Base description which applies to whole site

5.1. Dienst Uitvoering Onderwijs

In deze paragraaf is de begroting opgenomen van de Dienst Uitvoering Onderwijs. De Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) is de uitvoeringsorganisatie van de rijksoverheid voor het onderwijs. DUO levert producten en diensten op het terrein van bekostiging van instellingen, financiering van studenten, informatievoorziening alsmede diensten gericht op de verbetering van de verbinding tussen beleid en uitvoering. Daarnaast verricht DUO werkzaamheden voor overige departementen en derden.

In de onderstaande tabel 1 is een meerjarige raming van de baten en lasten voor de DUO-begroting opgenomen.

Tabel 1 Begroting van baten en lastenagentschap voor het jaar 2019 (Bedragen x € 1.000)
 

Slotwet 2017

Vastgestelde begroting 2018

2019

2020

2021

2022

2023

Baten

             

Omzet moederdepartement

261.228

215.350

218.863

216.271

209.204

209.224

209.276

Omzet overige departementen

52.495

51.000

57.300

55.300

54.300

54.300

54.300

Omzet derden

7.119

7.235

5.200

5.200

5.200

5.200

5.200

Rentebaten

0

 

0

0

0

0

0

Vrijval voorzieningen

89

 

0

0

0

0

0

Bijzondere baten

             

Totaal baten

320.931

273.585

281.363

276.771

268.704

268.724

268.776

                   

Lasten

             

Apparaatskosten

314.063

270.585

271.563

266.846

258.779

258.799

258.851

personele kosten

227.670

195.585

184.563

179.846

171.779

171.799

171.851

 

waarvan eigen personeel

140.499

142.498

146.960

150.634

150.634

150.634

150.634

 

waarvan inhuur externen

81.814

46.087

31.603

23.212

15.145

15.165

15.217

 

waarvan overige personele kosten

5.357

7.000

6.000

6.000

6.000

6.000

6.000

materiële kosten

86.393

75.000

87.000

87.000

87.000

87.000

87.000

 

waarvan apparaat ICT

21.892

20.000

22.000

22.000

22.000

22.000

22.000

 

waarvan bijdrage aan SSO’s

21.779

21.000

22.000

22.000

22.000

22.000

22.000

 

waarvan overige materiële kosten

42.722

34.000

43.000

43.000

43.000

43.000

43.000

Rentelasten

0

0

         

Afschrijvingskosten

8.591

7.000

9.700

9.825

9.825

9.825

9.825

materieel

7.681

6.000

7.700

7.700

7.700

7.700

7.700

 

waarvan apparaat ICT

7.370

5.500

7.400

7.400

7.400

7.400

7.400

immaterieel

910

1.000

2.000

2.125

2.125

2.125

2.125

Overige kosten

2.908

0

0

0

0

0

0

dotaties voorzieningen

2.908

0

0

0

0

0

0

bijzondere lasten

0

0

0

0

0

0

0

Totaal lasten

325.562

277.585

281.263

276.671

268.604

268.624

268.676

                   

Saldo van baten en lasten

– 4.631

– 4.000

100

100

100

100

100

Agentschapsdeel Vpb lasten

124

0

100

100

100

100

100

Totaal saldo van baten en lasten

– 4.755

– 4.000

0

0

0

0

0

Toelichting op de begroting van baten en lasten:

Baten

Omzet moederdepartement

De opbrengst moederdepartement betreft de inkomsten voor geleverde diensten en producten aan de opdrachtgever OCW. Van de omzet moederdepartement 2019 is € 177,9 miljoen gerelateerd aan de vijf hoofdproducten, te weten Bekostiging (€ 35,6 miljoen, zijnde 20 procent), Studiefinanciering (€ 80,4 miljoen, zijnde 46 procent), Examens (€ 22,8 miljoen, zijnde 13 procent), Registers (€ 31,5 miljoen, zijnde 18 procent), Informatiediensten (€ 5,7 miljoen, zijnde 3 procent).

Daarnaast is in de begroting € 40,9 miljoen opgenomen voor de implementatie van beleidswijzigingen. De dalende lijn in de opbrengst moederdepartement hangt samen met het succesvol afronden van het Programma Vernieuwing Studiefinanciering en de voorziene afronding van het programma Doorontwikkelen Basis Registratie Onderwijs Nummer.

Randvoorwaarden exploitatie DUO

De digitale infrastructuur onderwijs bij DUO is van essentieel belang voor de uitvoering van wet en regelgeving en voor de daarbij behorende dienstverlening en communicatie aan studenten, instellingen en ouders/burgers. Het gebruik van deze voorzieningen is de afgelopen jaren toegenomen. Dit vraagt om maatregelen om het ICT-landschap up-to-date te krijgen en daarna te houden. Daarnaast zijn nieuwe ontwikkelingen op het gebied van privacy en security aanleiding om aanpassingen in het ICT-landschap te moeten uitvoeren.

De IV-strategie van DUO gaat in op de modernisering van het ICT-landschap en geeft aan hoe dit de komende jaren gestalte moet krijgen. In stappen worden oude applicaties vervangen door pakket-software, nieuwe systemen of Cloud-oplossingen. Op middellange termijn kunnen alle oude systemen en platformen daarna worden uitgefaseerd.

Omzet overige departementen

De omzet Overige departementen betreft opbrengsten in verband met uitvoering inburgeringstaken (€ 31,6 miljoen) en uitvoering landelijk register kinderopvang (€ 7,7 miljoen) voor het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, werkzaamheden ten behoeve van het examen Wet financieel toezicht (€ 2,2 miljoen) en werkzaamheden ten behoeve van Belastingdienst (€ 0,1 miljoen) in opdracht van het Ministerie van Financiën, print- en couverteerwerkzaamheden ten behoeve van het CJIB van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (€ 1,2 miljoen) en compensatie van loonkosten voor gedetacheerde medewerkers (€ 0,8 miljoen). Daarnaast is € 13,7 miljoen aan omzet opgenomen in verband met werkzaamheden uitgevoerd binnen de Shared Service Organisatie welke onder DUO valt. Het betreft hier werkzaamheden voor het Ministerie van Veiligheid en Justitie (€ 8,8 miljoen), het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (€ 2,4 miljoen), het Ministerie van Economische Zaken (€ 1,2 miljoen), het Ministerie van Buitenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (€ 1,0 miljoen), het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (€ 0,2 miljoen) en het Ministerie van Financiën (€ 0,1 miljoen).

Omzet derden

Bij omzet derden gaat om met name te innen leges voor OCW examens (€ 2,8 miljoen), leges voortvloeiende uit diverse overige OCW taken (€ 0,8 miljoen) en opbrengsten voor het uitvoeren van (bekostigingsgerelateerde) werkzaamheden voor het Participatiefonds (€ 0,6 miljoen) alsmede werkzaamheden uitgevoerd binnen de Shared Service Organisatie (€ 1,0 miljoen).

Lasten

Personele kosten

De personele kosten betreffen de kosten van eigen personeel (€ 147,0 miljoen) op basis van de gemiddelde loonkosten, de begrote kosten voor externe inhuur (€ 31,6 miljoen) en een reële inschatting van de overige personele kosten (€ 6,0 miljoen). De stijging van het eigen personeel hangt samen met het verambtelijken van relatief dure externen op het gebied van automatisering naar «goedkopere» ambtenaren om zodoende kostenreductie te realiseren en op de lange termijn te kunnen voldoen aan de norm externe inhuur.

Materiële kosten

De materiële kosten bestaan onder meer uit vaste lasten, zoals kosten informatievoorziening en automatisering (€ 22,0 miljoen), externe diensten, communicatiemiddelen en overige kosten (€ 43,0 miljoen) en de bijdrage aan de Shared Service Organisatie (€ 22,0 miljoen) welke met name betrekking heeft op de huisvestingskosten.

Afschrijvingskosten

De afschrijvingskosten betreffen materiële en immateriële vaste activa. De stijging in 2019 hangt samen met de gepleegde investeringen in immateriële vaste activa (vernieuwing ICT-landschap) in 2018.

Tabel 2 Kasstroomoverzicht over het jaar 2019 (Bedragen x € 1.000)
 

Omschrijving

Slotwet 2017

Vastgestelde begroting 2018

2019

2020

2021

2022

2023

1.

Rekening-courant RHB 1 januari + depositorekeningen

30.572

11.440

14.040

14.194

14.348

14.502

14.656

 

+/+ totaal ontvangsten operationele kasstroom

341.565

273.585

281.363

278.771

271.704

271.724

271.776

 

–/– totaal uitgaven operationele kasstroom

– 325.732

– 263.985

– 271.663

– 268.946

– 261.879

– 261.899

– 261.951

2.

Totaal operationele kasstroom

15.833

9.600

9.700

9.825

9.825

9.825

9.825

 

–/– totaal investeringen

– 27.407

– 9.600

– 9.858

– 8.610

– 8.610

– 8.610

– 8.610

 

+/+totaal boekwaarde desinvesteringen

822

           

3.

Totaal investeringskasstroom

– 26.585

– 9.600

– 9.858

– 8.610

– 8.610

– 8.610

– 8.610

 

–/– eenmalige uitkering aan moederdepartement

             
 

+/+ eenmalige storting door het moederdepartement

             
 

–/– aflossingen op leningen

   

– 936

– 1061

– 1061

– 1061

– 1061

 

+/+ beroep op leenfaciliteit

6.760

2.600

1.248

0

     

4.

Totaal financieringskasstroom

6.760

2.600

312

– 1.061

– 1.061

– 1.061

– 1.061

5.

Rekening courant RHB 31 december + stand depositorekeningen (+1+2+3+4)

26.580

14.040

14.194

14.348

14.502

14.656

14.810

Toelichting op het kasstroomoverzicht

De operationele kasstroom is het saldo ontvangsten moederdepartement, overige departementen en Derden waar aan uitgaven tegen overstaan aan crediteuren en personeel. Het totaal van investeringen (onder andere apparatuur voor het rekencentrum: aanschaf servers en storageapparatuur en investeringen in immateriële vaste activa: Programma Dienstverlening Instellingen) is gelijk aan de zogenoemde vervangingsinvesteringen voor de materiële vaste activa en uitbreidingsinvesteringen voor het ICT-landschap. De investering in immateriële vaste activa is gedekt middels een beroep op de leenfaciliteit. Onder de «aflossingen op leningen» is de aflossing voor de lening van het Programma Dienstverlening Instellingen opgenomen.

Doelmatigheid

Tabel 3 Doelmatigheidsindicatoren
 

Slotwet 2017

2018

2019

2020

2021

2022

2023

Generiek Deel

             

Omzet Bekostiging1

20%

100,0

98,4

96,7

95,0

93,3

91,6

Omzet Studiefinanciering1

49%

100,0

95,3

92,0

90,4

88,8

87,2

Omzet Examens1

13%

100,0

98,4

96,7

95,0

93,3

91,6

Omzet Registers1

15%

100,0

98,4

96,7

95,0

93,3

91,6

Omzet Informatiediensten1

3%

100,0

98,4

96,7

95,0

93,3

91,6

               

FTE-totaal (excl. externe inhuur)

2.104

2.036

2.200

2.255

2.255

2.255

2.255

               

Tarieven/uur

             

ICT gerelateerd

104

104

112

112

112

112

112

Overige uren

74

74

78

78

78

78

78

               

Saldo baten en lasten (%)

– 2,0%

0,0%

0,0%

0,0%

0,0%

0,0%

0,0%

               

Kwaliteitsindicatoren

             

Klantcontact digitaal

6

6

6

6

6

6

6

Klantcontact traditioneel

7

7

7

7

7

7

7

1

Index 2018 is gelijk aan 100.

Basisindicatoren zijn de kostprijs en kwaliteit per product of dienst. Stijging in de doelmatigheid kan meerjarig worden bereikt door een lagere kostprijs (bij gelijke kwaliteit) of een hogere kwaliteit (bij gelijke kostprijs).

In de gepresenteerde reeks voor DUO (tabel 3) geldt een sterke focus op kostenbeheersing en kwaliteitsverbetering van dienstverlening. Het Programma Vernieuwing Studiefinanciering (PVS) is hier een belangrijk voorbeeld van waarvan voor de jaren 2019 en 2020 nog € 4 miljoen aan uitgestelde baten zijn ingeboekt. Deze baten worden aangewend voor de vernieuwing van het ICT-landschap.

Naar aanleiding van de doorlichting baten-lasten agentschap DUO, vanuit het Ministerie van Financiën, was aangegeven dat DUO in de Rijksbegroting 2017 zou komen met een herziening van het kostprijsmodel «Lightmodel DUO», maar als gevolg van de lopende uniformering «Bijdrage agentschappen» zal dit pas na 2018, op grond van de nieuwe definities, kunnen worden doorgevoerd en op zijn vroegst zichtbaar worden in de begroting 2020 en verder.

Toelichting Doelmatigheidsindicatoren

Omzet/kostprijs per product: DUO aggregeert haar werkzaamheden in de going concern (basiscontract) naar vijf producten, te weten Bekostiging, Studiefinanciering, Examens, Registers en Informatiediensten. De doelmatigheidsindicatoren geven inzicht in de ontwikkeling van de prijsefficiency per product, exclusief volumina ontwikkelingen. Op basis van het interne taakstellingsplan DUO 2018–2023 zijn de effecten geraamd op het gebied van efficiency maatregelen en uitgestelde baten PVS. Dit vormt de basis voor de ontwikkeling van bovenstaande generieke doelmatigheidsindicatoren. Met de ingegeven prijsefficiency en de samenhangende doelmatigheidsontwikkeling wordt gestreefd om budgetneutraal te realiseren waarbij de gemaakte kosten vanuit de omzet gedekt worden.

FTE totaal: De bezetting van ARAR laat ten opzichte van 2019 een stijging zien als gevolg van de geplande omzetting van relatief duur extern personeel naar goedkoper intern personeel gerelateerd aan de opgelegde apparaatstaakstelling en de verambtelijking van uitzendkrachten passend op het Rijksbrede beleid voor flexwerk. Tevens heeft DUO de ambitie om minder afhankelijk te zijn van extern personeel hetgeen betekent dat de jaren 2019 en 2020 in het teken zullen staan van verdere verambtelijking van met name extern ICT personeel. Uitgangspunt is dat in 2020 het optimum in de verhouding intern extern is bereikt.

Projecttarief per uur: Het projecttarief per uur (€ 112) is een gemiddeld uurtarief in- en externe inzet ten behoeve van systeem- en procesaanpassingen.

Meerwerktarief per uur: Voor niet ICT-gerelateerde inzet geldt een lager tarief van € 78 per uur.

De tarieven laten een stijging zien ten opzichte van voorgaande jaren. Deze aanpassing is reeds in de loop van 2018 doorgevoerd.

Indicatoren: Klanttevredenheid Klantcontact digitaal norm 6 en Klanttevredenheid klantcontact traditioneel norm 7. Het betreft hier respectievelijk de tevredenheid van individuele klanten op de kanalen Mijn DUO en de website (digitaal) en tevredenheid op de kanalen telefonie, email en balie (traditioneel), op een schaal van 1 tot en met 10.

Licence