen de € 7 en € 14 mln. aan potentiële fraudebaten opgeleverd; hiermee overstijgt het de kosten. De landelijke aanpak wordt vanwege goede ervaringen structureel voortgezet.

Bestuur

Agenda Stad

Stedelijke gebieden zijn steeds meer motoren voor de economie. De Agenda Stad versterkt de groei, leefbaarheid en innovatie in steden. Concreet doen we dat door het sluiten van City Deals. In City Deals maken steden, Rijk, andere overheden, bedrijven en maatschappelijke organisaties afspraken over (innovatieve) oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken. In 2017 gaan we op de ingeslagen weg voort.

De Europese Agenda Stad richt zich op een steviger stem van steden in Europees verband. Thematische partnerschappen van steden, lidstaten en Europese Commissie en relevante experts, werken ook in 2017 aan concrete voorstellen gericht op betere regelgeving, betere toegang tot fondsen en betere kennisuitwisseling. Het in 2016 vastgestelde Pact van Amsterdam en de hierop aansluitende Raadsconclusies, borgen dat de uitkomsten van deze partnerschappen niet in een la verdwijnen.

Sociaal domein, Omgevingswet en verhoogde asielinstroom

Bij een aantal grote maatschappelijke dossiers heeft BZK een faciliterende rol gericht op goede samenwerking tussen Rijk en gemeenten. Drie thema’s die daarbij het komende jaar specifieke aandacht behoeven zijn het sociaal domein, de omgevingswet en de verhoogde asielinstroom.

Voor wat betreft het sociaal domein geldt dat gemeenten in 2017 voor het derde jaar verantwoordelijk zijn voor de jeugdhulp, de maatschappelijke ondersteuning en de begeleiding naar werk. De Minister van BZK heeft de afgelopen jaren vanuit zijn verantwoordelijkheid voor goed openbaar bestuur een coördinerende rol gehad in het sociaal domein en zich ingezet voor het creëren van belangrijke randvoorwaarden als regionalisering, goede lokale verantwoording en het ontschotten van de financiering. Na de transitie, de fase van overdracht van taken, volgt nu de transformatiefase, de fase waarin de gemeenten vorm geven aan een nieuwe manier van werken. In de huidige transformatie fase staat onder meer het integraler oppakken van de verschillende verantwoordelijkheden in het sociaal domein, het verder innoveren van de gemeentelijke aanpak en het meer betrekken van burgers bij zowel uitvoering als besluitvorming centraal. Ook daarbij wil het Rijk gemeenten ondersteunen. De Minister van BZK volgt de ontwikkelingen scherp en zoekt samen met andere departementen, gemeenten en de VNG naar passende oplossingen voor knelpunten die in de praktijk ervaren worden. Deze aanpak is vormgegeven in de transformatieagenda.

Daarnaast wordt in het sociaal domein in 2017 ingezet op verbetering van de verantwoording- en rechtmatigheidprocessen, vanwege de problemen in 2016 met een deel van de controleverklaringen over de gemeentelijke jaarrekeningen. Verder wordt in 2017 de tweede overall rapportage sociaal domein naar de Tweede Kamer gestuurd. Deze rapportage geeft de stand van zaken weer in het sociaal domein inclusief aanpalende beleidsterreinen zoals passend onderwijs en schuldhulpverlening. De komende jaren wordt de informatievoorziening stapsgewijs verder geïntegreerd, aangescherpt en waar mogelijk vereenvoudigd.

Vergelijkbaar met de transformatie in het sociaal domein is de invoering van de Omgevingswet. Deze opgave vraagt veel van de decentrale overheden. Ook hier ondersteunt de Minister van BZK decentrale overheden bij het implementeren van de nieuwe manier van werken (de veranderopgave) aan de hand van de opgedane kennis en expertise in het sociaal domein.

Een derde voorbeeld van een grote maatschappelijke (en interbestuurlijke) opgave is de verhoogde asielinstroom. De Minister van BZK is verantwoordelijk voor goede samenwerking tussen Rijk en gemeenten rondom opvang en huisvesting, scholing en integratie van vluchtelingen en vergunninghouders en het (lokaal) betrekken van burgers bij besluitvorming. Ook in 2017 zit de Minister van BZK de landelijke regietafel verhoogde asielinstroom voor, en houdt hij op basis van het bestuursakkoord van november 2015, het uitwerkingsakkoord van april 2016 en het via de VNG ingestelde Ondersteuning Team Asielzoekers en Vergunninghouders (OTAV) de vinger aan de pols.

Financiële verhoudingen, gemeentefonds/provinciefonds en precario

De veranderingen in het openbaar bestuur vragen om modernisering van de financiële verhoudingen. Het Bestuurlijk Overleg Financiële verhoudingen (BOFv) heeft op 28 april 2016 een stuur- en expertgroep gevraagd om een probleemanalyse te maken van de toekomstbestendigheid van het huidige stelsel (specifiek het gemeentefonds). Verder is gevraagd verschillende oplossingsvarianten van verdeelsystematiek te verkennen. In de stuur- en expertgroep zijn het Ministerie van BZK, Ministerie van Financiën, de VNG en de Raad voor de financiële verhoudingen (Rfv) vertegenwoordigd. In het voorjaar van 2017 worden de voorlopige bevindingen in het BOFv gerapporteerd, gevolgd door de oplevering van de rapportage.

Begin 2015 heeft het IPO een externe commissie ingesteld die zich heeft gebogen over verdeelvraagstukken binnen het provinciefonds. In december 2015 is het eindrapport «Redelijk Verdeeld» van de commissie Jansen aangeboden aan de Minister van BZK. Om het nieuwe verdeelmodel, zoals opgenomen in het eindrapport, formeel te kunnen doorvoeren, is het nodig de Financiële-verhoudingswet (Fvw) te wijzigen. Het wetswijzigingtraject is gestart.

Het streven is om het nieuwe verdeelmodel voor het uitkeringsjaar 2017 in te voeren.

Ook bij de lokale belastingen zijn ontwikkelingen. Op 24 juni 20162 is een brief naar het parlement gestuurd met bouwstenen voor een hervorming van het gemeentelijk belastinggebied. De keuzes hieromtrent worden overgelaten aan een volgend kabinet. Daarnaast is op 22 juni 20163 een wetsvoorstel ingediend bij de Tweede Kamer dat er toe moet leiden dat decentrale overheden geen precariobelasting meer heffen over nutsnetwerken. In dit wetsvoorstel zit een overgangsregeling die mogelijk maakt dat decentrale overheden die reeds in 2015 precariobelasting hieven tot 1 januari 2027 nog mogen doorheffen, om geleidelijke afbouw mogelijk te maken.

Politici, bestuurders en ambtenaren

Beperken Topinkomens

De Minister van BZK zet in 2017 in op de invoering van maatregelen, waaronder zowel aangescherpte als vereenvoudigde regelgeving, gericht op het tegengaan van bovenmatige beloningen in de semipublieke sector. De regels worden verder vereenvoudigd en verscherpt om schijnconstructies en andere vormen van ontduiking tegen te gaan. Hiermee wordt het regeerakkoord volledig geïmplementeerd. Als gevolg van het overgangsrecht uitgezonderde beloningen boven de norm van de Wet normering topinkomens (WNT) wordt 2017 het eerste jaar dat de beloningen daadwerkelijk stapsgewijs – in drie jaar – moeten worden verlaagd. De Minister van BZK zorgt voor adequate voorlichting en een helder controleprotocol voor accountants met het oog op een goede wetstoepassing. Als sluitstuk wordt, na de uitvoering van het regeerakkoord, in 2017 ingezet op scherp toezicht op de naleving om verlaging van inkomens boven de norm daadwerkelijk te realiseren.

Modern werkgeverschap/ambtelijke rechtspositie

Ook voor ambtenaren verandert het nodige. De plenaire behandeling van het initiatiefwetsvoorstel normalisering rechtspositie ambtenaren wordt eind september 2016 in de Eerste Kamer voortgezet. Als dit wetsvoorstel wordt aangenomen, wordt de rechtspositie van de meeste ambtenaren over enkele jaren gelijk aan die van de ruim zes miljoen werknemers in de marktsector. Hiermee wordt een onderdeel van het regeerakkoord gerealiseerd, waarin staat dat het ontslagrecht van ambtenaren in overeenstemming wordt gebracht met het ontslagrecht van werknemers buiten de overheid. Aanneming van het initiatiefvoorstel leidt tot een fundamentele stelselwijziging. In de jaren voor de inwerkingtreding van het initiatiefvoorstel moet veel wet- en regelgeving van de verschillende publieke sectoren worden aangepast. Daarnaast moeten zowel werkgevers als ook werknemers goed geïnformeerd worden over de wijzigingen van het stelsel. Hiernaast is de aandacht gericht op versterking van het ambtelijk vakmanschap, waarbij instrumenten als de ambtseed worden gemoderniseerd.

Bestuur en veiligheid

Het lokaal bestuur heeft een sleutelrol in de aanpak van sociale veiligheidsproblematiek waartoe bijvoorbeeld de thema’s ondermijning door georganiseerde criminaliteit, leefbaarheid en maatschappelijke spanningen en polarisatie behoren. Tegelijkertijd vormen politieke ambtsdragers zelf in toenemende mate het doelwit van deze problematiek en is de rol die het lokaal bestuur toebedeeld heeft gekregen niet altijd in evenwicht met het instrumentarium van dat bestuur. In dit kader heeft het Ministerie van BZK een programma Bestuur en Veiligheid ingericht. Het programma beoogt de regierol van het lokaal bestuur te versterken, opdat het lokaal bestuur beter in staat wordt gesteld een bijdrage te leveren aan het indammen van de sociale veiligheidsproblematiek en daarmee ondermijning van het democratisch bestel tegen te gaan.

Positie Raadsleden

In overleg met de VNG, Raadslid.nu en de Vereniging van Griffiers is, conform de motie Wolbert, een actieplan opgesteld om de positie van raadsleden te versterken. Het actieplan omvat acties zoals een structureel regionaal scholingsaanbod voor raadsleden inclusief een Digitaal Leerplatform en ondersteuning aan griffiers om raadsleden meer werk uit handen te nemen. Verder wordt in overleg met VNG gekeken of de raadsvergoeding verbeterd kan worden. Om bij te dragen aan instroom van nieuwe kandidaat raadsleden is het actieplan ook gericht op activiteiten om de aantrekkelijkheid van politieke functies te vergroten. Het actieplan is op 20 juni 2016 aan de Tweede Kamer aangeboden4. Samen met de genoemde partijen wordt het plan verder uitgewerkt.

Digitale dienstverlening overheid

Digitaal 2017

In het regeerakkoord is afgesproken dat de dienstverlening door de overheid beter moet. Steeds meer burgers en ondernemers geven de voorkeur aan een digitaal contactkanaal met de overheid. Door middel van wijziging van de Algemene wet bestuursrecht wordt daarom geregeld dat burgers en bedrijven aanvragen van bijvoorbeeld een vergunning digitaal bij de overheid kunnen indienen indien dat ook schriftelijk kan. Dat is voor de gebruiker gemakkelijk en past in de tijd waarin veel diensten online worden afgehandeld. Het streven is het wetsvoorstel begin 2017 in te dienen.

Overheidorganisaties moeten zich hierop voorbereiden. In de implementatieagenda van het programma Digitaal 2017 hebben diverse overheidsorganisaties opgenomen welke activiteiten zij uiterlijk eind 2017 zullen ondernemen op het gebied van de digitale dienstverlening, zoals het verbeteren van de vindbaarheid en toegankelijkheid. Het programma Digitaal 2017 stimuleert overheidsorganisaties om de implementatieagenda te realiseren, monitort de voortgang en rapporteert periodiek. Door het programma wordt extra aandacht besteed aan digitaal minder vaardige mensen.

Wet Generieke Digitale Infrastructuur

Meer gemak voor burgers en bedrijven in hun contact met de digitale overheid is als uitgangspunt vertaald in de Wet Generieke Digitale Infrastructuur (Wet GDI). De Ministers van BZK en Economische Zaken (EZ) streven ernaar deze wet in 2017 af te ronden. De wet is nodig om de digitalisering van de dienstverlening van de overheid te harmoniseren en deze van waarborgen te voorzien op het gebied van toegankelijkheid, veiligheid, betrouwbaarheid en privacybescherming. De Generieke Digitale Infrastructuur bestaat uit verschillende generieke voorzieningen voor identificatie en authenticatie, informatievoorziening en gegevensuitwisseling die gezamenlijk gebruikt worden door vrijwel alle overheden, vele publieke organisaties en in een aantal gevallen ook door private partijen. In de Wet GDI worden bestuursorganen in beginsel verplicht om op – in de Wet GDI geregelde – voorzieningen aan te sluiten. Daarnaast worden in de Wet GDI de bevoegdheden van de Minister van BZK om standaarden verplicht te stellen geregeld.

eID

Het Ministerie van BZK werkt aan het moderniseren van identificeren en authenticeren bij publieke dienstverleners door over te gaan op een hogere beveiliging voor officiële online identificatie en het uitbreiden van het aantal inlogmiddelen binnen het Burgerservicenummer-domein. Met het laatste wordt een multimiddelenstrategie ingezet. Dat betekent dat burgers niet alleen met het bestaande DigiD-middel, maar met meerdere publieke en private middelen kunnen inloggen in het BSN-domein. BZK stelt de voorwaarden voor toelating van deze middelen in het BSN-domein en houdt toezicht. De gefaseerde uitrol van nieuwe inlogmethoden start dit najaar na overleg met de Kamer, daarbij deels voortbouwend op reeds gehouden pilots.

Open overheid, open data en persoonlijk datamanagement

In tijden waarin de relatie tussen burgers en overheid verandert streeft het kabinet naar een overheid die open en transparant is, verantwoording aflegt, actief informatie deelt en open staat voor initiatief vanuit de samenleving. Daarmee draagt een open overheid bij aan een democratische samenleving, het oplossen van maatschappelijke vraagstukken en het creëren van economische waarde. Burgers komen daardoor in een betere informatiepositie en bedrijven kunnen data hergebruiken waarmee innovatie wordt gestimuleerd.

Het (tweede) Actieplan open overheid 2016–2017 geeft hieraan met negen actiepunten concreet invulling. Met de actiepunten Nationale Open Data Agenda, actieve openbaarmaking van informatie, de informele aanpak van Wob-verzoeken worden overheidsdata toegankelijk voor maatschappelijk gebruik en verbetert de communicatie richting burgers en bedrijven. Ook medeoverheden hebben een plek in het Actieplan. Zo wordt raadsinformatie als open data ontsloten, waardoor raadsleden, inwoners en journalisten de besluitvorming gerichter kunnen volgen. Verder worden proefprojecten gestart om financiële informatie van gemeenten op detailniveau geschikt te maken voor hergebruik.

In 2017 wordt ook persoonlijk datamanagement verder vormgegeven, waarmee de burger regie krijgt over zijn gegevens.

VN-dag

Nederland treedt in 2017 op als gastheer van de UN Public Service Day, een tweedaagse conferentie waarin de internationale gemeenschap zich inzet voor een betere publieke dienstverlening en waar ervaringen worden gedeeld.

Nationale Veiligheid

De openheid en vrijheid die de Nederlandse samenleving kenmerken zijn het meer dan waard om te beschermen. Zeker als er krachten zijn die deze waarden bedreigen. De Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) doet onder andere onderzoek naar organisaties, personen en andere landen die een (mogelijk) gevaar vormen voor de Nederlandse democratische rechtsorde en andere gewichtige belangen van de staat. Op basis van de resultaten van deze onderzoeksactiviteiten worden bestuurders, beleidsmakers en andere belanghebbenden op lokaal, nationaal en internationaal niveau geïnformeerd, geadviseerd en aangezet tot handelen.

Ontwikkeling dreigingsbeeld

Drie grote thema’s domineren al geruime tijd zowel nationaal als internationaal het dreigingsbeeld: het jihadistische terrorisme, de instabiliteit aan de buitengrenzen van Europa en cyberdreiging. Naar verwachting zal dit gedurende een langere periode aanhouden.

Jihadistisch terrorisme

Verschillende jihadistische groeperingen hebben zich ten doel gesteld het Westen, en daarmee mogelijk ook Nederland, met aanslagen te treffen. Achtereenvolgende aanslagen in Europa in 2014, 2015 en 2016 illustreren op indringende wijze de dreiging die daar momenteel vanuit gaat. Met name ISIS blijkt in staat om operatives vanuit Syrië naar Europa te sturen om hier aanslagen te plegen. Gebleken is dat daarbij ook gebruik gemaakt wordt van de vluchtelingenstroom om op heimelijke wijze naar Europa te reizen. Een fors aantal jongeren uit Nederland is in de afgelopen jaren naar Syrië en Irak afgereisd om zich aan te sluiten bij ISIS of Jabhat al Nusra om deel te nemen aan de jihadistische strijd. Bij terugkeer in Nederland kunnen deze jongeren een veiligheidsrisico vormen. Dit risico neemt toe bij toekomstige terugkeerders, omdat zij veelal beter getraind zijn, meer gevechtservaring hebben opgedaan en mogelijk ook getraumatiseerd terugkeren. Bovendien kunnen zij als operative met een opdracht voor het plegen van aanslagen, naar Nederland worden teruggestuurd. Jihadistische dreiging kan ook uitgaan van geradicaliseerde mensen van eigen bodem, eenlingen, sympathisanten en veteranen, al dan niet georganiseerd in groepen en/of aangestuurd vanuit (inter)nationale netwerken. De ontwikkeling van het dreigingsbeeld is zorgelijk en houdt naar verwachting langere tijd aan. Omdat de dreiging meerdere facetten kent, is er sprake van een complex en diffuus dreigingsbeeld. De inspanningen van de AIVD zijn gericht op het onderkennen van deze dreigingen, waarbij intensief wordt samengewerkt met onder andere de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV), de Nationale Politie, het Openbaar Ministerie en gemeenten.

Instabiliteit aan de buitengrenzen van Europa

De politieke instabiliteit van diverse landen in Noord-Afrika en het Midden-Oosten leidt tot onderlinge strijd tussen groeperingen, het verdwijnen van grenzen en het ontstaan van machtsvacuüms, waardoor vrijplaatsen voor terroristische organisaties ontstaan. De gewelddadigheden die gepaard gaan met de instabiele situatie in het Midden-Oosten leiden daarnaast tot grote migratiestromen, wat druk zet op Europese grenzen en solidariteit. Ook aan de oostgrens van Europa is er sprake van instabiliteit. De relatie tussen Rusland en het Westen blijft gespannen en er is nog altijd sprake van een fragiele situatie in Oost-Oekraïne. De instabiliteit aan de buitengrenzen van Europa heeft gevolgen voor onze nationale veiligheid, de Nederlandse buitenlandpolitiek, de handelsbelangen en energievoorzieningszekerheid in Europa en voor de migrantengemeenschappen in Europa.

Cyberdreiging

In het jaar 2015 is een recordaantal digitale spionageaanvallen op Nederlandse overheidsinstellingen onderkend die een dreiging vormen voor de nationale veiligheid. Er is daarnaast sprake van misbruik van de Nederlandse ICT-infrastructuur en van structurele digitale aanvallen op bedrijven. Een groot deel van deze aanvallen blijft onopgemerkt, waardoor het werkelijke aantal veel hoger is. Deze cyberdreiging kan de integriteit van politiek-bestuurlijke en democratische besluitvorming, het functioneren van de vitale infrastructuur en het verdienvermogen van de Nederlandse samenleving ernstig aantasten. Ook in 2017 doet de AIVD onderzoek naar de dreiging en zet daarbij zonodig unieke en bijzondere inlichtingenmiddelen in. Op basis van detectie en het onderzoek naar digitale aanvallen informeert de AIVD de mogelijk getroffen organisaties binnen en buiten de overheid. Daarnaast adviseert de AIVD organisaties over schade, schadeherstel en preventie na digitale aanvallen.

Internationale samenwerking

Terrorisme is een grensoverschrijdend probleem dat gezamenlijk dient te worden aangepakt. Via het Europese samenwerkingsverband Counter Terrorism Group (CTG) krijgt het verder intensiveren, verdiepen en verbreden van de samenwerking tussen Europese veiligheidsdiensten op het gebied van contraterrorisme prioriteit. In 2016 is, onder voorzitterschap van de AIVD, een database met een interactief platform opgericht ter bevordering van de uitwisseling van operationele inlichtingen tussen de betrokken veiligheidsdiensten. Deze inzet wordt in 2017 gecontinueerd en waar mogelijk uitgebreid. De AIVD blijft in de komende jaren investeren in het opbouwen en het onderhouden van een extern netwerk.

Modernisering Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten

De nieuwe Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten is gericht op de modernisering van de benodigde onderzoeksmogelijkheden enerzijds en de verankering van de waarborgen op het gebied van privacy anderzijds. De wet stelt extra voorwaarden om de privacy van Nederlandse burgers zo goed mogelijk te beschermen. De nieuwe bevoegdheid om kabelgestuurde telecommunicatie te onderzoeken, gaat gepaard met een uitbreiding van de controle. Inzet van de bevoegdheden vindt doelgericht plaats, met een onafhankelijke bindende toetsing vooraf en toezicht tijdens de inzet en achteraf. Het eventuele gebruik van verkregen data is aan strikte regels en bewaar- en vernietigingstermijnen gebonden. Met de nieuwe wet wordt invulling gegeven aan de nieuwe bevoegdheid voor het onderzoeken van kabelgestuurde telecommunicatie. Ten behoeve van de implementatie van de nieuwe Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (Wiv) maakt het kabinet € 20 mln. vrij.

Belangrijkste beleidsmatige mutaties t.o.v. vorig jaar (ontvangsten, uitgaven en niet-belastingontvangsten)

Opbouw uitgaven (x € 1.000)
 

art. nr.

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Stand ontwerpbegroting 2016

 

683.228

592.393

584.748

587.661

588.155

0

               

Mutaties 1e suppletoire begroting

 

176.739

67.840

59.869

58.574

56.185

57.921

               

Nieuwe mutaties:

 

42.661

82.013

7.326

25.980

53.054

597.007

waarvan:

             

a. Amendement fractiekosten (Arib)

1

   

– 2.600

– 2.600

– 2.600

– 2.600

b. Kasschuif egalisatieschuld

2

14.040

– 2.340

– 2.340

– 2.340

– 2.340

– 2.340

c. Landelijke aanpak adresfraude

6

7.930

10.700

10.700

10.700

10.700

10.700

d. GDI/eID

6

14.670

66.832

       
               

Overige mutaties

 

6.021

6.821

1.566

20.220

47.294

591.247

Stand ontwerpbegroting 2017

902.628

742.246

651.943

672.215

697.394

654.928

Opbouw ontvangsten (x € 1.000)
 

art. nr.

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Stand ontwerpbegroting 2016

 

42.048

56.970

56.868

56.744

56.744

0

               

Mutaties 1e suppletoire begroting

 

95.747

2.900

0

0

0

0

               

Nieuwe mutaties:

 

66.292

10.059

8.002

7.963

7.948

64.356

waarvan:

             

e. Herfasering VUT-fonds

14

51.007

         
               

Overige mutaties

 

15.285

10.059

8.002

7.963

7.948

64.356

Stand ontwerpbegroting 2017

 

204.087

69.929

64.870

64.707

64.692

64.356

Toelichting

a. Amendement fractiekosten (Arib)

Het amendement van het Tweede Kamerlid Arib (Kamerstukken II 2015–2016 34 485 VII, nr. 3) beoogt te voorkomen dat een noodzakelijke structurele ramingsbijstelling bij de fractiekostenregeling ten kosten zou gaan van de controlerende en wetgevende taak van de Staten-Generaal. De geraamde kosten van € 2,6 mln. zijn met ingang van 2018 ten laste gebracht van de uitgaven op artikel 1.

b. Kasschuif egalisatieschuld

Als gevolg van de veranderingen in het huisvestingsstelsel zal in 2016 de resterende egalisatieschuld buiten de gebruiksvergoeding om worden afgelost aan het Rijksvastgoedbedrijf (RVB). Om deze schuld af te lossen wordt gebruik gemaakt van een technische meerjarige kasschuif.

c. Landelijke Aanpak Adreskwaliteit

Dit betreft de bijdrage van de departementen voor de landelijke aanpak adresfraude.

d. GDI/eID

Dit betreft onder andere de overboeking vanuit de aanvullende post voor de voorzieningen die onderdeel uitmaken van de generieke digitale infrastructuur (GDI) waar BZK het opdrachtgeverschap voor vervult.

e. Herfasering VUT-fonds

De raming voor de VUT-lening wordt verhoogd op basis van de meest actuele inzichten in de liquiditeitenplanning. Conform de leenovereenkomst worden hiermee de laatste ontvangsten gerealiseerd.

Overzicht niet-juridisch verplichte uitgaven

Overzicht niet-juridisch verplichte uitgaven en bestemming (bijdragen x € 1.000)

Art.nr.

Naam artikel (€ totaal uitgaven artikel)

Juridisch verplichte uitgaven

Niet-juridisch verplichte uitgaven

Bestemming van de niet-juridisch verplichte uitgaven

1

Openbaar bestuur en democratie (30.567)

25.592 (84%)

4.975 (16%)

• Verschillende publicaties, congressen en onderzoeken op het terrein van het functioneren van het openbaar bestuur (4.338).

       

• Faciliteren en uitvoering van de landelijk informerende campagne en het ondersteunen van de gemeenten bij de uitvoering van verkiezingen (220)

       

• Overig (417)

         

6

Dienstverlenende en innovatieve overheid (161.709)

152.694 (94%)

9.015 (6%)

• Digitale dienstverlening (Programma Digitaal 2017) en Nationale Opendata Agenda (zorg voor officiële publicaties) (3.373)

       

• Digitaal 2017 inclusief Wet GDI (2.000)

       

• Informatiepositie burger (2.000)

       

• Informatiebeleid en -veiligheid (1.500)

       

• Ontwikkeling voorzieningen (1.000)

       

• Overig (1.272)

         

7

Arbeidszaken overheid (30.340)

27.859 (92%)

2.481 (8%)

• Twee samenhangende programma’s aan interventies om het politieke ambt te versterken (633)

       

• Kennisinfrastructuur (1.000)

       

• Arbeidsmarktbeleid publieke sector (300)

       

• Topinkomens (200)

       

• Overig (348)

         

Totaal aan niet verplichte uitgaven

 

18.601

 

Meerjarenplanning beleidsdoorlichtingen

Meerjarenplanning beleidsdoorlichtingen

Artikel

Naam artikel

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Geheel artikel-onderdeel?

1

Openbaar bestuur en democratie

               

1.1

Bestuurlijke en financiële verhoudingen

     

     

Ja1

1.2

Participatie

     

     

Ja1

2

Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst

             

Nee2

6

Dienstverlenende en innovatieve overheid

               

6.1

Verminderen regeldruk

           

Ja3

6.2

Informatiebeleid en ontwikkeling e-overheidsvoorzieningen

       

 

Ja

6.3

Betrouwbare levering van e-overheidsvoorzieningen

       

 

Ja

6.4

Burgerschap

   

       

Ja

6.5

Reisdocumenten en basisadministratie persoonsgegevens

       

   

Ja

7

Arbeidszaken overheid

               

7.1

Overheid als werkgever

     

     

Ja

7.2

Pensioenen, uitkeringen en benoemingsregelingen

     

     

Ja4

1

Noot 1: Artikel 1 wordt integraal doorgelicht.

2

Noot 2: Een beleidsdoorlichting is voor artikel 2 op grond van de Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten niet mogelijk. In dit kader wordt ook verwezen naar de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (Wiv), artikel 8 lid 3 en artikel 15. Wel heeft de commissie Dessens in 2013 de Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten geëvalueerd. Ook wordt uitvoering gegeven aan de motie Van Toorenburg/Schouw (30 977, nr. 105) en is in 2015 door de Algemene Rekenkamer het rapport Bezuinigingen en intensiveringen bij de AIVD gepubliceerd.

3

Noot 3: De doelstelling voor vermindering regeldruk voor professionals en burgers is in 2015 gerealiseerd. Na 2015 staat er geen budget op dit artikelonderdeel.

4

Noot 4: Artikel 7 wordt integraal doorgelicht. Voor beleidsartikel 7.2 geldt dat pensioenen en uitkeringen zich niet laten toetsen op doeltreffendheid en ten dele op doelmatigheid.

Voor een overzicht van de gerealiseerde beleidsdoorlichtingen en evaluaties wordt verwezen naar de meest recente jaarverslagen en/of de site van het Ministerie van Financiën: http://www.rijksbegroting.nl/beleidsevaluaties.

Voor de meerjaren planning van de beleidsdoorlichtingen en evaluaties wordt verwezen naar de bijlage bij deze begroting: «Evaluatie- en overig onderzoek». Voor de gerealiseerde beleidsdoorlichtingen en overige evaluaties zijn hyperlinks opgenomen die meteen verwijzen naar de betreffende documenten.

1

Nederland staat in de top 10 van de Transparency International index, de Open data Barometer 2015 en de Open Government Index 2015 van het World Justice Project.

2

Kamerstukken II, 32 140, nr. 28

3

Kamerstukken II, 35 508, nr. 4

4

Kamerstukken II, 34 300 VII, nr. 66

Licence