Base description which applies to whole site

15. MEDIA

Artikel

Algemene doelstelling

Het waarborgen van een onafhankelijk, gevarieerd en kwalitatief hoogwaardig media-aanbod, dat toegankelijk blijft voor alle lagen van de bevolking.

Rol en verantwoordelijkheid

Media hebben een prominente rol in onze democratie en cultuur. Wat we zien, horen en lezen, beïnvloedt ons beeld van de wereld en onze opvattingen. Daarom borgt de Minister vier publieke belangen in het mediabeleid, waar zij verantwoordelijk voor is: onafhankelijkheid, verscheidenheid, kwaliteit en toegankelijkheid. De Minister heeft specifieke zorg voor het stelsel van landelijke, regionale en lokale publieke omroepen en de daarvoor relevante wet- en regelgeving. De Minister heeft naast een financierende rol, vooral ook een regisserende rol.

Financieren: De Minister financiert de landelijke en regionale publieke omroep, en enkele andere aan de omroep verbonden instellingen. De taakopdracht is wettelijk bepaald en het budget van de publieke omroep is vastgesteld met behoud van afstand tot de uitvoering en inhoud. Op basis van het concessiebeleidsplan sluit de Minister elke vijf jaar een prestatieovereenkomst met de publieke omroep. Verder is de Minister verantwoordelijk voor instrumenten ter bevordering van culturele producties, documentaires, drama, kunst- en kinderprogramma’s, het steunen en stimuleren van een onafhankelijke en kwalitatief goede journalistieke infrastructuur (Stichting Stimuleringsfonds voor de Journalistiek) en voor het bevorderen van mediawijsheid (NICAM en Mediawijzer.net).

Regisseren: Als regisseur is de Minister verantwoordelijk voor de wetgeving ten aanzien van de taak en organisatie van de publieke omroep en voor wetgeving voor commerciële media. De regels voor commerciële omroepen vloeien voornamelijk voort uit Europese richtlijnen over audiovisuele mediadiensten. Verder is de Minister als regisseur verantwoordelijk voor wetgeving met betrekking tot omroepdistributie. Het doel daarvan is de toegang tot een gevarieerd media-aanbod te bevorderen en te verzekeren.

De OCW-begroting wordt in het najaar nader uitgewerkt in de mediabegrotingsbrief, die als basis dient voor de begrotingsbehandeling van dit artikel 15 door de Tweede Kamer. Deze brief geeft een gedetailleerde vooruitblik op het nieuwe jaar, een uitwerking van de maatregelen op het gebied van media alsmede een terugblik op de realisatie van voorgaand jaar.

Op basis van het vijfjaarlijkse concessiebeleidsplan heeft de Minister voor de erkenningperiode die loopt tot en met 2015, een prestatieovereenkomst afgesloten met de landelijke publieke omroep. Over de uitvoering van deze prestatieovereenkomst rapporteert de landelijke publieke omroep jaarlijks aan de Minister. Deze verantwoording wordt gevalideerd door het Commissariaat voor de Media. Het Commissariaat voor de Media kan ook een boete opleggen als de publieke omroep de prestatieovereenkomst niet naleeft. Zowel de verantwoording als de validatie wordt als bijlage bij de mediabegrotingsbrief aan de Tweede Kamer verzonden. Over de prestatieovereenkomst 2016 tot en met 2020 wordt nog gesproken met de landelijke publieke omroep.

Indicatoren/kengetallen

In de begroting 2016 waren geen indicatoren (met een streefcijfer) opgenomen, alleen kengetallen (zonder streefwaarden). Voetnoot hierbij was: «In het najaar zal voor de periode 2016–2020 een nieuwe prestatieovereenkomst met de NPO worden afgesloten. Omdat de gesprekken over de prestatieafspraken (waaronder de specifieke formuleringen en de streefwaarden) nog in volle gang zijn, worden in de rijksbegroting 2016 geen indicatoren media opgenomen.» De prestatieovereenkomst met de publieke omroep is, in tegenstelling tot wat eerder is aangekondigd, nog niet afgesloten op het moment dat de begroting openbaar wordt. Het streven is om de indicatoren in de toekomst te laten aansluiten bij (een selectie uit) de prestatieovereenkomst.

Beleidswijzigingen

In 2017 werkt de landelijke publieke omroep binnen de kaders van de gewijzigde Mediawet 2008 en de nieuwe prestatieovereenkomst. Zie de beleidsagenda voor nadere toelichting.

In 2017 wordt de taakstelling van € 50 miljoen van het kabinet Rutte II gerealiseerd. Een onderdeel hiervan is de bezuiniging op het totale budget van de regionale publieke omroepen (– € 17 miljoen), welke in 2013 wettelijk is vastgelegd. Verder wordt de structurele bezuiniging gerealiseerd door de bekostigingsrelatie met het Mediafonds per 1 januari 2017 te beëindigen (– € 16 miljoen), de financiering van de 2.42-omroepen stop te zetten (– € 14 miljoen) en door een korting op het budget van de landelijke publieke omroep door te voeren (– € 3 miljoen).

De Mediawet 2008 voorziet in de mogelijkheid dat bij ministeriële regeling nadere regels kunnen worden gesteld over de inhoud en inrichting van de jaarrekening. Dat gebeurt in de Regeling financiële verantwoording landelijke publieke media-instellingen en de Ster. Deze regeling wordt zodanig aangepast dat die inzicht gaat bieden in de kosten van programmering op domeinniveau. Een voorstel hiertoe zal eerst worden overlegd aan de Tweede en Eerste Kamer, alvorens dit definitief wordt vastgesteld.

Budgettaire gevolgen van beleid en budgetflexibiliteit

Tabel 15.1 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 15 (bedragen x € 1.000)
     

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Verplichtingen

1.020.726

1.018.736

969.699

976.913

973.532

987.569

990.046

Totale uitgaven

864.629

1.019.067

962.699

976.913

973.532

987.569

990.046

Waarvan juridisch verplicht (%)

   

99,9%

       
                   

Bekostiging

859.804

1.012.793

956.817

971.176

968.051

982.088

984.565

 

Publieke Omroep (omroepinstellingen)

776.518

923.136

887.385

887.282

887.282

887.282

887.282

   

Landelijke publieke omroep

648.767

765.473

747.489

747.386

747.386

747.386

747.386

   

Regionale omroep

127.751

157.663

139.896

139.896

139.896

139.896

139.896

 

Beheertaken landelijke publieke omroep

49.924

64.794

62.113

62.113

62.113

62.113

62.113

   

Stichting Omroep Muziek

12.358

15.902

15.752

15.752

15.752

15.752

15.752

   

Uitzenden en uitzendgereedmaken

20.725

25.577

25.577

25.577

25.577

25.577

25.577

   

Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid (NIBG)

16.841

23.315

20.784

20.784

20.784

20.784

20.784

 

Dotaties, bijdragen publieke omroep

28.614

32.866

13.220

13.206

13.206

13.206

13.206

   

Stimuleringsfonds Nederlandse Culturele Mediaproducties (Mediafonds)

17.202

19.613

0

0

0

0

0

   

Stimuleringsfonds voor de Journalistiek

2.185

2.156

2.119

2.105

2.105

2.105

2.105

   

Filmfonds van de omroep en Telefilm (CoBO)

6.534

8.064

8.065

8.065

8.065

8.065

8.065

   

Mediawijsheid Expertisecentrum (Bewust mediagebruik)

1.446

1.498

1.498

1.498

1.498

1.498

1.498

   

Organisatie van Lokale Omroepen in Nederland (OLON)

1.247

1.535

1.538

1.538

1.538

1.538

1.538

 

Dotatie/onttrekking Algemene Mediareserve

4.258

– 9.017

– 6.584

8.075

4.950

18.987

21.464

 

Overige bekostiging media (uit rente AMR)

165

683

683

500

500

500

500

 

Basisinfrastructuur Cultuur 2013–2016

325

331

0

0

0

0

0

   

Vierjaarlijkse instellingen

325

331

0

0

0

0

0

                   

Subsidies

463

919

919

919

919

919

919

 

Subsidies

463

919

919

919

919

919

919

                   

Opdrachten

552

0

0

0

0

0

0

 

Opdrachten

552

0

0

0

0

0

0

                   

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

3.750

5.320

4.928

4.783

4.527

4.527

4.527

 

Commissariaat voor de Media

3.750

5.320

4.928

4.783

4.527

4.527

4.527

                   

Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties

60

35

35

35

35

35

35

 

Uitvoering internationale verdragen en contributies

60

35

35

35

35

35

35

Ontvangsten

191.501

206.500

199.500

206.500

199.500

206.500

199.500

Budgetflexibiliteit

Van het totale budget voor artikel 15 is voor 2017 99,9 procent juridisch verplicht.

Bekostiging. Het beschikbare budget voor 2017 is volledig juridisch verplicht. De verplichtingen hebben voornamelijk betrekking op de landelijke en de regionale publieke omroep. Hieraan ten grondslag ligt de Mediawet 2008.

Subsidies. Subsidies worden in de regel juridisch verplicht in het jaar waarop de subsidie betrekking heeft. Op dit moment is er voor 2017 nog geen juridische verplichting vastgelegd.

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s. Het beschikbare budget voor 2017 is volledig juridisch verplicht. De verplichtingen hebben betrekking op het Commissariaat voor de Media (hierna CvdM). Hieraan ten grondslag ligt de Mediawet 2008.

Bijdragen aan internationale organisaties. Het beschikbare budget voor 2017 is volledig juridisch verplicht. Het betreft een jaarlijkse contributie aan het European Audiovisual Observatory.

Bekostiging

Toelichting op de financiële instrumenten

Landelijke en regionale publieke omroep

De publieke omroep waarborgt een hoogstaand en pluriform media-aanbod, dat toegankelijk en betaalbaar is voor alle lagen van de bevolking. Daarom bekostigt de Minister van OCW de landelijke en regionale publieke omroep. Mede vanwege Europese regels op het gebied van staatssteun, houdt de overheid greep op de aard en omvang van het takenpakket van de landelijke en regionale publieke omroep en bepaalt de overheid het budget van de publieke omroep.

Stichting Omroep Muziek (SOM)

Deze bekostiging is bestemd voor de door de Minister aangewezen instelling voor het in stand houden en exploiteren van omroeporkesten en omroepkoren.

Uitzenden en uitzend gereedmaken

Deze beheertaken bestaan uit het gereedmaken van programma’s voor uitzending en het uitzenden van programma’s van de landelijke publieke omroep.

Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid (NIBG)

Deze bekostiging is bestemd voor de door de Minister aangewezen instelling voor het in stand houden en exploiteren van een media-archief. Het project Beelden voor de Toekomst is in 2014 beëindigd. In de periode 2006 tot en met 2014 is ten laste van de OCW-begroting (artikel 14, Cultuur) € 117 miljoen uitgegeven voor de digitalisering van audiovisueel cultureel erfgoed. Het beheer en het ontsluiten van het gedigitaliseerde materiaal leidt structureel tot hogere kosten. In 2016 heeft NIBG hiervoor een incidentele bijdrage van € 2,5 miljoen ontvangen. Voor de jaren 2017 en verder wordt nog gezocht naar een structurele oplossing. De uitwerking hiervan zal worden toegelicht in de mediabegrotingsbrief.

Stimuleringsfonds Nederlandse Culturele Mediaproducties (Mediafonds)

Het Stimuleringsfonds Nederlandse Culturele Mediaproducties (Mediafonds) is het instrument binnen het mediabeleid om de vervaardiging van hoogwaardige culturele producties binnen het media-aanbod te stimuleren. Als onderdeel van de bezuinigingen van Rutte II houdt het Mediafonds op te bestaan.

Stimuleringsfonds voor de Journalistiek

Het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek is binnen het mediabeleid het instrument om de pluriformiteit van het journalistieke media-aanbod te stimuleren, zowel binnen pers en omroep als via het internet. De activiteiten van het fonds dragen bij aan innovatie van de journalistiek en aan stimulering van de journalistieke functie van de media in onze samenleving.

Filmfonds van de Omroep en Telefilm (CoBO)

Het CoBO-fonds ondersteunt de film- en documentairesector en participeert in audiovisuele coproductieprojecten waarin wordt deelgenomen door een of meer van de publieke instellingen die zendtijd hebben verkregen voor landelijke omroep en de Vlaamse publieke omroep (VRT) en/of Duitse publieke omroepen en/of onafhankelijke filmproducenten en/of instellingen werkzaam op het gebied van de podiumkunsten.

Mediawijsheid Expertisecentrum (Bewust mediagebruik)

Het Mediawijsheid Expertisecentrum (Mediawijzer.net) bevordert een bewuste, kritische en actieve houding van burgers en instellingen in de samenleving waar media alom zijn. Bij het huidige programma zijn de Koninklijke Bibliotheek, ECP-EPN, de publieke omroep (NTR), Kennisnet en het NIBG betrokken.

Subsidies

Ten laste van dit budget worden de jaarlijkse projectsubsidies aan het AWO-fonds voor de Omroep en het European Journalism Centre betaald. Daarnaast is nog geld beschikbaar voor incidentele subsidies op het gebied van de media.

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

De kerntaak van het CvdM bestaat uit het uitoefenen van onafhankelijk toezicht op het handelen van de media-instellingen in Nederland en uit handhavend optreden ingeval de toepasselijke regelgeving niet in acht wordt genomen. De bevoegdheid om toezicht en handhaving uit te oefenen heeft betrekking op alle media-instellingen: publieke media-instellingen op landelijk, regionaal en lokaal niveau en commerciële media-instellingen op landelijk en niet-landelijk niveau. Het CvdM is tevens verantwoordelijk voor het metatoezicht op het Nederlands Instituut voor Classificatie van Audiovisuele Media (NICAM). Daarnaast heeft het CvdM tot taak erop toe te zien dat kabelexploitanten hun wettelijke verplichtingen nakomen tot doorgifte van de must carry-zenders.

Naar aanleiding van onderzoek naar de uitbreiding van taken bij het CvdM is het budget verhoogd met € 1,5 miljoen in 2016, aflopend tot structureel € 1,2 miljoen vanaf 2019.

Ontvangsten

Dit betreffen de ramingen van de reclameopbrengsten van de STER en van de renteontvangsten op de Algemene Mediareserve. Op basis van de realisatie van de afgelopen jaren is de raming van de reclameopbrengsten structureel met € 9 miljoen verhoogd.

Artikel

Licence