Base description which applies to whole site

2. De beweging naar de Juiste Zorg Op de Juiste Plek

De beweging van de Juiste Zorg Op de Juiste Plek is vorig jaar verwoord door de gelijknamige Taskforce en bestuurlijk verankerd in de hoofdlijnenakkoorden, het preventieakkoord en wordt ook praktisch handen en voeten gegeven in de diverse programma’s. De inzichten van het rapport van de Taskforce bouwden voort op een beweging die al gaande is in de praktijk, waar we al vele voorbeelden zien. Als we de mogelijkheden en wensen van mensen om zo goed mogelijk te functioneren echt als vertrekpunt nemen, dan vraagt dat om een andere manier van organiseren en verlenen van zorg. Een ingrijpend en complex transformatieproces, maar met perspectief voor ons allemaal. Het vraagt om een cultuuromslag en leiderschap, want we kunnen dit niet aan het toeval overlaten. We hebben alle partijen nodig om de zorg klaar voor de toekomst te maken.

Een betere organisatie van zorg is in het belang van alle patiënten en verzekerden. Tegelijkertijd laat zich de onvolkomenheid van de huidige organisatie het meest voelen wanneer mensen kwetsbaar zijn en problematiek zich stapelt, wanneer mensen verschillende vormen van zorg ontvangen of hobbels ondervinden als ze van het ene naar het ander domein overstappen omdat hun behoefte aan zorg en ondersteuning verandert. Zulke patiënten vragen om flexibele zorgprofessionals, bestuurders en inkopers. Het systeem staat die flexibiliteit meestal niet in de weg, maar prikkelt daartoe vaak onvoldoende. Het vraagt ook om leiderschap om tot een andere organisatie te komen.

We zien in de praktijk bijvoorbeeld dat de samenwerking tussen en over domeinen (Zorgverzekeringswet (Zvw), Jeugdwet, Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), Wet langdurige zorg (Wlz)) te wensen overlaat, waardoor mensen in de knel komen en professionals onbedoeld langs elkaar heen werken. Denk aan mensen die bij een huisarts komen voor problemen die eigenlijk bij de gemeente thuishoren, zoals problematische schulden of eenzaamheid. Aan ouderen die in het weekend noodgedwongen op de spoedeisende hulp terecht komen en onnodig lang in het ziekenhuis liggen bij gebrek aan een alternatief. Of aan personen met verward gedrag die meer gebaat zijn bij opvang en huisvesting met goede begeleiding dan bij een opname in een instelling. Of aan jongeren die hun intensieve zorg onderbroken zien worden na hun achttiende verjaardag. Als je zorg nodig hebt, ben je er niet mee bezig of je onder de Jeugdwet, Zvw, Wmo of Wlz valt. Je hebt de juiste zorg nodig, op het juiste moment, op de juiste plek, van de juiste professional. Liefst dichtbij huis als dat kan. Of verder weg, als dat vanwege kwaliteit nodig is. Het kan immers beter zijn om bepaalde complexe zorg te concentreren in instellingen waar ervaren teams de beste zorg aan de patiënt leveren.

De beste manier om mensen te helpen in hun dagelijks functioneren is door het voorkomen van (duurdere) zorg. Meer aandacht voor preventie voorkomt dat zwaardere zorg in de toekomst nodig is of kan zelfs een aandoening omkeren, zoals dat bij diabetes type 2 mogelijk is via aanpassingen in de leefstijl. Door (duurdere) zorg te voorkomen wordt de grootste bijdrage geleverd aan het welbevinden en functioneren van mensen. Om duurdere zorg te voorkomen, is het essentieel om te evalueren wat werkt en niet werkt. Zorgevaluatie moet daarom onderdeel zijn van het zorgproces. Daardoor krijgt de patiënt de bewezen beste zorg en wordt ook bijgedragen aan het betaalbaar houden van de zorg. Dat is de kern van het gezamenlijke programma Zorgevaluatie en Gepast Gebruik (ZE&GG).

Als mensen zorg nodig hebben, kan het dan zo dichtbij als mogelijk, door de zorg te verplaatsen naar de thuissituatie of werkplek? Want hoe prettig is het om geen middag vrij te hoeven nemen voor een afspraak op de poli, maar via een beeldconsult te overleggen met je medisch specialist? Of niet je kind te hoeven vragen om je naar de huisartsenpraktijk te rijden voor periodieke controle, maar via de app op afstand te worden gemonitord? Mensen krijgen bijvoorbeeld wel medicatie voor de behandeling van hun psychiatrische aandoening, maar er is beperkt aandacht voor het opbouwen van sociale contacten. De zorg zou minder in hokjes moeten plaatsvinden, meer met en rond mensen, met ruimte voor verschillen tussen mensen.

Tot slot zal, mede ingegeven door de enorme druk op de arbeidsmarkt die de aankomende jaren ontstaat, meer reguliere zorg moeten worden vervangen door e-health of andere innovaties. Er kan veel vaker dan nu gebruik gemaakt worden van de mogelijkheden die de techniek biedt. We kennen al mooie voorbeelden van toepassingen. Zoals de Luchtbrug voor COPD-patiënten, waarbij ze van de app ook feedback krijgt om hun gedrag aan te passen en een opname te voorkomen. E-health bevordert preventie en zelfmanagement. Het monitoren op afstand in plaats van standaardcontroles op de poli stelt mensen in staat om hun dagelijks leven voort te zetten, geeft de arts meer tijd voor mensen als dat echt nodig is en stelt beide partijen in staat om de gezondheidssituatie op basis van de verzamelde data te beoordelen in plaats van een algemeen beeld van de voorgaande periode zoals men het zich herinnert.

We spannen ons in om de opschaling van innovatieve toepassingen van gezondheids-technologie te versnellen. Veel technologieën met low tech, high impact, zoals contact op afstand, gebruik van slimme sensoren en zelfmetingen, zijn ook steeds meer zichtbaar in de zorg. Op deze manier kunnen we zorg verplaatsen (dichtbij huis), vervangen of voorkomen. Samenwerking binnen de zorg bij het invoeren van innovatieve toepassingen is cruciaal. We hebben met partijen afspraken gemaakt hoe te komen tot meer uniforme toepassing en financiering, die het makkelijk en lonend maakt voor zorgaanbieders om slimme zorg thuis actief aan te bieden aan patiënten/burgers.1

Ondanks de goede intenties waarmee mensen in de zorg hun werk dagelijks doen, kunnen de resultaten beter. De zorg is sterk gefragmenteerd, waardoor professionals niet altijd van elkaar weten wat hun bijdrage is aan het geheel. De fragmentatie leidt ertoe dat de patiënt zich vaak moet voegen naar de aanbieders van de zorg. Idealiter is de zorg samen met, maar minimaal rond, de patiënt georganiseerd, wisselen zorgaanbieders informatie uit en weten zij van elkaar wat zij doen. De beschikking als patiënt over een persoonlijke gezondheidsomgeving ondersteunt daarin. Hiermee voeren mensen regie over hun eigen gegevens en kunnen op basis van die gegevens en op basis van (verwachte) uitkomsten samen met het zorgnetwerk beslissen over de voor hen juiste zorg. De patiënt heeft daarbij zeggenschap over zijn eigen informatie en beslist zelf met wie hij of zij de informatie deelt. Daarom moet digitaal het «nieuwe normaal» worden en gaan we in concrete stappen elektronische gegevensuitwisseling wettelijk verplicht stellen. Zorgverleners en zorginstellingen worden verplicht tot digitale dossiervoering en tot de elektronische uitwisseling van gegevens en moeten daarbij voldoen aan voorschriften voor taal en techniek. Met het Programma Elektronische gegevensuitwisseling in de Zorg biedt VWS hierbij concrete ondersteuning.

In de hoofdlijnenakkoorden is afgesproken dat partijen in de regio verantwoordelijkheid nemen om de ontwikkeling van de zorgbehoefte in beeld te brengen en deze af te zetten tegen het huidige aanbod om zo een gezamenlijke opgave te bepalen. Diverse regio’s zijn hier al volop mee bezig, al dan niet op basis van de data die regiobeeld.nl hen biedt. Het RIVM heeft deze data-website samen met andere partijen opgezet en heeft ook een informatieloket geopend. De knelpunten van regio’s verschillen vaak te sterk van elkaar om dat in een blauwdruk te vatten. Oplossingen moeten daarom op maat beschikbaar komen.

De gezamenlijk bepaalde opgave in de regio vraagt vervolgens om een vertaling in de inkoopafspraken die gemeenten, zorgverzekeraars en zorgkantoren met zorgorganisaties maken. Zij hebben dus een belangrijke taak om de beweging naar de Juiste Zorg Op de Juiste Plek te versterken en lonend te maken. Daartoe zijn in het hoofdlijnenakkoord medisch-specialistische zorg aparte transformatiemiddelen beschikbaar gesteld, bijvoorbeeld om minder zorg tussen de muren van het ziekenhuis te verlenen maar dichterbij bij mensen thuis. Nemen we de financiële kaders van de akkoorden samen, dan vindt de komende jaren een verschuiving plaats van ziekenhuiszorg naar wijkverpleging en de eerste lijn, met meer tijd voor patiënten. Het richten van financiële afspraken op de transformatie kan overwegend binnen de huidige bekostigingssystematiek. Voor vragen kunnen partijen terecht bij het loket zorgvoorinnoveren.nl.

Er worden vaak meer beperkingen in het systeem gezien dan terecht is, zo blijkt uit de ervaring van veel koplopers. Dit neemt niet weg dat op specifieke onderdelen aanpassingen in de bekostiging nodig kunnen zijn. Dat geldt bijvoorbeeld voor e-health en digitaal ondersteunde zorg, de gecombineerde leefstijlinterventie en het belonen van coördinatie en samenwerking tussen zorg- en hulpverleners. VWS, het Zorginstituut en de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) hebben deze punten opgepakt of werken met partijen aan (praktische) oplossingen.

VWS ondersteunt ook initiatieven waarbij financiële afspraken over de domeinen van de Zvw, Wlz, Jeugdwet en Wmo heen worden gemaakt. In de gemeenten Ede, Dongen en Hollandscheveld werken zorgverzekeraars, Wlz-uitvoerders, gemeenten en zorgaanbieder(s) samen onder de noemer «experiment domeinoverstijgend werken». Met als doel dat kwetsbare ouderen (en hun naasten) langer het leven kunnen blijven leven zoals ze dat willen, in hun eigen vertrouwde omgeving. Eén professional is hierbij als arrangeur (ook wel leefcoach) verantwoordelijk voor het organiseren van alle ondersteuning en zorg van de oudere. Om dat te kunnen doen verlenen de gemeente en de zorgverzekeraar mandaat aan de arrangeur om zowel voor de Zvw (wijkverpleging) als de Wmo te kunnen optreden. Het experiment loopt tot eind 2020 en wordt dan geëvalueerd. VWS is bereid ook andere mogelijkheden voor domeinoverstijgende financiering te bekijken als daaraan behoefte bestaat. De verschillende initiatieven voor een sociale benadering van dementie zijn ook een goede vorm van domeinoverstijgend werken.

Naast wettelijke aanpassingen voor elektronische gegevensuitwisseling, het opzetten van regiobeeld.nl en hulp en ondersteuning bij contractering en bekostiging, ontplooit VWS samen met het Zorginstituut, de NZa, ZonMw en het RIVM een reeks van praktische activiteiten ter ondersteuning van de Juiste Zorg Op de Juiste Plek. Zo zijn er vouchers voor regionale samenwerking, data-analyses en de vergoeding voor de betrokkenheid van de patiënten. De grote belangstelling voor deze vouchers getuigt van veel energie op dit punt. Partijen leveren zelf goede voorbeelden aan op dejuistezorgopdejuisteplek.nl, waar mensen de juiste collega’s kunnen vinden om van elkaar te leren en niet onnodig het wiel opnieuw uit te vinden. Zo ontstaat een community van voorlopers en aanhakers. Regionale en thema-workshops bieden handvatten om een begin te maken met het toepassen van onderdelen van de Juiste Zorg Op de Juiste Plek, zoals een bijeenkomst over samenwerken tussen de eerste lijn en het sociaal domein. Ook willen we met de oprichting van een kennisplatform tot meer inzicht komen: welke vormen van de Juiste Zorg Op de Juiste Plek werken wel en welke niet? En onder welke voorwaarden is opschaling mogelijk? Het kennisplatform zal een kennisagenda opstellen met thema’s waar verder onderzoek nodig is en die richting kan geven aan VWS en kennisinstellingen.

Last but not least, haakt VWS actief aan bij de ontwikkelingen in de regio om te weten wat er speelt, wat er nodig is, wie daarbij aan zet is en wat VWS verder kan doen ter ondersteuning. Zo is VWS betrokken bij initiatieven in Flevoland, Land van Cuijk, Drenthe, Zeeland en Den Haag. De komende tijd zal die betrokkenheid in meerdere regio’s vorm krijgen. Ook de NZa denkt en werkt mee met regionale initiatieven.2

In juni is de rapportage over de voortgang van de Juiste Zorg Op de Juiste Plek en de rol van VWS naar de Kamer gestuurd.3 De voortgang wordt ook met regelmaat met bestuurlijke partijen van de hoofdlijnenakkoorden besproken en is onderwerp van de beleidsevaluatie in het kader van de pilot «Lerend evalueren». Gaandeweg wordt steeds meer duidelijk dat de beweging alleen tot stand komt als veldpartijen en overheid samen in beweging komen, of sterker nog: samen de beweging vormen. Er zijn voorlopers en steeds meer partijen haken aan, achterblijven mag geen optie meer zijn. Daarbij heeft ieder zijn kracht en verantwoordelijkheid, maar met hetzelfde doel: om de terechte zorgen over de betaalbaarheid en organiseerbaarheid van de zorg te verminderen.

We willen dat mensen de juiste zorg en ondersteuning op de juiste plek krijgen. Als het kan in de eigen omgeving. Het liefst gewoon thuis.

We willen dat in 2030 zorg 50% meer (of vaker) in de eigen leefomgeving (in plaats van in zorginstellingen) wordt georganiseerd, samen met het netwerk van mensen.4

 

0-meting

Actuele stand

Doelstelling

Zorg meer (of vaker) in de eigen leefomgeving (in plaats van in zorginstellingen)

+ 50% (2030)

1

Kamervragen lid Rutte e-health bekostiging dd. 4 juli 2019 (2019D29731).

2

VWS, Visiebrief Medische zorg, 12 juli 2019 (TK 32 620, nr. 233)

3

VWS, Voortgang de Juiste Zorg op de Juiste Plek, 18 juni 2019 (TK 29 689, nr. 95)

4

In het kader van het vernieuwde Topsectorenbeleid heeft het Ministerie van VWS in samenwerking met andere departementen en stakeholders in april 2019 missies vastgesteld op het gebied van Gezondheid en Zorg (TK, 33 009, nr. 70). De missies, bedoeld voor het Topsectorenbeleid, hebben betekenis voor het VWS-beleid.

De centrale missie is: In 2040 leven alle Nederlanders tenminste vijf jaar langer in goede gezondheid, en zijn de gezondheidsverschillen tussen de laagste en hoogste sociaaleconomische groepen met 30% afgenomen.

Daaronder vallen 4 missies die elk bijdragen aan de realisatie van de centrale missie:

  • 1: In 2040 is de ziektelast als gevolg van een ongezonde leefstijl en ongezonde leefomgeving met 30% afgenomen;

  • 2: In 2030 wordt zorg 50% meer (of vaker) in de eigen leefomgeving (in plaats van in zorginstellingen) georganiseerd, samen met het netwerk rond mensen;

  • 3: In 2030 is van de mensen met een chronische ziekte of levenslange beperking het deel dat naar wens en vermogen kan meedoen in de samenleving met 25% toegenomen;

  • 4: In 2030 is de kwaliteit van leven van mensen met dementie met 25% toegenomen.

Licence