Base description which applies to whole site

OVERZICHT GARANTIES EN ACHTERBORGSTELLINGEN

In reactie op het rapport van de Commissie Risicoregelingen heeft het kabinet in 2013 voor nieuwe en bestaande risicoregelingen een garantiekader opgesteld (TK 33 750, nr 13). In lijn met het kabinetsbeleid gaat VWS terughoudend om met het gebruik van risicoregelingen. Conform de afspraken binnen het kabinet worden in deze paragraaf de garanties en achterborgstelling van VWS uitgebreid toegelicht.

Overzicht verstrekte garanties (bedragen x € 1.000)

Artikel

Omschrijving

 

Uitstaande garanties 2015

Geraamd te verlenen 2016

Geraamd te vervallen 2016

Uitstaande garanties 2016

Geraamd te verlenen 2017

Geraamd te vervallen 2017

Uitstaande garanties 2017

Garantieplafond 2017

Totaal plafond

2

Voorzieningen tbv De Hoogstraat

begrotingswet

9.631

0

397

9.234

0

397

8.837

0

8.837

2

Voorzieningen tbv ziekenhuizen

1958

322.939

0

41.903

281.036

0

37.976

243.060

0

243.060

3

Voorzieningen tbv verpleeghuizen

financiering

19.215

0

2.870

16.345

0

4.640

11.705

0

11.705

3

Voorzieningen tbv psychiatrische instellingen

1958

27.624

0

2.865

24.759

0

2.865

21.894

0

21.894

3

Voorzieningen tbv zwakzinnigen inrichtingen

1958

9.975

0

1.456

8.519

0

1.492

7.027

0

7.027

3

Voorzieningen tbv overige instellingen

1958

862

0

171

691

0

196

495

0

495

3

Voorzieningen tbv instellingen gehandicapten

1958

24.668

0

2.118

22.550

0

2.118

20.432

0

20.432

3

Voorzieningen tbv zwakzinnigeninrichtingen

rijksregeling

7.367

0

588

6.779

0

1.849

4.930

0

4.930

3

Voorzieningen tbv instellingen gehandicapten

rijksregeling

79.541

0

7.633

71.908

0

6.896

65.012

0

65.012

2

Voorzieningen tbv ziekenhuizen

rijksregeling

503

0

47

456

0

48

408

0

408

3

Niet sedentaire personen

 

972

0

127

845

0

127

718

0

718

 

TOTAAL

 

503.297

0

60.175

443.122

0

58.604

384.518

0

384.518

Toelichting

Doel en werking garantieregeling

De in de tabel vermelde verstrekte garanties komen voort uit drie aparte regelingen: de Garantieregeling inrichtingen voor gezondheidszorg 1958, de Rijksregeling Dagverblijven voor gehandicapten inzake erkenning, subsidiëring, verlening van garanties en toezicht uit 1971 en de Rijksregeling Gezinsvervangende Tehuizen voor gehandicapten, ook uit 1971. De betreffende regelingen dateren uit een tijd dat de overheid een expliciete verantwoordelijkheid had voor bouw en spreiding van intramurale zorgvoorzieningen. Door het afgeven van de garanties was het voor zorginstellingen eenvoudiger om via institutionele beleggers, en in latere jaren door banken, financiering te krijgen voor investeringen in hun vastgoed.

Beheersing risico’s en versobering

De Rijksgarantieregelingen zijn rond de eeuwwisseling gesloten voor nieuwe gevallen waardoor het financiële risico van het Ministerie van VWS door reguliere en vervroegde aflossing van de uitstaande leningen geleidelijk wordt afgebouwd. De laatste rijksgegarandeerde lening loopt af in 2043. Het monitoren van de instellingen aan wie een rijksgarantie verstrekt is, alsmede van de leningen (bijv. renteherziening), wordt sinds 2004 in mandaat uitgevoerd door het Waarborgfonds voor de Zorgsector (WFZ) namens de Minister van VWS (Besluit van 17 december 2003, Stcrt. 2004, nr. 7, blz. 11).

Instellingen die financieel in de gevarenzone dreigen te komen, worden door het WFZ onder verscherpte bewaking gesteld waarbij onder meer frequent informatie wordt ingewonnen. Indien een zorginstelling met een geborgde lening niet in staat is aan zijn financiële verplichtingen te voldoen dan neemt het Ministerie van VWS in een dergelijk geval de betalingsverplichting van de zorginstelling over. Dit betekent dat een schade niet ineens hoeft te worden uitgekeerd, maar ook verspreid over de resterende looptijd van de lening kan worden betaald.

Premiestelling en kostendekkendheid

De bovengenoemde regelingen zijn rond de eeuwwisseling gesloten. Voor de afgegeven garanties worden geen risicopremies doorberekend en dit is op basis van de afgesloten contracten ook niet mogelijk.

Overzicht uitgaven en ontvangsten garanties (bedragen x € 1.000)

Artikel

Omschrijving

Uitgaven 2015

Ontvangsten 2015

Saldo

2015

Uitgaven 2016

Ontvangsten 2016

Saldo 2016

Uitgaven 2017

Ontvangsten 2017

Saldo 2017

3

Voorzieningen tbv instellingen gehandicapten

2.630

0

2.630

0

0

0

0

0

0

Toelichting

In 2014 is de Stichting Vastgoed Pasana failliet verklaard. Deze stichting beschikte over garanties voor een aantal leningen op grond van bovenstaande garantieregelingen. In 2015 heeft het Rijk deze financiële verplichtingen aan de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) in één keer afgelost voor een bedrag van ruim € 2,6 miljoen (TK 32 299, nr. 43).

Overzicht verstrekte garanties (bedragen x € 1.000)

Artikel

Omschrijving

Uitstaande garanties 2015

Geraamd te verlenen 2016

Geraamd te vervallen 2016

Uitstaande garanties 2016

Garantieplafond 2016

Geraamd te verlenen 2017

Geraamd te vervallen 2017

Uitstaande garanties 2017

Garantieplafond 2017

Totaal plafond

Art. 2

GO Cure

26.851

1.525

25.326

1.545

23.781

23.781

Toelichting

Garantie ondernemingsfinanciering cure

De tijdelijke regeling Garantie Ondernemingsfinanciering Curatieve Zorg (GO Cure) is in het kader van de kredietcrisis ingesteld om de bouw in de curatieve gezondheidszorg te stimuleren. Ziekenhuizen, categorale instellingen, geestelijke gezondheidszorg en zelfstandige behandelcentra hebben tot en met 2012 gebruik kunnen maken van de regeling. Bij de GO Cure heeft de overheid garanties verstrekt voor 50% van een nieuwe banklening vanaf € 1,5 tot € 50 miljoen, met een maximale looptijd van 8 jaar. De verstrekte garanties lopen af in 2020. De GO Cure maakt deel uit van de bredere Garantieregeling Ondernemingsfinanciering (GO) die wordt uitgevoerd door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), onderdeel van het Ministerie van Economische Zaken. De cijfermatige gegevens van de GO Cure zijn daarom tevens opgenomen onder de GO in de begroting van het Ministerie van Economische Zaken.

Overzicht achterborgstellingen (bedragen x € 1.000.000)

Omschrijving

2016

2017

Achterborgstelling

8.148,1

7.921,7

Bufferkapitaal

266,6

274,9

Obligo

243,2

237,7

Stand begrotingsreserve

0

5,0

Toelichting

Doel en werking garantieregeling

De bovenstaande tabel is gebaseerd op gegevens van het Waarborgfonds voor de Zorgsector (WFZ). Het WFZ verstrekt garanties aan financiële instellingen voor leningen van de bij het WFZ aangesloten leden. De Staat is achterborg voor het WFZ. Het WFZ is voortgekomen uit de financieringsproblemen voor zorginstellingen die ontstonden begin jaren ’90 van de vorige eeuw. Het WFZ is door de koepels in de sector opgericht om de financiering voor zorginstellingen te vergemakkelijken en daarmee de continuïteit van de zorg veilig te stellen. Het totaal bedrag aan uitstaande verplichtingen is in 2016, volgens de raming van het WFZ, € 8.148,1 miljoen.

Beheersing risico’s en versobering

De risico’s voor het Ministerie van VWS van de achterborg worden beperkt door een aantal maatregelen. Allereerst kent het WFZ een selectieve toelating. Voor deelname aan het WFZ moeten zorginstellingen hun financiële situatie voldoende op orde hebben. Daarnaast worden garanties alleen verstrekt aan vertrouwenwekkende investeringen. Te risicovolle projecten worden niet geborgd. Verder zijn aangesloten leden gebonden aan het reglement van het WFZ en de daarin omschreven risicobeperkende bepalingen. Een deelnemer mag bijvoorbeeld niet zonder toestemming van het WFZ gebruik maken van rentederivaten. In het kader van het kabinetsbeleid van versobering van risicoregelingen heeft een evaluatieonderzoek van het WFZ plaatsgevonden. Dit onderzoek is in maart 2015 afgerond (TK 34 000 XVI, nr. 108). Het onderzoek laat zien dat de doelstellingen van het Waarborgfonds voor de Zorgsector (WFZ) nog steeds actueel zijn: bevorderen van de continuïteit van financiering, beperken van de macrorentekosten en stimuleren van goed financieel management bij zorginstellingen. Het WFZ, met het Rijk als achterborg, speelt kortom nog steeds een waardevolle rol bij de financierbaarheid van investeringen in zorgvastgoed.

Premiestelling en kostendekkendheid

Het Ministerie van VWS ontvangt geen premie voor de achterborg. Zorginstellingen betalen een eenmalige premie (disagio) voor de garantstelling aan het WFZ. Hiermee bouwt het WFZ een risicovermogen op waarmee eventuele claims kunnen worden gedekt. Als dit risicovermogen onvoldoende zou zijn om eventuele schades te dekken, kunnen de deelnemers aan het WFZ via de zogenaamde obligo worden verplicht een financiële bijdrage te leveren van maximaal 3% van de uitstaande garanties van de instelling. Als het risicovermogen van het WFZ en de obligoverplichting van de deelnemers tezamen niet voldoende zijn voor het WFZ om aan zijn verplichtingen richting geldverstrekkers te kunnen voldoen, kan het WFZ zich richting VWS beroepen op de achterborg. Dit houdt in dat op dat moment VWS het WFZ van een lening zal voorzien zodat het WFZ aan zijn verplichtingen kan voldoen. Het WFZ heeft nog nooit een beroep hoeven doen op de obligoverplichting van de WFZ-deelnemers.

Begrotingsreserve

Het is nog nooit nodig is geweest voor het WFZ om de achterborg van het Rijk in te roepen. Niettemin is besloten om in het kader van de verdere beperking van de risico’s vanaf het jaar 2017 een begrotingsreserve aan te leggen voor eventuele schade in het kader van de achterborg. Deze begrotingsreserve is opgenomen onder artikel 9.

Overzicht verstrekte leningen (bedragen x € 1.000)

Artikel

Omschrijving

Uitstaande lening

Looptijdlening

2

IJsselmeerziekenhuizen

2.000

2 jaar

De Stichting IJsselmeerziekenhuizen heeft in het voorjaar van 2009 twee leenovereenkomsten (van € 12,5 respectievelijk € 2 miljoen) gesloten met VWS als gevolg van financiële problemen. De IJsselmeerziekenhuizen werden destijds aangemerkt als systeemziekenhuis waarbij de continuïteit van zorg moest worden gewaarborgd. In mijn brief aan de Kamer van 10 december 2014 over de inventarisatie van specifieke toezeggingen staan deze leningen vermeld (TK 34 000-XVI, nr. 95). Over de afbetaling van de twee leningen zijn afspraken gemaakt. Op grond daarvan komt de terugbetaling van de achtergestelde lening van € 2 miljoen te vervallen; dit is verwerkt in de begroting. Van de andere lening dient nog € 2 miljoen te worden terugbetaald.

Maatschappelijke doelstellingen en indicatoren

Monitor

De Kamer heeft naar aanleiding van het wetgevingsoverleg over het VWS-jaarverslag 2014 verzocht de verantwoordingsfunctie van het jaarverslag te verbeteren. In overleg met de werkgroep van de Vaste Kamercommissie is verkend hoe deze verbetering kan worden vormgegeven. Dit heeft geresulteerd in de VWS-monitor, een handzaam overzicht met het doel om meer inzicht te verkrijgen in hoe het met de gezondheid(szorg) in Nederland gesteld is. De kerncijfers die gekoppeld zijn aan de maatschappelijke doelstellingen en bijbehorende indicatoren zijn te vinden op: www.StaatVenZ.nl.

 

Toegankelijkheid

Betaalbaarheid

Kwaliteit

Betrokken samenleving

Zorg rond de geboorte

Doelstellingen

• Optimale keuzevrijheid voor type bevalling en begeleiding/meest geschikt

• Goed geïnformeerde keuzes kunnen maken

• Een gezond kind op de wereld zetten is voor iedereen betaalbaar

• Voorkomen relatief hoge geboortesterfte en/of

• Perinatale sterfte zo laag mogelijk

• Snel herstel in gezinsverband

• Vroegsignalering van medische en sociale problemen

Indicatoren

• % Bereik acute verloskunde binnen 45 minuten1

• Aantal verloskundigen1

• Kosten nuljarigen2

• Kosten geboortezorg2

• Foetale sterfte1

• Neonatale sterfte1

• Moedersterfte2

• % Deelname PSIE (zwangerschapsscreening)1

• % postnatale depressie2

Gezond blijven

Doelstellingen

• Er is een laagdrempelige ondersteuning naar behoefte

• Er is goed aanbod van gezondheidsbevordering voor groepen

• De investering in preventie draagt bij aan voorkomen zware zorg later

• Preventie vindt kosteneffectief plaats

• Gezond en veilig opgroeien

• Het bevorderen van een gezonde leefstijl

• Stimuleren sociale netwerken, sport en bewegen, maatschappelijk en vrijwilligerswerk

Indicatoren

• Aantal JOGG-gemeenten (Jongeren op Gezond Gewicht, Nationaal Programma Preventie)1

• Aantal JGZ-organisaties2

• Aanbod verslavingszorg2

• Uitgaven aan preventie2

• % (jongeren) met overgewicht1

• % rokers (onder jongeren)1

• Levensverwachting in goed ervaren gezondheid1

• % deelname screeningen1

• % deelname sport en bewegen 12+-ers1

• % deelname sport en bewegen jongeren1

Beter worden Doelstellingen

• De cliënt centraal: mensen kunnen bij voldoende zorgaanbieders binnen redelijke termijn terecht

• Stijging macrokosten blijft beperkt

• Aandacht voor ongewenste stapeling eigen betalingen

• Zinnige zorg en therapietrouw

• Zorg met zo min mogelijk belasting en zo veel mogelijk resultaat voor patiënt

• Mensen herstellen snel en worden ook tijdens ziekteproces in staat gesteld te participeren

Indicatoren

• Wachttijden: % dat boven Treeknormen zit1

• % boven 15 minuten aanrijtijden ambulances1

• Percentage van de totale collectieve uitgaven dat wordt besteed aan de gezondheidszorg1

• Uitgaven aan zorg per sector (GGZ, eerste lijn, MSZ)1

• Aantal wanbetalers Zvw en onverzekerden1

• Potentieel vermijdbare sterfte1

• Zorggerelateerde schade1

• Vermijdbare ziekenhuisopnamen: aantal ziekenhuisopnamen per 100.000 inwoners per jaar voor diabetes/astma/COPD/hartfalen1

• Gemiddelde ligduur in ziekenhuizen1

• % Ziekteverzuim2

Leven met een chronische ziekte en beperkingen Doelstellingen

• De cliënt centraal: mensen kunnen bij voldoende zorgaanbieders binnen redelijke termijn terecht

• Stijging macrokosten blijven beperkt

• Beperken stapeling eigen betalingen

• Maatwerk gericht op participatie en zelfredzaamheid

• Ervaren kwaliteit van leven

• Stimuleren maatschappelijke participatie

Indicatoren

• Gebruik zorg met verblijf en gebruik zonder verblijf (wijkverpleging)1

• Wachtlijst Wlz (treeknormen)1

• Uitgaven Wlz1

• Uitgaven Wmo1

• Kosten per chronische ziekte (bijvoorbeeld diabetes)2

• Percentage zorgverleners dat aangeeft dat de kwaliteit van zorg verleend door de eigen afdeling/team niet goed is1

• % Bevolking dat een goede gezondheid ervaart1

• Ziektelast naar chronische ziekte2

• Verloren levensjaren uitgesplitst naar chronische ziekte2

• Mensen met een lichamelijke beperking die betaald werk hebben1

• Aantal mantelzorgers1

• Eenzaamheid: % volwassenen dat zich eenzaam voelt1

Zorg in de laatste fase

Doelstellingen

• De cliënt centraal: mensen kunnen bij voldoende zorgaanbieders binnen redelijke termijn terecht

• Onnodig doorbehandelen voorkomen door goede (kennis over) palliatieve zorg

• De wensen van de cliënt (welke zorg en waar) staan centraal

• Cliënten en naasten ondersteunen om laatste levensfase zo lang mogelijk in of nabij eigen sociale omgeving door te kunnen brengen

Indicatoren

• Aanbod en gebruik palliatieve zorg2

• Uitgaven laatste levensjaar2

   
1

Cijfer staat in De Staat

2

Er is een cijfer maar (nog) niet in de Staat

Licence