Base description which applies to whole site

5.1 Agentschap DUO

In deze paragraaf is de 2e suppletoire begroting opgenomen van de Dienst Uitvoering Onderwijs. De Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) is de uitvoeringsorganisatie van de rijksoverheid voor het onderwijs. DUO levert producten en diensten op het terrein van bekostiging van instellingen, financiering van studenten, informatievoorziening alsmede diensten gericht op de verbetering van de verbinding tussen beleid en uitvoering. Daarnaast verricht DUO werkzaamheden voor overige departementen en derden.

Tabel 28 Exploitatieoverzicht baten-lastenagentschap DUO (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

(1)Vastgestelde begroting

(2)Mutaties1e suppletoirebegroting

(3)Mutaties2e suppletoirebegroting

(4)=(1)+(2)+(3) Totaalgeraamd

Baten

    

Omzet moederdepartement

242.776

26.206

38.180

307.162

Omzet overige departementen

70.302

0

6.776

77.078

Omzet derden

5.857

0

‒ 1.381

4.476

Rentebaten

0

0

 

0

Vrijval voorzieningen

 

0

0

 

0

Bijzondere baten

0

0

 

0

Totaal baten

318.935

26.206

43.575

388.716

     

Lasten

    

Apparaatskosten

295.358

26.206

41.237

362.801

Personele kosten

204.358

14.392

18.177

236.927

 

Waarvan eigen personeel

170.583

8.974

6.358

185.915

 

Waarvan externe inhuur

26.775

5.317

13.101

45.193

 

Waarvan overige personele kosten

7.000

101

‒ 1.282

5.819

Materiële kosten

91.000

11.814

23.060

125.874

 

Waarvan apparaat ICT

23.000

332

16.419

39.751

 

Waarvan bijdrage aan SSO’s

24.000

347

1.616

25.963

 

Waarvan overige materiële kosten

44.000

11.135

5.025

60.160

Rentelasten

 

700

0

‒ 609

91

Afschrijvingskosten

21.277

0

6.047

27.324

Materieel

12.000

0

‒ 456

11.544

 

- waarvan apparaat ICT

11.500

0

‒ 456

11.044

 

- waarvan overige materiële afschrijvingskosten

500

0

0

500

Immaterieel

9.277

0

6.503

15.780

Overige lasten

1.500

0

0

1.500

Dotaties voorzieningen

1.500

0

0

1.500

Bijzondere lasten

0

0

0

0

Totaal lasten

318.835

26.206

46.675

391.716

      

Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening

100

0

‒ 3.100

‒ 3.000

Agentschapdeel Vpb lasten

 

100

0

0

100

Saldo van baten en lasten

0

0

‒ 3.100

‒ 3.100

Toelichting

De baten van de 2e suppletoire begroting laten een stijging zien van € 43,6 miljoen en de lasten laten een stijging zien van € 46,7 miljoen ten opzichte van de 1e suppletoire begroting.

Baten

Omzet moederdepartement

De omzet moederdepartement is € 38,2 miljoen hoger dan de 1e suppletoire begroting. Dit wordt verklaard door de dienstverlening vanuit de Shared Service Organisatie Noord (€ 5,2 miljoen) en de uitvoering van de werkplekdienstverlening ten behoeve van het departement verricht voor het moederdepartement en onder haar vallende diensten (€ 14,1 miljoen), welke geen onderdeel was van de omzet in de agentschapsbegroting. Met ingang van 2022 zal de werkplekdienstverlening onderdeel zijn van de begroting. Daarnaast betreft het bijstellingen in de (basis)dienstverlening welke per saldo € 10,9 miljoen belopen, zoals de uitvoering van diverse zogenaamde overige taken (zoals digitalisering examens FACET, uitvoering eindtoets primair onderwijs, uitvoering tijdelijke regeling tegemoetkoming studenten i.v.m. uitbraak COVID, uitvoering coulanceregeling studenten, uitvoering examens Nederlands als tweede taal en staatsexamen voortgezet onderwijs). Tevens is extra capaciteit (€ 3,3 miljoen) ingezet om te telefonische bereikbaarheid voor studenten te verbeteren. Daarnaast is per saldo € 4,7 miljoen extra besteed aan opdrachten. De genoemde extra omzet van € 38,2 miljoen wordt voor € 19,3 miljoen gedekt vanuit art. 95 Kerndepartement. Daarnaast is € 4,5 miljoen gedekt vanuit middelen die DUO in eerdere jaren reeds heeft ontvangen maar die niet volledig zijn aangewend in het betreffende jaar (balansposten) en de overige € 14,4 miljoen vanuit middelen die reeds beschikbaar waren op de OCW begroting.

Omzet overige departementen en derden

De omzet overige departementen stijgt met € 6,8 miljoen ten opzichte van de 1e suppletoire begroting. Het betreft met name de omzet ten behoeve van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in het kader van de Inburgeringstaak (€ 6,9 miljoen) en het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen (€ 1,1 miljoen). Daarnaast is de omzet verricht ten behoeve van het Ministerie van Financiën voor de Wet Financieel Toezicht toegenomen met € 0,5 miljoen en is er extra omzet vanuit detachering van personeel aan andere overheidsinstellingen (€ 1,5 miljoen) waar een lagere omzet voor de Shared Service Organisatie Noord tegenover staat (€ 3,2 miljoen). Daarnaast is de omzet derden met € 1,4 miljoen gedaald. Zo is de omzet met betrekking tot de examenbijdrage van kandidaten voor de staatsexamens (€ 0,9 miljoen) afgenomen en zijn de werkzaamheden voor het participatiefonds beëindigd in 2021 (€ 0,7 miljoen). Hier staan extra omzet tegenover op diverse overige taken in het domein derden ter waarde van € 0,2 miljoen.

Lasten

Apparaatskosten

De kosten van de 2e suppletoire begroting laten een stijging zien van € 46,7 miljoen ten opzichte van de 1e suppletoire begroting 2021. De personele begroting laat een stijging zien van € 18,2 miljoen. Deze stijging heeft een verband met het eerder genoemde verbetering telefonische bereikbaarheid, uitvoering van het digitaal afnemen van toetsen en examens en de intensivering handhaving studiefinanciering. Naast de toename van de post eigen personeel laat de post externe inhuur eveneens een toename zien. Deze meerkosten hangen met name samen met de grotere omvang van het Projectenportfolio als gevolg van opschaling uren vervanging ICT-landschap en extra beleid. De materiële begroting laat een stijging zien van € 23,1 miljoen, samenhangend met de bovengenoemde uitbreiding van de dienstverlening voor zowel het moederdepartement als voor andere ministeries. De afschrijvingen laten een stijging zien van € 6,0 miljoen samenhangend met de oplopende reeks afschrijvingslasten immaterieel vast actief vanuit de vernieuwing van het ICT-landschap. De rente lasten laten een daling zien van € 0,6 miljoen ten opzichte van de oorspronkelijke begroting.

Kasstroomoverzicht

Tabel 29 Kasstroomoverzicht (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

(1)Vastgestelde begroting

(2)Mutaties1e suppletoirebegroting

(3)Mutaties2e suppletoirebegroting

(4)=(1)+(2)+(3) Totaalgeraamd

1.

Rekening courant RHB 1 januari 2021

14.794

  

14.794

 

Totaal ontvangen operationele kasstroom (+)

318.935

26.206

39.075

384.216

 

Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-)

‒ 295.958

‒ 26.206

‒ 41.237

‒ 363.401

2.

Totaal operationele kasstroom

22.977

0

‒ 2.162

20.815

3a

Totaal investeringen (-/-)

‒ 45.200

‒ 45.600

21.000

‒ 69.800

3b

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

   

0

3.

Totaal investeringskasstroom

‒ 45.200

‒ 45.600

21.000

‒ 69.800

4a

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

   

0

4b

Eenmalig storting van moederdepartement (+)

   

0

4c

Aflossingen op leningen (-/-)

‒ 9.300

‒ 1.400

0

‒ 10.700

4d

Beroep op leenfaciliteit (+)

33.200

45.600

‒ 21.000

57.800

4.

Totaal financieringskasstroom

23.900

44.200

‒ 21.000

47.100

5.

Rekening courant RHB 31 december 2021 (=1+2+3+4)

16.471

‒ 1.400

‒ 2.162

12.909

Toelichting

Het kasstroomoverzicht is aangepast ten opzichte van de oorspronkelijke begroting op basis van de nu voorziene additionele omzet en kosten rekening houdend met via de balans gereserveerde middelen voor in 2021 doorlopende projecten. Uit het kasstroomoverzicht valt ook af te lezen dat van de investeringen in (im)materiële vaste activa € 21,0 miljoen doorschuift naar 2022. Het beroep op de leenfaciliteit is hierop aangepast.

Licence