Base description which applies to whole site

2.4 Niet beleidsartikelen

Artikel 91. Nominaal en onvoorzien

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid, artikel 91 (Tweede suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
     

Vastgestelde begroting (1)

Stand na ISB (2)

Stand 1e suppletoire begroting (3)

Mutaties 2e suppletoire begroting (4)

Stand 2e suppletoire begroting (5)=(3+4)

           

Mutaties Miljoenennota

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

Verplichtingen

269.682

269.682

269.687

– 269.687

0

0

Uitgaven

269.682

269.682

269.682

– 269.682

0

0

Loonbijstelling

0

0

0

0

0

0

 

waarvan programma

           
 

waarvan apparaat

           

Prijsbijstelling

0

0

0

0

0

0

 

waarvan programma

           
 

waarvan apparaat

           

Nog te verdelen

269.682

269.682

269.682

– 269.682

0

0

 

waarvan programma

269.682

269.682

269.682

– 269.682

0

0

 

waarvan apparaat

0

0

0

0

0

0

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

In de kolom «Mutaties tweede suppletoire begroting 2018» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand eerste suppletoire begroting 2018» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.

Toelichting mutaties:

Uitgaven

Toelichting per instrument:

Nog te verdelen

Het budget voor de post Nader te verdelen wordt per saldo met € 269,7 miljoen verlaagd: na het afsluiten van de nieuwe cao primair onderwijs is € 270,0 miljoen overgeboekt naar artikel 1 Primair onderwijs.

Artikel 95. Apparaatskosten

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid, artikel 95 (Tweede suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
     

Vastgestelde begroting (1)

Stand na ISB (2)

Stand 1e suppletoire begroting (3)

Mutaties 2e suppletoire begroting (4)

Stand 2e suppletoire begroting (5)=(3+4)

           

Mutaties Miljoenennota

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

 

Verplichtingen

252.663

252.963

273.137

– 19.014

– 3.864

250.259

Uitgaven

252.663

252.963

273.141

– 19.018

– 3.864

250.259

                 

Personele uitgaven

194.907

195.207

199.178

– 11.387

– 648

187.143

Waarvan

           
 

eigen personeel

185.699

185.999

190.059

– 11.615

– 648

177.796

 

externe inhuur

5.463

5.463

5.374

228

5.602

 

overige personele uitgaven

3.745

3.745

3.745

0

0

3.745

                 

Materiële uitgaven

57.756

57.756

73.963

– 7.631

– 4.436

61.896

Waarvan

           
 

ICT

20.435

20.435

26.650

– 2.604

– 2.744

21.302

 

bijdrage aan SSO's

18.952

18.952

21.527

– 4.178

0

17.349

 

overige materiële uitgaven

18.369

18.369

25.786

– 849

– 1.692

23.245

                 

Begrotingsreserve schatkistbankieren

0

0

0

 

1.220

1.220

Ontvangsten

567

567

567

0

1.220

1.787

In de kolom «Mutaties tweede suppletoire begroting 2018» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand eerste suppletoire begroting 2018» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.

Toelichting mutaties:

Uitgaven

Toelichting per instrument:

Personele uitgaven

Het budget voor personele uitgaven wordt per saldo met € 12,0 miljoen verlaagd. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door:

  • Diverse overlopende verplichtingen die hebben geleid tot een verlaging van het budget met totaal € 10,0 miljoen:

    • door vertraging van de nieuwe scholingsregeling moet een eerder gemaakte kasschuif van € 7,5 miljoen worden teruggedraaid;

    • door budgetneutrale overboekingen binnen artikel 95 van € 3,4 miljoen, waarmee het budget meerjarig wordt aangepast aan de actuele verwachtingen;

  • Diverse interdepartementale overboekingen die hebben geleid tot een verlaging van € 1,4 miljoen;

    • Voor de dekking van de eID stelselvoorzieningen is € 2,0 miljoen overgeboekt naar het Ministerie van BZK.

  • Interne overboekingen hebben geleid tot een verlaging van het budget van totaal € 0,7 miljoen. Dit betreft voornamelijk technische mutaties binnen het totaal van de apparaatskosten van OCW.

Materiële uitgaven

Het budget voor materiële uitgaven wordt per saldo met € 12,1 miljoen verlaagd. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door:

  • Diverse kasschuiven en overlopende verplichtingen die hebben geleid tot een verlaging van het budget met totaal € 8,1 miljoen. De belangrijkste hiervan zijn:

    • de vertraging van de verhuizing van de Inspectie van het Onderwijs, waardoor € 1,3 miljoen pas in 2019 zal worden gerealiseerd;

    • door vertraging in de oplevering van de nieuwe ICT-werkplek in 2018 wordt in totaal € 6,5 miljoen pas in 2019 uitgegeven.

    • Diverse interdepartementale overboekingen die hebben geleid tot een verlaging van € 2,8 miljoen:

      • een overboeking van € 1,6 miljoen voor de bekostiging van de generieke dienstverlening van FMHaaglanden;

      • een overboeking van € 0,9 miljoen naar DUS-I voor de uitvoering van de Kaderregeling OCW.

  • Interne overboekingen hebben geleid tot een verlaging van het budget van totaal € 1,3 miljoen. Dit betreft voornamelijk technische mutaties binnen het totaal van de apparaatskosten van OCW.

Begrotingsreserve schatkistbankieren

Het budget voor Begrotingsreserve schatkistbankieren wordt per saldo met € 1,2 miljoen verhoogd. OCW staat garant voor onderwijsinstellingen die bij de Staat lenen (schatkistbankieren). Voor het risico dat OCW hierdoor loopt, ontvangt OCW een vergoeding (risicopremie). Deze premie wordt (via een desaldering) toegevoegd aan de begrotingsreserve schatkistbankieren.

Ontvangsten

Het ontvangstenbudget wordt met € 1,2 miljoen verhoogd. Zie hiervoor de toelichting bij de Begrotingsreserve schatkistbankieren.

Licence