Base description which applies to whole site

6. Verdieping Financieel Beeld Zorg

6.1. Verdieping in de BKZ-deelsectoren

In deze verdiepingsparagraaf wordt een overzicht gegeven van de ontwikkelingen van de uitgaven onder het BKZ. Deze verdiepingsparagraaf is opgedeeld in de Zorgverzekeringswet (Zvw) en de Wet langdurige zorg (Wlz). De bijstellingen zijn per deelsector toegelicht. Dit geeft een overzichtelijker en gedetailleerder beeld van de budgettaire ontwikkelingen binnen de afzonderlijke onderdelen van de zorg. De bijstellingen zijn weergegeven ten opzichte van de ontwerpbegroting 2016. De toelichtingen zijn onderverdeeld in verschillende categorieën: nominaal, autonoom, beleidsmatig en technisch.

Onder de categorie nominaal wordt de loon- en prijsbijstelling verantwoord. De vergoeding voor de loon- en prijsontwikkeling wordt voor alle zorgsectoren in eerste instantie gereserveerd op de deelsectoren nominaal en onverdeeld. Daar staat de raming voor de jaren 2017 tot en met 2021. De tranche 2016 is toegedeeld aan de sectoren.

De autonome bijstellingen bevatten onder meer de actualisering van de zorguitgaven op basis van de meest recente cijfers van het Zorginstituut en de NZa. Verder wordt hieronder de nominale ontwikkeling als gevolg van de bijstelling van de loon- en prijsontwikkeling op basis van de actuele macro-economische inzichten van het Centraal Planbureau (CPB) opgenomen.

De beleidsmatige bijstellingen zijn het gevolg van politieke prioriteitstelling.

De technische bijstellingen betreffen voornamelijk herschikkingen en financieringsmutaties. Herschikkingen betreffen budgetneutrale verschuivingen tussen verschillende deelsectoren. Bij financieringsmutaties is sprake van een zeker tijdsverloop tussen het moment waarop de NZa de productieafspraken van partijen ontvangt en de verwerking daarvan in de budgetten en de bevoorschotting/declaraties van de instellingen. Als gevolg daarvan is het gebruikelijk dat de financiering binnen een jaargrens afwijkt van de uitgaven (budgetten) in dat jaar. Zo ontstaan zogeheten financieringsachterstanden of -voorsprongen. Deze bijstellingen worden in het daaropvolgende jaar verrekend. Tussen de jaren doen zich daardoor incidentele financieringsschuiven voor. Meerjarig gezien volgt de financiering echter altijd de uitgaven.

6.1.1. Zorgverzekeringswet (Zvw)

In deze paragraaf wordt ingegaan op de financiële ontwikkelingen binnen de Zvw in het afgelopen jaar en de doorwerking hiervan in de periode tot en met 2021. In tabel 16 wordt de opbouw van de Zvw-uitgaven en ontvangsten op deelsector niveau weergegeven. De sector nominaal en onverdeeld bevat de nog niet toebedeelde maatregelen, de nog niet uitgedeelde groeiruimte en loon- en prijsbijstellingen. In deze paragraaf wordt na tabel 16 verder per deelsector ingegaan op de bijstellingen die hebben plaatsgevonden tussen de 1e suppletoire begroting 2016 en de ontwerpbegroting 2017 en de meerjarige doorwerking.

Tabel 16 Opbouw van de Zvw-uitgaven en -ontvangsten per sector (bedragen x € 1 miljoen)
 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Eerstelijnszorg

5.129,0

5.394,1

5.503,2

5.515,4

5.515,4

5.515,4

5.515,4

Huisartsenzorg

2.581,8

2.781,0

2.857,8

2.859,7

2.859,7

2.859,7

2.859,7

Multidisciplinaire zorgverlening

468,9

460,4

471,6

471,9

471,9

471,9

471,9

Tandheelkundige zorg Zvw

739,2

739,6

727,5

727,5

727,5

727,5

727,5

Paramedische zorg

675,9

702,5

723,8

733,8

733,8

733,8

733,8

Verloskunde

215,2

221,1

226,0

226,0

226,0

226,0

226,0

Kraamzorg

298,2

312,6

319,7

319,7

319,7

319,7

319,7

Zintuiglijk gehandicapten

149,8

176,9

176,9

176,9

176,9

176,9

176,9

Tweedelijnszorg

22.305,4

23.272,2

23.559,2

23.489,2

23.446,5

23.398,9

23.363,4

Medisch-specialistische zorg

20.353,3

21.306,7

21.335,6

21.258,7

21.215,9

21.168,3

21.132,8

Geriatrische revalidatiezorg en eerstelijns verblijf

703,6

734,9

976,7

976,7

976,7

976,7

976,7

Beschikbaarheidbijdrage academische zorg

644,9

668,7

663,1

669,8

669,9

669,9

669,9

Beschikbaarheidbijdrage kapitaallasten academische zorg

36,7

49,8

52,9

53,0

53,0

53,0

53,0

Beschikbaarheidbijdrage overig medisch-specialistische zorg

76,7

83,3

89,1

89,1

89,1

89,1

89,1

Garantieregeling kapitaallasten

77,7

           

Overig curatieve zorg

412,5

428,8

441,8

441,8

441,8

441,8

441,8

Geneeskundige geestelijke gezondheidszorg

3.564,7

3.735,7

3.807,9

3.816,6

3.820,6

3.820,6

3.820,6

Geneeskundige geestelijke gezondheidszorg

3.564,7

3.735,7

3.807,9

3.816,6

3.820,6

3.820,6

3.820,6

Genees- en hulpmiddelen

6.010,7

6.230,1

6.445,7

6.460,1

6.459,1

6.457,1

6.457,1

Geneesmiddelen

4.491,2

4.639,6

4.840,6

4.853,7

4.852,8

4.850,8

4.850,8

Hulpmiddelen

1.519,4

1.590,5

1.605,1

1.606,4

1.606,3

1.606,3

1.606,3

Wijkverpleging

3.181,1

3.431,7

3.612,8

3.714,4

3.722,4

3.730,9

3.728,5

Wijkverpleging

3.181,1

3.431,7

3.612,8

3.714,4

3.722,4

3.730,9

3.728,5

Ziekenvervoer

614,8

665,9

710,2

710,2

707,9

707,9

707,9

Ambulancevervoer

503,7

549,3

591,8

591,8

589,5

589,5

589,5

Overig ziekenvervoer

111,1

116,6

118,5

118,5

118,5

118,5

118,5

Opleidingen

1.217,2

1.268,3

1.293,5

1.255,0

1.168,4

1.153,1

1.146,0

Beschikbaarheidbijdrage opleidingen Zvw

1.217,2

1.268,3

1.293,5

1.255,0

1.168,4

1.153,1

1.146,0

Grensoverschrijdende zorg

712,3

797,8

775,7

774,9

774,1

773,3

772,5

Grensoverschrijdende zorg

712,3

797,8

775,7

774,9

774,1

773,3

772,5

Nominaal en onverdeeld

 

179,7

748,0

2.671,3

4.776,0

7.115,4

9.687,2

Nominaal en onverdeeld

 

179,7

748,0

2.671,3

4.776,0

7.115,4

9.687,2

Bruto-Zvw-uitgaven ontwerpbegroting 2017

42.735,3

44.975,5

46.456,2

48.407,2

50.390,3

52.672,6

55.198,6

Eigen risico Zvw

3.190,7

3.194,8

3.187,1

3.350,0

3.509,2

3.665,1

3.859,6

Eigen bijdrage Zvw

27,0

           

Zvw-ontvangsten ontwerpbegroting 2017

3.217,7

3.194,8

3.187,1

3.350,0

3.509,2

3.665,1

3.859,6

Netto-Zvw-uitgaven ontwerpbegroting 2017

39.517,5

41.780,7

43.269,0

45.057,2

46.881,1

49.007,5

51.338,9

Bron: VWS, gegevens Zorginstituut over (voorlopige) financieringslasten Zvw en Wlz en NZa-gegevens over de productieafspraken en voorlopige realisatiegegevens.

In figuur 11 is de samenstelling van de Zvw-uitgaven per sector weergegeven voor het jaar 2017.

Figuur 11 samenstelling Zvw-uitgaven 2017

Figuur 11 samenstelling Zvw-uitgaven 2017
Huisartsen (bedragen x € 1 miljoen)
 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Stand ontwerpbegroting 2016

2.696,1

2.762,3

2.830,6

2.832,4

2.832,4

2.832,4

2.832,4

Bijstellingen jaarverslag 2015

– 105,1

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2016

0,0

18,7

18,9

18,9

18,9

18,9

18,9

Bijstellingen ontwerpbegroting 2017

– 9,2

– 0,0

8,3

8,3

8,3

8,3

8,3

Stand ontwerpbegroting 2017

2.581,8

2.781,0

2.857,8

2.859,7

2.859,7

2.859,7

2.859,7

Deze sector bevat de huisartsenzorg. Deze bestaat uit bijzondere betalingen, avond- nacht en weekenddiensten, inschrijftarieven, consultarieven, overige tarieven, resultaatbeloning & zorgvernieuwing huisartsen, verloskundige hulp door huisartsen en het deel van de kwaliteitsgelden dat betrekking heeft op ondersteuning van de eerstelijnszorg.

               

Toelichting bijstellingen ontwerpbegroting 2017

               

Autonoom

             

Actualisering

– 9,2

           

Van het Zorginstituut zijn geactualiseerde cijfers ontvangen met betrekking tot de gerealiseerde uitgaven in 2015. Als gevolg daarvan vindt in 2015 een bijstelling plaats van € 9,2 miljoen. Met het oog op de afspraken in het Bestuurlijk akkoord eerstelijn wordt deze meevaller incidenteel verwerkt.

             
               

Technisch

             

Substitutie schuif ggz-haz

   

8,3

8,3

8,3

8,3

8,3

De kaders voor curatieve ggz en de huisartsenzorg worden per 2017 structureel bijgesteld op basis van de uitkomsten van de «Substitutiemonitor – Rapportage afsprakenmonitor juli 2015».

             
Multidisciplinaire zorgverlening (bedragen x € 1 miljoen)
 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Stand ontwerpbegroting 2016

434,4

445,2

456,3

456,6

456,6

456,6

456,6

Bijstellingen jaarverslag 2015

31,7

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2016

0,0

15,3

15,3

15,3

15,3

15,3

15,3

Bijstellingen ontwerpbegroting 2017

2,8

0,0

– 0,0

– 0,0

– 0,0

0,0

– 0,0

Stand ontwerpbegroting 2017

468,9

460,4

471,6

471,9

471,9

471,9

471,9

De multidisciplinaire zorgverlening (MDZ)betreft ketenzorg en geïntegreerde eerstelijnszorg. Binnen de ketens wordt zorg verleend waarbij zorgaanbieders van diverse disciplines de zorgonderdelen in samenhang en in samenwerking met de betreffende patiënt leveren.

               

Toelichting bijstellingen ontwerpbegroting 2017

               

Autonoom

             

Actualisering

2,8

           

Van het Zorginstituut zijn geactualiseerde cijfers ontvangen met betrekking tot de gerealiseerde uitgaven in 2015. Als gevolg daarvan vindt in 2015 een bijstelling plaats van € 2,8 miljoen. Met het oog op de afspraken in het Bestuurlijk akkoord eerstelijn wordt deze bijstelling incidenteel verwerkt.

             
Tandheelkundige zorg Zvw (bedragen x € 1 miljoen)
 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Stand ontwerpbegroting 2016

728,0

717,4

717,4

717,4

717,4

717,4

717,4

Bijstellingen jaarverslag 2015

9,8

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2016

0,0

20,7

20,7

20,7

20,7

20,7

20,7

Bijstellingen ontwerpbegroting 2017

1,4

1,4

– 10,7

– 10,7

– 10,7

– 10,7

– 10,7

Stand ontwerpbegroting 2017

739,2

739,6

727,5

727,5

727,5

727,5

727,5

Deze deelsector bevat de eerstelijns tandheelkundige zorg.

               

Toelichting bijstellingen ontwerpbegroting 2017

               

Autonoom

             

Actualisering

1,4

1,4

1,4

1,4

1,4

1,4

1,4

Van het Zorginstituut zijn geactualiseerde cijfers ontvangen met betrekking tot de gerealiseerde uitgaven in 2015. Als gevolg daarvan vindt een structurele bijstelling plaats van € 1,4 miljoen.

             
               

Beleidsmatig

             

Implantaten fronttanden

   

1,4

1,4

1,4

1,4

1,4

Uitbreiding van de periode voor aanspraak op fronttandvervanging voor jeugdig verzekerden leidt tot structureel hogere uitgaven binnen het tandheelkundig kader van € 1,4 miljoen. Om de huidige aanspraak een effectieve aanspraak te laten maken hebben jeugdig verzekerden tot en met hun 22e levensjaar recht hebben op een uitgestelde behandeling van fronttandvervanging binnen de reeds gestelde voorwaarden.

             
               

Indicatiestelling gebitsprothese

   

– 19,4

– 19,4

– 19,4

– 19,4

– 19,4

Gewijzigde richtlijnen, strengere indicatiestelling en wijziging in eigen bedragen systematiek voor de gebitsprothesen leiden tot lagere uitgaven binnen het tandheelkundig kader.

             

             

Uitdeling groeiruimte tranche 2017

   

5,9

5,9

5,9

5,9

5,9

Dit betreft de uitdeling van de groeiruimte tranche 2017.

             
Paramedische zorg (bedragen x € 1 miljoen)
 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Stand ontwerpbegroting 2016

685,0

700,8

700,8

700,8

700,8

700,8

700,8

Bijstellingen jaarverslag 2015

– 10,4

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2016

0,0

0,4

0,4

0,4

0,4

0,4

0,4

Bijstellingen ontwerpbegroting 2017

1,3

1,3

22,6

32,6

32,6

32,5

32,5

Stand ontwerpbegroting 2017

675,9

702,5

723,8

733,8

733,8

733,8

733,8

waarvan fysiotherapie

471,8

488,7

496,7

496,7

496,7

496,7

496,7

waarvan oefentherapie

20,2

20,9

31,2

41,2

41,2

41,2

41,2

waarvan logopedie

117,2

119,5

121,3

121,3

121,3

121,3

121,3

waarvan ergotherapie

33,1

34,1

34,5

34,5

34,5

34,5

34,5

waarvan dieetadvisering

33,5

39,4

40,1

40,1

40,1

40,1

40,1

De paramedische zorg omvat fysiotherapie, oefentherapie Caesar, oefentherapie Mensendieck, logopedie, ergotherapie en dieetadvisering. Dieetadvisering werd voorheen afzonderlijk gepresenteerd.

               

Toelichting bijstellingen ontwerpbegroting 2017

               

Autonoom

             

Actualisering

1,3

1,3

1,3

1,3

1,3

1,3

1,3

Van het Zorginstituut zijn geactualiseerde cijfers ontvangen met betrekking tot de gerealiseerde uitgaven binnen de paramedische zorg in 2015. Als gevolg daarvan vindt er per saldo een structurele bijstelling plaats van € 1,3 miljoen.

             
               

Beleidsmatig

             

Oefentherapie bij claudicatio intermittens

   

10,0

20,0

20,0

20,0

20,0

De aanspraak oefentherapie bij claudicatio intermittens (etalagebenen) bij perifeer arterieel vaatlijden in fase 2 wordt met ingang van 1 januari 2017 gewijzigd, waardoor aanspraak bestaat op 37 behandelingen gesuperviseerde oefentherapie verspreid over een jaar. Hierbij zullen voor verzekerden van 18 jaar en ouder ook de eerste 20 behandelingen met deze gesuperviseerde oefentherapie ten laste van de Zvw worden vergoed. Door toepassing van een stepped-care-benadering bij de behandeling van claudicatio intermittens fase 2 zal het aantal invasieve behandelingen door een vaatchirurg aanzienlijk worden verminderd en worden de kosten binnen de medisch specialistische zorg bespaard. Volgens berekeningen van het Zorginstituut nemen de kosten voor oefentherapie per saldo met € 20 miljoen per jaar toe en bedragen de besparingen in de medisch-specialistische zorg € 41,5 miljoen. Voor zover de besparingen in de MSZ niet nodig zijn voor dekking van de meerkosten voor oefentherapie, kunnen ze in de MSZ worden ingezet voor de feitelijke invulling van de taakstelling stringent pakketbeheer. In welke mate de beoogde effecten ook daadwerkelijk worden bereikt is afhankelijk van de mate waarin in de praktijk vorm en inhoud wordt gegeven aan gesuperviseerde oefentherapie. Daarom wordt voor het invoeringsjaar 2017 gerekend met de helft van de bedragen die het Zorginstituut noemt.

             
               

Uitdeling groeiruimte tranche 2017

   

11,3

11,3

11,3

11,2

11,2

Dit betreft de uitdeling van de groeiruimte tranche 2017.

             
Verloskunde (bedragen x € 1 miljoen)
 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Stand ontwerpbegroting 2016

224,4

229,4

229,4

229,4

229,4

229,4

229,4

Bijstellingen jaarverslag 2015

– 7,9

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2016

0,0

– 6,9

– 6,9

– 6,9

– 6,9

– 6,9

– 6,9

Bijstellingen ontwerpbegroting 2017

– 1,3

– 1,3

3,6

3,6

3,6

3,6

3,6

Stand ontwerpbegroting 2017

215,2

221,1

226,0

226,0

226,0

226,0

226,0

Deze deelsector bevat de extramuraal verstrekte verloskundige zorg. De verloskundige zorg verricht door huisartsen is bij de deelsector huisartsen opgenomen.

               

Toelichting bijstellingen ontwerpbegroting 2017

               

Autonoom

             

Actualisering

– 1,3

– 1,3

– 1,3

– 1,3

– 1,3

– 1,3

– 1,3

Van het Zorginstituut zijn geactualiseerde cijfers ontvangen met betrekking tot de gerealiseerde uitgaven in 2015. Als gevolg daarvan vindt een structurele bijstelling plaats van € 1,3 miljoen.

             
               

Beleidsmatig

             

Uitdeling groeiruimte tranche 2017

   

4,9

4,9

4,9

4,9

4,9

Dit betreft de uitdeling van de groeiruimte tranche 2017.

             
Kraamzorg (bedragen x € 1 miljoen)
 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Stand ontwerpbegroting 2016

313,2

320,5

320,5

320,5

320,5

320,5

320,5

Bijstellingen jaarverslag 2015

– 15,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2016

0,0

– 7,9

– 7,9

– 7,9

– 7,9

– 7,9

– 7,9

Bijstellingen ontwerpbegroting 2017

0,0

– 0,0

7,1

7,1

7,1

7,1

7,1

Stand ontwerpbegroting 2017

298,2

312,6

319,7

319,7

319,7

319,7

319,7

Op deze sector worden de uitgaven voor kraamzorg geraamd en verantwoord. De kraamzorg is tweeledig. Allereerst houdt deze de partusassistentie in: de ondersteuning van de verloskundige bij de bevalling. Daarnaast levert de kraamverzorgende hulp gedurende de eerste dagen na de bevalling en geeft zij advies met betrekking tot de verzorging van de pasgeborene en de kraamvrouw.

               

Toelichting bijstellingen ontwerpbegroting 2017

               

Beleidsmatig

             

Uitdeling groeiruimte tranche 2017

   

7,1

7,1

7,1

7,1

7,1

Dit betreft de uitdeling van de groeiruimte tranche 2017.

             
Zintuiglijk gehandicapten (bedragen x € 1 miljoen)
 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Stand ontwerpbegroting 2016

172,7

174,1

174,1

174,1

174,1

174,1

174,1

Bijstellingen jaarverslag 2015

– 23,7

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2016

0,0

2,8

2,8

2,8

2,8

2,8

2,8

Bijstellingen ontwerpbegroting 2017

0,8

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand ontwerpbegroting 2017

149,8

176,9

176,9

176,9

176,9

176,9

176,9

Zorg aan zintuiglijk beperkten (auditief en/of communicatief beperkten, visueel beperkten en doofblinden) valt sinds 1 januari 2015 onder de Zvw.

               

Toelichting bijstellingen ontwerpbegroting 2017

               

Autonoom

             

Actualisering

0,8

           

Zo kort na de overheveling vanuit de (oude) AWBZ naar de Zvw zijn er nog geen goede gegevens over deze sector beschikbaar en is het zorggebruik nog niet stabiel. De bijstelling van € 0,8 miljoen is, net als bij het jaarverslag, alleen voor 2015 verwerkt. Reden hiervoor is dat zorgaanbieders hebben aangegeven dat er sprake is van forse uitval van de productie. De achtergrond hiervan wordt nog nader onderzocht.

             
Medisch-specialistische zorg (bedragen x € 1 miljoen)
 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Stand ontwerpbegroting 2016

20.353,3

21.145,8

21.153,8

21.075,5

21.033,2

20.986,2

20.986,2

Bijstellingen jaarverslag 2015

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2016

0,0

149,2

265,9

268,9

268,5

267,9

267,4

Bijstellingen ontwerpbegroting 2017

0,0

11,8

– 84,0

– 85,7

– 85,8

– 85,7

– 120,8

Stand ontwerpbegroting 2017

20.353,3

21.306,7

21.335,6

21.258,7

21.215,9

21.168,3

21.132,8

In deze sector vallen met ingang van 2015 de instellingen voor medisch-specialistische zorg inclusief mondziekten en kaakchirurgie en de honoraria voor de vrijgevestigde medisch specialisten.

               

In de 1e suppletoire begroting 2016 is een korting op het mbi-kader msz verwerkt van € 70 miljoen in 2016 op basis van besluitvorming over de geconstateerde overschrijding in 2012, alsmede € 29 miljoen in 2017 in verband met de overschrijding in 2013.

De besluitvorming over de overschrijding 2013 is gebaseerd op de stand jaarverslag 2015 (voorjaar 2016). Uit de definitieve gegevens over de schadelast 2013 die bij de voorbereiding van de begroting 2017 beschikbaar zijn gekomen, blijkt dat de uitgaven voor instellingen in de medisch-specalialistische zorg in 2013 € 69 miljoen hoger waren; daar staat tegenover dat de uitgaven voor vrijgevestigde medisch specialisten € 31 miljoen lager waren. De actualisatie van oudere jaren zal worden toegelicht in de verdiepingsbijlage van het jaarverslag over 2016.

               

Toelichting bijstellingen ontwerpbegroting 2017

               

Beleidsmatig

             

Invulling stringent pakketbeheer MSZ

   

– 125,0

– 150,0

– 150,0

– 150,0

– 150,0

In verband met de taakstelling stringent pakketbeheer wordt in 2017 € 125 miljoen en vanaf 2018 € 150 miljoen afgeboekt van het mbi-kader voor de medisch-specialistische zorg.

             
               

Niet gerealiseerde besparing doelmatig voorschrijven

   

– 10,0

       

Dit betreft een korting op het kader MSZ in verband met de niet gerealiseerde besparing doelmatig voorschrijven, conform de afspraken hierover in het bestuurlijk akkoord MSZ. Als ook in 2016 de besparing achterblijft bij de in het akkoord afgesproken opbrengst, volgt een korting voor het kader voor 2017. Vooralsnog gaan we daarbij uit van een bedrag van € 10 miljoen.

             
               

Niet Invasieve Prenatale Test (NIPT)

     

26,0

26,0

26,0

26,0

De Niet Invasieve Prenatale Test (NIPT) betreft een screening tijdens de zwangerschap. De test kan onder andere het downsyndroom opsporen zonder dat er sprake is van een verhoogd risico op een miskraam. Omdat eventuele opname in het basispakket afhankelijk is van de advisering van het Zorginstituut kan de NIPT als eerste test niet eerder dan per 2018 opgenomen worden in het basispakket. In eerste instantie (2017) zal de eventuele bekostiging derhalve lopen via een subsidieregeling ten laste van het begrotingsgefinancierd BKZ (€ 26 miljoen).

             
               

Plastische chirurgie

   

14,8

14,8

14,8

14,8

14,8

Dit betreft een pakketuitbreiding voor borstvergroting bij agenesie of aplasie van de borst, ooglidcorrectie bij ernstige en objectiveerbare gezichtsveldbeperking en circumcisie om medische redenen. De genoemde ingrepen zullen per 1 januari 2017 aan de te verzekeren prestaties van de Zvw worden toegevoegd.

             
               

Oploop besparing regeerakkoord Rutte-Verhagen

           

– 35,0

In het Regeerakkoord van het kabinet Rutte-Verhagen is een besparing opgenomen in verband met een pakket aan maatregelen (uitbreiden B-segment, invoering DOT, beperking ex-post verevening). Deze besparing bedroeg € 40 miljoen in 2014 en loopt uiteindelijk op tot € 325 miljoen in 2021. De oploop in eerdere jaren is reeds verwerkt in het budgettaire kader van het Hoofdlijnenakkoord 2011 en de begrotingen 2012, 2014, 2015 en 2016. De (laatste) oploop in 2021 wordt thans verwerkt.

             
               

Overheveling middelen migrantenproblematiek

 

11,8

38,3

47,5

47,5

47,5

47,5

Bij 1e suppletoire wet 2016 zijn extra middelen toegevoegd ten behoeve van extra uitgaven als gevolg van de verhoogde toestroom van migranten. Deze stonden voorlopig geparkeerd op de sector nominaal en onverdeeld. Een deel van deze middelen wordt nu toegevoegd aan de sector msz.

             
               

Technisch

             

Overheveling ZBO weefsels naar de begroting

     

– 4,0

– 4,0

– 4,0

– 4,0

Op grond van onderzoeken naar de meest wenselijke structuur van de weefselketen en de daarin gewenste financiering, wordt het ZBO weefsels van de Nederlandse Transplantatiestichting met ingang van 2018 vanuit de begroting van VWS gefinancierd in plaats vanuit het tarief voor de cornea’s.

             
               

Oefentherapie bij claudicatio intermittens

   

– 10,0

– 20,0

– 20,0

– 20,0

– 20,0

De aanspraak oefentherapie bij claudicatio intermittens (etalagebenen) bij perifeer arterieel vaatlijden in fase 2 wordt met ingang van 1 januari 2017 gewijzigd, waardoor aanspraak bestaat op 37 behandelingen gesuperviseerde oefentherapie verspreid over een jaar. Hierbij zullen voor verzekerden van 18 jaar en ouder ook de eerste 20 behandelingen met deze gesuperviseerde oefentherapie ten laste van de Zvw worden vergoed. Door toepassing van een stepped-care-benadering bij de behandeling van claudicatio intermittens fase 2 zal het aantal invasieve behandelingen door een vaatchirurg aanzienlijk worden verminderd en worden de kosten binnen de medisch specialistische zorg bespaard. Volgens berekeningen van het Zorginstituut nemen de kosten voor oefentherapie per saldo met € 20 miljoen per jaar toe. Het MSZ kader wordt neerwaarts bijgesteld met dit bedrag. In totaal bedragen de besparingen in de medisch-specialistische zorg € 41,5 miljoen. Voor zover de besparingen in de MSZ niet nodig zijn voor dekking van de meerkosten voor oefentherapie, kunnen ze in de MSZ worden ingezet voor de feitelijke invulling van de taakstelling stringent pakketbeheer. In welke mate de beoogde effecten ook daadwerkelijk worden bereikt is afhankelijk van de mate waarin in de praktijk vorm en inhoud wordt gegeven aan gesuperviseerde oefentherapie. Daarom wordt voor het invoeringsjaar 2017 gerekend met de helft van de bedragen die het Zorginstituut noemt.

             
               

Overheveling Ruxolitinib

   

7,9

       

Dit betreft de overheveling van het geneesmiddel Ruxolitinib van het geneesmiddelenkader naar de medisch-specialistische zorg. Net als in 2015 en 2016 worden de middelen voor het jaar 2017 incidenteel overgeheveld, aangezien er nog onvoldoende bekend is over de structurele kosten van dit medicijn.

             
Geriatrische revalidatiezorg en eerstelijns verblijf (bedragen x € 1 miljoen)
 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Stand ontwerpbegroting 2016

755,7

777,3

882,9

883,9

883,9

883,9

883,9

Bijstellingen jaarverslag 2015

– 38,1

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2016

0,0

– 16,7

76,9

75,9

75,9

75,9

75,9

Bijstellingen ontwerpbegroting 2017

– 14,0

– 25,8

16,9

16,9

16,9

16,9

16,9

Stand ontwerpbegroting 2017

703,6

734,9

976,7

976,7

976,7

976,7

976,7

waarvan Geriatrische revalidatiezorg

703,6

734,9

743,7

743,7

743,7

743,7

743,7

waarvan Eerstelijns verblijf

   

233,0

233,1

233,1

233,1

233,1

Geriatrische revalidatiezorg richt zich op kwetsbare ouderen met meerdere aandoeningen, die in het ziekenhuis een medisch-specialistische behandeling hebben ondergaan. Deze oudere cliënten hebben behoefte aan een multidisciplinaire revalidatiebehandeling die aan hun individuele herstelmogelijkheden en trainingstempo is aangepast en rekening houdt met andere aandoeningen. Geriatrische revalidatie onderscheidt zich daarmee in zorginhoud en cliëntgroep van de medisch-specialistische revalidatie. Doel is hen te helpen terug te keren naar de oude woonsituatie en maatschappelijk te blijven participeren.

Verblijf dat medisch noodzakelijk is in verband met geneeskundige zorg valt onder de Zorgverzekeringswet. Verblijf in verband met «zorg zoals huisartsen die plegen te bieden – het zogenoemde eerstelijns verblijf – is onder deze aanspraak mogelijk.

               

Toelichting bijstellingen ontwerpbegroting 2017

               

Autonoom

             

Actualisering geriatrische revalidatiezorg

– 14,0

– 25,8

– 25,8

– 25,8

– 25,8

– 25,8

– 25,8

De uitgaven voor geriatrische revalidatiezorg zijn geactualiseerd op basis van gegevens van het Zorginstituut. De lagere uitgaven voor geriatrische revalidatiezorg in 2015 worden structureel verondersteld.

             
               

Actualisering eerstelijns verblijf

   

32,4

32,4

32,4

32,4

32,4

Op grond van (voorlopige) realisatiecijfers in 2015 en de eerste maanden van 2016 wordt uitgegaan van hogere uitgaven voor de eerstelijns verblijf.

             
               

Beleidsmatig

             

Uitdeling groeiruimte tranche 2017

             

Dit betreft de uitdeling van de groeiruimte tranche 2017.

   

10,3

10,3

10,3

10,3

10,3

Beschikbaarheidbijdrage academische zorg (bedragen x € 1 miljoen)
 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Stand ontwerpbegroting 2016

642,6

660,0

654,4

661,0

661,1

661,1

661,1

Bijstellingen jaarverslag 2015

2,3

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2016

0,0

8,8

8,7

8,8

8,8

8,8

8,8

Bijstellingen ontwerpbegroting 2017

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand ontwerpbegroting 2017

644,9

668,7

663,1

669,8

669,9

669,9

669,9

De academische ziekenhuizen en het NKI-AVL krijgen in verband met hun publieke taken – het leveren van topreferente zorg en onderzoek en innovatie – een beschikbaarheidbijdrage academische zorg.

Beschikbaarheidbijdrage kapitaallasten academische zorg (bedragen x € 1 miljoen)
 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Stand ontwerpbegroting 2016

47,3

49,4

52,5

52,6

52,6

52,6

52,6

Bijstellingen jaarverslag 2015

– 10,6

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2016

0,0

0,4

0,5

0,5

0,5

0,5

0,5

Bijstellingen ontwerpbegroting 2017

– 0,0

0,0

– 0,0

– 0,0

– 0,0

– 0,0

– 0,0

Stand ontwerpbegroting 2017

36,7

49,8

52,9

53,0

53,0

53,0

53,0

De academische ziekenhuizen krijgen voor de kapitaallasten die samenhangen met de academische zorg een beschikbaarheidbijdrage.

Beschikbaarheidbijdragen overig medisch-specialistische zorg (bedragen x € 1 miljoen)

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Stand ontwerpbegroting 2016

74,4

82,2

82,2

82,2

82,2

82,2

82,2

Bijstellingen jaarverslag 2015

2,3

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2016

0,0

1,0

4,0

4,0

4,0

4,0

4,0

Bijstellingen ontwerpbegroting 2017

– 0,0

0,0

2,8

2,8

2,8

2,8

2,8

Stand ontwerpbegroting 2017

76,7

83,3

89,1

89,1

89,1

89,1

89,1

Op deze sector worden de uitgaven geraamd van de beschikbaarheidbijdragen ten behoeve van de spoedeisende hulp, Calamiteitenhospitaal, helikoptervoorziening en Mobiel Medisch Team-voertuigen voor traumazorg, trauma- en brandwondenzorg, kenniscoördinatie, OTO (opleiden, trainen en oefenen), acute verloskunde en de post mortom orgaandonatie. De beschikbaarheidbijdragen academische zorg, kapitaallasten academische zorg en opleidingen worden apart gepresenteerd.

               

Toelichting bijstellingen ontwerpbegroting 2017

               

Beleidsmatig

             

Uitdeling groeiruimte tranche 2017

   

2,8

2,8

2,8

2,8

2,8

Dit betreft de uitdeling van de groeiruimte tranche 2017.

             
Garantieregeling kapitaallasten (bedragen x € 1 miljoen)

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Stand ontwerpbegroting 2016

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Bijstellingen jaarverslag 2015

77,7

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2016

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Bijstellingen ontwerpbegroting 2017

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand ontwerpbegroting 2017

77,7

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

In verband met de afschaffing van de functiegerichte budgettering in de ziekenhuiszorg in 2012 is er een garantieregeling kapitaallasten in het leven geroepen voor de periode tot en met 2016. Op basis van de afwikkeling door de NZa kan worden bezien in welke mate een beroep is gedaan op deze regeling.

Overig curatieve zorg (bedragen x € 1 miljoen)
 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Stand ontwerpbegroting 2016

373,0

384,5

384,8

384,8

384,8

384,8

384,8

Mutaties jaarverslag 2015

44,5

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Mutaties 1e suppletoire begroting 2016

0,0

49,3

49,3

49,3

49,3

49,3

49,3

Nieuwe mutaties

– 5,0

– 5,0

7,7

7,7

7,7

7,7

7,7

Stand ontwerpbegroting 2017

412,5

428,8

441,8

441,8

441,8

441,8

441,8

Mede naar aanleiding van het bestuurlijk akkoord met de ziekenhuissector omvat de sector overig curatief vanaf 2012 voornamelijk de huisartsenlaboratoria. De uitgaven van andere soorten instellingen zijn vanaf 2012 opgenomen in de sector instellingen voor medisch-specialistische zorg.

               

Toelichting bijstellingen ontwerpbegroting 2017

               

Autonoom

             

Actualisering

– 5,0

– 5,0

– 5,0

– 5,0

– 5,0

– 5,0

– 5,0

Van het Zorginstituut zijn geactualiseerde cijfers ontvangen met betrekking tot de gerealiseerde uitgaven in 2015. Als gevolg daarvan vindt een structurele neerwaartse bijstelling plaats van € 5,0 miljoen.

             
               

Beleidsmatig

             

Uitdeling groeiruimte tranche 2017

   

10,7

10,7

10,7

10,7

10,7

Dit betreft de uitdeling van de groeiruimte tranche 2017.

             
               

Anonieme e-mental health

   

2,0

2,0

2,0

2,0

2,0

Het tijdelijke beleidskader voor anonieme e-mental health is omgezet in een structurele vorm. Hiermee is de financiering van de begroting naar het BKZ gegaan.

             
Geneeskundige ggz (bedragen x € 1 miljoen)
 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Stand ontwerpbegroting 2016

3.587,0

3.779,0

3.886,3

3.893,7

3.893,7

3.893,7

3.893,7

Bijstellingen jaarverslag 2015

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2016

0,0

55,4

52,1

55,7

59,7

59,7

59,7

Bijstellingen ontwerpbegroting 2017

– 22,3

– 98,7

– 130,5

– 132,8

– 132,8

– 132,8

– 132,8

Stand ontwerpbegroting 2017

3.564,7

3.735,7

3.807,9

3.816,6

3.820,6

3.820,6

3.820,6

Deze sector omvat tot en met 2013 de geneeskundige ggz geleverd door zowel eerstelijns psychologen (ELP) als aanbieders tweedelijns ggz, vanaf 2014 omvat dit de basis en de gespecialiseerde ggz. Tweedelijns geneeskundige ggz wordt geleverd door instellingen en vrijgevestigden. Vanaf 2015 omvat dit ook de langdurige op behandeling gerichte intramurale ggz. Met ingang van de begroting 2013 worden op deze sector ook de uitgaven voor de diagnose en behandeling van ernstige, enkelvoudige dyslexie geraamd en verantwoord. De sector bevat ook de kwaliteitsgelden voor de ggz en de beschikbaarheidsbijdragen voor de ggz.

               

Toelichting bijstellingen ontwerpbegroting 2017

               

Beleidsmatig

             

Stringent pakketbeheer ggz

 

– 25,0

– 25,0

– 25,0

– 25,0

– 25,0

– 25,0

Het aandeel van de ggz in de taakstelling stringent pakketbeheer is € 25 miljoen per jaar.

             
               

Technisch

             

Overheveling orthocommunicatieve behandeling

   

2,0

2,0

2,0

2,0

2,0

De afgelopen jaren is een nieuwe methode van orthocommunicatieve behandeling van patiënten met het autisme spectrum syndroom (ASS) vergoed vanuit een Wlz-subsidieregeling. Omdat de nieuwe methode onvoldoende aantoonbaar effectief is, wordt de subsidieregeling beëindigd. Personen met ASS die deze behandeling ontvingen, zullen een behandeling krijgen die onder de Jeugdwet (groep -18) of de Zvw (groep 18+) valt. De de beschikbare middelen worden overgeheveld naar het macrobudget Jeugdhulp en de Zvw.

             
               

Overheveling ggz-B vanuit Zvw naar Wlz

– 22,3

– 73,7

– 99,2

– 101,5

– 101,5

– 101,5

– 101,5

Op basis van realisaties in de Wlz kan geconstateerd worden dat de eerder geraamde overheveling naar de Zvw te hoog is geweest. De raming is geactualiseerd en op basis hiervan is de overheveling gecorrigeerd.

             
               

Substitutie schuif ggz-haz

   

– 8,3

– 8,3

– 8,3

– 8,3

– 8,3

De kaders voor curatieve ggz en de huisartsenzorg worden per 2017 structureel bijgesteld op basis van de uitkomsten van de «Substitutiemonitor – Rapportage afsprakenmonitor juli 2015».

             
Geneesmiddelen (bedragen x € 1 miljoen)

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Stand ontwerpbegroting 2016

4.394,8

4.598,8

4.479,1

4.484,0

4.483,1

4.481,1

4.481,1

Bijstellingen jaarverslag 2015

95,2

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2016

0,0

39,6

37,2

35,7

35,7

35,7

35,7

Bijstellingen ontwerpbegroting 2017

1,2

1,2

324,4

333,9

333,9

333,9

333,9

Stand ontwerpbegroting 2017

4.491,2

4.639,6

4.840,6

4.853,7

4.852,8

4.850,8

4.850,8

Op deze sector worden de uitgaven voor extramurale geneesmiddelen geraamd en verantwoord.

               

Toelichting bijstellingen ontwerpbegroting 2017

               

Autonoom

             

Actualisering

1,2

1,2

1,2

1,2

1,2

1,2

1,2

Van het Zorginstituut zijn geactualiseerde cijfers ontvangen met betrekking tot de gerealiseerde uitgaven in 2015. Als gevolg daarvan vindt een structurele bijstelling plaats van € 1,2 miljoen.

             
               

Beleidsmatig

             

Structurele financiering donorwerving en zelfstandige uitnameteams in ziekenhuizen

   

– 6,6

– 6,6

– 6,6

– 6,6

– 6,6

Dit betreft de dekking voor de structurele inbedding van donorwervingsactiviteiten in ziekenhuizen. De donorwervingsactiviteiten worden gefinancierd vanuit de begroting.

             
               

Tarieven dienstapotheken

   

– 1,7

       

Deze bijstelling betreft de dekking voor de éénjarige verlenging van de subsidie aan dienstapotheken in 2017 om hoge eigen betalingen aan farmaceutische spoedzorg te voorkomen. Het streven is om vanaf 1 januari 2018 een geïntegreerde acute farmaceutische zorg gereed te hebben.

             
               

Uitdeling groeiruimte tranche 2017

   

339,3

339,3

339,3

339,3

339,3

Dit betreft de uitdeling van de groeiruimte tranche 2017.

             
               

Technisch

             

Overheveling Ruxolitinib

   

– 7,9

       

Dit betreft de overheveling van het geneesmiddel Ruxolitinib van het geneesmiddelenkader naar de medisch-specialistische zorg. Net als in 2015 en 2016 worden de middelen voor het jaar 2017 incidenteel overgeheveld, aangezien er nog onvoldoende bekend is over de structurele kosten van dit medicijn.

             
Hulpmiddelen (bedragen x € 1 miljoen)
 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Stand ontwerpbegroting 2016

1.603,3

1.668,0

1.717,8

1.719,2

1.719,1

1.719,1

1.719,1

Bijstellingen jaarverslag 2015

– 90,8

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2016

0,0

– 84,4

– 59,2

– 59,2

– 59,2

– 59,2

– 59,2

Bijstellingen ontwerpbegroting 2017

6,9

6,9

– 53,5

– 53,5

– 53,5

– 53,5

– 53,5

Stand ontwerpbegroting 2017

1.519,4

1.590,5

1.605,1

1.606,4

1.606,3

1.606,3

1.606,3

Op deze sector worden de uitgaven voor extramurale hulpmiddelen die verstrekt worden krachtens de Regeling hulpmiddelen geraamd en verantwoord.

               

Toelichting bijstellingen ontwerpbegroting 2017

               

Autonoom

             

Actualisering

6,9

6,9

6,9

6,9

6,9

6,9

6,9

Van het Zorginstituut zijn geactualiseerde cijfers ontvangen met betrekking tot de gerealiseerde uitgaven in 2015. Als gevolg daarvan vindt een structurele bijstelling plaats van € 6,9 miljoen.

             
               

Beleidsmatig

             

Invulling stringent pakketbeheer hulpmiddelen

   

– 25,0

       

In 2017 wordt er incidenteel € 25 miljoen aangewend ter dekking van de taakstelling. De bij de 1e suppletoire begroting 2016 gemelde dekking van € 50 miljoen vanuit het hulpmiddelenkader voor de taakstelling in 2016 wordt structureel doorgetrokken.

             
               

Dekking pakketuitbreiding

     

– 25,0

– 25,0

– 25,0

– 25,0

Voor 2018 en verder wordt er € 25 miljoen ingezet ter dekking van de pakketuitbreiding binnen het BKZ.

             
               

Ramingsbijstelling Hulpmiddelen

   

– 45,0

– 45,0

– 45,0

– 45,0

– 45,0

De Hulpmiddelenraming van VWS laat ten opzichte van de meest actuele raming van het Zorginstituut Nederland in 2017 en verder ruimte zien. Voor de komende jaren wordt uitgegaan van een beheerste ontwikkeling van de groei. De geraamde groei ligt hoger dan de gemiddelde jaarlijkse groei van circa 2% waar het Zorginstituut Nederland in haar meest recente raming vanuit gaat (Zie GIPeiling 2014). Daarom is er bij de Voorjaarsbesluitvorming 2016 besloten tot een ramingsbijstelling van € 45 miljoen voor 2017 en verder.

             
               

Uitdeling groeiruimte tranche 2017

   

9,6

9,6

9,6

9,6

9,6

Dit betreft de uitdeling van de groeiruimte tranche 2017.

             
Wijkverpleging (bedragen x € 1 miljoen)
 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Stand ontwerpbegroting 2016

3.167,3

3.346,1

3.561,8

3.664,4

3.685,4

3.690,9

3.690,9

Bijstellingen jaarverslag 2015

37,7

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2016

0,0

85,7

51,0

52,4

52,7

51,6

51,5

Bijstellingen ontwerpbegroting 2017

– 23,9

0,0

0,0

– 2,4

– 15,7

– 11,6

– 13,9

Stand ontwerpbegroting 2017

3.181,1

3.431,7

3.612,8

3.714,4

3.722,4

3.730,9

3.728,5

Binnen de aanspraak wijkverpleging is sprake van zowel verpleging als verzorging. Hierbij gaat het om verpleegkundige handelingen zoals wondverzorging, injecties en catheterisaties en verzorgende handelingen zoals wassen en aankleden. De wijkverpleegkundige is in de eerste plaats een zorgverlener. Daarin vormt de (wijk)verpleegkundige tevens de schakel tussen de cliënt, zijn of haar sociale omgeving en de verschillende professionals. Binnen de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) was voor deze laatste coördinerende, regisserende en signalerende taken geen bekostigingstitel. De ruimte die de wijkverpleegkundige nodig heeft om breder te kijken dan de oorspronkelijke zorgvraag was door de indeling in functies en klassen verdwenen. Binnen de aanspraak wijkverpleging zijn naast de (wijk)verpleegkundige ook verzorgenden en gespecialiseerde verpleegkundigen werkzaam zijn. Financiering vindt al dan niet plaats via een persoonsgebonden budget.

               

Toelichting bijstellingen ontwerpbegroting 2017

               

Autonoom

             

Actualisering

– 23,9

           

Van het Zorginstituut zijn geactualiseerde cijfers ontvangen met betrekking tot de gerealiseerde uitgaven in 2015. Omdat de stabiliteit van deze realisatiecijfers nog onduidelijk is, wordt deze bijstelling incidenteel verwerkt.

             
               

Beleidsmatig

             

Toedeling oploop RA-maatregel begeleiding in 2019

       

– 5,5

– 5,5

– 5,5

Dit betreft de oploop in 2019 van de maatregel «geen aanspraak op begeleiding, budget 75% naar gemeenten»op het kader wijkverpleging.

             
               

Extramuralisering VG-3

     

– 2,4

– 3,2

– 4,1

– 4,9

Als gevolg van het niet extramuraliseren van zorgzwaartepakket VG3 wordt de overheveling vanuit de Wlz gecorrigeerd.

             
               

Extramuralisering

       

4,0

9,0

13,0

Dit betreft het oorspronkelijke effect van extramuralisering en leidt tot meer uitgaven aan wijkverpleging in de Zvw.

             
               

Niet extramuraliseren V&V-4

       

– 11,0

– 11,0

– 11,0

Het niet extramuraliseren van het zorgprofiel V&V-4 leidt tot minder uitgaven aan wijkverpleging in de Zvw.

             
               

Extrapolatie

           

– 5,5

Ambulancevervoer (bedragen x € 1 miljoen)
 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Stand ontwerpbegroting 2016

551,9

565,7

563,5

563,5

561,2

561,2

561,2

Bijstellingen jaarverslag 2015

– 48,2

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2016

0,0

– 16,4

8,5

8,5

8,5

8,5

8,5

Bijstellingen ontwerpbegroting 2017

– 0,0

0,0

19,7

19,7

19,7

19,7

19,7

Stand ontwerpbegroting 2017

503,7

549,3

591,8

591,8

589,5

589,5

589,5

De ambulancezorg kent twee kerntaken: spoedvervoer en besteld vervoer. Daarnaast staan ambulances ook paraat voor geneeskundige hulp bij ongevallen en rampen. Op deze sector worden tevens de uitgaven Centrale Posten Ambulancevervoer (CPA) verantwoord.

               

Toelichting bijstellingen ontwerpbegroting 2017

               

Beleidsmatig

             

Uitdeling groeiruimte tranche 2017

   

13,7

13,7

13,7

13,7

13,7

Dit betreft de uitdeling van de groeiruimte tranche 2017.

             
               

Passend vervoer voor mensen met verward gedrag of acute ggz-problematiek

   

6,0

6,0

6,0

6,0

6,0

Mensen die verward gedrag vertonen of te kampen hebben met acute ggz-problematiek en geen strafbare feiten hebben gepleegd, worden nu soms vervoerd in een politieauto. Dit is geen passend vervoer en kan onnodig stigmatiserend en traumatiserend werken. Het is van belang dat er voldoende passend vervoer gerealiseerd wordt voor deze doelgroep. Om passend vervoer aan te kunnen bieden wordt € 6 miljoen extra beschikbaar gesteld.

De financiering van passend vervoer maakt deel uit van een samenhangend pakket aan maatregelen ten behoeve van een sluitende aanpak voor personen met verward gedrag, zie ook artikel 2.

             
Overige ziekenvervoer (bedragen x € 1 miljoen)
 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Stand ontwerpbegroting 2016

123,0

126,6

125,6

125,6

125,6

125,6

125,6

Bijstellingen jaarverslag 2015

– 11,7

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2016

0,0

– 9,8

– 9,8

– 9,8

– 9,8

– 9,8

– 9,8

Bijstellingen ontwerpbegroting 2017

– 0,2

– 0,2

2,7

2,7

2,7

2,7

2,7

Stand ontwerpbegroting 2017

111,1

116,6

118,5

118,5

118,5

118,5

118,5

Het overig ziekenvervoer betreft het vervoer van patiënten van en naar zorgaanbieders. Hiervoor in aanmerking komen verzekerden die chemo- of radiotherapie ondergaan, nierdialyse ondergaan, zich uitsluitend in een rolstoel kunnen verplaatsen, zeer slechtziend zijn of van hun zorgverzekeraar hiervoor toestemming hebben gekregen. Het betreft zowel commercieel vervoer als vergoeding van de kosten van openbaar vervoer.

               

Toelichting bijstellingen ontwerpbegroting 2017

               

Autonoom

             

Actualisering

– 0,2

– 0,2

– 0,2

– 0,2

– 0,2

– 0,2

– 0,2

Van het Zorginstituut zijn geactualiseerde cijfers ontvangen met betrekking tot de gerealiseerde uitgaven in 2015. Als gevolg daarvan vindt een structurele bijstelling plaats van € 0,2 miljoen.

             
               

Beleidsmatig

             

Uitdeling groeiruimte tranche 2017

   

2,9

2,9

2,9

2,9

2,9

Dit betreft de uitdeling van de groeiruimte tranche 2017.

             
Opleidingen (bedragen x € 1 miljoen)
 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Stand ontwerpbegroting 2016

1.230,6

1.250,9

1.284,6

1.263,5

1.178,0

1.162,9

1.162,9

Bijstellingen jaarverslag 2015

– 13,4

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2016

0,0

17,4

17,9

17,6

16,4

16,2

16,1

Bijstellingen ontwerpbegroting 2017

0,0

0,0

– 9,0

– 26,0

– 26,0

– 26,0

– 33,0

Stand ontwerpbegroting 2017

1.217,2

1.268,3

1.293,5

1.255,0

1.168,4

1.153,1

1.146,0

Met ingang van 2013 worden de specialistische vervolgopleidingen uit het zogenaamde opleidingsfonds (inclusief de opleiding tot huisarts) en een aantal ggz-opleidingen via een beschikbaarheidbijdrage op grond van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) gefinancierd. De uitvoering geschiedt door de NZa. De betalingen lopen via het Zorginstituut Nederland.

               

Toelichting bijstellingen ontwerpbegroting 2017

               

Beleidsmatig

             

Beschikbaarheidsbijdrage opleidingen msz

   

– 9,0

– 26,0

– 26,0

– 26,0

– 26,0

Het Capaciteitsorgaan heeft een voorstel gedaan voor de opleidingsplaatsen 2017–2019 voor de medische vervolgopleidingen. Het aantal geraamde benodigde opleidingsplaatsen is lager dan voorheen, zodat de uitgavenraming neerwaarts bijgesteld kan worden.

             
               

Extrapolatie

           

– 7,0

Grensoverschrijdende zorg (bedragen x € 1 miljoen)

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Stand ontwerpbegroting 2016

779,8

809,9

749,8

749,8

749,8

749,8

749,8

Bijstellingen jaarverslag 2015

– 21,7

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2016

0,0

– 12,0

– 12,7

– 12,7

– 12,7

– 12,7

– 12,7

Bijstellingen ontwerpbegroting 2017

– 45,8

– 0,0

38,6

37,8

37,0

36,2

35,4

Stand ontwerpbegroting 2017

712,3

797,8

775,7

774,9

774,1

773,3

772,5

Deze deelsector betreft de grensoverschrijdende zorg binnen en buiten het macroprestatiebedrag (mpb).

 

Binnen het macroprestatiebedrag betreft het zorgkosten gemaakt in het buitenland door verzekerden bij Nederlandse zorgverzekeraars. Dit zijn bijvoorbeeld de medische lasten na een skiongeluk, lasten die samenhangen met een behandeling in een Belgisch ziekenhuis of lasten van grensarbeiders die in Nederland werken en in Duitsland wonen.

 

De grensoverschrijdende zorg buiten het mpb betreft de lasten van internationale verdragen. Het gaat om kosten van zorg aan personen die buiten Nederland wonen en niet aan Nederlandse sociale verzekeringswetgeving zijn onderworpen, maar die op grond van een Europese verordening of een door Nederland gesloten verdrag inzake sociale zekerheid recht hebben op geneeskundige zorg ten laste van Nederland. Ten eerste betreft dit verdragsgerechtigden die wonen in het buitenland met een Nederlands pensioen en hun in het buitenland wonende gezinsleden. Het gaat ook om in het buitenland wonende gezinsleden van in Nederland werkende werknemers. Tegenover het recht op zorg staat de verplichting om een bijdrage aan Zorginstituut Nederland te betalen.

 

Het betreft ook de kosten van medische zorg voor personen die verzekerd zijn in het buitenland en langdurig of kortdurend verblijven in Nederland. Dit zijn bijvoorbeeld in Nederland wonende en in het buitenland voor een buitenlandse werkgever werkende werknemers en hun gezinsleden, in Nederland wonende rechthebbenden op een buitenlands pensioen met hun gezin en toeristen). Deze kosten worden doorberekend aan de internationale verdragspartners. De baten worden in mindering gebracht op de lasten.

               

Toelichting bijstellingen ontwerpbegroting 2017

               

Autonoom

             

Actualisering

– 45,8

           

Dit betreft een bijstelling van de uitgaven naar aanleiding van de jaarcontrole.

             
               

Beleidsmatig

             

Ruimte GOZ verdragsgerechtigden

   

– 0,8

– 1,6

– 2,4

– 3,2

– 4,0

In de voorjaarsbesluitvorming is uitgegaan van de beëindiging van het akkoord met Marokko per 1-1-2017.

Hierdoor ontstaat er ruimte bij de verdragsgerechtigden van € 0,8 miljoen per jaar cumulatief.

             
               

Besparingsverlies werelddekking

   

15,8

16,6

17,4

18,2

14,0

Ten aanzien van Marokko is er tot en met 2020 een besparingsverlies van € 5 miljoen per jaar omdat met het akkoord het schrappen van de aanspraak op zorg bij tijdelijk verblijf met 4 jaar wordt vertraagd. Aanvullend is er een besparingsverlies bij de verdragsgerechtigden met een Nederlands pensioen omdat met het akkoord de besparing (€ 0,8 miljoen per jaar oplopend) niet meer optreedt. Deze besparingsverliezen worden gedekt uit het kader grensoverschrijdende zorg; zie hieronder. Daarnaast is er een besparingsverlies van € 10 miljoen per jaar ten aanzien Turkije en de overige verdragslanden. De voortzetting of het opstarten van de onderhandelingen met Turkije en de andere verdragslanden is aangehouden totdat zicht is op het aannemen van het wetsvoorstel beperken werelddekking. De financiële dekking van dit besparingsverlies is meegenomen in het totale budgettair overzicht in de voorjaarsbesluitvorming.

             
               

Dekking besparingsverlies werelddekking Marokko

   

– 5,8

– 6,6

– 7,4

– 8,2

– 4,0

Het besparingsverlies vanwege het akkoord met Marokko wordt gedekt uit het kader van grensoverschrijdende zorg.

             
               

Uitdeling groeiruimte tranche 2017

   

29,4

29,4

29,4

29,4

29,4

Dit betreft de uitdeling van de groeiruimte tranche 2017.

             
Nominaal en onverdeeld (bedragen x € 1 miljoen)
 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Stand ontwerpbegroting 2016

421,7

1.266,3

2.460,7

5.040,4

7.564,1

10.436,2

10.436,2

Bijstellingen jaarverslag 2015

– 421,7

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2016

0,0

– 1.101,0

– 1.337,9

– 1.312,0

– 1.367,1

– 1.463,4

– 1.469,5

Bijstellingen ontwerpbegroting 2017

0,0

14,4

– 374,7

– 1.057,1

– 1.421,0

– 1.857,4

720,5

Stand ontwerpbegroting 2017

0,0

179,7

748,0

2.671,3

4.776,0

7.115,4

9.687,2

De sector nominaal en onverdeeld bevat de nog niet toebedeelde maatregelen, de nog niet uitgedeelde groeiruimte en loon- en prijsbijstellingen.

               

Toelichting bijstellingen ontwerpbegroting 2017

               

Autonoom

             

Nominale ontwikkeling

   

– 93,4

– 119,0

– 123,6

– 128,9

– 134,4

De raming van de loon- en prijsbijstelling is aangepast op basis van actuele macro-economische inzichten van het Centraal Planbureau (CPB).

             
               

Grondslagverlegging en overige

   

9,5

– 9,5

– 22,9

– 36,0

– 36,0

De grondslag van het loon-prijsmodel is zoals ieder jaar na Prinsjesdag een jaar opgeschoven, van begroting 2015 naar 2016. Voorts zijn enkele technische wijzigingen verwerkt.

             
               

Ramingsbijstelling MLT 2018–2021

     

– 621,6

– 970,5

– 1.435,0

– 1.844,1

Deze bijstelling betreft de technische verwerking van de middellangetermijnverkenning 2018–2021 van het CPB.

             
               

Actualisering geriatrische revalidatiezorg

 

16,2

         

De uitgaven voor geriatrische revalidatiezorg zijn geactualiseerd op basis van gegevens van het Zorginstituut. De lagere uitgaven voor geriatrische revalidatiezorg in 2015 worden structureel verondersteld. De middelen voor 2016 worden gereserveerd op nominaal en onverdeeld Zvw.

             
               
               

Beleidsmatig

             

Taakstelling stringent pakketbeheer

   

150,0

150,0

150,0

150,0

150,0

De taakstelling stringent pakketbeheer bedraagt € 75 miljoen in 2016 en € 225 miljoen vanaf 2017. Dekking voor de taakstelling is gevonden binnen de sectoren msz, ggz en hulpmiddelen. De invulling van de tranche 2016 is bij eerste suppletoire begroting 2016 verwerkt; Thans wordt de oploop vanaf 2017 verwerkt.

             
               

Stringent pakketbeheer ggz

 

25,0

25,0

25,0

25,0

25,0

25,0

De invulling van de taakstelling stringent pakketbeheer is voor wat betreft de ggz bij eerste suppletoire begroting 2016 op Nominaal en onverdeeld Zvw verwerkt; thans wordt de invulling van de taakstelling doorgeboekt naar de sector ggz.

             
               

Niet gerealiseerde besparing doelmatig voorschrijven

   

10,0

       

Dit betreft een korting op het kader MSZ in verband met de niet gerealiseerde besparing doelmatig voorschrijven, conform de afspraken hierover in het bestuurlijk akkoord MSZ. Als ook in 2016 de besparing achterblijft bij de in het akkoord afgesproken opbrengst, volgt een korting voor het kader voor 2017. Vooralsnog gaan we daarbij uit van een bedrag van € 10 miljoen.

             
               

Correctie extrapolatie integrale tarieven 2020

         

50,0

 

Bij de extrapolatie 2020 (bij ontwerpbegroting 2016) zijn abusievelijk de gereserveerde middelen voor de overgang naar integrale tarieven in het jaar 2020 gedeeltelijk buiten beschouwing gebleven; deze omissie wordt bij deze hersteld.

             
               

Uitdeling groeiruimte tranche 2017

   

– 445,6

– 445,6

– 445,6

– 445,6

– 445,6

Dit betreft de uitdeling van de groeiruimte tranche 2017.

             
               

Overheveling middelen migrantenproblematiek

 

– 11,8

– 38,3

– 47,5

– 47,5

– 47,5

– 47,5

Bij 1e suppletoire wet 2016 zijn op deze sector middelen toegevoegd ten behoeve van extra uitgaven als gevolg van de verhoogde toestroom van migranten. Een deel van deze middelen wordt nu toegevoegd aan de sector msz.

             
               

Overheveling middelen subsidieregeling voor verwarde onverzekerde personen

 

– 1,5

– 12,0

– 12,0

– 12,0

– 12,0

– 12,0

Bij 1e suppletoire wet 2016 zijn op deze sector middelen toegevoegd ten behoeve van de aanpak van verwarde personen. Deze mutatie betreft een overheveling naar de begroting voor een subsidieregeling. Deze subsidieregeling maakt deel uit van een samenhangend pakket aan maatregelen ten behoeve van een sluitende aanpak voor personen met verward gedrag, zie voor nadere toelichting artikel 2.

             
               

Overheveling middelen ZONMW project «sluitende aanpak personen met verward gedrag»

   

– 6,0

– 12,0

– 12,0

– 12,0

– 6,0

Bij 1e suppletoire wet 2016 zijn op deze sector middelen toegevoegd ten behoeve van de aanpak van verwarde personen. Deze mutatie betreft een overheveling naar de begroting voor een ZONMW programma ten behoeve van projecten voor gemeenten en andere ketenpartners. Dit programma bij ZONMW maakt deel uit van een samenhangend pakket aan maatregelen ten behoeve van een sluitende aanpak voor personen met verward gedrag, zie voor nadere toelichting artikel 2.

             
               

Overheveling middelen aanjaagteam verwarde personen

   

– 2,0

– 2,0

– 2,0

– 2,0

– 2,0

Bij 1e suppletoire wet 2016 zijn op deze sector middelen toegevoegd ten behoeve van de aanpak van verwarde personen. Deze mutatie betreft een overheveling naar de begroting voor onder andere de voortzetting van de activiteiten van het aanjaagteam. Dit maakt deel uit van een samenhangend pakket aan maatregelen ten behoeve van een sluitende aanpak voor personen met verward gedrag, zie voor nadere toelichting artikel 2.

             
               

Kasschuif verwarde personen

 

– 13,5

– 4,0

5,0

8,0

4,5

0,0

Vanwege de uitlopende voorbereiding van de maatregelen die worden ingezet voor het realiseren van een sluitende aanpak van verwarde personen, zullen de uitgaven aan deze maatregelen in de loop van 2017 op gang komen.

Om de verwachte uitgaven beter aan te sluiten bij de beschikbaar gestelde middelen, worden er middelen geschoven van 2016 en 2017 naar 2018 t/m 2020.

             
               

Overheveling middelen passend vervoer verwarde personen

   

– 6,0

– 6,0

– 6,0

– 6,0

– 6,0

Bij 1e suppletoire wet 2016 zijn op deze sector middelen toegevoegd ten behoeve van de aanpak van verwarde personen. Deze mutatie betreft een overheveling naar de sector ambulancezorg voor passend vervoer van personen met verward gedrag. De financiering van dit passend vervoer maakt deel uit van een samenhangend pakket aan maatregelen ten behoeve van een sluitende aanpak voor personen met verward gedrag, zie voor nadere toelichting artikel 2.

             
               

Ramingsbijstelling Hulpmiddelen

   

45,0

45,0

45,0

45,0

45,0

De Hulpmiddelenraming van VWS laat ten opzichte van de meest actuele raming van het Zorginstituut Nederland in 2017 en verder ruimte zien. Voor de komende jaren wordt uitgegaan van een beheerste ontwikkeling van de groei. De geraamde groei ligt hoger dan de gemiddelde jaarlijkse groei van circa 2% waar het Zorginstituut Nederland in haar meest recente raming vanuit gaat (Zie GIPeiling 2014). Daarom is er bij de Voorjaarsbesluitvorming 2016 besloten tot een ramingsbijstelling van € 45 miljoen voor 2017 en verder.

             
               

Overige

             

Dekking preventiecoalities

   

1,8

3,4

5,0

3,4

1,8

Preventiecoalities

   

– 1,8

– 3,4

– 5,0

– 3,4

– 1,8

Dekking veiligheid, kwaliteit, doelmatigheid hulpmiddelen

   

1,0

2,0

3,0

3,0

3,0

Veiligheid, kwaliteit & doelmatigheid hulpmiddelen

   

– 1,0

– 2,0

– 3,0

– 3,0

– 3,0

E-mental health

   

– 2,0

– 2,0

– 2,0

– 2,0

– 2,0

Dekking verhoging ELV

   

– 5,0

– 5,0

– 5,0

– 5,0

– 5,0

               

Extrapolatie

           

3.041,0

Ontvangsten Zvw (bedragen x € 1 miljoen)
 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Stand ontwerpbegroting 2016

3.217,7

3.194,8

3.285,1

3.404,8

3.546,8

3.681,5

3.681,5

Bijstellingen jaarverslag 2015

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2016

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Bijstellingen ontwerpbegroting 2017

0,0

0,0

– 98,0

– 54,8

– 37,6

– 16,4

178,1

Stand ontwerpbegroting 2017

3.217,7

3.194,8

3.187,1

3.350,0

3.509,2

3.665,1

3.859,6

Deze deelsector omvat onder andere het eigen risico en de eigen bijdragen binnen de Zvw.

               

Toelichting bijstellingen ontwerpbegroting 2017

               

Autonoom

             

Bijstelling eigen risico

   

– 98,0

– 75,0

– 75,0

– 75,0

– 75,0

De raming van de Zvw-uitgaven wordt structureel neerwaarts bijgesteld. Dit heeft ook gevolgen voor de raming van de opbrengst van het eigen risico. Deze wordt in 2017 met € 98 miljoen en structureel met € 75 miljoen verlaagd.

             
               

Ramingsbijstelling MLT 2018–2021

     

20,2

37,4

58,6

113,1

Deze bijstelling betreft de technische verwerking van de middellangetermijnverkenning 2018–2021 van het CPB.

             
               

Beleidsmatig

             

Extrapolatie

           

140,0

6.1.2 Wet langdurige zorg (Wlz)

In deze paragraaf wordt ingegaan op de financiële ontwikkelingen binnen de Wlz in het afgelopen jaar en de doorwerking hiervan in de periode tot en met 2021. In tabel 17 wordt de opbouw van de Wlz- uitgaven en -ontvangsten op deelsector niveau weergegeven. De sector nominaal en onverdeeld bevat de nog niet toebedeelde maatregelen, de nog niet uitgedeelde groeiruimte en loon- en prijsbijstellingen. In deze paragraaf wordt na tabel 17 verder per deelsector ingegaan op de bijstellingen die hebben plaatsgevonden tussen de 1e suppletoire begroting 2016 en de ontwerpbegroting 2017 en de meerjarige doorwerking.

Tabel 17 Opbouw van de Wlz-uitgaven en -ontvangsten per sector (bedragen x € 1 miljoen)
 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Nieuwe indeling

             
               

Binnen contracteerruimte

16.311,4

16.635,1

16.908,9

17.406,6

17.321,8

17.250,5

17.234,1

Ouderenzorg

8.593,2

8.942,1

9.062,8

9.342,8

9.278,2

9.251,1

9.252,6

Gehandicaptenzorg

5.942,4

6.132,4

6.233,1

6.356,9

6.336,7

6.300,1

6.282,0

Langdurige ggz

622,3

587,1

598,7

619,3

619,3

617,8

617,9

Volledig pakket thuis

353,0

360,6

418,2

414,2

414,2

408,1

408,2

Extramurale zorg

776,8

582,1

564,3

641,4

641,4

641,4

641,5

Overige binnen contracteerruimte

23,8

30,7

31,8

31,9

31,9

31,9

31,9

               

Persoonsgebonden budgetten

1.236,3

1.567,5

1.745,4

1.793,5

1.793,5

1.794,0

1.796,1

               

Buiten contracteerruimte

2.368,2

1.620,8

1.369,7

1.848,8

2.883,3

4.208,2

5.689,3

Kapitaallasten (nacalculatie)

1.388,7

804,5

380,3

0,0

0,0

0,0

0,0

Beheerskosten

159,1

147,6

187,1

176,0

169,0

169,0

169,0

Overig buiten contracteerruimte1

618,6

668,1

457,9

459,8

462,3

462,3

462,4

Nominaal en onverdeeld

201,8

0,6

344,4

1.213,0

2.252,0

3.576,9

5.057,9

Bruto-Wlz-uitgaven begroting 2017

19.915,9

19.823,4

20.024,0

21.048,9

21.998,6

23.252,6

24.719,4

Eigen bijdrage Wlz

1.865,9

1.826,1

1.815,3

1.833,7

1.870,6

1.915,1

1.959,6

Netto-Wlz-uitgaven begroting 2017

18.050,0

17.997,3

18.208,7

19.215,2

20.127,9

21.337,5

22.759,8

Bron: VWS, NZa-gegevens over de productieafspraken en voorlopige realisatiegegevens, gegevens Zorginstituut Nederland over (voorlopige) financieringslasten Zvw en Wlz.

1

Bij de Wlz zijn onder de post overige buiten contracteerruimte opgenomen de sectoren; bovenbudgettaire vergoedingen, tandheelkunde Wlz, instellingen voor medisch-specialistische zorg Wlz, overig curatieve zorg Wlz, ADL, extramurale behandeling, zorginfrastructuur, eerstelijnsverblijf, innovatie en beschikbaarheidbijdrage opleidingen Wlz.

In figuur 12 is de samenstelling van de Wlz-uitgaven per sector weergegeven voor het jaar 2017.

Figuur 12 Samenstelling Wlz-uitgaven 2017

Figuur 12 Samenstelling Wlz-uitgaven 2017
Ouderenzorg (bedragen x € 1 miljoen)
 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Stand ontwerpbegroting 2016

8.906,1

9.017,8

9.069,8

9.371,7

9.302,7

9.231,9

9.231,9

Bijstellingen jaarverslag 2015

– 312,9

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2016

0,0

– 22,9

– 22,7

– 22,8

– 18,8

24,9

26,3

Bijstellingen ontwerpbegroting 2017

– 0,0

– 52,8

15,7

– 6,0

– 5,7

– 5,7

– 5,7

Stand ontwerpbegroting 2017

8.593,2

8.942,1

9.062,8

9.342,8

9.278,2

9.251,1

9.252,6

Op deze deelsector staat de uitgavenontwikkeling van de intramurale ouderenzorg, bestaande uit de zorgzwaartepakketten, de normatieve huisvestingscomponent, de toeslagen en vergoedingen voor dagbestedingen en vervoer.

               

Toelichting bijstellingen ontwerpbegroting 2017

               

Beleidsmatig

             

Tarieven NHC's

     

– 8,0

– 22,6

– 22,6

– 22,6

In het kader van de invoering van de NHC’s zijn voor de periode 2012–2017 vaste en niet-onderhandelbare tarieven afgesproken. Met ingang van de 2018 kunnen deze tarieven worden herijkt op grond van onder meer de renteontwikkelingen. Dit leidt tot lagere NHC-tarieven.

             
               

Toedeling volumegroei Wlz 2017

   

106,2

106,2

106,2

106,2

106,2

Dit betreft toedeling van de groei tranche 2017 aan de sector ouderenzorg.

             
               

Toedeling extramuralisering

   

– 287,4

– 302,1

– 307,1

– 307,1

– 307,1

Dit betreft de toedeling van de maatregel extramuraliseren aan de sector ouderenzorg.

             
               

Schrappen taakstelling Wlz

   

248,6

248,6

248,6

248,6

248,6

Het kabinet heeft extra middelen vrijgemaakt voor de langdurige zorg vanaf 2017. Hierdoor is het mogelijk om de taakstelling op de Wlz van € 500 miljoen vanaf 2017 structureel terug te draaien. Dat betekent dat er in 2017 (en latere jaren) meer ruimte is voor zorgaanbieders om kwalitatief goede zorg te leveren waarmee kwetsbare cliënten beter in staat worden gesteld om het leven te leiden zoals zij dat willen. Het schrappen van de bezuiniging van € 500 miljoen wordt voor € 400 miljoen gedekt vanuit de middelen uit het pakket voor maatschappelijke prioriteiten en voor € 100 miljoen gedekt door meevallers binnen de Wlz.

             
               

Extramuralisering

       

– 37,0

– 37,0

– 37,0

Dit betreft het oorspronkelijke effect van extramuralisering en leidt tot minder uitgaven aan ouderenzorg in de Wlz.

             
               

Niet extramuraliseren V&V4

       

57,0

57,0

57,0

Het niet extramuraliseren van het zorgprofiel V&V-4 leidt tot meer uitgaven aan ouderenzorg in de Wlz.

             
               

Technisch

             

Overheveling ZIN naar pgb-kader

 

– 50,0

– 50,0

– 50,0

– 50,0

– 50,0

– 50,0

Binnen het budgettaire kader van de Wlz kan geschoven worden tussen ZIN en pgb. Deze mutatie betreft de overheveling van middelen naar het pgb-kader.

             
               

Overig

 

– 2,8

– 1,8

– 0,8

– 0,8

– 0,8

– 0,8

Gehandicaptenzorg (bedragen x € 1 miljoen)
 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Stand ontwerpbegroting 2016

5.949,9

6.126,0

6.090,1

6.241,1

6.241,1

6.223,2

6.223,2

Bijstellingen jaarverslag 2015

– 7,5

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2016

0,0

64,4

57,4

58,1

58,1

57,6

56,9

Bijstellingen ontwerpbegroting 2017

– 0,0

– 58,0

85,5

57,8

37,5

19,3

1,9

Stand ontwerpbegroting 2017

5.942,4

6.132,4

6.233,1

6.356,9

6.336,7

6.300,1

6.282,0

Op deze deelsector staat de uitgavenontwikkeling van de intramurale gehandicaptenzorg, bestaande uit de zorgzwaartepakketten, de normatieve huisvestingscomponent, de toeslagen en vergoedingen voor dagbestedingen en vervoer.

               

Toelichting bijstellingen ontwerpbegroting 2017

               

Beleidsmatig

             

Tarieven NHC's

     

– 6,0

– 15,7

– 15,7

– 15,7

In het kader van de invoering van de NHC’s zijn voor de periode 2012–2017 vaste en niet-onderhandelbare tarieven afgesproken. Met ingang van de 2018 kunnen deze tarieven worden herijkt op grond van onder meer de renteontwikkelingen. Dit leidt tot lagere NHC-tarieven.

             
               

Toedeling volumegroei Wlz 2017

   

20,8

20,8

20,8

20,8

20,8

Dit betreft toedeling van de groei tranche 2017 aan de sector gehandicaptenzorg.

             
               

Toedeling extramuralisering

   

– 39,0

– 40,5

– 40,5

– 40,5

– 40,5

Dit betreft de toedeling van de maatregel extramuraliseren aan de sector gehandicaptenzorg.

             
               

Extramuralisering VG-3

 

17,0

32,0

39,4

53,0

66,9

80,7

Het niet extramuraliseren van het zorgprofiel VG-3 leidt tot meer uitgaven aan gehandicaptenzorg.

             
               

Schrappen taakstelling Wlz

   

151,4

151,4

151,4

151,4

151,4

Het kabinet heeft extra middelen vrijgemaakt voor de langdurige zorg vanaf 2017. Hierdoor is het mogelijk om de taakstelling op de Wlz van € 500 miljoen vanaf 2017 structureel terug te draaien. Dat betekent dat er in 2017 (en latere jaren) meer ruimte is voor zorgaanbieders om kwalitatief goede zorg te leveren waarmee kwetsbare cliënten beter in staat worden gesteld om het leven te leiden zoals zij dat willen. Het schrappen van de bezuiniging van € 500 miljoen wordt voor € 400 miljoen gedekt vanuit de middelen uit het pakket voor maatschappelijke prioriteiten en voor € 100 miljoen gedekt door meevallers binnen de Wlz.

             
               

Extramuralisering

       

– 30,0

– 61,0

– 91,0

Dit betreft het oorspronkelijke effect van extramuralisering en leidt tot minder uitgaven aan gehandicaptenzorg in de Wlz.

             
               

Investeringskosten SVB en portal

   

– 13,0

– 7,0

     

Als onderdeel van de afspraken uit het Bestuurlijk Overleg VNG-Rijk van 24 augustus 2016 levert het Rijk een bijdrage aan de investeringskosten bij de SVB voor gemeenten.

             
               

Herverdeeleffecten HLZ: effect omzetting tijdelijke verblijfsindicaties AWBZ naar Wlz-indicaties voor onbepaalde tijd

   

36,3

35,1

33,9

32,8

31,6

Cliënten met een hoog zzp op 31 december 2014 hebben – met uitzondering van ggz-B – overgangsrecht gekregen voor onbepaalde tijd. Dit geldt ook voor de cliënten die een tijdelijke indicatie hadden. Bij een afnemende zorgbehoefte houden deze cliënten recht op Wlz-zorg. Dit levert voor gemeenten een voordeel op van € 34 miljoen. De betreffende middelen worden vanaf 2017 overgeheveld van de Wmo naar de Wlz.

             
               

Herverdeeleffecten HLZ: tijdelijk verblijf LVB

   

– 60,4

– 60,4

– 60,4

– 60,4

– 60,4

Gemeenten zijn op grond van de Wmo 2015 verantwoordelijk voor (jong) volwassenen met een verstandelijke of licht verstandelijke beperking (VG-er of LVG-er) die tijdelijk de behoefte hebben aan begeleiding en/of behandeling in een beschermende woonomgeving. Doordat deze groep niet herleidbaar was in de NZa-gegevens zijn de middelen bij de hervorming van de langdurige zorg niet overgeheveld naar de Wmo 2015. De middelen worden vanaf 2017 alsnog overgeheveld van de Wlz naar de Wmo.

             
               

Herverdeeleffecten HLZ: VG-3

   

32,5

       

In het Zorgakkoord 2014 is het extramuraliseren van het zorgprofiel VG3 teruggedraaid. In het budget voor de Wmo 2015 was dit besluit nog niet verwerkt. De betreffende middelen worden vanaf 2017 teruggeboekt van de Wmo naar de Wlz.

             
               

Technisch

             

Overheveling ZIN naar pgb-kader

 

– 75,0

– 75,0

– 75,0

– 75,0

– 75,0

– 75,0

Binnen het budgettaire kader van de Wlz kan geschoven worden tussen ZIN en pgb. Deze mutatie betreft de overheveling van middelen naar het pgb.

             
Langdurige ggz (bedragen x € 1 miljoen)
 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Stand ontwerpbegroting 2016

484,3

369,2

316,7

335,7

335,7

334,2

334,2

Bijstellingen jaarverslag 2015

137,9

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2016

0,0

144,2

142,6

143,0

143,0

143,0

143,0

Bijstellingen ontwerpbegroting 2017

0,0

73,7

139,4

140,7

140,7

140,7

140,7

Stand ontwerpbegroting 2017

622,3

587,1

598,7

619,3

619,3

617,8

617,9

Op deze deelsector staat de uitgavenontwikkeling van de intramurale langdurige geestelijke gezondheidszorg onder de Wlz, bestaande uit de zorgzwaartepakketten, de normatieve huisvestingscomponent, de toeslagen en vergoedingen voor dagbestedingen en vervoer. De intramurale geneeskundige geestelijke gezondheidszorg korter dan een jaar valt onder de Zorgverzekeringswet. Voor nieuwe instroom vanaf 1-1-2015 geldt dat intramurale geneeskundige geestelijke gezondheidszorg korter dan drie jaar onder de Zvw valt.

               

Toelichting bijstellingen ontwerpbegroting 2017

               

Beleidsmatig

             

Tarieven NHC's

     

– 1,0

– 1,0

– 1,0

– 1,0

In het kader van de invoering van de NHC’s zijn voor de periode 2012–2017 vaste en niet-onderhandelbare tarieven afgesproken. Met ingang van de 2018 kunnen deze tarieven worden herijkt op grond van onder meer de renteontwikkelingen. Dit leidt tot lagere NHC-tarieven.

             
               

Herverdeeleffecten HLZ: K-codes ggz-B-cliënten 18–23 jaar

   

35,0

35,0

35,0

35,0

35,0

Bij de hervorming van de langdurige zorg is het gehele budget van de toeslagen op de zzp’s voor kinder- en jeugdpsychiatrie naar de gemeenten overgeheveld. Een deel van deze cliënten (18–23 jaar) valt echter onder de Wlz. De middelen die hiermee gemoeid zijn, worden vanaf 2017 overgeheveld van de Jeugdwet naar de Wlz.

             
               

Toedeling volumegroei Wlz 2017

   

5,2

5,2

5,2

5,2

5,2

Dit betreft toedeling van de groei tranche 2017 aan de sector langdurige ggz.

             
               

Technisch

             

Ggz-B overheveling vanuit Zvw naar Wlz

 

73,7

99,2

101,5

101,5

101,5

101,5

Zoals aangekondigd in de voorlopige kaderbrief Wlz 2016 is de ontwikkeling van ggz-B gemonitord. De afbouw van het aantal plaatsen in de Wlz bleek in 2015 minder snel te verlopen dan geraamd. Op basis van deze ontwikkeling is het kader van de Wlz en Zvw gecorrigeerd.

             
Volledig pakket thuis (bedragen x € 1 miljoen)
 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Stand ontwerpbegroting 2016

256,7

288,0

289,6

291,6

291,6

291,6

291,6

Bijstellingen jaarverslag 2015

96,2

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2016

0,0

72,6

99,5

99,5

99,5

99,5

99,5

Bijstellingen ontwerpbegroting 2017

0,0

0,0

29,1

23,1

23,1

17,0

17,0

Stand ontwerpbegroting 2017

353,0

360,6

418,2

414,2

414,2

408,1

408,2

Het Volledig Pakket Thuis (VPT) is een budget waarmee cliënten met een indicatie voor een intramuraal zorgpakket (ZZP) de benodigde zorg- en dienstverlening in de thuissituatie ontvangen, waarbij de huisvestingscomponent niet wordt verzilverd.

               

Toelichting bijstellingen ontwerpbegroting 2017

               

Beleidsmatig

             

Toedeling volumegroei Wlz 2017

   

4,0

4,0

4,0

4,0

4,0

Dit betreft toedeling van de groei tranche 2017 aan de sector volledig pakket thuis.

             
               

Vrijval middelen huishoudelijke hulp MPT

   

– 17,0

– 17,0

– 17,0

– 17,0

– 17,0

Deze middelen vallen vrij omdat de overheveling van de Wmo naar de Wlz van huishoudelijke hulp ten behoeve van het modulair pakket thuis gepaard is gegaan met een kleiner besparingsverlies dan waar eerder van uit werd gegaan.

             
               

Herverdeeleffecten HLZ: overgangsrecht VPT

   

12,1

6,1

6,1

   

Het overgangsrecht voor mensen met een met een laag zzp en een Volledig Pakket Thuis is levenslang verlengd waardoor de kosten ten laste blijven komen van de Wlz. Het budget voor de Wmo 2015 en de Wlz wordt hiervoor vanaf 2017 gecorrigeerd.

             
               

Technisch

             

Overheveling HH vanuit Wmo naar Wlz

   

30,0

30,0

30,0

30,0

30,0

Vanwege de overheveling van huishoudelijke hulp voor Wlz-clienten met een mpt van de Wmo naar de Wlz vanaf 2017 wordt structureel € 30 miljoen overgeheveld van de Wmo naar de Wlz.

             
Extramurale zorg (bedragen x € 1 miljoen)
 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Stand ontwerpbegroting 2016

720,8

519,9

511,5

505,4

505,4

505,4

505,4

Bijstellingen jaarverslag 2015

56,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2016

0,0

62,2

62,1

62,0

62,0

62,0

62,1

Bijstellingen ontwerpbegroting 2017

0,0

0,0

– 9,4

73,9

73,9

73,9

73,9

Stand ontwerpbegroting 2017

776,8

582,1

564,3

641,4

641,4

641,4

641,5

Een deel van de verblijfsgeïndiceerden ontvangt extramurale zorg, die in de eigen woonomgeving wordt gegeven. Onder deze zorg valt persoonlijke verzorging, verpleging, begeleiding en behandeling.

               

Toelichting bijstellingen ontwerpbegroting 2017

               

Beleidsmatig

             

Toedeling volumegroei Wlz 2017

   

7,3

7,3

7,3

7,3

7,3

Dit betreft toedeling van de groei tranche 2017 aan de sector extramurale zorg.

             
               

Herverdeeleffecten HLZ: afloop overgangsrecht extramurale cliënten met Wlz-profiel

     

100,0

100,0

100,0

100,0

Naast de eerder geïdentificeerde groep Wlz-indiceerbaren is er een groep van circa 12.000 mensen met een zeer zware zorgbehoefte die deze zorg voor een (belangrijk) deel thuis ontving via de inzet van mantelzorg. Deze groep viel in 2015 onder het overgangsrecht bij gemeenten. Na herbeoordeling door gemeenten doet deze groep alsnog – terecht – een beroep op de Wlz. Dit levert een besparing op in de overige zorgdomeinen. De daarmee gemoeide vrijvallende middelen in de Zvw, Jeugdwet en Wmo worden overgeboekt naar de Wlz.

             
               

Herverdeeleffecten HLZ: Wlz-indiceerbaren

   

– 16,7

– 33,3

– 33,3

– 33,3

– 33,3

Het overgangsrecht voor de Wlz-indiceerbaren loopt af op 1 juli 2017. De cliënten die niet voldoen aan de Wlz-criteria zullen overgaan naar de Wmo, Jeugdwet en Zvw. De betreffende middelen worden daarom vanuit de Wlz overgeboekt naar de betreffende domeinen.

             
Overige binnen contracteerruimte (bedragen x € 1 miljoen)
 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Stand ontwerpbegroting 2016

129,2

134,1

133,4

133,4

133,4

133,4

133,4

Bijstellingen jaarverslag 2015

– 105,4

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2016

0,0

– 103,4

– 103,4

– 103,4

– 103,4

– 103,4

– 103,4

Bijstellingen ontwerpbegroting 2017

0,0

0,0

1,9

1,9

1,9

1,9

1,9

Stand ontwerpbegroting 2017

23,8

30,7

31,8

31,9

31,9

31,9

31,9

Op deze deelsector worden alle uitgaven binnen de contracteerruimte verantwoord die niet -direct- toe te rekenen zijn aan één van de andere deelsectoren in de Wlz of waarvoor specifiek middelen beschikbaar zijn gesteld. Het gaat bijvoorbeeld om geoormerkte middelen in de aanwijzing budgettair kader Wlz (onder andere de regeling regelvrije zorg).

               

Toelichting bijstellingen ontwerpbegroting 2017

               

Beleidsmatig

             

Toedeling volumegroei Wlz 2017

   

1,9

1,9

1,9

1,9

1,9

Dit betreft toedeling van de groei tranche 2017 aan de sector overige zorg binnen contracteerruimte.

             
Persoonsgebonden budgetten (bedragen x € 1 miljoen)
 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Stand ontwerpbegroting 2016

1.195,4

1.346,5

1.367,3

1.361,1

1.361,1

1.361,6

1.361,6

Bijstellingen jaarverslag 2015

40,9

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2016

0,0

96,0

85,0

84,9

84,9

84,9

87,0

Bijstellingen ontwerpbegroting 2017

0,0

125,0

293,2

347,5

347,5

347,5

347,5

Stand ontwerpbegroting 2017

1.236,3

1.567,5

1.745,4

1.793,5

1.793,5

1.794,0

1.796,1

Deze deelsector betreft de uitgaven in het kader van de persoonsgebonden budgetten.

               

Toelichting bijstellingen ontwerpbegroting 2017

               

Beleidsmatig

             

Hogere toestroom pgb

   

122,0

193,0

193,0

193,0

193,0

Cliënten met een Wlz-indicatie hebben keuzevrijheid qua leveringsvorm: zorg in natura of een persoonsgebonden budget. Het aantal cliënten met een voorkeur voor pgb is hoger dan oorspronkelijk geraamd. Dit leidt tot hogere pgb-uitgaven.

             
               

Toedeling volumegroei Wlz 2017

   

18,9

18,9

18,9

18,9

18,9

Dit betreft toedeling van de groei tranche 2017 aan de sector pgb.

             
               

Herverdeeleffecten HLZ: afloop overgangsrecht extramurale clienten met Wlz-profiel

   

104,0

104,0

104,0

104,0

104,0

Naast de eerder geïdentificeerde groep Wlz-indiceerbaren is er een groep van circa 12.000 mensen met een zeer zware zorgbehoefte die deze zorg voor een (belangrijk) deel thuis ontving via de inzet van mantelzorg. Deze groep viel in 2015 onder het overgangsrecht bij gemeenten. Na herbeoordeling door gemeenten doet deze groep alsnog – terecht – een beroep op de Wlz. Dit levert een besparing op in de overige zorgdomeinen. De daarmee gemoeide vrijvallende middelen in de Zvw, Jeugdwet en Wmo worden overgeboekt naar de Wlz.

             
               

Herverdeeleffecten HLZ: Wlz-indiceerbaren

   

– 16,7

– 33,3

– 33,3

– 33,3

– 33,3

Het overgangsrecht voor de Wlz-indiceerbaren loopt af op 1 juli 2017. De cliënten die niet voldoen aan de Wlz-criteria zullen overgaan naar de Wmo, Jeugdwet en Zvw. De betreffende middelen worden daarom vanuit de Wlz overgeboekt naar de betreffende domeinen.

             
               

Technisch

             

Toedeling taakstelling pgb

   

– 60,0

– 60,0

– 60,0

– 60,0

– 60,0

Deze technische mutatie betreft de overboeking van nominaal en onverdeeld van een restant taakstelling (halfjaareffect groei 2016 in 2017 en verder).

             
               

Overheveling ZIN naar pgb-kader

 

125,0

125,0

125,0

125,0

125,0

125,0

Binnen het budgettaire kader van de Wlz kan geschoven worden tussen ZIN en pgb. Deze mutatie betreft de overheveling van middelen naar het pgb-kader.

             
Kapitaallasten (nacalculatie) (bedragen x € 1 miljoen)
 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Stand ontwerpbegroting 2016

1.433,4

801,8

392,6

0,0

0,0

0,0

0,0

Bijstellingen jaarverslag 2015

– 44,7

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2016

0,0

2,6

3,9

0,0

0,0

0,0

0,0

Bijstellingen ontwerpbegroting 2017

– 0,0

– 0,0

– 16,3

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand ontwerpbegroting 2017

1.388,7

804,5

380,3

0,0

0,0

0,0

0,0

Deze deelsector betreft de na te calculeren kapitaallasten van de gebouwen waarin Wlz-zorg met verblijf wordt geleverd.

               

Toelichting bijstellingen ontwerpbegroting 2017

               

Beleidsmatig

             

Toedeling extramuraliseren tranche 2017

   

– 16,3

       

Dit betreft de toedeling van de tranche 2017 van de maatregel extramuraliseren aan de kapitaallasten.

             
Beheerskosten (bedragen x € 1 miljoen)
 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Stand ontwerpbegroting 2016

142,4

140,7

140,7

140,7

140,7

140,7

140,7

Bijstellingen jaarverslag 2015

16,7

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2016

0,0

6,9

6,8

6,7

6,7

6,7

6,7

Bijstellingen ontwerpbegroting 2017

– 0,0

0,0

39,6

28,6

21,6

21,6

21,6

Stand ontwerpbegroting 2017

159,1

147,6

187,1

176,0

169,0

169,0

169,0

Onder deze deelsector vallen de uitvoeringskosten ten laste van de Wlz van zorgkantoren en de kosten van het College Sanering Zorginstellingen.

               

Toelichting bijstellingen ontwerpbegroting 2017

               

Beleidsmatig

             

Uitvoeringskosten SVB pgb trekkingsrechten vanaf 2017

   

16,2

13,9

13,9

13,9

13,9

Voor het resterende knelpunt vanaf 2017 voor de uitvoeringskosten van de SVB worden nu extra middelen ingezet. Vanwege het voornemen om de financiering van de SVB (niet zijnde het gemeentelijke deel) vanuit 2017 uit de beheerskosten te bekostigen, worden deze middelen toegevoegd aan het budget beheerskosten in het BKZ.

             
               

Toedeling volumegroei Wlz 2017

   

2,0

2,0

2,0

2,0

2,0

Dit betreft toedeling van de groei tranche 2017 aan de beheerskosten.

             
               

Investeringskosten SVB en portal

   

13,0

7,0

     

Als onderdeel van de afspraken uit het Bestuurlijk Overleg VNG-Rijk van 24 augustus 2016 levert het Rijk een bijdrage aan de investeringskosten bij de SVB voor gemeenten.

             
               

Technisch

             

Overheveling uitvoeringskosten pgb trekkingsrechten SVB

   

8,4

5,7

5,7

5,7

5,7

Deze technische mutatie betreft de overboeking van de beschikbare middelen die op de VWS-begroting waren gereserveerd voor de uitvoering van pgb trekkingsrechten Wlz door de SVB. Vanaf 2017 worden deze uitgaven gedaan vanuit het budget van de beheerskosten in het BKZ.

             
Overig buiten contracteerruimte (bedragen x € 1 miljoen)
 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Stand ontwerpbegroting 2016

621,7

636,2

476,7

477,1

477,1

477,1

477,1

Bijstellingen jaarverslag 2015

– 3,1

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2016

0,0

29,1

– 7,8

– 7,8

– 7,8

– 7,8

– 7,7

Bijstellingen ontwerpbegroting 2017

– 0,0

2,8

– 11,0

– 9,5

– 7,0

– 7,0

– 7,0

Stand ontwerpbegroting 2017

618,6

668,1

457,9

459,8

462,3

462,3

462,4

Op deze deelsector worden de kosten verantwoord van bovenbudgettaire vergoedingen voor individueel aangepaste hulpmiddelen, tandheelkunde Wlz, instellingen voor medisch-specialistische zorg Wlz, overig curatieve zorg Wlz, ADL, extramurale behandeling, zorginfrastructuur, eerstelijnsverblijf (t/m 2016 in de Wlz), innovatie en beschikbaarheidbijdrage opleidingen Wlz.

               

Toelichting bijstellingen ontwerpbegroting 2017

               

Beleidsmatig

             
               

Toedeling volumegroei Wlz 2017

   

6,4

6,4

6,4

6,4

6,4

Dit betreft toedeling van de groei tranche 2017 aan deze deelsector.

             
               

Technisch

             

Overheveling orthocommunicatieve behandeling

   

– 8,0

– 8,0

– 8,0

– 8,0

– 8,0

De afgelopen jaren is een nieuwe methode van orthocommunicatieve behandeling van patiënten met het autisme spectrum syndroom (ASS) vergoed vanuit een Wlz-subsidieregeling. Omdat de nieuwe methode onvoldoende aantoonbaar effectief is, wordt de subsidieregeling beëindigd. Personen met ASS die deze behandeling ontvingen, zullen een behandeling krijgen die onder de Jeugdwet (groep -18) of de Zvw (groep 18+) valt. De beschikbare middelen worden overgeheveld naar het macrobudget Jeugdhulp en de Zvw.

             
               

Onderuitputting extramurale behandeling en overheveling huisvestingskosten eerstelijnsverblijf

   

– 9,4

– 7,9

– 5,4

– 5,4

– 5,4

Er is sprake van minder uitgaven aan de subsidieregeling Extramurale behandeling. Deze middelen zijn ingezet ter compensatie van de meerkosten op de subsidieregeling eerstelijnsverblijf, die deels worden gedekt door de cure en deels door de care.

             
               

Overig

 

2,8

         
Nominaal en onverdeeld (bedragen x € 1 miljoen)
 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Stand ontwerpbegroting 2016

10,7

518,7

943,7

1.535,8

2.466,2

3.561,4

3.561,4

Bijstellingen jaarverslag 2015

191,1

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2016

0,0

– 501,1

– 426,9

– 437,4

– 439,8

– 499,1

– 501,9

Bijstellingen ontwerpbegroting 2017

0,0

– 17,0

– 172,4

114,7

225,7

514,6

1.998,4

Stand ontwerpbegroting 2017

201,8

0,6

344,4

1.213,0

2.252,0

3.576,9

5.057,9

Deze niet-beleidsmatige deelsector heeft een technisch-administratief karakter. Vanuit deze deelsector vinden overboekingen van loon- en prijsbijstellingen naar de loon- en prijsgevoelige deelsectoren binnen de begroting plaats. Ook worden er taakstellingen of extra middelen op deze deelsector geplaatst die nog niet aan de deelsectoren zijn toegedeeld.

               

Toelichting bijstellingen ontwerpbegroting 2017

               

Autonoom

             

Nominale ontwikkeling

   

0,1

– 14,5

– 15,4

– 16,5

– 17,4

De raming van de loon- en prijsbijstelling is aangepast op basis van de laatste macro-economische inzichten van het Centraal Planbureau (CPB).

             
               

Ramingsbijstelling MLT 2018–2021

     

310,2

383,1

660,1

1.044,0

Deze bijstelling betreft de technische verwerking van de middellangetermijnverkenning 2018–2021 van het CPB.

             
               

Beleidsmatig

             

Nominaal en onverdeeld Wlz

   

– 272,0

– 265,0

– 265,0

– 265,0

– 265,0

Een deel van de gereserveerde ruimte op de sector nominaal en onverdeeld is ingezet ter dekking van problematiek binnen de Wlz. Deze bestaat voornamelijk uit enkele (technische) ramingsbijstellingen zoals de ruilvoetproblematiek (circa € 170 miljoen), grondslagverlegging van het loon- en prijsmodel en bijstelling van de opbrengst van de eigen bijdragen.

             
               

Toedeling volumegroei 2017 Wlz

   

– 175,1

– 175,1

– 175,1

– 175,1

– 175,1

Dit betreft toedeling van de groei tranche 2017 aan de Wlz-sectoren.

             
               

Toedeling extramuralisering

   

342,6

342,6

377,4

377,4

377,4

Dit betreft de toedeling van de maatregel extramuraliseren aan de betreffende sectoren.

             
               

Toedeling taakstelling pgb

   

60,0

60,0

60,0

60,0

60,0

Deze technische mutatie betreft de overboeking naar pgb van een restant taakstelling (halfjaareffect groei 2016 in 2017 en verder).

             
               

Toedeling extramuralisering VG-3

 

– 17,0

– 32,0

– 37,0

– 49,8

– 62,8

– 75,8

Dit betreft de overheveling middelen naar de sector gehandicaptenzorg vanwege het niet extramuraliseren van zorgprofiel VG-3.

             
               

Extramuralisering

       

46,0

72,0

98,0

Dit betreft het oorspronkelijke effect van extramuralisering en leidt tot meer uitgaven in de Wmo.

             
               

Niet extramuraliseren V&V-4

       

– 29,0

– 29,0

– 29,0

Het niet extramuraliseren van het zorgprofiel V&V-4 leidt tot minder uitgaven in de Wmo.

             
               

Herverdeeleffecten HLZ: VG-3

     

32,5

32,5

32,5

32,5

In het Zorgakkoord 2014 is het extramuraliseren van het zorgprofiel VG3 teruggedraaid. In het budget voor de Wmo 2015 was dit besluit nog niet verwerkt. De betreffende middelen worden vanaf 2017 teruggeboekt van de Wmo naar de Wlz.

             
               

Extrapolatie

           

1.087,8

               

Technisch

             

Overheveling van ZiN naar pgb

   

– 96,0

– 139,0

– 139,0

– 139,0

– 139,0

Cliënten met een Wlz-indicatie hebben keuzevrijheid qua leveringsvorm. Het aantal cliënten met een voorkeur voor pgb is hoger dan oorspronkelijk geraamd. Daar staat tegenover dat het gebruik van zorg in natura minder snel groeit dan oorspronkelijk geraamd. De hogere toestroom pgb kan hierdoor gedeeltelijk worden gedekt door overheveling van middelen vanuit het kader voor zorg in natura naar het pgb-kader.

             
Ontvangsten Wlz (bedragen x € 1 miljoen)
 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Stand ontwerpbegroting 2016

1.891,3

1.848,0

1.834,9

1.840,2

1.890,0

1.903,4

1.903,4

Bijstellingen jaarverslag 2015

– 25,4

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2016

0,0

– 21,9

– 19,6

– 21,9

– 51,6

– 33,8

– 35,8

Bijstellingen ontwerpbegroting 2017

– 0,0

– 0,0

0,0

15,4

32,2

45,5

92,0

Stand ontwerpbegroting 2017

1.865,9

1.826,1

1.815,3

1.833,7

1.870,6

1.915,1

1.959,6

Betreft de eigen bijdragen die binnen de Wlz verplicht zijn.

               

Toelichting bijstellingen ontwerpbegroting 2017

               

Autonoom

             

Ramingsbijstelling MLT 2018–2021

     

15,4

32,2

45,5

58,2

Deze bijstelling betreft de technische verwerking van de middellangetermijnverkenning 2018–2021 van het CPB.

             
               

Beleidsmatig

             

Extrapolatie

           

33,8

Licence