Base description which applies to whole site

BIJLAGE 6.2 VERDIEPINGSHOOFDSTUK

Dit onderdeel bevat het verdiepingshoofdstuk van de SZW-begroting. In deze paragraaf wordt voor alle artikelen op de SZW-begroting de mutatie van uitgaven en ontvangsten tussen de ontwerpbegroting 2019 en de huidige ontwerpbegroting 2020 gedetailleerd toegelicht. Dit gebeurt zowel voor de begrotingsgefinancierde als voor de premiegefinancierde regelingen.

De opbouw van deze tabellen is gelijk aan elkaar. Bij de begrotingsgefinancierde en bij de premiegefinancierde regelingen worden, conform de RBV, de mutaties in de nota’s van wijziging als gevolg van het regeerakkoord, amendementen, de eerste suppletoire begroting (Voorjaarsnota) en de nieuwe mutaties (Miljoenennota) vermeld.

1 Arbeidsmarkt
Tabel 6.2.1.1 Uitgaven begrotingsgefinancierd artikel 1 (x € 1.000)
 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Stand ontwerpbegroting 2019

949.968

903.973

905.256

899.988

895.686

 

Mutatie amendement

1.500

500

500

500

   

Mutaties Voorjaarsnota

– 139.542

– 73.596

– 76.626

– 63.616

– 59.162

 
             

Nieuwe mutaties:

           

1. Loon- en prijsbijstelling 2019

56

56

56

56

56

 

2. Overboekingen met departementen

– 58

366

1.566

66

66

 

3. Budgettair neutrale herschikkingen

777

– 70

0

0

0

 

4. Kasschuif

– 75

38

30

7

0

 

5. Niet doorgaan Loondispensatie

0

0

5.000

10.000

15.000

 

6. Diverse mutaties LKV/LIV

0

0

– 5.000

– 4.350

– 5.470

 

7. Uitwerking Pensioenakkoord

0

0

– 162.629

– 175.871

– 175.602

 

8. Verhoging WMJL

0

0

– 15.406

– 15.406

– 15.406

 

9. Subsidie Duurzame inzetbaarheid

0

10.000

10.000

10.000

10.000

 

10. Motie Wiersma/Heerma

0

49.400

49.400

49.400

49.400

 
             

Stand ontwerpbegroting 2020

812.626

890.667

712.147

710.774

714.568

718.585

  • 1. De loon- en prijsbijstelling 2019 is overgeheveld om de uitkeringslasten op prijspeil 2019 te brengen.

  • 2. Er zijn zes overboekingen met andere departementen. De grootste mutatie is de bijdrage van het Ministerie van OCW ten behoeve van Leven Lang Ontwikkelen van € 0,3 miljoen in 2019.

  • 3. Er is sprake van diverse budgettair neutrale herschikkingen binnen de SZW-begroting.

  • 4. Om beter aan te sluiten bij het kasritme worden middelen voor de implementatie van de herziening e-detacheringsrichtlijn (WagwEU) doorgeschoven van 2019 naar latere jaren.

  • 5. De maatregel loondispensatie uit het Regeerakkoord is teruggedraaid. Daardoor wordt de besparing op het LIV (mensen met loondispensatie die gaan werken kunnen geen LIV ontvangen omdat zij onder het WML verdienen) als gevolg van het niet doorgaan van loondispensatie uitgeboekt.

  • 6. Vanaf 2022 zijn er middelen gereserveerd voor het structureel maken van het LKV banenafspraak. Daarnaast leiden nieuwe inzichten over de doelgroep Participatiewet tot een bijstelling van de LIV-raming.

  • 7. Als onderdeel van het akkoord over de vernieuwing van het pensioenstelsel wordt de verhoging van de AOW-leetijd getemporiseerd. Ter dekking van de hogere uitgaven wordt met ingang van 2020 het hoge LIV tarief verlaagd van € 2.000 naar € 1.000 en wordt het Jeugd-LIV vanaf 2020 uitgefaseerd en per 2024 afgeschaft. Verder is afgesproken om ter dekking eenmalig € 200 miljoen op te halen bij de Wet tegemoetkomingen loondomein (Wtl). Als gevolg hiervan wordt vanaf 2022 structureel een besparing van circa € 14,3 miljoen ingeboekt. Werkgevers gaan in overleg met het kabinet onderzoeken of voor het geheel aan instrumenten in de Wet tegemoetkoming loondomein tot een effectievere invulling gekomen kan worden.

  • 8. De raming van het Jeugd-LIV is vanaf 2021 neerwaarts bijgesteld omdat door de verhoging van het Wettelijk minimumjeugdloon (WMJL) per 1 juli 2019 de werkgevers van jongeren minder recht meer hebben op Jeugd-LIV. Een deel van deze doelgroep stroomt door naar het LIV. Dit leidt vanaf 2021 tot een opwaartse aanpassing van de LIV-raming.

  • 9. In het Pensioenakkoord is geregeld dat er vanaf 2020 € 10 miljoen per jaar beschikbaar is voor duurzame inzetbaarheid en een leven lang ontwikkelen.

  • 10. Door de moties van Wiersma en Heerma is er € 60 miljoen per jaar aan middelen beschikbaar gekomen voor een leven lang ontwikkelen. Hiervan gaat € 10,6 miljoen per jaar naar het Ministerie van OCW voor de subsidieregeling Beroepsbegeleidende Leerweg (BBL).

Tabel 6.2.1.2 Ontvangsten begrotingsgefinancierd artikel 1 (x € 1.000)
 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Stand ontwerpbegroting 2019

24.000

24.000

24.000

24.000

24.000

 

Mutaties Voorjaarsnota

– 7.000

0

0

0

0

 
             

Nieuwe mutaties:

           

1. Bijstelling boeteontvangsten

– 4.000

0

0

0

0

 
             

Stand ontwerpbegroting 2020

13.000

24.000

24.000

24.000

24.000

24.000

  • 1. De boeteontvangsten worden met € 4 miljoen naar beneden bijgesteld. Op grond van de ontvangen boetes in de eerste 4 maanden is de verwachting dat in 2019 € 13 miljoen aan boeteontvangsten gerealiseerd wordt.

Tabel 6.2.1.3 Uitgaven premiegefinancierd artikel 1 (x € 1.000)
 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Stand ontwerpbegroting 2019 reëel

0

0

0

0

0

 

Mutaties Voorjaarsnota

0

0

0

0

0

 
             

Nieuwe mutaties:

           

1. Loon- en prijsbijstelling 2019

0

24.185

12.240

5.719

5.719

 

2. Overboeking van artikel 6

0

781.743

403.120

189.296

189.296

 

3. Meerkosten WNRA

0

16.200

16.200

16.200

16.200

 

4. Doorwerking WAB

0

– 30.000

– 30.000

– 30.000

– 30.000

 

5. TV bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid

0

25.000

12.000

12.000

12.000

 

6. Compensatieregeling TV bij bedrijfsbeeindiging

0

0

35.000

35.000

35.000

 

Stand ontwerpbegroting 2020 reëel

0

817.128

448.560

228.215

228.215

 
             

Stand ontwerpbegroting 2019 nominaal

0

0

0

0

0

 

Mutaties Voorjaarsnota

0

0

0

0

0

 
             

Nieuwe mutaties:

           

7. Overboeking van artikel 6

0

59.728

45.553

30.848

34.504

 

8. Overheveling loon- en prijsbijstelling 2019

0

– 24.185

– 12.240

– 5.719

– 5.719

 

Stand ontwerpbegroting 2020 nominaal

0

35.543

33.313

25.129

28.785

 
             

Stand ontwerpbegroting 2020

0

852.671

481.873

253.344

257.000

257.000

  • 1. De loon- en prijsbijstelling 2019 is overgeheveld om de uitkeringslasten op prijspeil 2019 te brengen.

  • 2. De middelen voor de regeling compensatie transitievergoeding passen beter bij de inhoud van artikel 1 en zijn daarom overgeboekt van artikel 6.

  • 3. Per 2020 wordt de Wnra, de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren van kracht. Dat betekent dat ook ambtenaren recht krijgen op transitievergoeding en dat er ook recht is op de regeling compensatie transitievergoeding door de overheid.

  • 4. De Wab, Wet arbeidsmarkt in balans, leidt ertoe dat de transitievergoeding daalt bij dienstverbanden langer dan 10 jaar. De regeling compensatie transitievergoeding daalt daarmee ook.

  • 5. Door gerechtelijke uitspraak is bepaald dat de transitievergoeding ook verschuldigd is bij ontslag vanwege gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid. Dit leidt met terugwerkende kracht tot meer transitievergoedingen en dus tot een hoger beroep op de regeling compensatie transitievergoeding.

  • 6. In het regeerakkoord opgenomen maatregel voor compensatie transitievergoeding bij bedrijfsbeëindiging vanwege pensionering of ziekte gaat in per 2021.

  • 7. Zie bij mutatienummer 2.

  • 8. Zie bij mutatienummer 1.

2 Bijstand, Participatiewet en Toeslagenwet
Tabel 6.2.2.1 Uitgaven begrotingsgefinancierd artikel 2 (x € 1.000)
 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Stand ontwerpbegroting 2019

7.079.146

7.149.731

7.351.507

7.507.204

7.631.337

 

Amendement

– 6.000

0

0

0

0

 

Mutaties Voorjaarsnota

– 206.293

– 99.941

– 95.528

– 97.111

– 99.625

 
             

Nieuwe mutaties:

           

1. Loon- en prijsbijstelling 2019

140.581

145.123

149.867

153.167

155.938

 

2. Macromutaties

– 48.451

– 157.137

– 176.145

– 165.277

– 151.289

 

3. Overboekingen met departementen

– 4.542

– 14.992

– 14.612

– 14.612

– 14.612

 

4. Budgettair neutrale herschikkingen

– 300

– 2.500

– 2.500

– 1.500

– 1.000

 

5. Kasschuiven

– 3.245

– 10.825

8.416

4.514

1.360

 

6. Ramingsbijstelling

1.848

5.424

11.984

9.087

11.776

 

7. Niet doorgaan Regeerakkoord I77

0

0

0

– 1.018

– 1.018

 

8. Uitwerking Pensioenakkoord

0

– 35.257

– 76.008

– 86.086

– 63.066

 

9. Uitspraak CRvB Fraudewet

385

627

241

0

0

 

10. Nieuwe financieringssystematiek BBZ

0

22.165

9.813

11.626

13.799

 

11. Verhoging uitkeringen CN

40

380

383

390

396

 

12. Wijziging vermogenstoets

0

0

– 465

– 808

– 1.064

 
             

Stand ontwerpbegroting 2020

6.953.169

7.002.798

7.166.953

7.319.576

7.482.932

7.658.158

  • 1. De loon- en prijsbijstelling 2019 is overgeheveld om de uitkeringslasten op het loon- en prijspeil 2019 te brengen.

  • 2. De raming van het macrobudget participatiewetuitkeringen is aangepast op basis van de laatste ontwikkelingen in de werkloosheid.

  • 3. Er zijn tien overboekingen met andere departementen. De grootste mutatie is de overboeking naar het Ministerie van OCW voor de bijdrage aan de vervolgaanpak laaggeletterdheid van € 3,5 miljoen in 2019 en vanaf 2020 € 5 miljoen structureel.

  • 4. Er is sprake van diverse budgettair neutrale herschikkingen binnen de SZW-begroting.

  • 5. Om beter aan te sluiten bij het kasritme worden onder andere middelen van de Bijstand Zelfstandigen doorgeschoven van 2020 naar latere jaren. Dit komt door herziening van de financieringssystematiek van de Bijstand Zelfstandigen.

  • 6. De mutatie betreft een samenstelling van doorwerkingen van uitvoeringsgegevens op het terrein van onder andere Macrobudget Participatiewetuitkeringen en Bijstand Zelfstandigen.

  • 7. De regeerakkoord-maatregel I77 (IOW met 4 jaar verlengen en koppelen aan de AOW-leeftijd) gaat niet door en de hiervoor beschikbare middelen worden uitgeboekt.

  • 8. Als onderdeel van het akkoord over de vernieuwing van het pensioenstelstel wordt de verhoging van de AOW-leeftijd getemporiseerd. Dit heeft een neerwaarts effect op de uitgaven aan bijstand, TW, IAOW en IOAZ en een opwaarts effect voor de uitgaven aan AIO, doordat mensen eerder de AOW-leeftijd bereiken.

  • 9. Als gevolg van uitspraken van de Centrale Raad van Beroep moeten boetes uit de periode 2013–2014 worden herzien (Tweede Kamer, 2018–2019, 17 050, nr. 580). Het merendeel van de boetes zal na de herziening worden verlaagd en het te veel gevorderde deel wordt terugbetaald.

  • 10. Gemeenten ontvangen baten vanuit eerder verstrekte leningen inzake Bijstand Zelfstandigen (Bbz) en onder de nieuwe systematiek. Deze baten werden eerder in mindering gebracht op de uitgaven maar worden nu onder de ontvangsten verantwoord, waardoor zowel de uitgaven als de ontvangsten worden verhoogd. Verder zijn voor 2020 nabetalingen geraamd op te laag verstrekte voorschotten (zie ook bij de ontvangstenmutatie nr 1).

  • 11. De verhoging van de uitkeringen met 5% op Bonaire en Saba en 2% op Sint-Eustatius leidt tot een stijging van de uitkeringslasten voor de onderstand CN.

  • 12. Als gevolg van de wijziging in de vermogenstoets van de Participatiewet mogen fraudeschulden bij socialezekerheidswetten niet meer worden afgetrokken voor de vermogenstoets. Dit leidt vanaf 2021 tot minder uitkeringen.

Tabel 6.2.2.2 Ontvangsten begrotingsgefinancierd artikel 2 (x € 1.000)
 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Stand ontwerpbegroting 2019

2.572

0

0

0

0

 

Mutaties Voorjaarsnota

9.549

3.828

3.828

3.828

3.828

 
             

Nieuwe mutaties:

           

1. Afrekeningen 2018

13.985

0

0

0

0

 

2. Nieuwe financieringssystematiek BBZ

0

22.192

9.830

11.672

13.872

 

3. Diverse ontvangsten

1.118

0

0

0

0

 
             

Stand ontwerpbegroting 2020

27.224

26.020

13.658

15.500

17.700

18.938

  • 1. De ontvangsten komen voort uit de afrekeningen over 2018 van UWV (€ 1,0 miljoen) en de SVB (€ 1,3 miljoen). Verder zijn er terugontvangsten met betrekking op te veel betaald voorschot aan gemeenten voor Bijstand Zelfstandigen (Bbz) (€ 11,6 miljoen). Bij individuele gemeenten verschillen de uitgaven van jaar op jaar aanzienlijk, waardoor een aantal gemeenten te veel voorschot ontvangt.

  • 2. Zie bij de uitgavenmutatie nummer 10.

  • 3. Deze ontvangsten hebben betrekking op terugbetalingen van subsidies voor sectorplannen.

3 Arbeidsongeschiktheid
Tabel 6.2.3.1 Uitgaven begrotingsgefinancierd artikel 3 (x € 1.000)
 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Stand ontwerpbegroting 2019

799

815

832

848

865

 

Mutaties Voorjaarsnota

40

33

23

14

5

 
             

Nieuwe mutaties:

           

1. Loon- en prijsbijstelling 2019

16

30

30

30

30

 

2. Budgettair neutrale herschikkingen

300

0

0

0

0

 

3. Scholings experiment WGA

0

3.000

10.000

10.000

4.000

 
             

Stand ontwerpbegroting 2020

1.155

3.878

10.885

10.892

4.900

908

  • 1. De loon- en prijsbijstelling 2019 is overgeheveld om de uitkeringslasten op prijspeil 2019 te brengen.

  • 2. Er is sprake van diverse budgettair neutrale herschikkingen binnen de SZW-begroting.

  • 3. Voor het inkopen van leer- en werktrajecten uit de maatregel scholingsexperiment WGA uit het Regeerakkoord worden vanaf 2020 middelen toegevoegd.

Tabel 6.2.3.2 Uitgaven premiegefinancierd artikel 3 (x € 1.000)
 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Stand ontwerpbegroting 2019 reëel

9.968.777

10.159.063

10.319.133

10.488.797

10.569.418

 

Mutaties Voorjaarsnota

8.858

67.672

99.030

101.817

83.582

 
             

Nieuwe mutaties:

           

1. Loon- en prijsbijstelling

252.685

259.097

264.004

268.461

270.168

 

2. Ramingsbijstelling

5.956

– 1.894

– 5.804

– 8.679

– 12.728

 

3. Uitspraak CRvB Fraudewet

211

422

211

0

0

 

4. Uitstel RA I78 met een half jaar

0

– 3.000

– 4.000

– 4.000

– 3.000

 

5. Uitwerking Pensioenakkoord

0

– 186.053

– 410.623

– 451.965

– 303.829

 

Stand ontwerpbegroting 2020 reëel

10.236.487

10.295.307

10.261.951

10.394.431

10.603.611

 
             

Stand ontwerpbegroting 2019 nominaal

268.529

578.759

895.444

1.232.801

1.581.258

 

Mutaties Voorjaarsnota

– 15.844

– 67.745

– 111.960

– 161.546

– 228.698

 
             

Nieuwe mutaties:

           

6. Bijstellingen grondslag en indexatiepercentages

0

– 2.984

– 16.175

– 31.153

– 30.532

 

7. Overheveling loon- en prijsbijstelling 2019

– 252.685

– 259.097

– 264.004

– 268.461

– 270.168

 

Stand ontwerpbegroting 2020 nominaal

0

248.933

503.305

771.641

1.051.860

 
             

Stand ontwerpbegroting 2020

10.236.487

10.544.240

10.765.256

11.166.072

11.655.471

12.068.487

  • 1. De loon- en prijsbijstelling 2019 is overgeheveld om de uitkeringslasten op prijspeil 2019 te brengen.

  • 2. Op basis van de uitvoeringsinformatie van UWV zijn de geraamde uitgaven aan de arbeidsongeschiktheidsregelingen bijgesteld. De IVA-uitgaven zijn naar beneden bijgesteld. Dit komt vooral door een daling van de gemiddelde jaaruitkering. De WGA-uitgaven zijn meerjarig opwaarts bijgesteld. Dit komt door een hogere instroom en een lager aantal nuluitkeringen. Een hogere uitstroom dempt de stijging van de WGA-lasten enigszins. De WAO-uitgaven zijn meerjarig neerwaarts bijgesteld door een hogere dan verwachte uitstroom. Wel is er sprake van een licht hogere gemiddelde jaaruitkering.

  • 3. Als gevolg van uitspraken van de Centrale Raad van Beroep moeten boetes uit de periode 2013–2014 worden herzien (Tweede Kamer, 2018–2019, 17 050, nr. 580). Het merendeel van de boetes zal na de herziening worden verlaagd en het te veel gevorderde deel wordt terugbetaald.

  • 4. De invoering van maatregel I78 van het regeerakkoord (5 jaar niet herbeoordelen na aanvaarden van werk) is niet haalbaar per 1 januari 2020. De beoogde invoeringsdatum wordt 1 juli 2020. Omdat dit een maatregel is die geld kost, levert uitstel een besparing op vanaf 2020.

  • 5. Als onderdeel van het akkoord over de vernieuwing van het pensioenstelstel wordt de verhoging van de AOW-leeftijd getemporiseerd. Dit heeft een neerwaarts effect op de uitgaven aan arbeidsongeschiktheid, doordat mensen eerder de AOW-leeftijd bereiken.

  • 6. Nominale ontwikkeling als gevolg van bovenstaande mutaties van de uitkeringen (grondslag) en als gevolg van aanpassing van de indexcijfers.

  • 7. Zie bij mutatienummer 1.

4 Jonggehandicapten
Tabel 6.2.4.1 Uitgaven begrotingsgefinancierd artikel 4 (x € 1.000)
 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Stand ontwerpbegroting 2019

3.359.378

3.440.570

3.470.482

3.444.895

3.460.007

 

Mutaties Voorjaarsnota

– 84.269

– 80.515

– 81.775

– 74.954

– 73.736

 
             

Nieuwe mutaties:

           

1. Loon- en prijsbijstelling 2019

80.896

81.858

82.503

82.481

82.843

 

2. Ramingsbijstelling Wajong

– 74

– 33.156

– 56.645

– 36.699

– 40.625

 

3. Uitwerking Pensioenakkoord

0

– 7.589

– 16.045

– 15.407

– 10.919

 

4. Kasschuif Wajong

0

– 8.600

5.300

2.000

900

 

5. Wetsvoorstel Vereenvoudiging Wajong

0

– 6.400

0

0

0

 

6. Uitspraak CRvB Fraudewet

78

155

78

0

0

 

7. Diversen

– 100

– 200

– 200

– 200

– 200

 
             

Stand ontwerpbegroting 2020

3.355.909

3.386.123

3.403.698

3.402.116

3.418.270

3.434.877

  • 1. De loon- en prijsbijstelling 2019 is overgeheveld om de uitkeringslasten op prijspeil 2019 te brengen.

  • 2. Op basis van realisatiegegevens van UWV is de raming van de uitgaven van de uitkeringslasten Wajong naar beneden bijgesteld. Dit komt onder andere omdat de verwachte uitstroom uit de Wajong structureel hoger is dan eerder geraamd en door het bijstellen van de aannames die bij de invoering van de Wajong2015 zijn ingesteld.

  • 3. Als onderdeel van het akkoord over de vernieuwing van het pensioenstelstel wordt de verhoging van de AOW-leeftijd getemporiseerd. Dit heeft een neerwaarts effect op de uitgaven aan de Wajong, doordat mensen eerder de AOW-leeftijd bereiken.

  • 4. Uit de uitvoeringstoets van het wetsvoorstel Vereenvoudiging Wajong blijkt dat bepaalde onderdelen niet per 2020, maar pas per 2021 uitvoerbaar zijn. Om hierop aan te sluiten worden middelen doorgeschoven van 2020 naar latere jaren.

  • 5. Naar aanleiding van de uitvoeringstoets van het wetsvoorstel Vereenvoudiging Wajong blijken bepaalde onderdelen pas per 2021 uitvoerbaar. Hierdoor valt een deel van het beschikbare budget in 2020 vrij.

  • 6. Als gevolg van uitspraken van de Centrale Raad van Beroep moeten boetes uit de periode 2013–2014 worden herzien (Tweede Kamer, 2018–2019, 17 050, nr. 580). Het merendeel van de boetes zal na de herziening worden verlaagd en het te veel gevorderde deel wordt terugbetaald.

  • 7. Het budget voor de tolkenvoorziening wordt overgeheveld van het re-integratiebudget naar apparaatsbudget UWV (premiegefinancierd, artikel 11).

Tabel 6.2.4.2 Ontvangsten begrotingsgefinancierd artikel 4 (x € 1.000)
 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Stand ontwerpbegroting 2019

0

0

0

0

0

 

Mutaties Voorjaarsnota

22.211

0

0

0

0

 
             

Nieuwe mutaties:

           

1. Afrekening 2018

1.815

0

0

0

0

 
             

Stand ontwerpbegroting 2020

24.026

0

0

0

0

0

  • 1. De ontvangsten van € 1,8 miljoen zijn de te veel bevoorschotte middelen voor re-integratie Wajong in 2018, die UWV in 2019 terugbetaalt.

5 Werkloosheid
Tabel 6.2.5.1 Uitgaven begrotingsgefinancierd artikel 5 (x € 1.000)
 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Stand ontwerpbegroting 2019

157.104

127.966

130.282

138.541

148.688

 

Amendement

1.000

1.000

1.000

     

Mutaties Voorjaarsnota

– 33.914

– 648

– 550

– 8.650

– 22.101

 
             

Nieuwe mutaties:

           

1. Loon- en prijsbijstelling 2019

2.554

3.039

3.378

3.543

3.632

 

2. Ramingsbijstelling

– 16

2.220

10.116

19.094

24.621

 

3. Budgettair neutrale herschikkingen

– 300

0

0

0

0

 

4. Kasschuif Ambachtsacademie

– 120

– 495

– 495

5

505

 

5. Inzet scholingsbudget WW

2.362

0

0

0

0

 

6. Afrekening 2018

1.126

0

0

0

0

 

7. RA maatregel I77 bevriezen ingangsleeftijd

0

0

0

0

2.105

 

8. Uitwerking Pensioenakkoord

0

– 16.171

– 32.449

– 35.345

– 29.010

 
             

Stand ontwerpbegroting 2020

129.796

116.911

111.282

117.188

128.440

142.535

  • 1. De loon- en prijsbijstelling 2019 is overgeheveld om de uitkeringslasten op prijspeil 2019 te brengen.

  • 2. Op basis van uitvoeringsinformatie van UWV is de IOW meerjarig opwaarts bijgesteld.

  • 3. Er is sprake van diverse budgettair neutrale herschikkingen binnen de SZW-begroting.

  • 4. Om beter aan te sluiten bij het kasritme worden middelen van de subsidieregeling Ambachtsacademie doorgeschoven van 2019 tot en met 2021 naar de jaren 2022 tot en met 2024.

  • 5. In 2018 is er € 2,4 miljoen van het voorschot op het scholingsbudget WW door UWV niet uitgegeven. Dit bedrag wordt in 2019 terugontvangen en blijft behouden voor het scholingsbudget WW. Zie ook ontvangstenmutatie nummer 1.

  • 6. De definitieve nabetaling van de IOW aan UWV over 2018 is € 7,7 miljoen. Dit is € 1,1 miljoen hoger dan de voorlopige nabetaling.

  • 7. Vanaf 2020 stijgt de leeftijdsgrens om voor de IOW in aanmerking te komen van 60 jaar naar 60 jaar en 4 maanden. Deze leeftijdsgrens blijft tot 2024 gehandhaafd. Dit zorgt voor meer instroom in de IOW.

  • 8. Als onderdeel van het akkoord over de vernieuwing van het pensioenstelstel wordt de verhoging van de AOW-leeftijd getemporiseerd. Dit heeft een neerwaarts effect op de uitgaven aan de IOW, doordat mensen eerder de AOW-leeftijd bereiken.

Tabel 6.2.5.2 Ontvangsten begrotingsgefinancierd artikel 5 (x € 1.000)
 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Stand ontwerpbegroting 2019

0

0

0

0

0

 

Mutaties Voorjaarsnota

8.410

0

0

0

0

 
             

Nieuwe mutaties:

           

1. Terugontvangst scholingsbudget WW

2.362

0

0

0

0

 
             

Stand ontwerpbegroting 2020

10.772

0

0

0

0

0

  • 1. De ontvangstenmutatie heeft betrekking op het van UWV terugontvangen voorschot 2018 van het scholingsbudget WW. Zie ook bij uitgavenmutatie nummer 5.

Tabel 6.2.5.3 Uitgaven premiegefinancierd artikel 5 (x € 1.000)
 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Stand ontwerpbegroting 2019 reëel

3.603.782

3.348.249

3.358.450

3.491.546

3.628.717

 

Mutaties Voorjaarsnota

313.153

399.217

438.988

446.402

449.178

 
             

Nieuwe mutaties:

           

1. Loon- en prijsbijstelling 2019

118.940

113.777

115.299

119.573

123.831

 

2. Macro mutaties

– 128.597

– 107.130

8.042

46.579

78.122

 

3. Uitwerking Pensioenakkoord

0

– 33.740

– 18.028

– 23.968

– 3.225

 

4. Afschaffing vervolguitkering

0

– 250

– 250

– 250

– 250

 

5. Uitspraak CRvB Fraudewet

2.077

4.153

2.077

0

0

 

Stand ontwerpbegroting 2020 reëel

3.909.355

3.724.276

3.904.578

4.079.882

4.276.373

 
             

Stand ontwerpbegroting 2019 nominaal

135.793

250.059

372.406

505.484

652.030

 

Mutaties Voorjaarsnota

– 16.853

– 36.463

– 51.972

– 66.821

– 84.824

 
             

Nieuwe mutaties:

           

6. Bijstellingen grondslag en indexatiepercentages

0

3.430

7.064

9.554

16.112

 

7. Overheveling loon- en prijsbijstelling 2019

– 118.940

– 113.777

– 115.299

– 119.573

– 123.831

 

Stand ontwerpbegroting 2020 nominaal

0

103.249

212.199

328.644

459.487

 
             

Stand ontwerpbegroting 2020

3.909.355

3.827.525

4.116.777

4.408.526

4.735.860

5.091.631

  • 1. De loon- en prijsbijstelling 2019 is overgeheveld om de uitkeringslasten op prijspeil 2019 te brengen.

  • 2. De raming voor 2019 en 2020 is op basis van realisatiecijfers per saldo neerwaarts bijgesteld. De realisatiecijfers voor het WW-volume liggen lager dan geraamd, terwijl de prijs iets hoger ligt dan bij de begroting 2019 werd verwacht. Meerjarig zijn de WW-uitkeringslasten opwaarts bijgesteld, met name vanwege de hogere prijs en de opwaarts bijgestelde raming van de faillissementsuitkeringen.

  • 3. Als onderdeel van het akkoord over de vernieuwing van het pensioenstelstel wordt de verhoging van de AOW-leeftijd getemporiseerd. Dit heeft een neerwaarts effect op de uitgaven aan de WW, doordat mensen eerder de AOW-leeftijd bereiken. Daarnaast leidt de versoepeling van de RVU-heffing er naar verwachting toe dat meer mensen vervroegd uittreden. Een deel van deze mensen kan aanspraak maken op een WW-uitkering, bijvoorbeeld doordat er sprake is van functioneel leeftijdsontslag. Dit leidt tot een toename van de WW-uitkeringslasten. Per saldo worden de WW-uitkeringslasten als gevolg van het Pensioenakkoord neerwaarts bijgesteld.

  • 4. In 2004 is de vervolguitkering WW afgeschaft. In de Verzamelwet 2020 wordt geregeld dat het daaraan gekoppelde overgangsrecht ook komt te vervallen. Dit leidt tot een beperkte afname van de WW-uitkeringslasten.

  • 5. Als gevolg van uitspraken van de Centrale Raad van Beroep moeten boetes uit de periode 2013–2014 worden herzien (Tweede Kamer, 2018–2019, 17 050, nr. 580). Het merendeel van de boetes zal na de herziening worden verlaagd en het te veel gevorderde deel wordt terugbetaald.

  • 6. Nominale ontwikkeling als gevolg van bovenstaande mutaties van de uitkeringen (grondslag) en als gevolg van aanpassing van de indexcijfers.

  • 7. Zie bij mutatiemummer 1.

Tabel 6.2.5.4 Ontvangsten premiegefinancierd artikel 5 (x € 1.000)
 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Stand ontwerpbegroting 2019 reëel

298.984

298.984

298.984

298.984

298.984

 

Mutaties Voorjaarsnota

– 32.080

– 32.080

– 32.080

– 32.080

– 32.080

 
             

Nieuwe mutaties:

           

1. Loon- en prijsbijstelling 2019

8.119

8.119

8.119

8.119

8.119

 

2. Ramingsbijstelling

– 22.023

– 22.023

– 22.023

– 22.023

– 22.023

 

Stand ontwerpbegroting 2020 reëel

253.000

253.000

253.000

253.000

253.000

 
             

Stand ontwerpbegroting 2019 nominaal

11.309

22.447

33.342

43.515

54.002

 

Mutaties Voorjaarsnota

– 3.190

– 7.185

– 10.754

– 13.693

– 16.770

 
             

Nieuwe mutaties:

           

3. Bijstellingen grondslag en indexatiepercentages

0

– 75

– 646

– 1.212

– 1.794

 

4. Overheveling loon- en prijsbijstelling 2019

– 8.119

– 8.119

– 8.119

– 8.119

– 8.119

 

Stand ontwerpbegroting 2020 nominaal

0

7.068

13.823

20.491

27.319

 
             

Stand ontwerpbegroting 2020

253.000

260.068

266.823

273.491

280.319

288.009

  • 1. De loon- en prijsbijstelling 2019 is overgeheveld om de ontvangsten op prijspeil 2019 te brengen.

  • 2. Overheidswerkgevers zijn eigenrisicodragers voor de WW. De WW-uitgaven worden door UWV verhaald op deze werkgevers. De raming van de ontvangsten uit verhaal is vanaf 2019 structureel naar beneden bijgesteld op grond van uitvoeringsinformatie van UWV.

  • 3. Nominale ontwikkeling als gevolg van bovenstaande mutaties van de uitkeringen (grondslag) en als gevolg van aanpassing van de indexcijfers.

  • 4. Zie bij mutatienummer 1.

6 Ziekte en zwangerschap
Tabel 6.2.6.1 Uitgaven begrotingsgefinancierd artikel 6 (x € 1.000)
 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Stand ontwerpbegroting 2019

7.527

7.492

7.554

7.618

7.611

 

Mutaties Voorjaarsnota

4.456

4.145

512

477

464

 
             

Nieuwe mutaties:

           

1. Loon- en prijsbijstelling 2019

156

201

202

203

204

 

2. Kasschuiven

– 143

143

0

0

0

 
             

Stand ontwerpbegroting 2020

11.996

11.981

8.268

8.298

8.279

8.312

  • 1. De loon- en prijsbijstelling 2019 is overgeheveld om de uitkeringslasten op prijspeil 2019 te brengen.

  • 2. Om beter aan te sluiten bij het kasritme worden middelen van de subsidieregeling kanker en werk doorgeschoven van 2019 naar 2020.

Tabel 6.2.6.2 Uitgaven premiegefinancierd artikel 6 (x € 1.000)
 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Stand ontwerpbegroting 2019 reëel

2.794.608

3.544.829

3.295.610

3.105.541

3.142.503

 

Mutaties Voorjaarsnota

107.884

102.566

98.706

104.711

103.495

 
             

Nieuwe mutaties:

           

1. Loon- en prijsbijstelling 2019

87.567

86.980

90.873

91.855

93.024

 

2. Ramingsbijstelling

– 648

– 6.985

– 1.657

11.190

15.314

 

3. Overboeking naar artikel 1

0

– 781.743

– 403.120

– 189.296

– 189.296

 

4. Uitwerking Pensioenakkoord

0

0

– 2.275

– 3.957

– 4.274

 

5. Uitspraak CRvB Fraudewet

59

118

59

0

0

 

Stand ontwerpbegroting 2020 reëel

2.989.470

2.945.765

3.078.196

3.120.044

3.160.766

 
             

Stand ontwerpbegroting 2019 nominaal

104.667

266.526

367.248

454.267

566.728

 

Mutaties Voorjaarsnota

– 17.100

– 42.046

– 64.337

– 80.558

– 99.369

 
             

Nieuwe mutaties:

           

6. Overboeking naar artikel 1

0

– 59.728

– 45.553

– 30.848

– 34.504

 

7. Bijstellingen grondslag en indexatiepercentages

0

4.395

1.506

1.441

1.150

 

8. Overheveling loon- en prijsbijstelling 2019

– 87.567

– 86.980

– 90.873

– 91.855

– 93.024

 

Stand ontwerpbegroting 2020 nominaal

0

82.167

167.991

252.447

340.981

 
             

Stand ontwerpbegroting 2020

2.989.470

3.027.932

3.246.187

3.372.491

3.501.747

3.636.685

  • 1. De loon- en prijsbijstelling 2019 is overgeheveld om de uitkeringslasten op prijspeil 2019 te brengen.

  • 2. Bij de ZW hebben zich mee- en tegenvallers voorgedaan. De gemiddelde uitkering die personen in de ZW ontvangen valt voor 2019 lager uit, dit komt vooral door een lagere uitkering bij de vangnetgroep zieke werklozen. Het volume in de ZW valt hoger uit. Dit komt voornamelijk door de vangnetgroep zieke zwangeren.

  • 3. De middelen voor de regeling compensatie transitievergoeding passen beter bij de inhoud van artikel 1 en zijn daarom overgeboekt naar artikel 1.

  • 4. Als onderdeel van het akkoord over de vernieuwing van het pensioenstelstel wordt de verhoging van de AOW-leeftijd getemporiseerd. Dit heeft een neerwaarts effect op de uitgaven aan de Ziektewet, doordat mensen eerder de AOW-leeftijd bereiken.

  • 5. Als gevolg van uitspraken van de Centrale Raad van Beroep moeten boetes uit de periode 2013–2014 worden herzien (Tweede Kamer, 2018–2019, 17 050, nr. 580). Het merendeel van de boetes zal na de herziening worden verlaagd en het te veel gevorderde deel wordt terugbetaald.

  • 6. Zie bij mutatienummer 3.

  • 7. Nominale ontwikkeling als gevolg van bovenstaande mutaties van de uitkeringen (grondslag) en als gevolg van aanpassing van de indexcijfers.

  • 8. Zie bij mutatienummer 1.

7 Kinderopvang
Tabel 6.2.7.1 Uitgaven begrotingsgefinancierd artikel 7 (x € 1.000)
 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Stand ontwerpbegroting 2019

3.286.740

3.346.132

3.378.292

3.388.517

3.402.946

 

Mutaties Voorjaarsnota

– 37.195

– 24.840

– 30.826

– 31.319

– 28.826

 
             

Nieuwe mutaties:

           

1. Loon- en prijsbijstelling 2019

130.304

133.093

134.393

134.779

135.482

 

2. Wlz en KOT

0

0

6.000

6.000

6.000

 

3. Kasschuif

– 1.000

0

0

0

0

 

4. Budgettair neutrale herschikkingen

– 187

1.627

1.627

1.627

1.627

 

5. Overboekingen met departementen

0

5.200

1.200

1.200

1.200

 
             

Stand ontwerpbegroting 2020

3.378.662

3.461.212

3.490.686

3.500.804

3.518.429

3.542.958

  • 1. De loon- en prijsbijstelling 2019 is overgeheveld om de uitkeringslasten op prijspeil 2019 te brengen.

  • 2. Het kabinet is voornemens om huishoudens waarin één van de partners werkt en de andere partner een permanente WLZ-indicatie heeft, ook recht te geven op kinderopvangtoeslag.

  • 3. Om beter aan te sluiten bij het kasritme worden middelen doorgeschoven van 2019 naar 2024.

  • 4. Er is sprake van diverse budgettair neutrale herschikkingen binnen de SZW-begroting. Vanaf 2020 worden middelen (€ 1,0 miljoen per jaar) van de subsidieregeling «Kansen voor alle kinderen» structureel toegevoegd aan het programma BES(t) 4 kids (Staatscourant 2018, nr. 68776). Daarnaast valt de overboeking van de bijdrage aan BES(t) 4 kids (€ 0,6 miljoen per jaar) van artikel 99 naar artikel 7 onder deze post.

  • 5. Er zijn 2 overboekingen met andere departementen. Het betreft overboekingen met het Ministerie van OCW (€ 4,0 miljoen in 2020) en van het Ministerie van VWS (vanaf 2020 € 1,2 miljoen per jaar) voor de bijdrage aan BES(t) 4 Kids.

Tabel 6.2.7.2 Ontvangsten begrotingsgefinancierd artikel 7 (x € 1.000)
 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Stand ontwerpbegroting 2019

1.580.594

1.626.757

1.661.443

1.678.431

1.682.590

 

Mutaties Voorjaarsnota

– 42.822

– 57.075

– 65.896

– 67.551

– 67.191

 
             

Nieuwe mutaties:

           

1. Afrekening 2018

79

0

0

0

0

 

2. Loon- en prijsbijstelling

29.746

29.923

29.539

29.532

29.508

 

3. Werkgeversbijdrage

8.640

– 1.992

– 26.836

– 34.182

– 35.187

 
             

Stand ontwerpbegroting 2020

1.576.237

1.597.613

1.598.250

1.606.230

1.609.720

1.612.614

  • 1. In 2018 is € 79.000 te veel bevoorschot voor uitgaven kinderopvang buitenland. Dit bedrag is in 2019 door de SVB terugbetaald.

  • 2. De loon- en prijsbijstelling 2019 is overgeheveld om de te ontvangen werkgeversbijdrage op prijspeil 2019 te brengen.

  • 3. De werkgeversbijdrage kinderopvang is een vast percentage van de totale loonsom. De loonsom is met name vanaf 2021 naar beneden bijgesteld. Dit leidt tot lagere ontvangsten werkgeversbijdrage in deze jaren.

8 Oudedagsvoorziening
Tabel 6.2.8.1 Uitgaven begrotingsgefinancierd artikel 8 (x € 1.000)
 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Stand ontwerpbegroting 2019

26.057

25.992

27.072

27.901

26.682

 

Mutaties Voorjaarsnota

– 1.323

– 1.269

– 2.027

– 2.831

– 1.934

 
             

Nieuwe mutaties:

           

1. Loon- en prijsbijstelling 2019

474

802

820

832

836

 

2. Budgettair neutrale herschikkingen

0

– 500

– 500

– 500

– 500

 

3. Verhoging uitkeringen CN

0

1.141

1.176

1.212

1.248

 

4. Uitwerking Pensioenakkoord

0

– 1.066

– 1.452

– 999

– 360

 
             

Stand ontwerpbegroting 2020

25.208

25.100

25.089

25.615

25.972

26.409

  • 1. De loon- en prijsbijstelling 2019 is overgeheveld om de uitkeringslasten op prijspeil 2019 te brengen.

  • 2. Er is sprake een budgettair neutrale herschikking binnen de SZW-begroting.

  • 3. De verhoging van de uitkeringen met 5% op Bonaire en Saba en 2% op Sint-Eustatius leidt tot een stijging van de uitkeringslasten voor de AOV.

  • 4. Als onderdeel van het akkoord over de vernieuwing van het pensioenstelstel wordt de verhoging van de AOW-leeftijd getemporiseerd. Dit heeft een neerwaarts effect op de uitgaven aan de OBR, doordat mensen eerder de AOW-leeftijd bereiken.

Tabel 6.2.8.2 Uitgaven premiegefinancierd artikel 8 (x € 1.000)
 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Stand ontwerpbegroting 2019 reëel

38.250.385

38.243.774

38.297.968

38.500.264

39.283.474

 

Mutaties Voorjaarsnota

– 90.009

– 68.118

– 108.801

– 144.458

– 151.714

 
             

Nieuwe mutaties:

           

1. Loon- en prijsbijstelling 2019

1.290.100

1.290.485

1.290.915

1.296.488

1.322.495

 

2. Ramingsbijstelling

17.857

18.512

19.528

19.494

20.530

 

3. Uitwerking Pensioenakkoord

0

679.288

1.487.472

1.618.526

1.092.670

 

4. Uitspraak CRvB Fraudewet

220

220

0

0

0

 

Stand ontwerpbegroting 2020 reëel

39.468.553

40.164.161

40.987.082

41.290.314

41.567.455

 
             

Stand ontwerpbegroting 2019 nominaal

1.353.446

2.592.998

3.782.439

4.945.316

6.294.208

 

Mutaties Voorjaarsnota

– 63.346

– 144.013

– 333.605

– 447.510

– 704.714

 
             

Nieuwe mutaties:

           

5. Bijstellingen grondslag en indexatiepercentages

0

– 1.631

65.531

20.460

– 14.212

 

6. Overheveling loon- en prijsbijstelling 2019

– 1.290.100

– 1.290.485

– 1.290.915

– 1.296.488

– 1.322.495

 

Stand ontwerpbegroting 2020 nominaal

0

1.156.869

2.223.450

3.221.778

4.252.787

 
             

Stand ontwerpbegroting 2020

39.468.553

41.321.030

43.210.532

44.512.092

45.820.242

47.372.700

  • 1. De loon- en prijsbijstelling 2019 is overgeheveld om de uitkeringslasten op prijspeil 2019 te brengen.

  • 2. De raming van de uitkeringslasten AOW is naar boven bijgesteld omdat het prijspeil 2019 hoger uitvalt dan geraamd.

  • 3. Het temporiseren van de verhoging van AOW-leeftijd naar aanleiding van het akkoord over de vernieuwing van het pensioenstelsel leidt ertoe dat personen eerder de AOW-leeftijd bereiken. Dit heeft een opwaarts effect op het aantal AOW’ers en daarmee ook op de uitkeringslasten van de AOW en de Inkomensafhankelijke AOW.

  • 4. Als gevolg van uitspraken van de Centrale Raad van Beroep moeten boetes uit de periode 2013–2014 worden herzien (Tweede Kamer, 2018–2019, 17 050, nr. 580). Het merendeel van de boetes zal na de herziening worden verlaagd en het te veel gevorderde deel wordt terugbetaald.

  • 5. Nominale ontwikkeling als gevolg van bovenstaande mutaties van de uitkeringen (grondslag) en als gevolg van aanpassing van de indexcijfers.

  • 6. Zie mutatie nummer 1.

9 Nabestaanden
Tabel 6.2.9.1 Uitgaven begrotingsgefinancierd artikel 9 (x € 1.000)
 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Stand ontwerpbegroting 2019

1.197

1.218

1.239

1.260

1.282

 

Mutaties Voorjaarsnota

– 87

– 96

– 107

– 118

– 129

 
             

Nieuwe mutaties:

           

1. Loon- en prijsbijstelling 2019

27

39

40

40

40

 

2. Verhoging uitkeringen CN

0

66

67

68

69

 
             

Stand ontwerpbegroting 2020

1.137

1.227

1.239

1.250

1.262

1.275

  • 1. De loon- en prijsbijstelling 2019 is overgeheveld om de uitkeringslasten op prijspeil 2019 te brengen.

  • 2. De verhoging van de uitkeringen met 5% op Bonaire en Saba en 2% voor Sint-Eustatius leidt tot een stijging van de uitkeringslasten AWW (Caribisch Nederland).

Tabel 6.2.9.2 Uitgaven premiegefinancierd artikel 9 (x € 1.000)
 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Stand ontwerpbegroting 2019 reëel

356.882

345.839

336.979

327.859

311.425

 

Mutaties Voorjaarsnota

1.262

1.130

1.704

889

3.895

 
             

Nieuwe mutaties:

           

1. Loon- en prijsbijstelling 2019

7.862

7.598

7.360

7.185

6.568

 

2. Ramingsbijstelling

– 396

– 365

– 300

– 332

4

 

3. Uitwerking Pensioenakkoord

0

– 11.105

– 22.871

– 23.499

– 15.651

 

4. Uitspraak CRvB Fraudewet

59

59

0

0

0

 

Stand ontwerpbegroting 2020 reëel

365.669

343.156

322.872

312.102

306.241

 
             

Stand ontwerpbegroting 2019 nominaal

8.225

15.725

22.226

27.855

32.620

 

Mutaties Voorjaarsnota

– 363

– 1.450

– 2.651

– 3.733

– 5.406

 
             

Nieuwe mutaties:

           

5. Bijstellingen grondslag en indexatiepercentages

0

456

– 335

– 861

– 833

 

6. Overheveling loon- en prijsbijstelling 2019

– 7.862

– 7.598

– 7.360

– 7.185

– 6.568

 

Stand ontwerpbegroting 2020 nominaal

0

7.133

11.880

16.076

19.813

 
             

Stand ontwerpbegroting 2020

365.669

350.289

334.752

328.178

326.054

324.928

  • 1. De loon- en prijsbijstelling 2019 is overgeheveld om de uitkeringslasten op prijspeil 2019 te brengen.

  • 2. De raming van de uitkeringslasten Anw is naar beneden bijgesteld, omdat het prijspeil 2019 lager uitvalt dan geraamd.

  • 3. Als onderdeel van het akkoord over de vernieuwing van het pensioenstelstel wordt de verhoging van de AOW-leeftijd getemporiseerd. Dit heeft een neerwaarts effect op de uitgaven aan de Anw, doordat mensen eerder de AOW-leeftijd bereiken.

  • 4. Als gevolg van uitspraken van de Centrale Raad van Beroep moeten boetes uit de periode 2013–2014 worden herzien (Tweede Kamer, 2018–2019, 17 050, nr. 580). Het merendeel van de boetes zal na de herziening worden verlaagd en het te veel gevorderde deel wordt terugbetaald.

  • 5. Nominale ontwikkeling als gevolg van bovenstaande mutaties van de uitkeringen (grondslag) en als gevolg van aanpassing van de indexcijfers.

  • 6. Zie mutatie nummer 1.

10 Tegemoetkoming ouders
Tabel 6.2.10.1 Uitgaven begrotingsgefinancierd artikel 10 (x € 1.000)
 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Stand ontwerpbegroting 2019

5.721.498

6.134.203

6.112.285

6.070.827

6.048.115

 

Mutaties Voorjaarsnota

235.096

249.675

50.148

57.263

60.416

 
             

Nieuwe mutaties:

           

1. Loon- en prijsbijstelling 2019

83.426

104.307

101.138

100.573

100.253

 

2. Verhoging uitkeringen CN

0

787

787

787

787

 

3. Herstel WKB

0

60.000

60.000

60.000

60.000

 

4. Uitspraak CRvB Fraudewet

170

170

0

0

0

 

5. Reservering reactie rapport kinderombudsman

0

1.000

1.000

1.000

1.000

 
             

Stand ontwerpbegroting 2020

6.040.190

6.550.142

6.325.358

6.290.450

6.270.571

6.270.619

  • 1. De loon- en prijsbijstelling 2019 is overgeheveld om de uitkeringslasten op prijspeil 2019 te brengen.

  • 2. De kinderbijslag wordt per 1 januari 2020 met $ 20,00 per maand verhoogd. Dit leidt tot een verhoging van de uitkeringslasten met bijna € 1 miljoen.

  • 3. De uitgaven kindgebonden budget komen hoger uit, voornamelijk door de hersteloperatie van de onvolkomenheid in de uitvoering van de WKB, waarover de Tweede Kamer al eerder is geïnformeerd (Tweede Kamer, 2018–2019, 35 010, nr. 17).

  • 4. Als gevolg van uitspraken van de Centrale Raad van Beroep moeten boetes uit de periode 2013–2014 worden herzien (Tweede Kamer, 2018–2019, 17 050, nr.580). Het merendeel van de boetes zal na de herziening worden verlaagd en het te veel gevorderde deel wordt terugbetaald.

  • 5. Dit betreft middelen voor mogelijke WKB-maatregelen naar aanleiding van het rapport van de kinderombudsman «Nederlandse kinderen ontkoppeld».

Tabel 6.2.10.2 Ontvangsten begrotingsgefinancierd artikel 10 (x € 1.000)
 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Stand ontwerpbegroting 2019

223.329

226.704

249.617

277.313

287.585

 

Mutaties Voorjaarsnota

– 7.828

– 8.529

– 11.417

– 12.212

– 12.201

 
             

Nieuwe mutaties:

           

1. Loon- en prijsbijstelling 2019

3.952

4.029

4.348

4.774

4.938

 

2. Afrekening 2018

2.565

0

0

0

0

 
             

Stand ontwerpbegroting 2020

222.018

222.204

242.548

269.875

280.322

255.581

  • 1. De loon- en prijsbijstelling 2019 is overgeheveld om de ontvangsten op prijspeil 2019 te brengen.

  • 2. In 2018 is er € 1,3 miljoen te veel bevoorschot voor de uitkeringslasten WKB-buitenland en € 1,3 miljoen voor de uitkeringslasten AKW. Deze bedragen worden in 2019 terugbetaald door de SVB.

11 Uitvoering
Tabel 6.2.11.1 Uitgaven begrotingsgefinancierd artikel 11 (x € 1.000)
 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Stand ontwerpbegroting 2019

448.044

442.696

434.238

430.071

429.653

 

Mutaties Voorjaarsnota

49.914

44.372

49.971

47.792

48.969

 
             

Nieuwe mutaties:

           

1. Loon- en prijsbijstelling 2019

13.262

13.169

12.911

12.798

12.815

 

2. Ramingsbijstelling

0

944

1.261

1.002

1.222

 

3. Kasschuif

– 21.200

0

7.200

7.000

0

 

4. Overboeking andere departementen

– 1.639

– 1.639

– 1.639

– 1.639

– 1.639

 

5. Wet Open Overheid

0

650

650

650

1.450

 

6. Budgettair neutrale herschikkingen

300

0

0

0

0

 

7. Uitwerking Pensioenakkoord

0

– 605

– 1.185

– 1.168

– 842

 

8. Uitspraak CRvB Fraudewet

50

50

0

0

0

 

9. Overige mutaties

21.200

0

0

0

0

 
             

Stand ontwerpbegroting 2020

509.931

499.637

503.407

496.506

491.628

497.376

  • 1. Ontvangen loon- en prijsbijstelling ten behoeve van de begrotingsgefinancierde uitvoeringsbudgetten van de ZBO’s.

  • 2. De raming is bijgesteld op basis van volumeontwikkelingen van de verschillende regelingen die worden uitgevoerd door UWV en de SVB. Bij UWV stijgt het uitvoeringsbudget licht door volumeontwikkelingen in de wetten. Bij de SVB is er sprake van een kleine volumestijging bij de Aanvullende Inkomensvoorziening Ouderen en bij de AKW.

  • 3. Om beter aan te sluiten bij het kasritme worden middelen van diverse bedrijfsvoeringskosten van de SVB doorgeschoven van 2019 naar 2021 en verder.

  • 4. Door de herijking van de normtijden van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) is naar het Ministerie van VWS € 1,6 miljoen structureel aanvullend budget voor BUK-advies (indicatiestelling intensieve zorgbehoefte bij thuiswonende kinderen t.b.v. dubbele kinderbijslag) overgeboekt.

  • 5. Er worden voor de SVB middelen beschikbaar gesteld voor de voorziene kosten voor de Wet Open Overheid.

  • 6. Er is sprake van budgettair neutrale herschikkingen binnen de SZW-begroting.

  • 7. Als onderdeel van het akkoord over de vernieuwing van het pensioenstelstel wordt de verhoging van de AOW-leeftijd getemporiseerd. Dit leidt tot een bijstelling van de uitvoeringskosten voor UWV en SVB.

  • 8. Als gevolg van uitspraken van de Centrale Raad van Beroep moeten boetes uit de periode 2013–2014 worden herzien (Tweede Kamer, 2018–2019, 17 050, nr. 580).

  • 9. Dit betreft de afrekening van de begrotingsgefinancierde uitvoeringskosten van de SVB. Zie ook ontvangstenmutatie nummer 1.

Tabel 6.2.11.2 Ontvangsten begrotingsgefinancierd artikel 11 (x € 1.000)
 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Stand ontwerpbegroting 2019

0

0

0

0

0

 

Mutaties Voorjaarsnota

21.700

0

0

0

0

 
             

Nieuwe mutaties:

           

1. Afrekeningen 2018

30.508

0

0

0

0

 
             

Stand ontwerpbegroting 2020

52.208

0

0

0

0

0

  • 1. De ontvangsten komen voort uit de afrekening over begrotingsgefinancierde uitvoeringskosten over 2018 van UWV en de SVB. Van UWV is € 9,3 miljoen terugontvangen van te hoog bevoorschotte uitvoeringskosten Wajong. Bij de SVB gaat het om € 21,2 miljoen. Zie uitgavenmutatie nummer 9.

Tabel 6.2.11.3 Uitgaven premiegefinancierd artikel 11 (x € 1.000)
 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Stand ontwerpbegroting 2019 reëel

1.530.226

1.568.489

1.575.372

1.610.475

1.619.989

 

Mutaties Voorjaarsnota

– 35.814

– 33.844

– 38.443

– 39.344

– 39.771

 
             

Nieuwe mutaties:

           

1. Loon- en prijsbijstelling

43.932

46.836

46.729

47.552

47.794

 

2. Kasschuif

– 5.000

0

0

0

0

 

3. Overboekingen met departementen

– 3.800

0

0

0

0

 

4. Uitvoeringskosten scholing WGA

0

2.000

0

0

1.000

 

5. Macro mutaties

0

4.784

1.076

– 5.591

– 7.352

 

6. Ramingsbijstelling

0

40.492

36.405

39.195

41.986

 

7. Uitspraak CRvB Fraudewet

920

3.950

0

0

0

 

8. Uitwerking Pensioenakkoord

2.493

1.456

980

– 621

520

 

9. Overige mutaties

100

200

200

200

200

 

Stand ontwerpbegroting 2020 reëel

1.533.057

1.634.363

1.622.319

1.651.866

1.664.366

 
             

Stand ontwerpbegroting 2019 nominaal

48.703

98.450

140.962

190.936

236.429

 

Mutaties Voorjaarsnota

– 4.771

– 14.280

– 14.933

– 21.612

– 23.073

 
             

Nieuwe mutaties:

           

10. Bijstellingen grondslag en indexatiepercentages

0

5.034

7.264

7.646

7.843

 

11. Overheveling loon- en prijsbijstelling 2019

– 43.932

– 46.836

– 46.729

– 47.552

– 47.794

 

Stand ontwerpbegroting 2020 nominaal

0

42.368

86.564

129.418

173.405

 
             

Stand ontwerpbegroting 2020

1.533.057

1.676.731

1.708.883

1.781.284

1.837.771

1.910.630

  • 1 De loon- en prijsbijstelling ten behoeve van de premiegefinancierde uitvoeringsbudgetten van de ZBO’s.

  • 2 Middelen voor de uitvoering van de wetten Digitale Overheid en Modernisering Elektronisch Berichtenverkeer worden doorgeschoven van 2019 naar 2024 om beter aan te sluiten bij het kasritme.

  • 3 Dit betreft een aanvullende bijdrage aan het Ministerie van Financiën voor de uitvoering van de Wet tegemoetkoming loondomein (Wtl) door de Belastingdienst.

  • 4 Er zijn middelen beschikbaar gesteld voor de uitvoering van de scholingsregeling WGA door UWV.

  • 5 De raming is aangepast aan de ontwikkelingen in de WW en ZW.

  • 6 De raming is bijgesteld op basis van de volumeontwikkelingen van de verschillende regelingen die worden uitgevoerd door UWV en de SVB.

  • 7 Als gevolg van uitspraken van de Centrale Raad van Beroep moeten boetes uit de periode 2013–2014 worden herzien (Tweede Kamer, 2018–2019, 17 050, nr. 580).

  • 8. Als onderdeel van het akkoord over de vernieuwing van het pensioenstelstel wordt de verhoging van de AOW-leeftijd getemporiseerd. Dit leidt tot een bijstelling van de uitvoeringskosten voor UWV en SVB.

  • 8 Het budget van de tolkenvoorziening wordt overgeheveld van het re-integratiebudget (artikel 4 begrotingsgefinancierd) naar apparaatsbudget UWV.

  • 9 Nominale ontwikkeling als gevolg van bovenstaande mutaties van de uitkeringen (grondslag) en als gevolg van aanpassing van de indexcijfers.

  • 10 Zie mutatie nummer 1.

12 Rijksbijdragen
Tabel 6.2.12.1 Uitgaven begrotingsgefinancierd artikel 12 (x € 1.000)
 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Stand ontwerpbegroting 2019

14.245.954

13.997.689

13.834.942

13.883.249

14.542.030

 

Mutaties Voorjaarsnota

3.112.774

2.192.087

2.244.503

2.292.956

2.327.588

 
             

Nieuwe mutaties:

           

1. Macromutaties

64.353

711.879

1.493.732

1.583.862

1.045.417

 

2. Afrekening 2018

6.712

0

0

0

0

 
             

Stand ontwerpbegroting 2020

17.429.793

16.901.655

17.573.177

17.760.067

17.915.035

18.272.569

  • 1. De ramingen van de rijksbijdragen zijn op basis van uitvoeringsgegevens en van macro-economische gegevens van het CPB bijgesteld.

  • 2. In 2018 is de bevoorschotting voor de uitkeringslasten Tegemoetkoming Arbeidsongeschiktheid te laag geweest. In 2019 is er € 6,7 miljoen nabetaald aan UWV.

Tabel 6.2.12.2 Ontvangsten begrotingsgefinancierd artikel 12 (x € 1.000)
 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Stand ontwerpbegroting 2019

0

0

0

0

0

 

Mutaties Voorjaarsnota

0

0

0

0

0

 
             

Nieuwe mutaties:

           

1. Afrekening 2018

8.410

0

0

0

0

 
             

Stand ontwerpbegroting 2020

8.410

0

0

0

0

0

  • 1. Het betreft de afrekening van UWV over het jaar 2018. In 2018 is aan UWV € 0,9 miljoen te veel bevoorschot voor de uitkeringslasten Zwangere Zelfstandigen en € 7,5 miljoen voor de uitkeringslasten Tegemoetkoming Arbeidsongeschiktheid. Beide bedragen zijn in 2019 terugontvangen.

13 Integratie en maatschappelijke samenhang
Tabel 6.2.13.1 Uitgaven begrotingsgefinancierd artikel 13 (x € 1.000)
 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Stand ontwerpbegroting 2019

312.024

246.614

209.436

198.170

195.522

 

Mutaties Voorjaarsnota

– 35.758

– 2.380

11.556

16.692

15.686

 
             

Nieuwe mutaties:

           

1. Loon- en prijsbijstelling 2019

2.177

1.832

1.704

1.690

1.689

 

2. Budgettair neutrale herschikkingen

– 189

70

0

0

0

 

3. Overboekingen met departementen

– 1.630

– 630

– 250

0

0

 

4. Kasschuif

– 3.900

1.950

1.950

0

0

 

5. Uitbreiding examencapaciteit DUO

0

3.700

1.800

0

0

 

6. Ramingsbijstelling maatschappelijke begeleiding

0

1.328

1.493

1.493

1.493

 

7. Uitwerking Pensioenakkoord

0

– 116

– 235

– 190

– 10

 
             

Stand ontwerpbegroting 2020

272.724

252.368

227.454

217.855

214.380

213.923

  • 1. De loon- en prijsbijstelling 2019 is overgeheveld om de uitkeringslasten op prijspeil 2019 te brengen.

  • 2. Er is sprake van diverse budgettair neutrale herschikkingen binnen de SZW-begroting.

  • 3. Er zijn drie overboekingen naar andere departementen. De grootste overboeking is naar het Ministerie van EZK waar meerjarig budget naar toe is overgeboekt t.b.v. de Contouren Kennisontwikkelingsprogramma Wergeversinterventies Arbeidsmarktintegratie (KWA).

  • 4. Er zijn in 2019 middelen vrijgemaakt voor 2020 en 2021 uit het subsidiebudget ten behoeve van de continuering van screening en matching van asielmigranten (Bestuurlijk Akkoord 2016 met VNG).

  • 5. Voor de uitbreiding van de examenlokaties van DUO in verband met het wegwerken en verder voorkomen van achterstanden in het aantal af te leggen examens zijn voor 2020 en 2021 extra middelen beschikbaar gesteld.

  • 6. De raming voor maatschappelijke begeleiding door gemeenten is opwaarts bijgesteld op grond van de aangepaste volumeprognose van het Ministerie van JenV.

  • 7. Als onderdeel van het akkoord over de vernieuwing van het pensioenstelstel wordt de verhoging van de AOW-leeftijd getemporiseerd. Dit heeft een neerwaarts effect op de uitgaven aan de remigratieregeling, doordat mensen eerder de AOW-leeftijd bereiken.

Tabel 6.2.13.2 Ontvangsten begrotingsgefinancierd artikel 13 (x € 1.000)
 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Stand ontwerpbegroting 2019

1.000

1.000

1.000

1.000

1.000

 

Mutaties Voorjaarsnota

0

0

0

0

0

 
             

Nieuwe mutaties:

           

1. Afrekening 2018

204

0

0

0

0

 
             

Stand ontwerpbegroting 2020

1.204

1.000

1.000

1.000

1.000

1.000

  • 1. Het betreft de afrekening van de SVB over het jaar 2018. In 2018 is aan de SVB € 0,2 miljoen te veel bevoorschot voor de uitkeringslasten Remigratiewet. Het bedrag is in 2019 terugontvangen.

96 Apparaat
Tabel 6.2.96.1 Uitgaven begrotingsgefinancierd artikel 96 (x € 1.000)
 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Stand ontwerpbegroting 2019

332.063

346.237

364.283

375.661

372.945

 

Mutaties Voorjaarsnota

11.240

6.788

7.118

2.722

5.221

 
             

Nieuwe mutaties:

           

1. Loon- en prijsbijstelling 2019

7.905

8.451

8.667

9.017

8.948

 

2. Overboekingen met departementen

– 247

1.858

1.925

1.891

1.901

 

3. Budgettair neutrale herschikkingen

982

757

– 111

96

858

 

4. Kasschuiven

8.613

– 1.671

– 3.408

– 910

– 2.624

 

5. Dienstverlening

666

0

2.000

2.600

1.392

 

6. Diversen

0

9.650

0

0

0

 
             

Stand ontwerpbegroting 2020

361.222

372.070

380.474

391.077

388.641

390.721

  • 1. De ontvangen loon- en prijsbijstelling 2019 is overgeheveld naar de artikelen om het beschikbare budget op prijspeil 2019 te brengen.

  • 2. Er zijn negen overboekingen met andere departementen. De grootste mutatie betreft een overboeking van het Ministerie van VWS van € 2,6 miljoen structureel vanaf 2020 voor uitbreiding met 20 FTE voor fraudeonderzoeken op het zorgdomein.

  • 3. Er is sprake van diverse budgettair neutrale herschikkingen binnen de SZW-begroting.

  • 4. Er zijn enkele kasschuiven op personeel doorgevoerd om beter aan te sluiten bij het kasritme. De grootste houdt verband met de overgang van ICT-dienstverlener voor de opsporingsdienst van de Inspectie, waardoor investeringen nodig zijn in 2019.

  • 5. De raming van de uitgaven en ontvangsten van de uitvoeringsdirecties Rijksschoonmaakorganisatie en Uitvoering van Beleid (uitvoerder van subsidies als opvolger van het Agentschap SZW) is aangepast aan nieuwe inzichten van dienstverlening. Zie bij ontvangstenmutatie nummer 1. Bij Uitvoering van Beleid gaat het om uitvoeringskosten voor de nieuwe ESF-periode.

  • 6. Voor het van start gaan in 2020 van het Individueel keuzebudget zijn extra middelen benodigd.

Tabel 6.2.96.2 Ontvangsten begrotingsgefinancierd artikel 96 (x € 1.000)
 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Stand ontwerpbegroting 2019

39.067

47.408

61.292

61.945

61.374

 

Mutaties Voorjaarsnota

5.042

4.258

3.238

3.237

3.238

 
             

Nieuwe mutaties:

           

1. Dienstverlening

666

0

2.000

2.600

1.392

 
             

Stand ontwerpbegroting 2020

44.775

51.666

66.530

67.782

66.004

64.853

  • 1. Zie bij uitgavenmutatie nummer 5.

98 Algemeen
Tabel 6.2.98.1 Uitgaven begrotingsgefinancierd artikel 98 (x € 1.000)
 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Stand ontwerpbegroting 2019

34.771

27.776

28.268

28.705

28.555

 

Mutaties Voorjaarsnota

– 533

4.300

1.965

2.824

3.125

 
             

Nieuwe mutaties:

           

1. Loon- en prijsbijstelling 2019

251

195

190

196

203

 

2. Overboekingen met departementen

– 127

– 17

– 17

– 17

– 17

 

3. Budgettair neutrale herschikkingen

2.462

43

111

– 96

– 30

 

4. Kasschuif

0

– 393

393

0

– 374

 

5. Dienstauto's

742

854

975

1.110

1.180

 
             

Stand ontwerpbegroting 2020

37.566

32.758

31.885

32.722

32.642

33.547

  • 1. De ontvangen loon- en prijsbijstelling 2019 is naar de artikelen overgeheveld om het beschikbare budget op prijspeil 2019 te brengen.

  • 2. Er zijn vier mutaties met andere departementen verwerkt. De grootste mutatie betreft een overboeking naar het Ministerie van EZK voor de bijdrage ten behoeve van onderzoek door TNO.

  • 3. Er is sprake van diverse budgettair neutrale herschikkingen binnen de SZW-begroting.

  • 4. Om beter aan te sluiten bij het kasritme worden middelen van de dienstauto’s doorgeschoven van 2020 naar 2021 en van 2023 naar 2024.

  • 5. De uitgaven en ontvangsten (eigen bijdrage) van de dienstauto’s werden voorheen netto geboekt. Vanaf 2019 wordt er bruto geboekt, uitgaven en ontvangsten worden afzonderlijk opgenomen in de begroting. Zie ook bij ontvangstenmutatie nummer 1.

Tabel 6.2.98.2 Ontvangsten begrotingsgefinancierd artikel 98 (x € 1.000)
 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Stand ontwerpbegroting 2019

387

0

0

0

0

 

Mutaties Voorjaarsnota

0

0

0

0

0

 
             

Nieuwe mutaties:

           

1. Dienstauto's

742

854

975

1.110

1.180

 
             

Stand ontwerpbegroting 2020

1.129

854

975

1.110

1.180

1.180

  • 1. Zie bij uitgavenmutatie nummer 5.

99 Onverdeeld
Tabel 6.2.99.1 Uitgaven begrotingsgefinancierd artikel 99 (x € 1.000)
 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Stand ontwerpbegroting 2019

173.579

142.613

335.788

420.758

452.856

 

Mutaties Voorjaarsnota

– 39.624

12.439

– 171.151

– 243.537

– 228.731

 
             

Nieuwe mutaties:

           

1. Verdeling loon- en prijsbijstelling 2019

– 24.230

– 24.131

– 23.809

– 23.998

– 23.952

 

2. Budgettair neutrale herschikkingen

– 3.885

– 3.696

– 2.940

– 3.002

– 3.890

 

3. Diverse reserveringen/uitdelingen

– 4.873

26.148

13.020

– 6.140

– 40.744

 

4. Kasschuiven

– 20.800

35.200

15.000

– 9.700

– 14.700

 

5. Overboekingen met departementen

– 13.395

0

0

0

0

 
             

Stand ontwerpbegroting 2020

66.772

188.573

165.908

134.381

140.839

123.722

  • 1. Toedeling van de loon- en prijsbijstelling 2019 naar de begrotingsartikelen om de budgetten op prijspeil 2019 te brengen.

  • 2. Er is sprake van diverse budgettair neutrale herschikkingen binnen de SZW-begroting.

  • 3. Diverse reservingen en uitdelingen binnen de SZW-begroting, waaronder € 30 miljoen in 2020 en € 23 miljoen in 2021 voor het breed offensief.

  • 4. Dit betreffen verschillende kasschuiven ondermeer voor veranderopgave inburgering zodat het kasritme weer aansluit bij de benodigde middelen.

  • 5. Er zijn twee overboekingen met andere departementen. Er is naar het Gemeentefonds € 4,4 miljoen overgeboekt voor brede pilots veranderopgave inburgering en € 9 miljoen voor doeluitkering perspectief op werk.

Licence