Base description which applies to whole site

2.1.5 Overzicht van risicoregelingen

Overzicht verstrekte garanties (bedragen x € 1.000)

Artikel

Omschrijving

Uitstaande garanties 2015

Geraamd te verlenen 2016

Geraamd te vervallen 2016

Uitstaande garanties 2016

Geraamd te verlenen 2017

Geraamd te vervallen 2017

Uitstaande garanties 2017

Garantieplafond 2017

Totaal plafond

Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatief en duurzaam ondernemen

BMKB

1.756.290

765.000

326.047

2.195.243

765.000

490.922

2.469.321

765.000

 

Garantie Ondernemingsfinanciering

665.450

400.000

193.909

871.541

400.000

88.969

1.182.572

400.000

 

Groeifaciliteit

107.707

114.485

21.661

200.531

135.000

40.328

295.203

135.000

 

Garantieregeling Scheepsnieuwbouwfaciliteit

42.040

376.662

3.000

415.702

376.662

39.040

753.324

376.662

 

MKB financiering

 

750.000

 

750.000

   

750.000

 

750.000

Microkredieten

99.700

 

4.800

94.900

 

4.800

90.100

 

113.000

                     

Artikel 4 Een doelmatige en duurzame energievoorziening

Aardwarmte

66.715

111.650

21.657

156.708

66.600

25.064

198.244

66.600

 
                     

Artikel 6 Concurrerende, duurzame, veilige agro-, visserij- en voedselketens

Garanties voor investeringen en werkkapitaal landbouwondernemingen (Garantieregelingen Landbouw en Garantieregeling Marktintroductie Innovatie)

322.398

120.000

35.000

407.398

120.000

30.000

497.398

120.000

 
                     

Artikel 8 Natuur en biodiversiteit

Garantie voor natuurgebieden en landschappen

399.689

16.042

383.647

16.594

367.053

 

399.689

 

Totaal

3.459.989

2.637.797

622.116

5.475.670

1.863.262

735.717

6.603.215

1.863.262

1.262.689

Overzicht uitgaven en ontvangsten garanties (bedragen x € 1.000)

Artikel

Omschrijving

Uitgaven 2015

Ontvangsten 2015

Saldo 2015

Uitgaven 2016

Ontvangsten 2016

Saldo 2016

Uitgaven 2017

Ontvangsten 2017

Saldo 2017

Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatief en duurzaam ondernemen

BMKB

65.330

32.307

– 33.023

42.594

29.000

– 13.594

41.594

33.000

– 8.594

Garantie Ondernemingsfinanciering

10.600

9.443

– 1.157

11.745

13.000

1.255

11.745

13.000

1.255

Groeifaciliteit

3.499

2.964

– 535

8.850

8.000

– 850

8.850

8.000

– 850

Garantieregeling Scheepsnieuwbouwfaciliteit

15

15

3.591

4.000

409

3.591

4.000

409

MKB financiering

Microkredieten

                     

Artikel 4 Een doelmatige en duurzame energievoorziening

Aardwarmte

922

922

1.800

1.800

2.500

2.500

                     

Artikel 6 Concurrerende, duurzame, veilige agro-, visserij- en voedselketens

Garanties voor investeringen en werkkapitaal landbouwondernemingen (Garantieregelingen Landbouw en Garantieregeling Marktintroductie Innovatie)

28.347

1.696

– 26.651

5.000

1.800

– 3.200

2.500

1.800

– 700

                     

Artikel 8 Natuur en biodiversiteit

Garantie voor natuurgebieden en landschappen

 

Totaal

107.776

47.347

– 60.429

71.780

57.600

– 14.180

68.280

62.300

– 5.980

Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatief en duurzaam ondernemen

Borgstelling MKB-kredieten (BMKB)

De BMKB biedt banken een borgstelling voor leningen aan midden- en kleinbedrijven (≤ 250 werknemers) voor zover deze bedrijven onvoldoende zekerheden kunnen bieden aan de bank. Het knelpunt dat met de BMKB wordt bestreden is het verschijnsel dat in de kern gezond MKB – met voldoende zicht op rentabiliteit en continuïteit – niet of onvoldoende in een kredietbehoefte kan voorzien door een tekort aan zekerheden (onderpand).

De gemiddelde eenmalige premie die voor het borgstellingskrediet wordt betaald is per 1 januari 2017 4,8%. De premie is afhankelijk van de looptijd van het bedrijfsborgstellingskrediet. Er zal gedifferentieerd worden tussen de premies voor enerzijds startende en gevestigde bedrijven (gemiddeld 4,65%) en anderzijds voor innovatieve bedrijven (gemiddeld 6,65%). Hierbij wordt de mogelijkheid geboden de premiebetaling gedeeltelijk over de looptijd van het krediet te voldoen. De premie is niet kostendekkend. Op de begroting is structureel € 10,5 mln (inclusief de uitvoeringskosten) beschikbaar ter afdekking van de schades die niet door premie-ontvangsten worden gedekt.

Er is een begrotingsreserve voor de BMKB waardoor een verevening mogelijk is van premie-inkomsten en schade-uitgaven over een reeks van jaren. De regeling is namelijk conjunctuurgevoelig (in tijden van krimp en recessie hogere verliezen) waardoor uitgaven en inkomsten kunnen fluctueren.

De horizonbepaling voor de BMKB is juli 2017. Het kabinet is voornemens deze horizon te verlengen naar 1 juli 2022, naar aanleiding van de recent afgeronde evaluatie van de BMKB. De volgende evaluatie zal in 2021 plaatsvinden.

Garantie Ondernemingsfinanciering (GO)

De GO-regeling is bestemd voor ondernemers die financiering willen aantrekken bij banken en is gericht op (middel)grote ondernemingen met substantiële activiteiten in Nederland en met bevredigende rentabiliteits- en continuïteitsperspectieven. De GO regeling biedt banken de mogelijkheid om nieuwe bankleningen te verstrekken en/of bankgaranties af te geven van minimaal € 1,5 mln en maximaal € 50 mln (tot ultimo 2017 € 150 mln) met een garantie van 50% door de overheid. De overheid deelt mee in de opbrengsten uit zekerheden. De GO is door het huidige kabinet structureel gemaakt met een jaarlijks garantieplafond van € 400 mln.

Het kredietbeheer ligt primair bij de bank. De bank heeft geen ander belang bij de betaling van rente en aflossing dan de overheid. Naast de 50% garantie van de overheid draagt de bank namelijk zelf eveneens 50% risico. RVO.nl beoordeelt de kredietaanvragen en wijziging van kredieten. Daarnaast is een kredietcommissie met externe deskundigen geïnstalleerd, die de kredietvoorstellen eveneens beoordeelt. De Commissie toetst – additioneel aan RVO.nl – het risico van het betreffende voorstel en bij fiattering wordt de premie bepaald op basis van het te lopen risico.

De premie bestaat in hoofdzaak uit de provisie op de rentemarge voor het debiteurenrisico van de bank onder aftrek van 0,25% die de bank voor haar beheersactiviteiten mag behouden. Andere bronnen van inkomsten zijn bijvoorbeeld afsluitprovisies en fees die ten gunste van bank en overheid komen. Uitgangspunt is dat de GO-regeling kostendekkend is. Een eventueel verschil tussen premieontvangsten, schades en uitvoeringskosten in enig jaar worden afgestort naar dan wel onttrokken aan de begrotingsreserve.

De horizonbepaling voor de GO is 1 juli 2017. Het kabinet is voornemens de horizon te verlengen tot 1 juli 2020. De GO-regeling is recent geëvalueerd in 2014. De volgende evaluatie zal in 2019 plaatsvinden.

Groeifaciliteit

De regeling Groeifaciliteit helpt bedrijven bij het aantrekken van risicodragend vermogen door garanties te geven op achtergestelde leningen verstrekt door banken en op aandelen verstrekt door participatiemaatschappijen aan ondernemingen. De Groeifaciliteit kan ondernemingen in een groeifase, bij bedrijfsovernames en bij herstructureringen helpen bij het aantrekken van risicokapitaal. De regeling wordt ook opengesteld voor bedrijven uit de agrosector.

Alleen deelnemende financiers kunnen een garantieaanvraag bij de overheid indienen. De maximumgarantie van de overheid is 50%, wat bij participaties neerkomt op maximaal € 12,5 mln en bij bancaire achtergestelde leningen op maximaal € 2,5 mln.

Financiers betalen om de garantie te verwerven in ieder geval een eenmalige premie van 1% van het garantiebedrag vooraf en vervolgens een premie over het uitstaande garantiebedrag. Voor participaties is voorzichtigheidshalve uitgegaan van 3% per jaar en voor achtergestelde leningen 2,5%. Het uitgangspunt is dat de Groeifaciliteit hiermee kostendekkend is. Deze jaarlijkse premie kan gedurende de looptijd van de garantiemaatregel worden herzien en zo nodig naar boven worden bijgesteld om ervoor te zorgen dat de premies de kosten van de regeling blijven dekken. Een eventueel verschil tussen premieontvangsten, schades en uitvoeringskosten in enig jaar wordt met ingang van 2014 afgestort in de begrotingsreserve.

De horizonbepaling voor de Groeifaciliteit is 1 juli 2017. Het kabinet is voornemens de horizon te verlengen tot 1 juli 2020. De laatste evaluatie is uitgevoerd in 2012. De eerstvolgende evaluatie zal in 2019 worden uitgevoerd.

Garantieregeling Scheepsnieuwbouwfaciliteit

De garantieregeling Scheepsnieuwbouwfaciliteit (GSF) biedt banken van in Nederland gevestigde scheepswerven de mogelijkheid om een garantie te verkrijgen op de financiering van de bouwfase van nieuwe schepen. De bank is de aanvrager van de staatsgarantie op de financieringsvraag, die door een scheepswerf aan de bank is voorgelegd. De maximale garantie, die de Staat kan verstrekken bedraagt 80% van de gecontracteerde bouwsom. Bij het verlenen van de financiering worden de gebruikelijke bancaire spelregels in acht genomen, waarbij het risico tussen bank en staat paritair (20/80) verdeeld is. Deze garantieregeling creëert een level playing field voor de Nederlandse scheepswerven in Europa voor de productie van nieuwe schepen. Andere Europese landen kennen voor hun nationale scheepsbouwproductiesector vergelijkbare nationale regelingen. De maximale bouwsom per schip wordt losgelaten en de maximumbouwperiode wordt verlengd van drie naar vier jaar, maar de maximumgarantie blijft gehandhaafd op € 80 mln. Vanaf 2016 is een plafond beschikbaar van jaarlijks € 377 mln, waarbij één scheepswerf(groep) maximaal 30% van dit plafond mag benutten.

Het verstrekken van een garantie kan eerst plaatsvinden nadat de betrokken bankier zelf de bereidheid heeft om voor ten minste 20% een eigen risico te aanvaarden op de betreffende werf. Daarnaast adviseert een onafhankelijke kredietcommissie over de aanvraag voor een staatsgarantie.

Via een analyse van de markt is nagegaan welke faillissementen zich in Nederland hebben voorgedaan bij relevante scheepswerven en wat de gevolgen zijn voor de positie van het onderhanden werk (schepen). Uit de analyse van een periode van 15 jaar bleek dat er nagenoeg geen schade was ontstaan. Dit heeft geleid tot de inschatting dat de kans dat de borgtocht daadwerkelijk zal worden ingeroepen minimaal is. Op basis daarvan is het risico gewaardeerd op 1%. De provisie die de staat over de garantie zal ontvangen bedraagt gemiddeld 1,5% en is kostendekkend. Om eventuele schades in de eerste jaren op te vangen is een begrotingsreserve ingesteld. Ultimo 2015 bevat deze reserve € 10 mln. Het plafond voor de Garantieregeling Scheepsnieuwbouw bedraagt met ingang van 2016 € 377 mln.

De horizonbepaling voor de Garantiefaciliteit Scheepsnieuwbouwfinanciering is 1 juli 2017. De evaluatie van de GSF zal begin 2017 worden afgerond.

MKB-financiering

In het aanvullend actieplan MKB-financiering van 8 juli 2014 heeft het kabinet aangekondigd een garantiebedrag van € 400 mln ter beschikking te stellen om de funding van nieuwe aanbieders van MKB-financiering mogelijk te maken. Naast alle andere initiatieven en plannen is er behoefte aan nieuwe financiers en nieuwe financieringsmogelijkheden voor het verstrekken van vreemd vermogen aan het MKB. Het vinden van funding voor deze nieuwe mogelijkheden is echter, bij gebrek aan voldoende track-record van dergelijke financiers, lastig. Met het Aanvullend Actieplan MKB-financiering is er daarom voor goede initiatieven ruimte beschikbaar om die funding te vereenvoudigen met behulp van een overheidsgarantie. Een overheidsgarantie zal kostendekkend moeten zijn en geen staatssteun mogen inhouden. Op 30 oktober 2014 is in de Staatscourant een oproep gepubliceerd om voorstellen in te dienen om in aanmerking te komen voor een garantie uit het genoemde budget. Er vinden onderhandelingen plaats met een aantal initiatieven die door een commissie van externe experts tenminste als voldoende zijn beoordeeld. Naar verwachting zullen in 2016 de eerste garantieovereenkomsten kunnen worden afgesloten. Omdat bij het opstellen van de begroting nog geen garantieovereenkomsten zijn afgesloten konden daarom in het bovenstaande garantieoverzicht derhalve geen raming van ontvangsten en uitgaven worden opgenomen. Er is een begrotingsreserve voor de verevening van premie-inkomsten en schade-uitgaven. De garanties in het kader van het Aanvullend Actieplan MKB-financiering kunnen tot en met 2017 worden verstrekt.

Micro- en MKBkredieten

Dit betreft een eenmalige garantie van € 13 mln ten behoeve van de Bank Nederlandse Gemeenten in het kader van de funding van Qredits met € 15 mln voor het verstrekken van microkredieten. Voor deze garantie is geen premie verschuldigd. Daarnaast is een eenmalige garantie verstrekt aan de Europese Investeringsbank van € 86,7 mln voor de funding van Qredits met € 100 mln voor de verstrekking van micro- en MKBkrediet. Voor deze garantie is een premie van 0,4% verschuldigd.

Artikel 4 Een doelmatige en duurzame energievoorziening

Aardwarmte

Aardwarmte wordt gezien als een kosteneffectieve duurzame energiebron met potentie. Het draagt bij aan het halen van de duurzame energiedoelstelling van Nederland. Binnen de SDE+ is het één van de gunstigste opties. Aardwarmte is tevens een belangrijke optie voor het behalen van energie- en klimaatdoelen. Stimuleren van aardwarmte is een prioriteit uit het energieakkoord, de warmtevisie, de beleidsbrief tuinbouw en de meerjarenafspraak energietransitie glastuinbouw 2014–2020.

Het doel van de garantieregeling aardwarmte is het afdekken van het geologisch risico dat het boren van de putten voor de toepassing van aardwarmte, niet succesvol is. Het gaat om het risico dat de volgens het plan aangeboorde aardlaag minder warm water productie oplevert en/of water van lagere temperatuur oplevert dan op basis van een gedegen geologisch vooronderzoek verwacht werd.

Het ontbreken van een (betaalbare) verzekering is nog steeds een belangrijk knelpunt voor de toepassing van aardwarmte. Door dit risico af te dekken wordt de toepassing van aardwarmte gestimuleerd. De garantieregeling dekt het risico dat een boring niet in een goede watervoerende laag uitkomt, waardoor het vermogen dat vooraf verwacht werd, niet wordt behaald. In dat geval wordt voor een deel van de gemaakte kosten een subsidie uitgekeerd, gerelateerd naar de mate waarin de aardwarmteboring mislukt is.

Er wordt een premie van 7% gevraagd.

De garantie wordt uitgekeerd wanneer projecten (deels) mislukken. Met de garantstelling worden projecten uitgelokt met een relatief klein risico (eis 90% slaagkans). Het verwacht vermogen dat aan de bodem onttrokken wordt (dit is het vermogen dat bij de aanvraag is opgegeven) is maximaal het vermogen dat met 90% zekerheid aan de ondergrond kan worden onttrokken (op basis van een locatiespecifiek geologisch onderzoek dat moet zijn opgesteld door een ISO 9001 gecertificeerde onderneming)

EZ maakt een garantieplafond en het maximaal te garanderen bedrag per boring bekend. EZ neemt binnen acht weken na de indiendatum een besluit op de aanvraag. De aanvrager moet binnen 6 maanden na goedkeuring van de aanvraag starten met het boorproject. Na de aanvang van de aardwarmteboring heeft de aanvrager een jaar voor de voltooiing. Het aardwarmteproject moet binnen twee jaar leiden tot toepassing van aardwarmte in Nederland.

De premieontvangsten worden gestort in de begrotingsreserve. Eventuele schade-uitkeringen komen ten laste van deze reserve. In 2016 is de garantieregeling geëvalueerd, het onderzoeksrapport is in juli 2016 samen met het bijgestelde toetsingskader aan de Tweede Kamer aangeboden.

De horizonbepaling is 2020.

Artikel 6 Concurrerende, duurzame, veilige agro-, visserij- en voedselketens

De borgstellingsregelingen voor de landbouw bieden banken een borgstelling voor leningen aan land- en tuinbouwondernemers voor zover deze bedrijven onvoldoende zekerheden kunnen bieden aan de bank. Het knelpunt dat met de borgstelling wordt bestreden is het verschijnsel dat in de kern gezond bedrijven – met voldoende zicht op rentabiliteit en continuïteit – niet of onvoldoende in hun kredietbehoefte kunnen voorzien door een tekort aan zekerheden (onderpand). Het plafond voor de landbouw-borgstellingen is € 120 mln.

Garantieregeling Landbouw (GL, vanaf 2017 BL)

De Garantieregeling Landbouw (GL) wordt per 1 januari 2017 vervangen door de regeling Borgstelling MKB Landbouwkredieten (BL). In de Borgstelling MKB-Landbouwkredieten (BL) is de landbouw-borgstellingsregeling geharmoniseerd met de Borgstelling MKB Kredieten (BMKB). De wijzigingen betreffen enerzijds een update van de regeling, waardoor deze weer beter aansluit op de huidige praktijk van bedrijfsfinanciering; tegelijkertijd wordt de uitvoering voor banken en voor RVO.nl eenvoudiger en goedkoper gemaakt. Om de kostendekkendheid van de regeling te verbeteren wordt tevens het percentage waarvoor de rijksoverheid garant staat verlaagd naar 70% (was 80%). Tenslotte wordt ook omschakelkapitaal voor de transitie van de bedrijfsvoering van een gangbaar naar een biologische gecertificeerd agrarisch productiebedrijf onder de borgstellingsregeling mogelijk gemaakt.

De totale borgstelling voor een onderneming kan maximaal 70% van € 2,5 mln bedragen. De borgstellingslening is maximaal 2/3 van de benodigde investering, waardoor de borgstelling maximaal 46,6% van de benodigde financiering bedraagt. Borgstelling wordt alleen verleend voor «fresh money», dat wil zeggen nieuwe leningen ten behoeve van de (door-)ontwikkeling van een bedrijf.

De BL kent drie varianten:

  • BL basis: Maximale garantstelling 70% van € 1,2 mln.

  • BL starters/overnemers: Maximale garantstelling 70% (als bij basis of plus), maar tegen verlaagde provisie van 1%.

  • BL plus: Maximale garantstelling 70% van € 2,5 mln. De investeringen die in aanmerking komen zijn Groen Label Kassen (GLK) en Duurzame stallen die voldoen aan de maatlat duurzame veehouderij (MDV).

Voor deze drie varianten tezamen is het garantieplafond € 82,5 mln.

De provisie voor de BL bedraagt (eenmalig) 3% van het te lenen bedrag. De provisie wordt gebruikt om verliesdeclaraties te betalen. Jaarlijks worden de premieontvangsten en een bijdrage van EZ (tezamen € 3 mln) in de begrotingsreserve gestort. Het geld uit de begrotingsreserve wordt gebruikt om verliesdeclaraties te betalen. De regeling is niet volledig kostendekkend.

De afgelopen jaren was het beroep op de GL laag maar zijn er veel verliesdeclaraties ingediend. Dit als gevolg van de economische crisis. Naar verwachting zal er bij een aantrekkende economie weer meer behoefte aan garantiekredieten voor investeringen zijn. In 2018 zal de Garantstelling Landbouw geëvalueerd worden.

Garantieregeling Marktintroductie Innovatie (GMI)

Er is een knelpunt geconstateerd in de marktintroductiefase van risicovolle grensverleggende innovaties. De bedrijven, die als eerste prototypen op het vlak van dierenwelzijn en milieu op praktijkschaal willen toepassen, worden vaak geconfronteerd met grotere financiële risico’s. Daardoor komt dit soort duurzame investeringen slechts beperkt van de grond. Een borgstelling door het Rijk stimuleert de investeringen op het vlak van verduurzaming en marktvernieuwing.

De deelsectoren die het aangaat betreffen: rundveehouderij, varkenshouderij, pluimveehouderij, glastuinbouw, en opengrondstuinbouw. Een opzet van de regeling met POP3 budget is bij de banken niet kosteneffectief uitvoerbaar is gebleken. Momenteel wordt daarom bekeken of de borgstelling als module onder de BL uitgewerkt kan worden met het oog op openstelling in 2017. De genoemde bedragen hieronder zijn indicatief.

Omdat de GMI als de BL module wordt uitgewerkt, wordt ook de borgstelling van een onderneming verlaagd naar maximaal 70% (was 80%) van € 2,5 mln.

Naar verwachting zullen 25 initiatieven een garantstelling van gemiddeld € 1,5 mln ontvangen. Het totaal risico bedraagt € 37,5 mln maximaal op jaarbasis.

De ondernemers betalen 3% premie om voor de garantstelling in aanmerking te komen, maar de regeling is niet volledig kostendekkend. De bijdrage van de Staat is jaarlijks circa € 1,6 mln bij een plafond van € 37,5 mln. De premie en bijdrage van het Rijk worden in de begrotingsreserve Borgstellingsfaciliteit gestort en gebruikt om verliesdeclaraties te betalen.

Artikel 8 Natuur en biodiversiteit

Garantie voor natuurgebieden en landschappen

Het betreft het garant staan voor de leningen die aangetrokken zijn via het Groenfonds voor het realiseren van de EHS-gronden. Deze gronden zijn opgegaan in het Natuur Netwerk Nederland.

Overzicht uitstaande leningen per ultimo 2015

Bedragen x € 1.000

Artikel

Omschrijving

Uitstaande lening 2015

Looptijd

Lening

Rente

percentage

Wijze van

aflossing

Artikel 2

Bedrijvenbeleid: innovatief en duurzaam ondernemen

Microkrediet Nederland

46.966

tot en met 2036

1,2%

vanaf 2031

Artikel 4

Een doelmatige en duurzame energievoorziening

Energieonderzoek Centrum Nederland

36.955

tot en met 2023

5,5%

vanaf 2018

Artikel 4

Een doelmatige en duurzame energievoorziening

Pallas

11.474

tot en met 2018

1,5%

uiterlijk 2019

Artikel 6 Concurrerende, duurzame, veilige agro-, visserij- en voedselketens

Wageningen Research

36.352

tot en met 2027

4,5%

jaarlijks

Artikel 6 Concurrerende, duurzame, veilige agro-, visserij- en voedselketens

Wageningen Research

27.598

tot en met 2027

4,5%

jaarlijks

Artikel 6 Concurrerende, duurzame, veilige agro-, visserij- en voedselketens

Wageningen Research

14.112

tot en met 2029

5,2%

jaarlijks

Artikel 6 Concurrerende, duurzame, veilige agro-, visserij- en voedselketens

Wageningen Research

2.954

tot en met 2030

5,0%

jaarlijks

Deze leningen zijn verstrekt in de context van de genoemde beleidsartikelen.

Licence