Base description which applies to whole site

Overzicht risicoregelingen

Overzicht verstrekte garanties (bedragen x € 1.000)

Artikel

Omschrijving

Uitstaande garanties 2016

Geraamd te verlenen 2017

Geraamd te vervallen 2017

Uitstaande garanties 2017

Geraamd te verlenen 2018

Geraamd te vervallen 2018

Uitstaande garanties 2018

Garantieplafond 2018

Totaal plafond

Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatief en duurzaam ondernemen

BMKB

1.827.015

765.000

547.407

2.044.608

765.000

547.623

2.261.985

765.000

 
 

Garantie Ondernemingsfinanciering

566.263

400.000

170.804

795.459

400.000

219.011

976.448

400.000

 
 

Groeifaciliteit

121.590

135.000

11.965

244.625

135.000

14.500

365.125

135.000

 
 

Garantieregeling Scheepsnieuwbouwfaciliteit

42.040

0

42.040

0

0

0

0

0

 
 

MKB financiering

25.0001

43.200

0

68.200

200.000

0

268.200

 

268.200

 

Qredits

99.700

13.300

2.400

110.600

0

0

110.600

 

113.000

                     

Artikel 4 Een doelmatige en duurzame energievoorziening

Aardwarmte

73.940

66.600

13.160

127.380

66.600

19.130

174.850

66.600

 
                     

Artikel 6 Concurrerende, duurzame, veilige agro-, visserij- en voedselketens

Borgstelling MKB Landbouwkredieten

318.812

120.000

20.000

418.812

120.000

20.000

518.812

120.000

 
                     

Artikel 8 Natuur en biodiversiteit

Garantie voor natuurgebieden en landschappen

383.585

0

16.600

366.985

0

17.000

349.985

 

383.585

 

Totaal

3.457.945

1.543.100

824.376

4.176.669

1.686.600

837.264

5.026.005

1.486.600

764.785

1

Per abuis niet opgenomen in het Jaarverslag 2016.

Overzicht uitgaven en ontvangsten garanties (bedragen x € 1.000) «Saldo» bestaat uit «uitgaven» (schadebetalingen) en «ontvangsten» (premie ontvangsten)

Artikel

Omschrijving

Uitgaven 2016

Ontvangsten2016

Stand risicovoorziening 2016

Saldo 2016

Uitgaven 2017

Ontvangsten2017

Stand risicovoorziening 2017

Saldo 2017

Uitgaven 2018

Ontvangsten2018

Stand risicovoorziening 2018

Saldo 2018

Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatief en duurzaam ondernemen

BMKB

34.972

35.572

58.633

600

41.658

33.000

58.633

– 8.658

41.674

33.000

58.633

– 8.674

 

Garantie Ondernemingsfinanciering

2.056

9.653

60.112

7.597

9.945

13.000

60.112

3.055

6.745

13.000

60.112

6.255

 

Groeifaciliteit

6.057

4.376

16.169

– 1.681

8.850

8.000

16.169

– 850

8.850

8.000

16.169

– 850

 

Garantieregeling Scheepsnieuwbouwfaciliteit

 

127

10.136

127

3.591

4.000

0

409

       
 

MKB financiering

   

9.000

     

9.000

     

9.000

 
 

Qredits

                       
                           

Artikel 4 Een doelmatige en duurzame energievoorziening

Aardwarmte

1.204

1.012

21.740

– 192

2.525

2.500

21.716

– 25

 

4.700

26.416

4.700

                           

Artikel 6 Concurrerende, duurzame, veilige agro-, visserij- en voedselketens

Borgstelling MKB Landbouwkredieten

3.644

2.008

13.535

– 1.636

3.100

2.400

12.866

– 700

3.125

2.925

14.703

– 200

                           

Artikel 8 Natuur en biodiversiteit

Garantie voor natuurgebieden en landschappen

       
 

Totaal

47.933

52.748

189.325

4.815

69.669

62.900

178.496

– 6.769

60.394

61.625

183.318

1.231

Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatief en duurzaam ondernemen

Borgstelling MKB-kredieten (BMKB)

De BMKB biedt zowel banken als niet-bancaire financiers een borgstelling voor leningen aan midden- en kleinbedrijven (≤ 250 werknemers) voor zover deze bedrijven onvoldoende zekerheden kunnen bieden aan de bank. Het knelpunt dat met de BMKB wordt bestreden is het verschijnsel dat in de kern gezond MKB – met voldoende zicht op rentabiliteit en continuïteit – niet of onvoldoende in een kredietbehoefte kan voorzien door een tekort aan zekerheden (onderpand).

De gemiddelde eenmalige premie die voor het borgstellingskrediet wordt betaald is per 1 januari 2017 4,8%. De premie is afhankelijk van de looptijd van het bedrijfsborgstellingskrediet. Er zal gedifferentieerd worden tussen de premies voor enerzijds startende en gevestigde bedrijven (gemiddeld 4,65%) en anderzijds voor innovatieve bedrijven (gemiddeld 6,65%). Hierbij wordt de mogelijkheid geboden de premiebetaling gedeeltelijk over de looptijd van het krediet te voldoen. De premie is niet kostendekkend. Op de begroting is structureel € 10,5 mln (inclusief de uitvoeringskosten) beschikbaar ter afdekking van de schades die niet door premie-ontvangsten worden gedekt.

Er is een begrotingsreserve (risicovoorziening) voor de BMKB waardoor een verevening mogelijk is van premie-inkomsten en schade-uitgaven over een reeks van jaren. De regeling is namelijk conjunctuurgevoelig (in tijden van krimp en recessie hogere verliezen) waardoor uitgaven en inkomsten kunnen fluctueren.

De horizonbepaling voor de BMKB is juli 2022. De volgende evaluatie zal in 2021 plaatsvinden.

Garantie Ondernemingsfinanciering (GO)

De GO-regeling is bestemd voor ondernemers die financiering willen aantrekken bij banken en is gericht op (middel)grote ondernemingen met substantiële activiteiten in Nederland en met bevredigende rentabiliteits- en continuïteitsperspectieven. De GO regeling biedt banken de mogelijkheid om nieuwe bankleningen te verstrekken en/of bankgaranties af te geven van minimaal € 1,5 mln en maximaal € 50 mln (tot ultimo 2017 € 150 mln) met een garantie van 50% door de overheid. De overheid deelt mee in de opbrengsten uit zekerheden. De GO is door het huidige kabinet structureel gemaakt met een jaarlijks garantieplafond van € 400 mln.

Het kredietbeheer ligt primair bij de bank. De bank heeft geen ander belang bij de betaling van rente en aflossing dan de overheid. Naast de 50% garantie van de overheid draagt de bank namelijk zelf eveneens 50% risico. RVO.nl beoordeelt de kredietaanvragen en wijziging van kredieten. Daarnaast is een kredietcommissie met externe deskundigen geïnstalleerd, die de kredietvoorstellen eveneens beoordeelt. De Commissie toetst – additioneel aan RVO.nl – het risico van het betreffende voorstel en bij fiattering wordt de premie bepaald op basis van het te lopen risico.

De premie bestaat in hoofdzaak uit de provisie op de rentemarge voor het debiteurenrisico van de bank onder aftrek van 0,25% die de bank voor haar beheersactiviteiten mag behouden. Andere bronnen van inkomsten zijn bijvoorbeeld afsluitprovisies en fees die ten gunste van bank en overheid komen. Uitgangspunt is dat de GO-regeling kostendekkend is. Een eventueel verschil tussen premieontvangsten, schades en uitvoeringskosten in enig jaar worden afgestort naar dan wel onttrokken aan de begrotingsreserve.

GO Energie Transitie Financierings Faciliteit

In 2017 is de pilot GO ETFF voor in beginsel twee jaar opengesteld. De GO ETFF heeft als doel bij te dragen aan het (versneld) realiseren van de ambities inzake de energietransitie door het verstrekken van risicodragend vermogen in de vorm van achtergestelde leningen. Voorbeelden zijn geothermie, decentrale opwekking, energiebesparing in de gebouwde omgeving en de circulaire economie. Voor de financieringen vanuit de GO ETFF kan in de pilotfase € 80 mln aan overheidsgarantie worden verstrekt (onderdeel van het totale GO-plafond van € 400 mln). De GO ETFF vormt een aparte subsidiemodule naast de bestaande subsidiemodule Garantie Ondernemingsfinanciering en is kostendekkend van opzet.

De horizonbepaling voor de GO is 1 juli 2020. De volgende evaluatie zal in 2019 plaatsvinden.

Groeifaciliteit

De regeling Groeifaciliteit helpt bedrijven bij het aantrekken van risicodragend vermogen door garanties te geven op achtergestelde leningen verstrekt door banken en op aandelen verstrekt door participatiemaatschappijen aan ondernemingen. De Groeifaciliteit kan ondernemingen in een groeifase, bij bedrijfsovernames en bij herstructureringen helpen bij het aantrekken van risicokapitaal. De regeling wordt ook opengesteld voor bedrijven uit de agrosector.

Alleen deelnemende financiers kunnen een garantieaanvraag bij de overheid indienen. De maximumgarantie van de overheid is 50%, dat bij participaties neerkomt op maximaal € 12,5 mln en bij bancaire achtergestelde leningen op maximaal € 2,5 mln.

Financiers betalen om de garantie te verwerven in ieder geval een eenmalige premie van 1% van het garantiebedrag vooraf en vervolgens een premie over het uitstaande garantiebedrag. Voor participaties is voorzichtigheidshalve uitgegaan van 3% per jaar en voor achtergestelde leningen 2,5%. Het uitgangspunt is dat de Groeifaciliteit hiermee kostendekkend is. Deze jaarlijkse premie kan gedurende de looptijd van de garantiemaatregel worden herzien en zo nodig naar boven worden bijgesteld om ervoor te zorgen dat de premies de kosten van de regeling blijven dekken. Een eventueel verschil tussen premieontvangsten, schades en uitvoeringskosten in enig jaar wordt met ingang van 2014 afgestort in de begrotingsreserve.

De horizonbepaling voor de Groeifaciliteit is 1 juli 2020. De eerstvolgende evaluatie zal in 2018 worden uitgevoerd.

Garantieregeling Scheepsnieuwbouwfaciliteit

De horizon van de garantieregeling Scheepsnieuwbouwfaciliteit (GSF) was 1 juli 2017. De regeling is met oog daarop begin 2017 geëvalueerd. Op basis van de ervaringen met de regeling en de externe evaluatie door SEO Economisch Onderzoek, was er geen basis voor een verlenging van de GSF. De regeling is daarom per 1 juli 2017 beëindigd.

MKB-financiering

In het aanvullend actieplan MKB-financiering van 8 juli 2014 heeft het kabinet aangekondigd een garantiebedrag van € 400 mln ter beschikking te stellen om de funding van nieuwe aanbieders van MKB-financiering mogelijk te maken. Naast alle andere initiatieven en plannen was er behoefte aan nieuwe financiers en nieuwe financieringsmogelijkheden voor het verstrekken van vreemd vermogen aan het MKB. Het vinden van funding voor deze nieuwe mogelijkheden is echter, bij gebrek aan voldoende track-record van dergelijke financiers, lastig. Met het Aanvullend Actieplan MKB-financiering is er daarom voor goede initiatieven ruimte beschikbaar om die funding te vereenvoudigen met behulp van een overheidsgarantie. Een overheidsgarantie zal kostendekkend moeten zijn en geen staatssteun mogen inhouden. In 2016 is in dit kader de eerste garantie van € 25 mln verstrekt. In 2017 zijn er inmiddels ook twee garanties verstrekt van in totaal ruim € 43 mln. Met een partij wordt nog onderhandeld over een mogelijk garantie. Er is een begrotingsreserve voor de verevening van premie-inkomsten en schade-uitgaven.

Qredits

Dit betreft een eenmalige garantie van € 13 mln ten behoeve van de Bank Nederlandse Gemeenten in het kader van de funding van Qredits met € 15 mln voor het verstrekken van microkredieten. Voor deze garantie is geen premie verschuldigd. Daarnaast is een eenmalige garantie verstrekt aan de Europese Investeringsbank van € 86,7 mln voor de funding van Qredits met € 100 mln voor de verstrekking van micro- en MKB-krediet. Voor deze garantie is een premie van 0,4% verschuldigd.

Artikel 4 Een doelmatige en duurzame energievoorziening

Aardwarmte

Aardwarmte wordt gezien als een kosteneffectieve duurzame energiebron met potentie. Het draagt bij aan het halen van de duurzame energiedoelstelling van Nederland. Binnen de SDE+ is het één van de gunstigste opties. Aardwarmte is tevens een belangrijke optie voor het behalen van energie- en klimaatdoelen. Stimuleren van aardwarmte is een prioriteit uit het energieakkoord, de warmtevisie, de beleidsbrief tuinbouw en de meerjarenafspraak energietransitie glastuinbouw 2014–2020.

Het doel van de garantieregeling aardwarmte is het afdekken van het geologisch risico dat het boren van de putten voor de toepassing van aardwarmte, niet succesvol is. Het gaat om het risico dat de volgens het plan aangeboorde aardlaag minder warm water productie oplevert en/of water van lagere temperatuur oplevert dan op basis van een gedegen geologisch vooronderzoek verwacht werd.

Het ontbreken van een (betaalbare) verzekering is nog steeds een belangrijk knelpunt voor de toepassing van aardwarmte. Door dit risico af te dekken wordt de toepassing van aardwarmte gestimuleerd. De garantieregeling dekt het risico dat een boring niet in een goede watervoerende laag uitkomt, waardoor het vermogen dat vooraf verwacht werd, niet wordt behaald. In dat geval wordt voor een deel van de gemaakte kosten een subsidie uitgekeerd, gerelateerd naar de mate waarin de aardwarmteboring mislukt is.

Er wordt een premie van 7% gevraagd.

De garantie wordt uitgekeerd wanneer projecten (deels) mislukken. Met de garantstelling worden projecten uitgelokt met een relatief klein risico (eis 90% slaagkans). Het verwacht vermogen dat aan de bodem onttrokken wordt (dit is het vermogen dat bij de aanvraag is opgegeven) is maximaal het vermogen dat met 90% zekerheid aan de ondergrond kan worden onttrokken (op basis van een locatiespecifiek geologisch onderzoek dat moet zijn opgesteld door een ISO 9001 gecertificeerde onderneming)

EZ maakt een garantieplafond en het maximaal te garanderen bedrag per boring bekend. EZ neemt binnen acht weken na de indiendatum een besluit op de aanvraag. De aanvrager moet binnen 6 maanden na goedkeuring van de aanvraag starten met het boorproject. Na de aanvang van de aardwarmteboring heeft de aanvrager een jaar voor de voltooiing. Het aardwarmteproject moet binnen twee jaar leiden tot toepassing van aardwarmte in Nederland.

De premieontvangsten worden gestort in de begrotingsreserve. Eventuele schade-uitkeringen komen ten laste van deze reserve. In 2016 is de garantieregeling geëvalueerd, het onderzoeksrapport is in juli 2016 samen met het bijgestelde toetsingskader aan de Tweede Kamer aangeboden. De horizonbepaling is 2020.

Artikel 6 Concurrerende, duurzame, veilige agro-, visserij- en voedselketens

Borgstelling MKB Landbouwkredieten (BL)

De Garantieregeling Landbouw (GL) is vervangen door de regeling Borgstelling MKB Landbouwkredieten (BL). Met deze garantieregeling kunnen banken een borgstelling aan land- en tuinbouwondernemers verstrekken indien deze bedrijven voor leningen onvoldoende zekerheden bieden aan de bank. Het knelpunt dat met deze borgstelling wordt bestreden is het verschijnsel dat in de kern gezond bedrijven – met voldoende zicht op rentabiliteit en continuïteit – niet of onvoldoende in hun kredietbehoefte kunnen voorzien door een tekort aan zekerheden (onderpand).

De totale borgstelling voor een onderneming kan maximaal 70% van € 2,5 mln bedragen. De borgstellingslening is maximaal 2/3 van de benodigde investering, waardoor de borgstelling maximaal 46,6% van de benodigde financiering bedraagt. De borgstelling wordt alleen verleend voor «fresh money», dat wil zeggen nieuwe leningen ten behoeve van de (door-)ontwikkeling van een bedrijf.

De BL kent drie varianten:

  • BL basis: Maximale garantstelling 70% van € 1,2 mln.

  • BL starters/overnemers: Maximale garantstelling 70% (als bij basis of plus), maar tegen verlaagde provisie van 1%.

  • BL plus: Maximale garantstelling 70% van € 2,5 mln. De investeringen die in aanmerking komen zijn Groen Label Kassen (GLK), duurzame stallen die voldoen aan de Maatlat Duurzame Veehouderij (MDV en landbouwinnovaties.

Voor deze drie varianten tezamen is het garantieplafond van de overheid € 120 mln.

Nieuwe elementen in de BL ten opzichte van de GL zijn:

  • De mogelijkheid om omschakelkapitaal voor de transitie van de bedrijfsvoering van een gangbaar naar een biologische gecertificeerd agrarisch productiebedrijf onder de borgstelling te brengen

  • Landbouwinnovaties onder de plus-borgstelling (eerder aangekondigd als Garantstelling Marktintroductie Innovaties – GMI)

De provisie voor de BL bedraagt eenmalig 3% van het te lenen bedrag of 1% indien het een starter of een overnemer betreft. De provisie wordt gebruikt om verliesdeclaraties te betalen. Jaarlijks worden de premieontvangsten en een bijdrage van EZ in de begrotingsreserve gestort. Het geld uit de begrotingsreserve wordt gebruikt om verliesdeclaraties te betalen.

De horizonbepaling voor de BL is 1 januari 2022. In 2018 zal de Garantstelling Landbouw geëvalueerd worden.

Artikel 8 Natuur en biodiversiteit

Garantie voor natuurgebieden en landschappen

Het betreft het garant staan voor de leningen die aangetrokken zijn via het Groenfonds voor het realiseren van de EHS-gronden. Deze gronden zijn opgegaan in het Natuur Netwerk Nederland.

Overzicht uitstaande leningen per ultimo 2016

Bedragen x € 1.000

Artikel

Omschrijving

Uitstaande lening

Looptijd

Lening

Rente

percentage

Wijze van

aflossing

Artikel 2

Bedrijvenbeleid: innovatief en duurzaam ondernemen

Microkrediet Nederland

46.698

tot en met 2036

0%

vanaf 2031

Artikel 4

Een doelmatige en duurzame energievoorziening

Energieonderzoek Centrum Nederland

38.008

tot en met 2023

2,85%

vanaf 2018

Artikel 4

Een doelmatige en duurzame energievoorziening

Pallas

11.646

tot en met 2018

1,5%

uiterlijk 2019

Artikel 6 Concurrerende, duurzame, veilige agro-, visserij- en voedselketens

Wageningen Research

33.553

tot en met 2028

4,5%

jaarlijks

Artikel 6 Concurrerende, duurzame, veilige agro-, visserij- en voedselketens

Wageningen Research

25.990

tot en met 2028

4,5%

jaarlijks

Artikel 6 Concurrerende, duurzame, veilige agro-, visserij- en voedselketens

Wageningen Research

13.155

tot en met 2030

5,2%

jaarlijks

Artikel 6 Concurrerende, duurzame, veilige agro-, visserij- en voedselketens

Wageningen Research

2.767

tot en met 2031

5,0%

jaarlijks

Deze leningen zijn verstrekt in de context van de genoemde beleidsartikelen.

Licence