Base description which applies to whole site

Artikel 1. Raad van State

Als adviseur voor wetgever en bestuur en als hoogste algemene bestuursrechter bijdragen aan behoud en versterking van de democratische rechtsstaat en daarbinnen aan de eenheid, legitimiteit en kwaliteit van het openbaar bestuur in brede zin, alsmede aan de rechtsbescherming van de burger.

De Grondwet en de Wet op de Raad van State vormen het wettelijk kader, waarbinnen de Raad van State zijn taken verricht. Het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden vormt de grondslag voor zijn werkzaamheden als Raad van State van het Koninkrijk.

De Afdeling Advisering van de Raad van State is belast met het onafhankelijk toezicht op de naleving van de (Europese) begrotingsregels, als bedoeld in het Verdrag inzake stabiliteit, coördinatie en bestuur (VSCB) en artikel 5 van Verordening (EU) 473/2013.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal en van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. De colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer bestaan afspraken (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de minister en de colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.1

In haar brief van 17 april 2018 heeft de Minister van BZK de Tweede Kamer geïnformeerd over de afronding van de tijdens het Verantwoordingsdebat 2016 door de Minister van Financiën toegezegde taken- en middelenanalyse (Kamerstukken II, 2017/18, 34775 IIB, nr. 5). Daarbij is vastgesteld dat met een aantal budgettaire aanpassingen de middelen van de Hoge Colleges van Staat voor deze kabinetsperiode aansluiten bij de wettelijke noodzakelijke taakuitvoering. De wijzigingen met betrekking tot de Raad van State zijn deels reeds meegenomen in de begroting van het jaar 2019 en worden deels meegenomen in deze begroting. In de toelichting bij de artikelonderdelen worden de wijzigingen voor het begrotingsjaar 2020 genoemd.

Het wetgevingsproces van het initiatiefvoorstel voor een Klimaatwet (Kamerstukken I, 2018/19, 34534) is in mei 2019 afgrond. Het voorstel voorziet in een nieuwe wettelijke taak van de Afdeling advisering van de Raad van State. Zij zal adviseren over de jaarlijkse Klimaatnota en het vijfjaarlijks Klimaatplan.

Tabel 2 Budgettaire gevolgen van beleid art. 1 Raad van State (bedragen x € 1.000)

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Art.nr.

Verplichtingen

63.633

65.362

67.034

63.056

60.881

60.426

60.426

Uitgaven

60.428

65.362

67.034

63.056

60.881

60.426

60.426

1.1

Advisering

5.193

6.271

6.545

6.282

6.282

6.282

6.282

1.2

Bestuursrechtspraak

28.598

34.167

37.286

34.207

32.023

31.559

31.559

1.4

Raad van State gemeenschappelijke diensten

26.637

24.924

23.203

22.567

22.576

22.585

22.585

Ontvangsten

1.704

1.950

1.950

1.950

1.950

1.950

1.950

1.1 Advisering

De Afdeling advisering van de Raad van State is adviseur van regering en parlement voor wetgeving en bestuur. Zij adviseert over onder meer (initiatief) wetsvoorstellen, algemene maatregelen van bestuur, goedkeuringswetten voor internationale verdragen en de miljoenennota. Verder brengt zij gevraagde voorlichtingen en ongevraagde adviezen uit. Daarnaast heeft zij een taak als onafhankelijke begrotingsautoriteit en schrijft de Klimaatwet voor dat de Afdeling wordt gehoord over het Klimaatplan, de Klimaatnota en de Voortgangsrapportage. Het doel van deze laatste taak is het regeringsbeleid normatief te toetsen en bestuurlijk te wegen in het licht van het realiseren van de klimaatdoelstellingen.

De Afdeling heeft voor zichzelf een ambitie geformuleerd om eerder, breder en scherper te adviseren en daarbij haar externe profiel te versterken. Dit betekent dat zij regelmatiger eerder in het proces van wetgeving betrokken zal zijn en vaker thematisch, los van concrete wetsvoorstellen, zal adviseren. Daartoe behoort ook dat de Afdeling advisering vaker en in een vroeger beleidsstadium door de regering of door één der Kamers kan worden gevraagd om voorlichting te verstrekken. Daarnaast zal zij meer aandacht schenken aan communicatie en toegankelijker taalgebruik.

In onderstaande tabel zijn de realisatie, de verwachte instroom en de planning van afhandeling van adviesaanvragen door de Afdeling advisering weergegeven.

Tabel 3 Instroom en afhandeling adviesaanvragen (in aantallen)1

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Instroom

410

400

400

400

400

400

400

Uitstroom

392

400

400

400

400

400

400

1

Bron: Meerjarenraming Afdeling advisering

Tenslotte is de begroting 2020 eenmalig verhoogd met het Individueel Keuzebudget (IKB). Het IKB wordt in 2020 ingevoerd en gaat gepaard met overgangskosten (overloop van rechten uit 2019).

1.2 Bestuursrechtspraak

Taak van de Afdeling bestuursrechtspraak is het op de meest doelmatige en kwalitatief goede wijze afdoen van binnengekomen zaken. Tijdigheid, kenbaarheid en voorspelbaarheid en bruikbare rechtsvorming zijn daarbij belangrijke aspecten.

De Afdeling bestuursrechtspraak bestaat uit drie kamers: de Algemene kamer, de Vreemdelingenkamer en de Ruimtelijke-Ordeningskamer. Met het oog op de komst van de Omgevingswet (vooralsnog voorzien in 2021) bereidt de Afdeling zich voor door begin 2020 de Ruimtelijke ordeningskamer en een deel van de Algemene kamer tezamen in te richten als Omgevingskamer.

Instroom van zaken

In de uitgavenraming Bestuursrechtspraak zijn als gevolg van de verhoogde prognose van de instroom van beroepszaken in het jaar 2020 en 2021 extra begrotingsmiddelen toegevoegd ter bekostiging van het Hoger Beroep Vreemdelingen.

In onderstaande tabel zijn de in het begrotingsjaar 2018 gerealiseerde uitstroom van zaken en de instroomverwachting voor de jaren 2019 ‒ 2024 weergegeven. In de instroomverwachting is vooralsnog verondersteld dat de nieuwe Omgevingswet niet leidt tot wijziging van de instroom van zaken.

Tabel 4 Uitstroom en instroom van zaken Afdeling bestuursrechtspraak (in aantallen)1

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Ruimtelijke-Ordeningskamer

1.107

1.300

0

0

0

0

0

Omgevingskamer

0

0

2.700

2.700

2.700

2.700

2.700

Algemene kamer

3.816

3.600

2.200

2.200

2.200

2.200

2.200

Vreemdelingenkamer

8.558

10.270

10.400

10.400

10.260

10.260

10.260

Totaal bestuursrechtspraak

13.481

15.170

15.300

15.300

15.160

15.160

15.160

1

Bron: Meerjarenraming Afdeling bestuursrechtspraak

1.4 Raad van State gemeenschappelijke diensten

Voor een optimale efficiëntie en doelmatigheid worden de Raad en zijn afdelingen advisering en bestuursrechtspraak ondersteund door één gemeenschappelijke ambtelijke organisatie. Dit wordt tot uitdrukking gebracht in de onderverdeling van het uitgavenartikel. Deze onderverdeling vergroot de inzichtelijkheid van de uitgaven en draagt op die manier bij aan de transparantie van de overheidsfinanciën.

De gemeenschappelijke diensten omvatten functies die werken ten behoeve van de inhoudelijke en logistieke ondersteuning van de Raad als geheel en beide afdelingen en zijn ondergebracht in verschillende directies.

Ontvangsten

De ontvangsten van de Raad van State bestaan in hoofdzaak uit griffierechten.

1

Comptabiliteitswet 2016, artikel 4.4 lid 4

Licence