Base description which applies to whole site

3.2 De niet-beleidsartikelen (Ministerie van Financiën IXB)

Artikel 8 Apparaat kerndepartement

Budgettaire gevolgen van beleid, niet-beleidsartikel 8 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Stand ontwerpbegroting (1)

Mutaties via NvW, ISB, motie en amendementen (2)

Vastgestelde begroting 2019

(3)=(1+2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3+4)

Mutaties 2020

Mutaties 2021

Mutaties

2022

Mutaties 2023

Verplichtingen

256.491

0

256.491

– 129

256.362

– 826

– 1.006

– 986

– 926

                   

Uitgaven

256.491

0

256.491

– 129

256.362

– 826

– 1.006

– 986

– 926

                   

Personeel Kerndepartement

174.632

0

174.632

2.016

176.648

– 300

– 300

– 280

– 202

Eigen personeel

164.757

0

164.757

2.557

167.314

871

871

891

969

Inhuur externen

9.402

0

9.402

– 559

8.843

– 1.189

– 1.189

– 1.189

– 1.189

Overig personeel

473

0

473

18

491

18

18

18

18

                   

Materieel Kerndepartement

81.859

0

81.859

– 2.145

79.714

– 526

– 706

– 706

– 724

Waarvan ICT

13.806

0

13.806

– 1.606

12.200

– 1.556

– 1.756

– 1.756

– 1.756

Waarvan bijdrage aan SSO's

39.173

0

39.173

137

39.310

181

182

182

182

Waarvan overig materieel

28.880

0

28.880

– 676

28.204

849

868

868

850

                   

Ontvangsten

52.953

0

52.953

515

53.468

– 1.002

– 1.002

– 1.002

– 1.002

Artikel 10 Nog onverdeeld

Budgettaire gevolgen van beleid, niet-beleidsartikel 10 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Stand ontwerpbegroting (1)

Mutaties via NvW, ISB, motie en amendementen (2)

Vastgestelde begroting 2019

(3)=(1+2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3+4)

Mutaties 2020

Mutaties 2021

Mutaties

2022

Mutaties 2023

Verplichtingen

77.956

0

77.956

44.773

122.729

131.665

128.293

125.038

129.221

                   

Uitgaven

98.411

0

98.411

14.273

112.684

88.665

128.293

125.038

129.221

Programma onvoorzien

40.873

0

40.873

– 31.937

8.936

25.318

35.184

34.124

40.822

Apparaat onvoorzien

42.659

0

42.659

– 42.659

0

– 37.155

4.146

1.136

1.032

Loonbijstelling

4.466

0

4.466

83.462

87.928

83.005

72.150

72.976

70.679

Prijsbijstelling

10.413

0

10.413

5.407

15.820

17.497

16.813

16.802

16.688

                   

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Toelichting

Verplichtingen (+ € 44,8 mln.)

De verplichtingenmutaties zijn gelijk aan de uitgavenmutaties, behalve bij de vrijvallende middelen die gereserveerd waren voor de RVU-heffing (– € 30,5 mln. in 2019). De verplichtingen als gevolg van het aangaan van de vertrekregeling bij de Belastingdienst zijn namelijk direct bij het aangaan van de regelingen verwerkt in de begroting. Voor 2019 zijn derhalve geen verplichtingen begroot.

Uitgaven

Programma onvoorzien (– € 31,9 mln.)

Per saldo is het budget van programma onvoorzien verlaagd met € 31,9 mln. De voornaamste oorzaken van deze mutaties zijn:

  • Het kabinet intensiveert bij de Belastingdienst voor aanpak van fraude, witwassen en ondermijning. Een bedrag van ca. € 1 mln. in 2019 oplopend tot structureel 29 mln. wordt beschikbaar gesteld voor dit pakket. Op dit moment worden deze intensiveringsmiddelen vooralsnog op artikel 10 Nog onverdeeld van de Financiënbegroting gereserveerd. Komende periode zal Financiën de precieze inzet van deze middelen bepalen, waarbij aandacht is voor aspecten van CW3.1. Op basis daarvan zullen deze intensiveringsmiddelen van artikel 10 Nog onverdeeld naar artikel 1 Belastingen worden overgeheveld;

  • Het budget opstartkosten Invest-NL staat gereserveerd op artikel 10. Voor 2019 wordt in totaal € 4,5 mln. overgeheveld naar artikel 3 van deze begroting. Daarnaast wordt € 7 mln. doorgeschoven naar 2020 aangezien het traject rond Invest-NL-internationaal vertraagd is;

  • De benodigde fiscale uitvoeringskosten (€ 4,2 mln. in 2019) voor de maatregelen uit het Regeerakkoord, het Belastingplan 2019 en overige fiscale maatregelen worden overgeheveld van artikel 10 naar artikel 1 van deze begroting;

  • Tot slot worden, o.a. voor de fiscale uitvoeringskosten, middelen in lijn gebracht met het ritme van de verwachte toekomstige uitgaven.

Apparaat onvoorzien (– € 42,7 mln.)

Er doet zich een meevaller voor bij de RVU-heffing, omdat de uitspraak van de belastinginspecteur tot gevolg heeft dat de vertrekregeling bij de Belastingdienst niet als RVU wordt aangemerkt. Hierdoor vallen de gereserveerde middelen in 2019 (€ 30,5 mln.) en 2020 (€ 43,0 mln.) vrij. Verder worden middelen in lijn gebracht met het ritme van de verwachte toekomstige uitgaven.

Loon- en prijsbijstelling (+ € 88,9 mln.)

De loon- en prijsbijstelling tranche 2019 wordt toegevoegd aan de departementale begrotingen. Ook hier worden middelen in lijn gebracht met het ritme van de verwachte toekomstige uitgaven.

Licence