Base description which applies to whole site

7 Groen onderwijs van hoge kwaliteit

Algemene doelstelling

Groen onderwijs van hoge kwaliteit. Hierbij streeft het Ministerie van Economische Zaken (EZ) naar:

  • Voldoende gekwalificeerde beroepsbeoefenaren voor het agrofoodcomplex en de groene ruimte.

  • Vergroten van de kennisverspreiding en -benutting voor het agrofoodcomplex en de groene ruimte.

Hiermee draagt groen onderwijs bij aan de doelstellingen van de artikelen 6 (Concurrerende, duurzame, veilige agro-, visserij- en voedselketens) en 8 (Natuur en biodiversiteit).

Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van EZ is verantwoordelijk voor:

Voldoende gekwalificeerde beroepsbeoefenaren voor het agrofoodcomplex en de groene ruimte.

Stimuleren

  • Stimuleren van een hoog kwaliteitsniveau van beroepsonderwijs en wetenschappelijk onderzoek.

  • Stimuleren van voorwaarden om te voldoen aan de vervangingsvraag en de transitie naar een groene economie. Afspraken maken met instellingen over bevorderen doorstroom, verminderen aantal voortijdige schoolverlaters, leven lang leren door om- her- en bijscholing, versterken doorlopende leerlijnen binnen de groene verticale onderwijskolom, bevorderen van cross-overs met het overig beroepsonderwijs en vakinhoudelijke vernieuwing van het groen onderwijs.

  • Stimuleren, in overleg met de instellingen, van ondernemerschap en internationalisering waardoor leerlingen/studenten na afronding van hun opleiding een basis hebben voor de start van een eigen bedrijf in het groene domein.

Regisseren

  • Met de instellingen en het bedrijfsleven zorgdragen voor het versterken van gekwalificeerde functies binnen het domein voedsel, natuur en leefomgeving door het groen (voorbereidend) beroepsonderwijs en van de kennisverspreiding binnen de groene kennisinfrastructuur.

Financieren

  • De groene onderwijsinstellingen functioneren binnen het wettelijk onderwijsstelsel dat voor het gehele onderwijs geldt.

Kennisverspreiding en -benutting voor het agrofoodcomplex en de groene ruimte (natuur en groene leefomgeving), onder meer door actieve inzet van het groen onderwijs om beleidsdoelen te realiseren.

Stimuleren

  • Stimuleren van vraaggestuurde landelijke Centra voor Innovatief Vakmanschap (CIV) voor het MBO en Centers of Expertise (CoE) voor het HBO op een achttal expertisethema’s: Biobased Economy, Greenports, Agrodier, Food, Open teelten, Natuur en groene Leefomgeving, Agri&Food en Tuinbouw&Uitgangsmaterialen. De activiteiten van de CIV en CoE zijn gericht op zelfvoorzienendheid. Belangrijke speerpunten zijn het opleiden van talent dat aansluit bij de arbeidsmarktbehoeften, ondersteunen van innovatieopgaven bij ondernemers, zwaartepuntvorming onderwijs en onderzoek, stimuleren van publiek-private samenwerking gericht op excellent onderwijs en praktijkgericht onderzoek samen met bedrijfsleven.

  • Stimuleren van het innovatief vermogen van het MKB door het instrument van groene plus lectoraten in het groene Hoger beroepsonderwijs meer vraaggestuurd in te zetten voor kennisvragen vanuit het MKB.

  • Stimuleren van activiteiten gericht op het verspreiden, doorstromen en benutten van kennis voor doelgroepen die deelnemen aan de Nederlandse samenleving.

Kengetal

2011

2013

2015

Ambitie

Adequaat aanbod aan de vraag op de arbeidsmarkt

1%

52%

85%

90%

Bron: The Research Centre for Education and the Labour Market (ROA)

Toelichting: Adequaat aanbod wordt gemeten door middel van de Indicator Toekomstige Knelpunten in de Personeelsvoorziening naar Beroep (ITKB). Resultaten worden tweejaarlijks gepubliceerd.

Beleidswijzigingen

Op de volgende speerpunten en beleidswijzigingen wordt ingezet in 2017:

  • Borgen van de resultaten en kennisinfrastructuur uit de afgeronde acties vanuit de MeerjarenInvesteringsProgramma’s (2013–2015).

  • Invulling geven aan de uitvoering van de strategische meerjarige ontwikkelagenda groen onderwijs, zoals deze door het groen onderwijs is opgesteld in overeenstemming met Economische Zaken en het bedrijfsleven.

Budgettaire gevolgen van beleid

Bedragen x € 1.000
 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

VERPLICHTINGEN

827.516

860.843

855.509

838.105

826.442

816.075

804.522

UITGAVEN

843.384

814.179

804.513

784.363

771.904

761.490

756.551

Waarvan juridisch verplicht

   

100%

       
               

Garanties

55

           

Schatkistbankieren

55

           

Bekostiging

780.769

780.489

776.346

759.483

747.935

737.593

732.654

WO-groen

174.610

182.865

185.670

189.434

193.274

197.191

201.978

HBO-groen

90.568

83.173

83.758

86.136

88.693

84.065

81.100

MBO-groen

181.919

170.073

163.098

160.019

153.559

152.289

151.328

Wachtgelden

13.991

14.424

14.404

14.408

14.299

14.301

14.301

VMBO-groen

316.547

329.904

327.046

307.661

296.285

287.922

282.122

Stichting Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) voorheen Aequor

3.134

50

2.370

1.825

1.825

1.825

1.825

               

Subsidies

60.695

32.173

26.692

23.405

22.494

22.422

22.422

Aansturing collectieve ondersteuning

5.875

           

School als Kenniscentrum

21.962

1.604

         

Kennisverspreiding en innovatie groen onderwijs

1.523

101

         

Aanvullende onderwijssubsidies

27.106

27.098

25.303

22.116

21.205

21.133

21.133

Ontwikkeling en beheer natuurkwaliteit

1.429

1.322

1.322

1.222

1.222

1.222

1.222

Educatie

2.800

2.048

67

67

67

67

67

               

Opdrachten

628

 

37

37

37

37

37

Kennisverspreidingsprojecten

628

 

37

37

37

37

37

               

Bijdragen aan agentschappen

1.237

1.517

1.438

1.438

1.438

1.438

1.438

Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland

1.237

1.279

1.200

1.200

1.200

1.200

1.200

Bijdrage DUO

 

238

238

238

238

238

238

ONTVANGSTEN

243

75

75

75

75

75

75

Budgetflexibiliteit

Het budget 2017 is voor € 802 mln (100%) juridisch verplicht. De volgende uitgaven zijn volledig juridisch verplicht:

  • Aanpassing van de bekostiging (€ 776,3 mln) en het OCW-volgende deel van de aanvullende onderwijssubsidies (18,6 mln) vereist aanpassing van de relevante regelgeving.

  • Voor € 7,3 mln is het budget vastgelegd in meerjarige verplichtingen.

Toelichting op de financiële instrumenten

Bekostiging

Rijksbijdrage WO-groen, HBO-groen, MBO-groen, Wachtgelden, VMBO-groen en SBB

Het betreft normatieve bekostiging gebaseerd op de onderwijswetgeving. EZ bekostigt groen wetenschappelijk onderwijs, 5 HBO-instellingen, 12 Agrarische Opleidingscentra voor Voorbereidend Middelbaar Beroepsonderwijs/Middelbaar Beroepsonderwijs (VMBO/MBO), de groene MBO-opleiding aan Regionaal Opleidingscentrum (ROC) Landstede, 36 groene afdelingen van scholengemeenschappen en de stichting Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB).

Bekostigde aantallen in het groen onderwijs in 2017

Instrument

Type studenten/ getuigschriften/ promoties

Aantallen

Prijs

Bedrag

* € 1.000

Uitgaven 2017

* € 1.000

Bekostiging WO-groen

Inschrijvingen

6.510

5.381

35.031

 
 

Graden Bachelor

968

8.353

8.085

 
 

Graden Master

1.126

11.325

12.752

 
 

Promoties

305

81.916

24.984

 
 

Vaste componenten

   

104.818

185.670

Bekostiging HBO-groen

Inschrijvingen hoog

8.524

6.628

56.497

 
 

Graden hoog

1.491

6.628

9.882

 
 

Vaste componenten

   

17.379

83.758

Bekostiging MBO-groen

Deelnemers beroeps-opleidende leerweg

20.100

7.014

140.980

 
 

Deelnemers beroeps-begeleidende leerweg

5.400

4.096

22.118

163.098

Wachtgelden

Vaste component

     

14.404

Bekostiging VMBO-groen

Leerlingen VMBO/VBO

21.600

7.557

163.222

 
 

Leerlingen VMBO/LWOO+PRO

13.700

11.958

163.824

327.046

SBB

Vaste component

     

2.370

Totaal

       

776.346

Bekostigde aantallen studenten in het groen onderwijs tot en met 2021

Onderwijssoort

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

WO

8.300

9.000

9.700

10.200

10.700

11.200

11.800

HBO

10.000

10.400

10.900

11.300

11.800

12.100

12.400

MBO

27.900

25.900

25.500

25.300

24.600

24.500

24.400

VO

35.300

35.900

35.300

34.200

33.100

32.200

31.600

Kengetal

2011

2012

2013

2014

2015

Ambitie

% afgestudeerden dat minimaal werkt op niveau van opleiding

71%

72%

70%

71%

75%

85%

Bron: The Research Centre for Education and the Labour Market (ROA)

De waarde is een gemiddelde van het cijfer voor niveau 4 van de Beroepsopleidende leerweg (BOL 4) en HBO in het groen onderwijs.

Kengetal

2011

2012

2013

2014

2015

Ambitie

Kwaliteitsniveau groen onderwijs

82%

83%

88%

89%

90%

92%

Bron: Inspectie voor het onderwijs

De inspectie voor het onderwijs bepaalt periodiek op basis van meerdere gestandaardiseerde criteria welk percentage groene scholen voldoende kwaliteit heeft. Hoe hoger het percentage, hoe meer groene scholen voor Middelbaar Beroepsonderwijs en Voorbereidend Middelbaar Beroepsonderwijs (VMBO) gemiddeld genomen een voldoende scoren op kwaliteit. De opgenomen waarden zijn het gemiddelde van VMBO en MBO.

Subsidies

Aanvullende onderwijssubsidies

  • Subsidies toetsing en examinering (CITO);

  • Subsidieregelingen van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap voor onderwijsvernieuwing onder andere: internationale mobiliteit, verhoging van opleidingsniveau, deelname leven lang leren, carrièrepatroon docenten;

  • Subsidies van EZ voor Groene plus lectoraten, Centra voor Innovatief Vakmanschap en Centres of Expertise. Doel is om het beroepsonderwijs te vernieuwen door kenniscirculatie tot stand te brengen binnen de gouden driehoek. Het gaat hierbij om de uitfinanciering van reeds aangegane verplichtingen. Deze EZ subsidies zijn als onderdeel van de taakstelling uit het Regeerakkoord Rutte II geschrapt met ingang van 2016.

Kengetal

2011

2012

2013

2014

2015

Ambitie

Voortijdig schoolverlaten

4,6%

4,3%

3,0%

2,8%

2,5%

2%

Bron: DUO

Het betreft het percentage leerlingen VMBO leerjaar 3 en 4 plus MBO leerlingen dat zonder startkwalificatie (minimaal MBO-2 niveau) het onderwijs verlaat ten opzichte van het totaal aantal VMBO 3–4 plus MBO leerlingen.

Ontwikkeling en Beheer Natuurkwaliteit

Het betreft subsidies voor het ontwikkelen van maatregelen om negatieve gevolgen van verdroging, vermesting en verzuring tegen te gaan. Het levert kennis op voor de implementatie van belangrijke beleidsitems zoals Natura 2000, realiseren van natuurterreinen en leefgebiedplannen.

Educatie

Het betreft subsidies ten behoeve van samenwerkingsovereenkomsten met organisaties (scholen, maatschappelijke organisaties, andere overheden, bedrijven en coalities daarvan) die educatieactiviteiten organiseren. De financiering van inhoudelijke projecten zal grotendeels worden ingevuld vanuit inhoudelijke dossiers, zoals het programma Jong Leren Eten (artikel 6).

Opdrachten

Kennisverspreidingsprojecten

Hiermee zet EZ in op een betere ontsluiting van kennis voor gebruik door ondernemers en maatschappelijke groepen. Kennisverspreidingsprojecten richten zich op thema’s als dierenwelzijn, klimaat en milieu, en multifunctionele landbouw.

Bijdragen aan agentschappen

Dit betreft de bijdragen aan Rijksdienst voor Ondernemend Nederland ten behoeve van het educatie-programma DuurzaamDoor en de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) voor de bekostiging van het groen onderwijs.

Begrotingsreserve

Stand begrotingsreserve per 31 december 2015 (x € 1.000)

Begrotingsreserve schatkistbankieren Groen Onderwijs

138

EZ staat garant voor het in gebreke blijven van de groene onderwijsinstellingen die gebruik maken van de regeling schatkistbankieren. Deze regeling schatkistbankieren voor het groene onderwijs is overeenkomstig de regeling zoals deze geldt voor OCW gefinancierd onderwijs. De premies van instellingen worden jaarlijks via het Ministerie van Financiën aan EZ overgemaakt en in de begrotingsreserve verwerkt. EZ staat garant voor een leningenportefeuille van € 86,3 mln. Het bedrag van de reserve is 100% juridisch verplicht.

Licence