Base description which applies to whole site

2. BELEIDSAGENDA 2018

Gezien de demissionaire status van het huidige kabinet treft u een begroting op hoofdlijnen aan. Wanneer een nieuw kabinet aantreedt, kan dit aanleiding geven tot aanpassingen in de begroting. De voorliggende begroting geeft weer hoe Nederland in 2018 vorm wil geven aan het buitenlandbeleid. Want ondanks de demissionaire status van dit kabinet moet Nederland dagelijks inspelen op internationale ontwikkelingen. Deze hebben hoe dan ook (grote) invloed op ons land. Voor het Ministerie van Buitenlandse Zaken staat ook in 2018 centraal, dat de gezamenlijke inspanningen onder de begroting Buitenlandse Zaken en de begroting Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking bijdragen aan een sterke positie van Nederland in een veilige en welvarende wereld.

«2018: Voor Nederland, wereldwijd – actieve diplomatie voor een veilige, welvarende en toekomstbestendige wereld»

Wereldwijd bepaalt een aantal grote trends de agenda in 2018. Dat vraagt om een duidelijke plaatsbepaling van het beleid voor buitenlandse zaken (BZ) en voor buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking (BHOS). Het betreft niet alleen de economische en geopolitieke verschuiving oostwaarts, maar ook onzekerheid over de opstelling van de VS op vele terreinen, het assertieve gedrag van landen als Rusland, Iran en Noord-Korea, evenals de dreiging van het internationale terrorisme, de vluchtelingen- en migratiecrisis en de gevolgen van klimaatverandering.

Ook op Europees vlak zijn er verschuivingen. Na een periode waarin solidariteit tussen lidstaten op de proef is gesteld door gebeurtenissen met grote consequenties (de economische crisis, de migratiecrisis en het Britse besluit tot een vertrek uit de Unie), zoekt de Europese Unie naar een vernieuwende, toekomstbestendige samenwerking. Europa moet zijn koers herijken. Die kans moeten we niet laten lopen, want juist de komende jaren hebben we de Europese Unie hard nodig voor veiligheid en welvaart, zowel binnen de Europese Unie als daarbuiten. We hebben nieuw draagvlak nodig om de sterke positie van de Europese Unie te behouden.

Nederland heeft veel te bieden. We zijn de 6e Europese economie, 7e donor op het gebied van ontwikkelingssamenwerking, 2e exporteur van landbouwproducten en actief contribuant aan vredesmissies en de G20. We worden in het buitenland gezien en gehoord. Het Nederlandse lidmaatschap van de VN-Veiligheidsraad in 2018 is daarvan het resultaat. Dit biedt een kans de Nederlandse stem nog steviger te laten klinken. De Nederlandse inzet is gebaat bij de synergie tussen de instrumenten van Buitenlandse Zaken, Ontwikkelingssamenwerking en Handel.

Ontwikkelingssamenwerking gericht op de allerarmsten blijft nodig. Om hun positie te verbeteren, en om daarmee conflicten en irreguliere migratie bij de bron aan te pakken. Werken aan ontwikkeling gaat om het scheppen van rechten en kansen voor mensen. Zodat ze op eigen benen kunnen staan en zich kunnen ontplooien. Delen van de welvaart leidt tot een veiliger wereld. Daar draagt ook de Nederlandse private sector aan bij.

Behoud van de welvaart en welzijn vraagt om een actieve inzet van de overheid. Een zo open en eerlijk mogelijk wereldhandelssysteem is voorwaarde voor het succes van een sterk op exportgerichte economie als de Nederlandse. Multilaterale samenwerking is een voorwaarde voor het verwezenlijken van andere, grotendeels overlappende doelen: bevordering van inclusieve economische groei wereldwijd, bevordering van universele waarden, de rechtsstaat en naleving van de mensenrechten. In 2018 zet Nederland de uitvoering voort van het in 2017 vastgestelde nationale plan van aanpak voor de Sustainable Development Goals (SDGs).

Op al deze vlakken werken we in het begrotingsjaar 2018 aan een veiligere, welvarende, rechtvaardige en toekomstbestendige wereld, voor Nederland wereldwijd.

Een wereld in verandering

Nederland en Europa bevinden zich in een wereld die sterk in verandering is. Ons land is er de laatste decennia in veel opzichten op vooruit gegaan en welvarender geworden. Nederland behoort tot de wereldtop op veel terreinen: persvrijheid, innovatie, concurrentiekracht, het sociale vangnet, de internet-dichtheid, het maatschappelijk engagement. Verworvenheden die Nederlanders tot de gelukkigste mensen van de wereld maken. We hebben dus ook veel te verliezen. Veranderingen in het geopolitieke krachtenspel zorgen naast kansen ook voor dreigingen en onzekerheden die Nederland en Nederlanders steeds directer raken.

Het veranderende geopolitieke krachtenveld wordt mede veroorzaakt door het schuivende economische krachtenveld, met name richting het Verre Oosten. Waar de landen van de EU vijf jaar geleden nog 20% van de wereldeconomie vertegenwoordigden, is dat naar verwachting over vijf jaar nog slechts 15%. En ook met de Brexit neemt het strategisch gewicht van Europa af. De VS richt zich mede hierdoor in toenemende mate ook op andere spelers dan de EU. Verder zien we hoe sommige Europese buren zich steeds assertiever en soms agressiever opstellen, zoals met de Russische annexatie van het Krim-schiereiland, de toenemende concentratie van macht in één hand in Turkije en de Iraanse inmenging in Syrië, Libanon en Irak. Het conflict in Jemen en de dreiging van piraterij in de Hoorn van Afrika zetten bovendien een voor Nederland essentiële vaarroute voor handel tussen Europa, de Golfstaten en Azië onder druk.

Op veiligheidsgebied is de wereld onzekerder geworden, en beduidend minder overzichtelijk. Waar de dreiging nog geen 30 jaar geleden enorm was, was deze tijdens de Koude Oorlog eenduidig gedefinieerd. Tegenwoordig hebben we te maken met zogenaamde hybride dreigingen, waar het verschil tussen conflict en vrede schimmiger is geworden. Een complexe veelvormige en steeds veranderende dreiging, zoals cyberaanvallen en terrorisme. Daarbij moet op vele schaakborden tegelijk worden gespeeld met zowel statelijke als niet-statelijke actoren, zoals ISIS.

Naast het schuivende geopolitieke krachtenveld, speelt de instabiliteit aan de Europese zuidflank een belangrijke rol bij de toegenomen uitdagingen waarvoor Nederland zich geplaatst ziet. Deze landen hebben een grotendeels jonge bevolking met weinig kansen op de arbeidsmarkt, van wie een deel vatbaar is voor radicalisering. De sociaaleconomische spanningen en de grote ideologische, religieuze en etnische tegenstellingen in de regio hebben bijgedragen aan conflicten en de opkomst van terroristische organisaties. Een direct gevolg van deze instabiliteit, maar ook van demografische druk vanuit sub-Sahara Afrika, Afghanistan, Pakistan en Bangladesh, is de fors toegenomen irreguliere migratie richting Europa. Deze migratiedruk zal op korte termijn niet minder worden en vereist onze voortdurende aandacht.

Instabiliteit is er ook aan de grenzen van de Koninkrijksdelen op het Westelijk Halfrond. De sociaaleconomische en politieke spanningen in Venezuela kunnen grote gevolgen hebben voor Curaçao, Aruba en Bonaire. Nederland blijft daarom nauw optrekken met relevante spelers zoals de Organisatie van Amerikaanse Staten.

De beschreven trends vormen mogelijke risico’s voor Nederland en Nederlanders, waarvoor we oplossingen moeten vinden, binnen onze grenzen en bilateraal in samenwerking met andere landen. Dit vereist een tevens effectief buitenlands beleid gericht op verdediging, innovatie en modernisering van de belangrijke internationale instituties die we na de Tweede Wereldoorlog hebben opgebouwd. De risico's van protectionisme boven eerlijke handel, van conflict in plaats van diplomatieke oplossingen, en van opruiende internationale retoriek boven samenwerking vormen bedreigingen die Nederland met een actief buitenlands beleid het hoofd moet bieden. Tegelijkertijd biedt de vermindering van armoede en de opkomst van een steeds grotere middenklasse wereldwijd, mede dankzij het succes van de Millennium Ontwikkelingsdoelen, kansen voor welvaartsgroei. Juist voor een open en op exportgerichte economie zoals de Nederlandse.

Alleen door een actieve rol te spelen in het internationale speelveld, als Nederland maar ook als EU, kunnen we de belangen van ons land en zijn inwoners veiligstellen en waar mogelijk uitbouwen. Voorop daarbij staat ons streven naar onze veiligheid en welvaart in een rechtvaardige en toekomstbestendige wereld.

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken speelt hierin een cruciale rol. Juist in de huidige context is actieve diplomatieke inzet van een modern postennet van belang. Nederland kan zich daarmee versterkt positioneren in de relatie met onder andere opkomende economieën en belangrijke partners, en ter ondersteuning van actief lidmaatschap van de EU, NAVO en VN. Het postennet komt op voor Nederlanders wereldwijd, waarbij BZ als moderne dienst actief in dialoog blijft met de Nederlandse samenleving om zorgen en belangen te kennen en noodzakelijke compromissen uit te leggen. Het doel: veiligheid, welvaart en rechtvaardigheid. Het uitgangspunt blijft, nu en in de toekomst: «Voor Nederland, wereldwijd».

Buitenland is binnenland

De nauwe verwevenheid tussen binnenlandse en buitenlandse ontwikkelingen is voor iedereen zichtbaar. Dat is vaak verrijkend: nooit gingen zoveel Nederlanders in het verre buitenland met vakantie, bekeken internationale tv, belden goedkoop met familie elders, waren wereldwijd in contact via sociale media, maakten gebruik van Erasmus-beurzen, grepen handels- en investeringskansen met het gemak van internationaal bankieren, en genoten van de diversiteit aan producten en diensten die in Nederland beschikbaar kwam. Nooit ook waren er zoveel internationale bedrijven in ons land actief en studeerden zoveel buitenlandse studenten aan onze universiteiten. Globalisering is meer dan ooit een gegeven en velen plukken er de vruchten van.

Velen, maar niet iedereen. De winst wordt breed gedeeld, maar de kosten kunnen geconcentreerd terecht komen. Zo worden sommige werknemers direct geraakt door verplaatsen van hun baan naar een ander land, binnen of buiten de EU. Ook moeten sommigen concurreren met buitenlandse vakgenoten, waarbij niet altijd voor iedereen dezelfde spelregels gelden. Dat levert soms een ongelijke strijd op en kan zorgen voor onzekerheid over de eigen toekomst Ook de komst van vluchtelingen naar de eigen woonplaats kan voor sommige Nederlanders bijdragen aan onzekerheid over zaken als veiligheid of bijvoorbeeld de beschikbaarheid van betaalbare woonruimte voor iedereen.

Klimaatverandering is een ander typisch voorbeeld van de verwevenheid van binnen- en buitenland. Een succesvolle energietransitie in Nederland, hoe noodzakelijk ook, betekent niet dat de opwarming van de aarde binnen de grenzen van het Parijse klimaatakkoord blijft; dit vergt een internationale aanpak, waarop Nederland geïntegreerd buitenlands beleid voert.

Ongewenste buitenlandse inmenging in sociaal-maatschappelijke sfeer in Nederland neemt de laatste jaren toe. Tevens zien we de import naar Nederland van de onrust en sociaal-politieke tegenstellingen in andere landen, zoals Turkije of Eritrea. In bepaalde gevallen van steun vanuit het buitenland aan sociale en religieuze instellingen in Nederland staat het gedachtengoed haaks op de basiswaarden van onze vrije democratische rechtsstaat. Ook de recente terroristische aanslagen zo dicht bij huis hebben hun impact gehad. Deze ontwikkelingen hebben een effect op onze veiligheid en op ons veiligheidsgevoel. Als grenzen worden overtreden, treedt Nederland doortastend op.

De neiging om ons terug te trekken met gelijkgezinden, zowel binnen onze eigen samenleving als in internationaal verband, is een logische reactie. Toch zijn niet eilandjes, maar bruggen de oplossing. We moeten gezamenlijke uitdagingen actief tegemoet treden en samen tot een effectieve aanpak te komen – binnenlands en buitenlands. Alleen op die manier kunnen we onze veiligheid, welvaart en rechtvaardigheid optimaal behouden en vergroten.

De EU moet gezamenlijk koers bepalen

Voor een effectieve aanpak van gezamenlijke uitdagingen heeft Europese samenwerking veel te bieden. Dat is des te noodzakelijker nu de positie van de VS verandert en onvoorspelbaarder is geworden en de ring van instabiliteit om de EU de keuze tussen exporteren van stabiliteit of importeren van instabiliteit urgenter dan ooit maakt. De EU zal de komende jaren echter wel tegenstellingen moeten overbruggen en haar koers moeten herijken. Recente en komende verkiezingen in lidstaten als Frankrijk, Duitsland en Italië zijn bepalend voor de politieke verhoudingen. Vooral een goed functionerende Frans-Duitse as is daarbij een aanjager voor Europees succes op tal van terreinen. De onderhandelingen over Brexit zijn dit voorjaar gestart en een aantal sleuteldossiers blijft onverminderd op de agenda, zoals een goede gezamenlijke omgang met de aanhoudende migratiestromen. Ook de formele onderhandelingen over de EU-begroting, het Meerjarig Financieel Kader 2021–2027, zullen naar verwachting in de tweede helft van 2018 starten. Met deze ontwikkelingen hangen fundamentele keuzes samen over de toekomst van onze Unie. Deze zullen worden besproken binnen discussies over de toekomst van Europa in onder meer de Raad en de Europese Raad.

Nederland kan, zal en moet op al deze dossiers een actieve rol spelen om zowel directe materiële belangen als duurzame Europese samenwerking zeker te stellen. Nederland blijft daarbij over de gehele linie inzetten op een Unie die werkt voor de veiligheid en welvaart van burgers. Geen federalisme, niet terug naar enkel de nationale staat, maar effectieve Europese samenwerking gericht op hoofdzaken, toegevoegde waarde, en met breed publiek draagvlak. De EU moet daarbij wel voldoende slagkracht kunnen tonen, desnoods door met kleinere kopgroepen van lidstaten het voortouw te nemen. Het gaat om een Europa dat beter presteert en beschermt.

Concreet zet Nederland zich bijvoorbeeld blijvend in op het versterken van de interne markt, een belangrijke motor van economische groei in de Unie en ons land. Het kabinet is daarbij ook groot voorstander van een eerlijkere interne markt, die sociale standaarden zoals gelijk loon voor gelijk werk op dezelfde plaats respecteert. Lidstaten kunnen ook van elkaar leren als het gaat om effectief sociaal- en arbeidsmarktbeleid. Tegelijk zijn het doorvoeren van structurele economische hervormingen en gezond begrotingsbeleid cruciaal voor gezonde, competitieve en schokbestendige Europese economieën. Buitenlandse Zaken zet zich bovendien in voor een toekomstgericht Meerjarig Financieel Kader. Een moderne EU-meerjarenbegroting is immers essentieel voor een Europa dat resultaten moet leveren op strategische prioriteiten. Het moet wat dat betreft efficiënter, doelgerichter, eerlijker, transparanter en meer gericht op het leveren van toegevoegde waarde. Het Meerjarig Financieel Kader moet bovendien financieel houdbaar zijn.

Met het vertrek van het VK verliest Nederland binnen de Unie een belangrijke handelspartner, een gelijkgezinde lidstaat en een bondgenoot in het Europees extern beleid. Daarom is het wenselijk om ook in de toekomst een nauwe relatie met het VK te onderhouden, niet alleen op het gebied van handel, maar ook wat betreft veiligheid, zowel binnen als buiten de Unie. Nederland en de overige lidstaten hechten eraan dat de Brexit-onderhandeling in opeenvolgende fases plaatsvindt. In de eerste fase wordt over de uittreding onderhandeld. Nederland zet hierbij in op snelle duidelijkheid voor burgers over hun rechten, waarbij het belangrijk is dat Nederlanders in het VK hun recht op wonen en werken behouden. Ook wil Nederland onzekerheid voor bedrijven zo veel mogelijk wegnemen. Uiteraard moet het VK de aangegane financiële verplichtingen nakomen en dient de verdere financiële afwikkeling goed geregeld te worden. De uittreding door het VK dient ordelijk te verlopen waarbij onzekerheid en het risico op disrupties zoveel mogelijk beperkt moet worden. Deze Nederlandse inzet is in het onderhandelingsmandaat van de Commissie opgenomen. Pas als in deze eerste fase voldoende voortgang is geboekt, volgen voorbereidende besprekingen over de toekomstige relatie. Er dienen ook afspraken te worden gemaakt over de hervestiging van de Europese agentschappen. Nederland heeft zich kandidaat gesteld als vestigingsplaats voor het Europees medicijnagentschap (EMA).

Ook buiten haar grenzen moet de EU een vuist kunnen maken en een open hand kunnen bieden en zo haar strategische positie versterken. Hiervoor is een Europa nodig, dat flink investeert in veiligheid en defensie, een effectief gezamenlijk buitenlands beleid en een gezamenlijk asielbeleid. Met de in juni 2016 gepresenteerde EU Global Strategy on Foreign and Security Policy (EUGS) heeft de Hoge Vertegenwoordiger een gedeelde visie uiteengezet die de basis vormt voor gemeenschappelijke actie voor een sterker Europa dat burgers beschermt. Eén van de prioriteiten van de EUGS is het versterken van de Europese veiligheid en defensie. Waar de NAVO de hoeksteen blijft voor onze collectieve verdediging, moet de EU tegelijkertijd beter toegerust, opgeleid en georganiseerd zijn om externe dreigingen adequaat het hoofd te bieden. Dat betekent ook dat de EU in voorkomende gevallen in staat moet zijn om autonoom op te treden. Ook omdat onze trans-Atlantische partners dat van Europa verlangen. Dat vraagt om sterkere samenwerking tussen de EU en de NAVO. Een sterk Europees defensiebeleid is in het belang van de NAVO.

Grenzen en migratie

De EU moet rekening blijven houden met aanhoudende migratiedruk en de (soms) humanitair schrijnende gevolgen daarvan. Dit vraagt ook om Europese oplossingen, waarbij Nederland en de EU zich dichtbij en ver weg inzetten om verdrinkingen te voorkomen en irreguliere migratie tegen te gaan. We kiezen daarbij voor een ketenbenadering met een geïntegreerde inzet langs de gehele migratieroute binnen de kaders van het internationale recht en het Vreemdelingenverdrag. De UNHCR heeft daar een belangrijke rol bij te spelen. Daarbij gaat het onder andere om het aanpakken van de grondoorzaken van migratie, mogelijk maken van menswaardige opvang in de regio, verstoren van mensensmokkelnetwerken, werken aan de verbetering van de omstandigheden in de regio, een effectief terugkeerbeleid, robuust beheerde buitengrenzen en een Europees asielsysteem dat crisisbestendig en humaan is.

Er zal veel aandacht zijn voor het bevorderen van terugkeer van mensen die geen recht hebben op verblijf in de EU. Bij voorkeur via positieve maatregelen en partnerschappen waar beide partijen baat bij hebben, ook al zijn negatieve maatregelen niet uitgesloten. De herziening van het Gemeenschappelijk Europees Asielstelsel zal veel inspanning vergen. Het vraagt om overeenstemming op het hoogste niveau over lastige vraagstukken, zoals de verplichte herverdeling van asielzoekers en invulling van de begrippen «effectiviteit en solidariteit» op een manier die concrete en bindende resultaten verzekert. Ook de uitvoering van de afspraken met Turkije blijft in 2018 aandacht vragen, net als de ondersteuning van lidstaten aan de buitengrenzen die het meest met instroom te kampen hebben zoals Griekenland en Italië.

De meeste irreguliere migratie verloopt momenteel via de Centraal-Mediterrane route. Om deze effectief aan te kunnen pakken is onder meer stabiliteit en een goed functionerende centrale overheid in Libië van groot belang. Dit is een zaak van de lange adem, waarbij Nederland de VN-inspanningen actief blijft ondersteunen om te komen tot een politieke oplossing. Tegelijkertijd is training en opbouw van de Libische kustwacht belangrijk. Hiermee kan zij in toenemende mate mensensmokkel bestrijden en migranten in nood redden. Ook is het van belang dat de situatie van migranten in bijvoorbeeld opvangcentra in Libië sterk wordt verbeterd volgens de daartoe bestaande internationale standaarden. Om irreguliere migratie en de aanpak van mensensmokkel via de Centraal-Mediterrane route terug te dringen werken zowel de EU als individuele lidstaten samen met Noord-Afrika en de Sahel. Nederland blijft regionale samenwerking tussen landen in de Sahel steunen, onder andere op het gebied van informatiedeling op veiligheidsgebied, civiele controle op de strijdkrachten, migrantensmokkel, faciliteren van justitiële samenwerking en begeleiden van politiescholen bij het integreren van modules over migrantensmokkel in curricula. Bovendien heeft Nederland recent besloten om op korte termijn in Niger, het belangrijkste transitland, een diplomatieke «antenne» te vestigen. Een Nederlandse diplomaat die permanent ter plaatse zal zijn. Het lidmaatschap van de VN-Veiligheidsraad biedt Nederland de mogelijkheid ook mondiaal aandacht te vragen voor deze uitdagingen.

Instabiliteit en veiligheid: brede invulling veiligheidsinzet

Interne en externe veiligheid zijn sterk met elkaar verweven. Om de veiligheid van Nederlanders in ons land en wereldwijd zoveel mogelijk te garanderen, moeten we sterk op onze externe veiligheid inzetten. Instabiliteit in de ring rond Europa, terrorisme, cyberaanvallen, maar ook bijvoorbeeld klimaatrampen, blijven een bron van veiligheidsrisico’s. De verwachting is dat deze dreigingen niet op korte termijn zullen afnemen. Langdurige inzet om deze dreigingen te adresseren is daarom onvermijdelijk, zowel militair als via diplomatie en ontwikkelingssamenwerking. Hiertoe coördineert het Ministerie van Buitenlandse Zaken het tot stand komen van een nieuwe internationale veiligheidsstrategie. Nederland moet het bondgenootschappelijk grondgebied met militaire middelen kunnen verdedigen. De NAVO blijft de hoeksteen van onze collectieve verdediging.

Tegelijkertijd werkt Nederland in Europees verband, en op basis van de EU Global Strategy, aan de versterking van het Europese Veiligheids- en Defensiebeleid (GVDB). De Europese Raad en de Raad Buitenlandse Zaken stelden in 2017 de ambitie vast dat Europa, in het licht van de verslechterde veiligheidssituatie in de regio’s rond de EU, meer eigen verantwoordelijkheid moet nemen op dit gebied. Dit geldt zowel voor de snelheid en effectiviteit van militaire en civiele EU missies als voor betere samenwerking bij de ontwikkeling en aanschaf van defensiecapaciteiten.

Naar verwachting zal eind 2017 of begin 2018 een Permanent Gestructureerde Samenwerking (PESCO) op gebied van veiligheid en defensie worden opgestart, waarbij een groep EU lidstaten die daartoe bereid en in staat is intensiever gaat samenwerken op defensiegebied. Nederland is daar voorstander van en is voornemens om hieraan deel te nemen. In 2018 zal naar verwachting ook het Europese Defensiefonds worden opgericht, waarbij EU middelen ingezet zullen worden voor de gezamenlijke ontwikkeling van defensiecapaciteiten. Nederland zet zich in voor een goede toegang voor het MKB tot dit fonds. De EU en de NAVO zijn complementair aan elkaar en een sterker GVDB draagt bij aan een sterker Europees aandeel binnen de NAVO.

Tegelijkertijd is het Nederlandse veiligheidsbelang nadrukkelijk gediend met een actieve geïntegreerde Nederlandse bijdrage aan internationale missies en coalities ter bevordering van de internationale rechtsorde, zoals bijvoorbeeld aan de VN-missie in Mali, MINUSMA, de internationale coalitie in de strijd tegen ISIS en de missie in Afghanistan. Nederland zet zich internationaal in voor verbetering van en participatie in VN-vredesoperaties in Afrika en andere regio’s.

Een strikt wapenexportbeleid is cruciaal om te zorgen dat wapens niet misbruikt worden bij schendingen van humanitair oorlogsrecht of mensenrechten. Ook blijft Nederland stevig inzetten op non-proliferatie en wapenbeheersing, gericht op het voorkomen van de verspreiding van kernwapens en chemische en biologische wapens en het verminderen van het huidige aantal van deze wapens. Gegeven de huidige instabiliteit is het risico van de inzet van massavernietigingswapens – door staten of door terroristen – nog altijd aanwezig.

In OVSE kader blijft Nederland pleiten voor modernisering van het Weens Document, een essentieel set instrumenten op het gebied van wapenbeheersing en vertrouwenwekkende maatregelen.

Voor onze veiligheid is meer nodig dan alleen militaire middelen. Veiligheid is alleen duurzaam als we het breed invullen door een geïntegreerde benadering. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken speelt ook hierin een centrale rol. Door aandacht te hebben voor zaken als conflictpreventie en -bemiddeling, deradicalisering, en early warning en early action, kunnen we opkomende conflicten tijdig signaleren en voorkomen. In landen als Ethiopië en Democratische Republiek Congo heeft Nederland actief bijgedragen aan het voorkomen van geweld en conflict. Hiernaast heeft veiligheid ook te maken met uitdagingen op het gebied van het milieu en klimaatverandering (bijvoorbeeld migratie als gevolg van droogte of kusterosie; conflict over toegang tot schaarse waterbronnen) waarbij Nederland met het Planetary Security Initiative ook in 2018 een leidende rol zal spelen. Ook neemt Nederland verantwoordelijkheid in het bereiken van de duurzame ontwikkelingsdoelen wereldwijd en in eigen land. Sommigen daarvan hebben een duidelijke invloed op onze veiligheid: het bevorderen van goede gezondheid door het tegengaan van internationale gezondheidsdreigingen zoals ebola, het ondersteunen van toegang tot water zoals door grensoverschrijdend waterbeheer, het bevorderen van voedselzekerheid, en het streven naar open vreedzame samenlevingen en gerechtigheid voor iedereen. Deze brede inzet op het gebied van veiligheid vraagt om grondige inzet en een lange adem. Nederland trekt daarin zoveel mogelijk op met gelijkgezinden, de VN en de EU.

Het Russische optreden aan de oostflank van Europa, met de illegale annexatie van het Krim-schiereiland en de destabilisatie van het oosten van Oekraïne, vormt onverminderd een aantasting van de veiligheidsordening en het respect voor internationaal recht op ons eigen continent. Daarmee is het voor Nederland een uitdaging van de eerste orde. Om deze uitdaging het hoofd te bieden zet Nederland in op een beleid waarbij enerzijds dialoog met Russische beleidsmakers en maatschappelijke actoren en de uitgestoken hand (bijv. afspraken om militaire ongelukken te voorkomen, samenwerking via de OVSE) centraal staan, maar anderzijds ook Europese sancties en de afschrikwekkende werking van defensieve NAVO-maatregelen belangrijke instrumenten zijn. Nederland geeft zich tegelijkertijd rekenschap van het gegeven dat samenwerking met Rusland van groot belang is op gebieden als terrorismebestrijding, energievraagstukken, Syrië en non-proliferatie (zoals in de crisis met Noord-Korea blijkt). Ook de samenwerking van Nederland met de landen van het EU Oostelijk Partnerschap is gericht op het bevorderen van de lange-termijn stabiliteit van de regio, waarvoor economische en maatschappelijke hervormingen cruciaal zijn.

Rechtsorde onder druk

Respect voor de rechtsstaat, internationaal recht en multilaterale samenwerking zijn van belang voor onze veiligheid en welvaart en voor de bevordering van een rechtvaardige en toekomstbestendige wereld. Deze zaken staan onder druk, wereldwijd, maar ook binnen Europa.

Nederland richt zich – ook binnen de EU – op waarborgen en bevorderen van sterke nationale rechtsstaten. De rechtsstaat is van essentieel belang voor de bescherming van democratie en fundamentele rechten. Naast een intrinsieke waarde heeft deze ook een functionele waarde: de Europese rechtsorde valt of staat met handhaving van afgesproken regels en wederzijds vertrouwen in het functioneren van nationale rechtsstaten, bijvoorbeeld op het terrein van de interne markt en justitiële en politiesamenwerking. De Europese waardengemeenschap heeft voortdurend aandacht nodig. Dit vereist Nederlandse inzet, zowel op Europees niveau als bilateraal. Nederland blijft zich bovendien inzetten voor specifieke aandacht voor versterking van de rechtsstaat in het uitbreidings- en nabuurschapsbeleid van de Europese Unie. In dit verband is Nederland in toenemende mate bezorgd over de rechtsstaat en de achteruitgang van de mensenrechtensituatie in Turkije.

Ook in de rest van de wereld zet Nederland zich hard in voor universele waarden en mensenrechten. De verspreiding van desinformatie ondermijnt een eerlijke dialoog over schendingen van mensenrechten en humanitair oorlogsrecht. Dit zien we bijvoorbeeld bij de verschrikkelijke misdaden begaan in het conflict in Syrië. We moeten in binnen- en buitenland blijven staan voor universele waarden. Ook omdat onze belangen (voorspelbaarheid, eerlijk speelveld, verantwoording) hiermee worden gediend. Dat dwingt respect af, ook als de tegenpartij er anders over denkt. Nederland blijft in deze context een voorvechter van mensenrechten, een hoeksteen van het Nederlandse buitenlands beleid. Ons land bevindt zich daarmee structureel in de mondiale voorhoede, in het bijzonder als het gaat om de rechten van lesbiennes, homo’s, biseksuelen, transgenders en interseksen (LHBTI), vrouwenrechten, mensenrechtenverdedigers, en mensenrechten en bedrijfsleven. Nederland maakt zich hard voor politieke en sociale mensenrechten door steun aan het maatschappelijk middenveld wereldwijd en dialoog met andere landen. Dat gebeurt onder meer in multilaterale fora zoals de VN-Mensenrechtenraad, inclusief het « Universal Periodic Review» , waar landen elkaar aanspreken op de mensenrechtensituatie en de democratische ruimte, en aanbevelingen doen om deze te verbeteren.

Nederland blijft bovendien samen met gelijkgestemden het humanitair oorlogsrecht verdedigen, ook als dat steeds minder wordt gerespecteerd in landen als Syrië, Jemen en Zuid-Soedan. Nederland zal landen ter verantwoording roepen die het internationaal oorlogsrecht schenden. Landen die aanvallen richten op burgers of gebruik maken van gifgas. Nederland, maar ook de EU, moet zich hiervoor blijven inspannen en zal dat ook doen. Dat maakt ook deel uit van de Nederlandse inzet in de VN-Veiligheidsraad. Net zoals we de grondwaarde van het ICC hoog willen houden: «geen vrede zonder gerechtigheid».

Syrië/Irak

Speciale aandacht verdient het slepende conflict in Syrië en de regionale instabiliteit die hiermee samenhangt. Dit conflict is de grootste humanitaire catastrofe van de laatste 20 jaar en een belangrijke oorzaak van grensoverschrijdend terrorisme en aanhoudende vluchtelingen- en migratiestromen naar buurlanden en richting Europa. Wat in 2011 begon als een serie demonstraties en lokale opstanden tegen het Ba’ath-regime van Bashir al-Assad is sindsdien uitgegroeid tot een complex strijdtoneel, waarbij de burgeroorlog en de strijd tegen ISIS steeds meer verweven raken. Hoewel het regime, daarin gesteund door Rusland, Iran en diverse sji’itische milities zoals Hezbollah, sinds eind 2016 militair terrein heeft gewonnen, is vooralsnog geen zicht op een einde aan de strijd, laat staan op stabilisatie en een houdbare politieke uitkomst. Ook de goede vorderingen in het terugdrijven van ISIS in Syrië kunnen niet duurzaam verankerd worden als er geen uitzicht is op een politieke oplossing voor de Syrische burgeroorlog. Het vinden van een weg naar een politieke uitkomst wordt echter nog steeds ernstig belemmerd doordat alle betrokken partijen, zowel binnen Syrië als daarbuiten, sterk tegengestelde belangen en agenda’s nastreven. Eind 2016 is, parallel aan het Genève-proces, het Astana-proces van start gegaan. Dit primair op veiligheid gerichte overleg tussen Rusland, Turkije en Iran heeft gezorgd voor verminderd geweld in sommige delen van Syrië, alhoewel afspraken over staakt-het-vuren veelvuldig gebroken worden en humanitaire toegang buitengewoon slecht blijft. De vredesonderhandelingen in Genève dienen centraal te blijven staan en actief te worden ondersteund.

Ook in Syrië hanteert Nederland een geïntegreerde benadering in zijn inzet, gericht op het mitigeren van vluchtelingenstromen door steun voor opvang in de regio, belangrijke bijdragen aan humanitaire hulp om de grootste humanitaire noden te ledigen, steun aan gematigde krachten zoals de Vrije Syrische Politie en burgerhulpverleners zoals de Witte Helmen, en inspanningen gericht op stabilisatie om nieuwe machtsvacua en invloed van extremisten tegen te gaan. Daarnaast is Nederland in internationale fora, zoals International Syria Support Group, en via de EU en VN (en straks in de VN-Veiligheidsraad), actief om staakt-het-vuren dichterbij te brengen en om de conflictpartijen aan de onderhandelingstafel te krijgen. Er is geen alternatief voor een politieke oplossing, waarbij VN-Veiligheidsraadresolutie 2254 voor Nederland het uitgangspunt blijft. In deze onderhandelingen stimuleert Nederland de deelname van Syrische vrouwen die verschillende conflictpartijen vertegenwoordigen, en het verenigen van lokale vrouwenorganisaties. Ook tegengaan van straffeloosheid is een prioriteit voor Nederland. Nederland steunt in dit kader organisaties die bewijsmateriaal van oorlogsmisdaden en ernstige mensenrechtenschendingen verzamelen. Nederland heeft als eerste VN-lidstaat geld en expertise bijgedragen aan de in oprichting zijnde bewijzenbank van de VN.

Van vergelijkbare invloed, maar van een andere orde, is de situatie in Irak. Die telt eveneens meerdere uitdagingen, maar bevindt zich in een fase waarin wel sprake is van voorzichtige vooruitgang met stabilisatie. Voornaamste opdracht in Irak, naast het definitief verslaan van ISIS, is behoud en bestendiging van deze precaire vooruitgang. Nederland zet in op vier terreinen in Irak: veiligheid, verzoening, stabilisatie en transparantie. Deze vier beleidsprioriteiten dienen ter bevordering van het herstel van vertrouwen in de Iraakse overheid, in medeburgers en in een veilige en voorspoedige toekomst in Irak. Speciale aandacht gaat uit naar vrouwen door het implementeren van het Nationale Actieplan 1325 van de Iraakse overheid en het bieden van psychosociale hulp aan vrouwen die slachtoffer zijn geworden van (seksueel) geweld.

Militair levert Nederland een aanzienlijke bijdrage aan de strijd tegen ISIS en Irak, met o.a. trainingen van Iraakse troepen en Koerdische Pershmerga. Nederland draagt tevens bij aan humanitaire ontmijningsactiviteiten via de VN (UNMAS) en NGO partners. Van groot belang is dat de militaire strijd tegen ISIS gepaard gaat met politieke planning voor de fase daarna. Nederland dringt er in Irak en internationale fora op aan dat dit een Iraaks geleid proces dient te zijn. Voor Nederland staat de eenheid van Irak voorop. In dit verband geldt dat alle stappen die de Koerdische autoriteiten (willen) zetten richting meer autonomie of zelfs onafhankelijkheid alleen aanvaardbaar zijn als deze uitkomst zijn van constructieve overeenstemming met de centrale regering in Bagdad.

Zetel VN-Veiligheidsraad: strategische kansen voor Nederland

Het lidmaatschap van het Koninkrijk in de VN-Veiligheidsraad in 2018 biedt een uitgelezen kans om internationale besluitvorming over kwesties van vrede en veiligheid te beïnvloeden, handhaving van internationaal recht te bevorderen, en daarbij de Koninkrijksbelangen te behartigen. Het Koninkrijk zal als verkozen lid zijn profiel als betrouwbare en actieve bruggenbouwer in het internationale speelveld bevestigen, op het hoogste mondiale niveau. Onze inzet vloeit voort uit breed gedragen beginselen en prioriteiten van het Nederlands buitenlands beleid. De politieke actualiteit is leidend en zal in belangrijke mate de verhoudingen en de positionering in de VNVR bepalen. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken is in dialoog met relevante spelers en zal in het najaar de Kamer informeren over de speerpunten van de inzet. Daarbij gaat het Koninkrijk voor een «Europese invulling» van onze zetel, en op termijn wil Nederland zich inzetten voor een Europese zetel. Tegelijkertijd heeft de samenwerking tussen Aruba, Curaçao, Sint Maarten en Nederland in de campagne voor een VNVR-zetel zijn vruchten afgeworpen, onder het motto dat we zowel Europees als Caribisch zijn. We zullen in 2018 dan ook met z’n vieren «in de stoel» zitten.

Cyber- en internetbeleid: Nederland in voorhoede

Als er iets geen grenzen kent, is het de nieuwste dreiging in cyberspace. Onze westerse maatschappijen zijn kwetsbaar voor cyberaanvallen – dat geldt zeker voor Nederland. Een toenemende dreiging gaat dan ook uit van cyberaanvallen, zoals we zagen bij de «hacks» van de digitale systemen van politieke partijen ten behoeve van politieke beïnvloeding van de Amerikaanse presidentsverkiezingen, maar ook bij wereldwijde verspreiding van virussen als WannaCry. Steeds meer staten ontwikkelen (militaire) cybercapaciteiten, terwijl duidelijke gedragsregels ontbreken. Dat draagt bij aan onduidelijkheid, onvoorspelbaarheid en onoverzichtelijkheid en komt de stabiliteit niet ten goede. Gezien het grensoverschrijdende karakter van het cyberdomein vergt deze problematiek per definitie een internationale aanpak. Nederland bevindt zich in de internationale voorhoede bij het vormgeven van een normatief kader voor een veilig, vrij en open cyber domein. Hierbij maakt Nederland zich onder meer sterk om de toepasbaarheid van het internationaal recht binnen het digitale domein te verduidelijken. Naast versterking van onze invloed in de VN, EU en NAVO op dit terrein, blijft het Ministerie van Buitenlandse Zaken investeren in nieuwe coalities met staten, private partijen en het maatschappelijk middenveld. Hierbij zal Nederland kansen die digitalisering aan onze economie en samenleving biedt volop blijven benutten, en tegelijk dreigingen het hoofd bieden en fundamentele rechten en waarden beschermen. Nederland zet zich internationaal in voor een open, vrij en veilig internet, met een adequate bescherming van de internetvrijheid en mensenrechten online. In deze sterk digitaliserende wereld moeten mensen kunnen vertrouwen op bescherming tegen inbreuken op hun digitale rechten.

Multilateralisme en coalities

Naast het vormen van coalities, blijft het stelsel van multilaterale instellingen van levensbelang om veiligheid, welvaart en rechtvaardigheid wereldwijd te bevorderen. De VN en andere multilaterale instellingen dragen bij aan vrede en veiligheid, zijn voorvechters van internationale normen en waarden bieden capaciteitsopbouw en ontwikkelingssamenwerking wereldwijd. Met de nieuwe SGVN, António Guterres, moeten we blijven inzetten op hervormingen om de legitimiteit en effectiviteit van de VN te bevorderen.

Het verschuivende geopolitieke krachtenveld vraagt om een proactieve en strategische Nederlandse houding in het internationale speelveld, waarbij noodzakelijke coalities en multilateralisme centraal moeten staan. Dankzij coalities en multilateralisme hebben wij reeds successen kunnen boeken de laatste jaren. Het akkoord over het Iraanse nucleaire programma, de totstandkoming van de duurzame ontwikkelingsdoelen, het klimaatakkoord van Parijs, de sterkere sancties tegen Noord-Korea, de succesvolle bestrijding van ISIS, zijn allemaal voorbeelden van het nut en de noodzaak van gezamenlijk internationaal optreden, waar ook de hand moet worden uitgestoken naar minder gelijkgezinde landen.

Het vervolgen en berechten van degenen die verantwoordelijk waren voor het neerhalen van vlucht MH17 blijft een topprioriteit van het kabinet, conform VNVR-resolutie 2166. Nederland blijft zich hiervoor inspannen, in nauw verband met de landen die deel uitmaken van het «Joint Investigation Team».

Binnen de EU, in het licht van Brexit en andere reeds geschetste uitdagingen, zullen ook vaak nieuwe coalities moeten worden gesmeed. Daarbij zijn goede relaties met Duitsland en Frankrijk essentieel en blijft Nederland optrekken met gelijkgezinde lidstaten, waaronder in Benelux-verband. We moeten er echter ook voor waken om tegenstellingen niet te vergroten door onze partners enkel binnen Noordwest-Europa te zoeken. We moeten bruggen slaan tussen Noord en Zuid en tussen Oost en West, om ook voor de toekomst Europese samenwerking – inclusief mondiale daadkracht – zeker te stellen.

Mondiale strategische partners

Hoewel de VS de afgelopen jaren aan relatieve (economische) macht heeft ingeboet blijft de VS een belangrijke partner voor Nederland, ook in multilateraal verband. Een intensieve relatie met dit land is en blijft voor ons van groot belang. Dat geldt uiteraard op het terrein van de defensie- en veiligheidspolitiek en de NAVO. Maar ook op bilateraal economisch terrein zijn de belangen aanzienlijk: de VS is een van de grootste handels- en investeringspartners van het Koninkrijk meer dan 640.000 banen in Nederland hangen hiermee samen.

De onderlinge betrokkenheid is geen automatisme zoals in de afgelopen maanden bleek. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor multilaterale kwesties als het klimaat. De regering betreurt dat de VS zich heeft teruggetrokken uit het klimaatakkoord van Parijs; het blijft echter belangrijk de VS te betrekken bij de inspanningen om klimaatverandering tegen te gaan. Het Amerikaanse bedrijfsleven en sub-nationale overheden (zoals Californië) spelen hierbij een belangrijke constructieve rol.

Op de belangrijkste buitenlandpolitieke vraagstukken van deze tijd, waaronder het Midden-Oosten Vredesproces, non-proliferatie van kernwapens en terrorismebestrijding, blijft samenwerking en actieve dialoog tussen Europa en de VS essentieel. De VS verwacht in toenemende mate dat Europa meer verantwoordelijkheid draagt voor de eigen veiligheid. Dit versterkt de noodzaak om Europa strategisch te versterken. Een sterk Europa is in het belang van een sterke trans-Atlantische samenwerking.

Het stijgende geostrategische gewicht van Azië vraagt om een verhoogde inzet van Nederland en de EU op politiek en economisch vlak om in deze regio actief partners te betrekken op dossiers waar gemeenschappelijke belangen zijn. China is als regionale grootmacht en tweede economie in de wereld in toenemende mate medebepalend voor de stabiliteit in belangrijke regio’s, zoals het Koreaans Schiereiland, de Zuid-Chinese Zee, en de Indische Oceaan. Met zijn Belt and Road Initiative reikt China’s geopolitieke én economische invloed van Centraal-Azië tot in het Caribisch gebied. Voor Nederland betekent dit de noodzaak voor brede betrekkingen met China, langs bilaterale band, maar ook via de EU en VN gericht op samenwerking in het multilaterale stelsel. Tegelijkertijd geldt dat wordt vastgehouden aan het belang van de rechtstaat en respecteren van mensenrechten, en zet Nederland erop in om via een hechte en stevige EU-positie het economisch verkeer open en eerlijk te houden. Op het gebied van klimaatverandering laten China, maar ook de andere regionale grootmacht India, een sterker geluid horen. Dit biedt mogelijkheden voor Nederland en EU om samen op te trekken.

India kijkt nu meer dan ooit naar landen in Europa en zeker ook naar Nederland om internationaal mee samen te werken. Zo liggen er kansen vanuit gedeelde waarden zoals democratie en rechtstaat voor samenwerking op het gebied van het bevorderen van een vrij en veilig internet. Ook met Indonesië en andere landen in de ASEAN, het verband van tien Zuid-Oost Aziatische landen, die gezamenlijk de grootste groeimarkt voor Nederlandse bedrijven vormen, zal meer worden ingezet op het gezamenlijk optrekken bij de bestrijding van terrorisme, bevordering van eerlijke handel en vreedzame internationale geschillenbeslechting. Met gelijkgezinde landen als Japan, Zuid-Korea, Australië en Nieuw-Zeeland, zal Nederland bilateraal als ook in EU-verband zich blijven inzetten voor een mondiale ordening gebaseerd op effectief multilateralisme, een open wereldeconomie en respect voor mensenrechten en internationaal recht.

Consulair blijft Buitenlandse Zaken moderniseren

Nederlanders gingen in 2016 17,9 miljoen keer op vakantie in het buitenland en 4,7 miljoen keer zakelijk op reis. De reisadviezen van Buitenlandse Zaken werden daarbij 210.000 keer per maand geraadpleegd. De posten gaven 611.248 visa af aan buitenlanders om naar Nederland af te reizen en er werden 124.128 Nederlandse reisdocumenten aangevraagd. Circa 2000 Nederlanders zijn gedetineerd in het buitenland. Nederlanders en buitenlanders kunnen 24 uur per dag, 7 dagen per week wereldwijd terecht bij het 24/7 BZ Contactcenter. Circa 700.000 Nederlanders en buitenlanders hebben in 2016 via het 24/7 Contactcenter van Buitenlandse Zaken informatie ontvangen omtrent een verscheidenheid aan consulaire hulpvragen, aanvragen van documenten en andere consulaire verzoeken. Circa 5,2 miljoen klanten bezochten de consulaire informatie op de websites van het Ministerie en de posten. Kortom, consulaire dienstverlening is een kerntaak van Buitenlandse Zaken. Nederlanders kunnen in crises en noodsituaties altijd en overal blijven rekenen op hulp, waarbij we een gepast beroep doen op de eigen verantwoordelijkheid. Buitenlandse Zaken concentreert zich op die taken waar het met zijn postennet, kennis en diplomatieke vaardigheden toegevoegde waarde heeft.

De afgelopen jaren heeft het Ministerie van Buitenlandse Zaken fors geïnvesteerd in de consulaire dienstverlening in het buitenland. Met een nieuwe opzet van de reisadviezen en de verbeterde 24/7 reis-app kunnen reizigers zich nog beter voorbereiden. Met deze app en via internet kunnen Nederlanders zich nu ook makkelijker bij Buitenlandse Zaken registeren als ze naar het buitenland gaan en blijven ze beter op de hoogte van actuele veiligheidsrisico’s. Er wordt hard gewerkt aan verdere digitalisering voor een nog betere en snellere dienstverlening. Daar waar aanvragers nog persoonlijk moeten verschijnen, werkt het Ministerie ook samen met private partijen die als loket dienen. Dat gebeurt ook op plekken waar geen Nederlandse vertegenwoordigingen zijn, waardoor de aanvrager minder ver hoeft te reizen. In het VK loopt op dit moment een pilot waarbij Nederlanders die hun reisdocument willen vernieuwen daarvoor niet meer naar de ambassade hoeven. Buitenlandse Zaken werkt aan een vernieuwde methode voor de beoordeling van visumaanvragen. Dat zal gebeuren in gecentraliseerde back offices waar de aanvragen digitaal binnenkomen. Op basis van informatie van ketenpartners en kennis van onze ambassades creëert Buitenlandse Zaken daarop klantsegmentatie en biedt in lijn daarmee een fast track behandeling voor aanvragen vanuit de hoek van de economische diplomatie en bonafide aanvragers, en een intensive track voor hoog-risico aanvragers.

BZ werkt intensief samen met de partners in de reisbranche, verzekeringswereld en het bedrijfsleven. Het doel is om met deze partners deze producten, diensten en boodschappen op het terrein van veiligheid en reisvoorbereiding verder onder de aandacht van de Nederlander te brengen. Door internationaal en in de EU samen te werken kunnen we de dienstverlening verder verbeteren. Denk aan crisisvoorbereiding, respons ter plaatse én consulaire bijstand aan kwetsbare Nederlanders. Ook treedt de richtlijn niet-vertegenwoordigde EU-burgers in werking, waarvan het doel is de praktische samenwerking tussen vertegenwoordigingen van lidstaten in derde landen te verbeteren en de Europese samenwerking op consulair gebied te versterken.

Internationaal cultuurbeleid

Cultuur overschrijdt grenzen en kan mensen over de hele wereld verbinden, ongeacht hun herkomst, hun politieke of hun religieuze overtuiging. Internationaal cultuurbeleid en culturele diplomatie zijn in deze tijden van internationale spanning dan ook een belangrijk element in de dialoog met de wereld om ons heen. Naast haar intrinsieke waarde, heeft het delen van cultuur een belangrijke toegevoegde waarde in de betrekkingen met landen waarmee de bilaterale relatie complex of gespannen is.

Internationaal cultuurbeleid en culturele diplomatie fungeren ook als verbindende schakels tussen de politieke, economische en maatschappelijke onderwerpen waar het buitenlandbeleid zich op richt. Cultuur is een onmisbaar onderdeel van staatsbezoeken, handelsmissies en Holland Branding, maar is ook ondersteunend aan mensenrechtenbeleid, vrede en veiligheid, en aan rechtsstaatontwikkeling. Positieve beeldvorming geeft een impuls aan internationale en bilaterale samenwerking en het stimuleert de export. Goede culturele betrekkingen kweken goodwill, openen deuren, en zorgen bovendien voor vertrouwen.

Het nieuwe, vierjarige beleidskader voor internationaal cultuurbeleid waarmee in 2017 van start is gegaan, wordt in 2018 voortgezet. Daarbij wordt een tweesporenbenadering gehanteerd. Aan de ene kant wordt de Nederlandse cultuursector gestimuleerd, aan de andere kant wordt internationaal cultuurbeleid ingezet als instrument van buitenlandbeleid. Daarmee worden de culturele betrekkingen met landen waarmee de culturele relatie sterk is, onderhouden. Voor het eerst wordt het internationaal cultuurbeleid ook ingezet om een bijdrage te leveren aan een veilige, rechtvaardige en toekomstbestendige wereld, te beginnen in een selecte groep landen in de ring van instabiliteit rondom de EU. In samenwerking met de culturele instellingen vormt het postennet de spil in de uitvoering van het cultuurbeleid, met beschikking over een uniek netwerk met zowel statelijke als private en maatschappelijke partijen.

Gastland voor internationale organisaties

Nederland heeft zich sinds de jaren ’90 ontwikkeld tot een belangrijk gastland van internationale organisaties. Den Haag, als stad van Vrede en Recht, behoort met Brussel, Geneve en Wenen tot de internationale top van vestigingsplaatsen. Inmiddels zijn er 39 Internationale organisaties in Nederland gevestigd. De regering ziet het gastlandschap voor internationale organisaties met een mandaat op het gebied van Vrede en Recht als een belangrijke manier om invulling te geven aan artikel 90 van de Grondwet (bevordering internationale rechtsorde). De aanwezigheid van internationale organisaties is ook economisch van groot belang. Om concurrerend te kunnen blijven ten opzichte van andere landen moet Nederland het ondersteunend beleid op het gebied van het vestigingsklimaat voortzetten. Bij het acquisitieproces zelf is BZ als coördinator voor gastlandzaken de spin in het web van nationale expertise, het nationale overheidsnetwerk en de internationale lobby.

Departement en postennet

Buitenlandse Zaken is Rijksbreed verantwoordelijk voor de coördinatie van het buitenlands- en EU-beleid, en heeft een postennet dat paraat staat voor dienstverlening aan burgers en bedrijven, op een zo effectief en kosten-efficiënt mogelijke manier. Het departement is het kenniscentrum in Den Haag, geworteld in de maatschappij, waarvan alle departementen profiteren.

Buitenlandse Zaken behartigt met deze middelen de belangen van Nederlandse burgers en bedrijven in de EU, de NAVO en de VN, maar ook binnen bilaterale contacten en via een constante dialoog met het maatschappelijk middenveld in binnen- en buitenland. De verscheidenheid van die inzet weerspiegelt de rijkheid van de Nederlandse samenleving en zijn belangen, variërend van LHBTI-rechten, begeleiden van militaire missies, hulp aan landgenoten in nood, tot het ondersteunen van bedrijven op moeilijke markten en ontwikkelingssamenwerking.

Buitenlandse Zaken moet daarbij mee kunnen bewegen met de trends in Nederland en de wereld. Het werk van ambassades en consulaten is de afgelopen jaren steeds omvangrijker en complexer geworden. De Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) onderschrijft dit ook. Vier jaar geleden is een omvangrijk hervormingsprogramma ingezet binnen scherpe budgettaire kaders. Zo wordt de consulaire en economische dienstverlening ingrijpend hervormd en worden mensen en middelen flexibeler ingezet zodat voortdurende veranderingen en uitdagingen beter het hoofd geboden kunnen worden. We bezien steeds welke presentie waar nodig is en moeten binnen de scherpe kaders van de apparaatsbudgetten duidelijke keuzes maken tussen prioriteiten en posterioriteiten.

BELANGRIJKSTE BELEIDSMATIGE MUTATIES

Hieronder treft u een toelichting aan op de belangrijkste mutaties vanaf 2017 en verder ten opzichte van de Memorie van Toelichting 2017. Een aantal mutaties is eerder toegelicht in de eerste suppletoire begroting 2017.

Belangrijkste beleidsmatige mutaties ten opzichte van vorig jaar

Bedragen x EUR 1.000

2017

2018

2019

2020

2021

Stand ontwerpbegroting 2017

8.879.536

9.869.316

9.748.088

9.936.587

10.192.622

1 Versterkte internationale rechtsorde en eerbiediging van mensenrechten

4.431

900

0

0

0

2 Veiligheid en stabiliteit

25.142

2.650

2.700

2.708

2.708

3 Europese samenwerking

– 472.774

– 332.355

601.869

607.452

223.495

4 Consulaire belangenbehartiging en het internationaal uitdragen van Nederlandse waarden en belangen

2.690

1.330

1.280

1.272

1.360

5 Geheim

6 Nominaal en onvoorzien

– 35.215

– 17.039

– 19.260

– 11.871

– 4.393

7 Apparaat

35.978

9.613

14.213

12.013

12.013

Stand ontwerpbegroting 2018

8.439.788

9.534.415

10.348.890

10.548.161

10.427.805

Toelichting:

Beleidsartikel 1:

Het budget voor versterkte internationale rechtsorde en eerbiediging van mensenrechten is verhoogd als bijdrage aan de Carnegiestichting voor het Vredespaleis. De extra uitgaven houden verband met een onderzoek naar de omvang van aanwezigheid van asbest en het nemen van beveiligingsmaatregelen.

Beleidsartikel 2:

Het budget voor veiligheid en stabiliteit stijgt in 2017 omdat het kabinet heeft besloten om extra middelen in te zetten op het terrein van veiligheid, stabiliteit, migratiesamenwerking en opvang in de regio. Daarnaast is bij Voorjaarsnota de politiek overeengekomen verdeling van het Budget Internationale Veiligheid (BIV) technisch overgeheveld naar de begroting van Buitenlandse Zaken. De middelen worden ingezet voor activiteiten op het gebied van veiligheidssectorhervorming, vredesopbouw, rechtsstaatontwikkeling, capaciteitsopbouw en de beveiliging van diplomaten en ambassades in gebieden waar dat noodzakelijk is (BSB). Omdat de BSB wordt uitgevoerd door het Ministerie van Defensie worden deze middelen overgeheveld naar de begroting van Defensie.

Beleidsartikel 3:

Met name door grote vertragingen in de uitvoering van het cohesiebeleid is er in 2016 forse onderuitputting opgetreden bij de Europese begroting en ook voor 2017 en 2018 wordt grote onderuitputting verwacht. Dit resulteert in lagere Nederlandse afdrachten in de periode 2016–2018, maar tot hogere afdrachten in 2019 en 2020 wanneer deze vertragingen worden ingelopen. De verwachte vertraging voor 2018 heeft invloed op de wijze waarop voor dit jaar de Nederlandse EU-afdrachten worden geraamd. Normaliter wordt in de Nederlandse begroting uitgegaan van het betalingenplafond dat voor dat jaar is afgesproken bij het opstellen van het MFK. Echter, voor 2018 geldt dat het Commissievoorstel voor de EU-begroting een betalingenniveau voorstelt dat 9,1 miljard euro onder het betalingenplafond (inclusief speciale instrumenten) van het MFK ligt als gevolg van de hierboven genoemde vertragingen. Daarom wordt in deze begroting niet uitgegaan van het MFK-betalingenplafond, maar van een uitgavenplafond dat 7 miljard lager ligt. Daarmee resteert voldoende marge tussen de verwachte uitgaven in 2018 en het uitgavenplafond waarmee wordt gerekend in de Nederlandse afdrachtenraming. Overige ramingsbijstellingen betreffen onder andere de effecten van de nieuwe Spring Forecast/ACOR raming van de Commissie op de verschillende grondslagen voor de afdrachten.

Niet- beleidsartikel 6:

Dit is het saldo van bijstellingen op grond van aanpassing van BNI- en BBP-ramingen door het CPB, verwerking van de HGIS-eindejaarsmarge 2016, het verwerken van de loon- en prijs- en koersbijstellingen binnen de HGIS en overboekingen naar diverse begrotingen conform de claims die zijn verwerkt naar aanleiding van de HGIS-besluitvorming. Hierin is onder andere extra budget opgenomen voor de financiering van uitgaven voor gastlandbeleid (BZ en VWS), Brexit gerelateerde uitgaven (EZ, BZ en VWS) en uitgaven voor het vervolgonderzoek 1945–1949 Nederlands-Indië (BZ).

Niet-beleidsartikel 7:

De apparaatsuitgaven laten meerjarig een stijging zien. Deze stijging wordt hoofdzakelijk veroorzaakt doordat vanuit de HGIS middelen zijn toegevoegd ter dekking van de gestegen loonkosten. Het betreft de jaarlijkse aanpassing van de salarissen en gestegen pensioenkosten. Tevens worden personele- en materiele uitgaven, die in buitenlandse valuta (met name USD) worden verricht, vanuit de HGIS-onvoorzien gecompenseerd voor de gestegen wisselkoers. Daarnaast nemen de personeelsuitgaven toe omdat vanuit de HGIS middelen zijn toegevoegd ter dekking van extra kosten voor personeel (op het departement en Europese posten) om de Nederlandse belangen bij de scheidingsprocedure van de Unie met het Verenigd Koninkrijk voldoende te kunnen waarborgen. Ten slotte stijgt het budget in 2017 vanwege de toevoeging van middelen uit 2014 voor investeringen in het postennet (huisvesting) vanuit het huisvestingfonds.

Overzicht niet-juridisch verplichte uitgaven in 2018

In onderstaand overzicht wordt, conform de wens van de Tweede Kamer, per subartikel aangegeven welk deel van de geraamde uitgaven juridisch – en niet juridisch verplicht is en wat in grote lijnen de bestemming is van de niet-juridisch verplichte uitgaven. In de toelichting op de beleidsartikelen (hoofdstuk 3, onderdeel D2) wordt nader ingegaan op de juridisch verplichte uitgaven.

Overzicht niet-juridisch verplichte uitgaven en bestemmingen x EUR 1 miljoen

Subartikelnummer

naam sub artikel

Geraamde uitgaven

juridisch verplichte uitgaven

niet-juridisch verplichte uitgaven

bestemming van de niet-juridisch verplichte uitgaven

1.1

Goed functionerende internationale instellingen

56,0

55,5 (99%)

0,5 (1%)

• Programma’s internationaal recht

1.2

Mensenrechten

53,8

26,3 (49%)

27,5 (51%)

• Jaarlijkse bijdrage OHCHR,

• Centrale en decentrale mensenrechtenprogramma’s

2.1

Bondgenootschappelijke veiligheid

11,0

8,3 (76%)

2,7 (24%)

• POBB

• Veiligheidsfonds

2.2

Bestrijding en terugdringing van internationaal terrorisme

9,3

1,6 (17%)

7,7 (83%)

• Contraterrorisme activiteiten

• Secretariaat Global Forum on Cyber Expertise

2.3

Bevordering van ontwapening en wapenbeheersing

10,8

10,9 (100%)

-

 

2.4

Veiligheid, stabiliteit en rechtsorde, OVSE

7,2

7,2 (100%)

-

 

2.4

Veiligheid, stabiliteit en rechtsorde, VN contributie voor crisisbeheersingsoperaties

99,8

99,8 (100%)

-

 

2.4

Veiligheid, stabiliteit en rechtsorde, stabiliteitsfonds, training voor buitenlandse diplomaten

2,5

2,5 (100%)

-

 

2.4

Veiligheid, stabiliteit en rechtsorde, stabiliteitsfonds

88,4

74,3 (84%)

10,6 (16%)

• Programma’s op het snijvlak van vrede, veiligheid en ontwikkeling uit het Stabiliteitsfonds

2.5

Transitie in prioritaire landen, Matra

7,8

5,8 (74%)

2,0 (26%)

• Matra programma’s

2.5

Transitie in prioritaire landen, Shiraka

12,4

9,3 (75%)

3,1 (25%)

• Shiraka programma’s

3.1

Afdracht Europese Unie

8.181,4

8.181,4 (100%)

-

 

3.2

Europees Ontwikkelingsfonds

192,7

192,7 (100%)

-

 

3.3

Een hechtere Europese waardegemeenschap

9,7

9,7 (100%)

-

 

3.4

Versterkte positie Nederland in de Unie van 28

5,3

4,3 (81%)

1,0 (19%)

• Onderzoeksprogramma’s gerelateerd aan gevolgen Brexit

4.1

Consulaire dienstverlening t.b.v. Nederlandsers in het buitenland

13,6

8,4 (61%)

5,3 (39%)

• Kosten voor reisdocumenten

• Investeringen in consulaire informatiesystemen

4.2

Consulaire dientverlening voor vreemdelingen

6,2

5,0 (81%)

1,2 (19%)

• Kosten voor visumverlening

• Investeringen in consulaire informatiesystemen

4.3

Nederlandse cultuur

7,9

3,5 (45%)

4,4 (55%)

• Landenprogramma’s ten behoeve van het internationaal cultuurbeleid.

4.4

Publieksdiplomatie

12,5

7,2 (58%)

5,3 (42%)

• Uitgaven ten behoeve van publieksdiplomatie op de posten en BZ.

• Uitgaven voor de Bezoekersprogramma’s

• Strategische beleidscommunicatie

4.4

Kosten voor de staats- en werkbezoeken (inkomend en uitgaand), bezoeken van hoogwaardigheidsbekleders en uitgaven voor CD en IO’s

3,0

1,0 (33%)

2,0 (67%)

• Inkomende en uitgaande Staats- en werkbezoeken

• Uitgaven ten behoeven van het Corps Diplomatique en Internationale Organisaties in Nederland

4.4

Programma ondersteuning buitenlands beleid

4,1

1,4 (35%)

2,7 (65%)

• Verbetering van bilaterale betrekkingen

• Bevordering van multilaterale samenwerking mensenrechten, democratisering en goed bestuur en internationale juridische en justitiële samenwerking.

4.5

Een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor internationale organisaties in Nederland

2,8

2,6 (93%)

0,2 (7%)

• Logistieke ondersteuning van de in Nederland gevestigde internationale organisaties.

Totaal

 

8.798,5

8.718,8 (99%)

79,7 (1%)

 
Meerjarenplanning beleidsdoorlichtingen1 2

Art

Naam Artikel/beleidsdoelstelling

2016

2017

2018

2019

2020

2021

2022

Geheel

   

realisatie

planning

artikel?

1

Versterkte internationale rechtsorde en eerbiediging van mensenrechten

           

Ja

1.1

Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak3

             

1.2

Bescherming en bevordering van mensenrechten

               

2

Veiligheid en stabiliteit

             

Nee

2.1

Goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid

     

       

2.2

Bestrijding en terugdringing van internationaal terrorisme en andere vormen van internationale criminaliteit

     

       

2.3

Bevordering van ontwapening en wapenbeheersing, bestrijding van proliferatie van massavernietigingswapens en het voeren van een transparant en verantwoord wapenexportbeleid

 

           

2.4

Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband3

             

2.5

Bevordering van transitie in prioritaire gebieden4

 

           

3

Europese samenwerking

         

 

Ja

3.1

Een democratische, slagvaardige en transparante Europese Unie die haar burgers vrijheid, recht, veiligheid, welvaart en duurzame economische groei biedt5

               

3.2

Een effectief, efficiënt en coherent optreden van de Unie ten opzichte van derde landen en regio's, inclusief ontwikkelingslanden

 

           

3.3

Een hechtere Europese waardengemeenschap5

               

3.4

Versterkte Nederlandse positie in de Unie van 285

               

4

Consulaire belangenbehartiging en het internationaal uitdragen van Nederlandse waarden en belangen

     

     

Ja

4.1

Op basis van eigen verantwoordelijkheid consulaire dienstverlening bieden aan Nederlanders in het buitenland6

               

4.2

Samen met (keten) partners het personenverkeer reguleren6

               

4.3

Grotere buitenlandse bekendheid met de Nederlandse cultuur

             

4.4

Het inzetten van Publieksdiplomatie door het Postennetwerk en BZ om het beeld van Nederland in het buitenland te versterken en op een positief realistische manier uit te dragen

 

           

4.5

Een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor internationale organisaties in Nederland6

               
1

De begroting van BZ is in 2013 opgesplitst in de begroting van BZ (Hfst. 5) en BHOS (Hfst. 17). Er zijn toen nieuwe beleidsartikelen en beleidsdoelstellingen geformuleerd. Beleidsdoorlichtingen van voor dat jaar zijn in deze tabel met terugwerkende kracht over de nieuwe beleidsdoelstellingen verdeeld.

2

Bij BZ en BHOS is het wel de wens om beleidsdoorlichtingen van één beleidsartikel uit te voeren maar inhoudelijk is dat nog niet mogelijk gebleken. Beleidsdoorlichtingen vinden in de meeste gevallen plaats op één niveau lager namelijk van de beleidsdoelstellingen. Voor artikel 2 en 3 en is dit nu wel voorzien.

3

Dit is een gecombineerde beleidsdoorlichting van beleidsdoelstelling 1.1 en 2.4.

4

Wordt meegenomen in beleidsdoorlichting 3.2.

5

Deze beleidsdoorlichting wordt vervangen door een effectevaluatie en wordt onderdeel van de beleidsdoorlichting voor het hele artikel 3.

6

De gecombineerde beleidsdoorlichting van beleidsdoelstelling 4.1 en 4.2 en die voor 4.5 zijn omgezet in een beleidsdoorlichting voor het gehele artikel in 2019. De beleidsdoelstellingen worden geëvalueerd in 2017 (4.5) en 2018 (4.1 en 4.2). De Tweede Kamer is hierover geïnformeerd in juli 2017.

Licence