Base description which applies to whole site

Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties

Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2019 (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Uitgaven 2019

  

Vastgestelde begroting 2019

30.147.959

  

Stand 1e suppletoire begroting 2019

31.159.692

  

Belangrijkste suppletoire mutaties

 
  

Nominale mutaties

 

1 Accres 2019

‒ 218.343

2 Ruimte onder plafond BCF 2019

80.823

  

Overboekingen

 

3 Aardgasvrije wijken

34.096

4 Regionale opgaven

39.843

5 Ambulantisering in de ggz

50.000

6 Perspectief op werk

35.000

7 Transitievisie warmte

71.746

  

Overige mutaties

124.170

  

Stand 2e suppletoire begroting 2019

31.377.027

Toelichting

1. Accres 2019

Het gemeentefonds ontwikkelt zich evenredig met de accres-relevante uitgaven (ARU) van het Rijk. Nemen de ARU van jaar op jaar toe, dan neemt ook de algemene uitkering van het gemeentefonds toe. Bij een afname van de ARU geldt het omgekeerde. De groei of krimp van het gemeentefonds als gevolg van deze normeringssystematiek wordt accres genoemd.

Het accres van tranche 2019 bedraagt € 1.068 mln. positief. Dat is een negatieve bijstelling van € 218 mln. ten opzichte van de 1e suppletoire begroting 2019 van het gemeentefonds. Deze negatieve bijstelling is een gevolg van de besluitvorming van het Kabinet en wordt met name veroorzaakt door lagere uitgaven van het Rijk in 2019.

2. Ruimte onder plafond BCF 2019

De ontwikkeling van het BTW-compensatiefonds (BCF) en het bijbehorende plafond leiden conform het Financieel Akkoord Rijk/VNG/IPO met ingang van 2015 tot een toename of afname van de algemene uitkering van de fondsen. Voor 2019 is vooralsnog sprake van ruimte onder het plafond, met als gevolg een toevoeging aan de algemene uitkering van € 81 mln.

3. Aardgasvrije wijken

Vanuit het programma Aardgasvrije wijken ontvangen 27 gemeenten in 2019 de tweede tranche van de bijdrage van het Ministerie van BZK voor het aardgasvrij maken van woonwijken.

4. Regionale opgaven

Het Kabinet heeft geld gereserveerd voor het aanpakken van regionale opgaven. Deze bijdrage betreft de 2e tranche van de regionale opgaven door gemeenten. Deze bijdrage is bestemd voor regionale opgaven in en rond de gemeenten Ede, Tilburg, Den Haag, Doetinchem, Noordoost Fryslan. en Zaanstad.

5. Ambulantisering in de ggz

Het hoofdlijnenakkoord ggz beschrijft de ambities voor de ggz-sector voor de periode 2019-2022. Belangrijk onderdeel daarvan is het verder realiseren van de beweging ‘juiste zorg op de juiste plek’ en het verbeteren van de samenwerking over de grenzen van het zorgdomein en het sociaal domein. Het kabinet stelt financiële middelen beschikbaar voor het realiseren van de ambities uit het hoofdlijnenakkoord ggz. De reeks loopt op van € 50 mln. in 2019 tot € 95 mln. 2022 en wordt daarna structureel ingeboekt. Het kabinet erkent hiermee de noodzaak van een structurele financiële bijdrage aan de gemeenten om de ambulantiseringsdoelstelling te behalen.

6 Perspectief op werk

Werkgevers, gemeenten, UWV, MBO-Raad en de Ministeries van OCW en SZW hebben met de Intentieverklaring Perspectief op Werk (PoW) een oproep aan de arbeidsmarktregio’s gedaan om de kansen die de huidige arbeidsmarkt biedt optimaal te benutten. In het kader van de Intentieverklaring PoW ontvangen 35 gemeenten namens hun arbeidsmarktregio elk een impulsfinanciering van € 1 mln. voor hun actieplan.

Perspectief op Werk is een extra impuls voor de arbeidstoeleiding van mensen die willen en kunnen werken, maar niet zelfstandig de weg naar werk vinden. Een intensievere samenwerking tussen publieke en private partijen moet zorgen voor goede matches tussen werkzoekenden en beschikbaar werk. Perspectief op Werk is naast een extra impuls ook een leertraject om vanuit de praktijk te bezien hoe de bemiddeling van deze groep verbeterd kan worden.

7. Transitievisie warmte

Vanuit het totale budget van € 150 mln. voor Klimaatmiddelen voor de decentrale overheden is € 71,7 mln. beschikbaar gesteld aan gemeenten voor het uitwerken van de gemeentelijk Transitievisie warmte. In 2021 moet elke gemeente een transitievisie warmte hebben opgesteld. In het Klimaatakkoord (Kamerstukken 2018/19, 32813, nr. 263) staat daarover het volgende: Gemeenten zullen uiterlijk eind 2021 een transitievisie warmte vaststellen waarin het tijdspad waarin wijken worden verduurzaamd, is vastgelegd.

Licence