Base description which applies to whole site

1. Leeswijzer

De departementale begroting 2021 bestaat uit de volgende onderdelen:

  • beleidsagenda;

  • beleidsartikelen;

  • niet-beleidsartikelen;

  • agentschappen die een baten-lasten stelsel voeren;

  • verdiepingshoofdstuk;

  • bijlagen.

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media is verantwoordelijk voor Artikel 1 Primair onderwijs, Artikel 3 Voortgezet onderwijs, Artikel 9 Arbeidsmarkt- en personeelsbeleid en Artikel 15 Media. De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is verantwoordelijk voor de overige artikelen. De verdeling van de beleidsterreinen is vastgelegd in de portefeuilleverdeling van Kabinet Rutte III.

Groeiparagraaf

Ten opzichte van de begroting 2020 zijn de volgende wijzigingen doorgevoerd:

  • in de tabellen waar de budgettaire gevolgen van beleid en budgetflexibiliteit worden getoond, is een aantal wijzigingen doorgevoerd. In de begroting van 2020 waren in de meeste van deze tabellen tussenkopjes zichtbaar onder het financieel instrument. In het kader van rijksbrede uniformiteit zijn deze vanaf begroting 2021 verwijderd;

  • in de derde voortgangsrapportage van Inzicht in Kwaliteit is aangegeven dat de eerste kwaliteitsslag van de Strategische Evaluatie Agenda (SEA) in de ontwerpbegroting 2021 gemaakt wordt. Dit komt tot uiting in de beleidsagenda en de evaluatiebijlage. De begroting voor 2021 geldt wat betreft de SEA als een tussenjaar. Dit betekent in de praktijk dat de huidige RBV-modellen (1.32d en 1.44) officieel nog gelden, maar hier wordt flexibel mee om gegaan. Hierbij geldt wel het uitgangspunt dat de resulterende tekst en tabellen een zichtbare verbeterslag moeten vormen richting de criteria voor de SEA. Er wordt daarbij gebruik gemaakt van een indicatief model zoals opgesteld vanuit de operatie Inzicht in Kwaliteit;

  • in de beleidsagenda is een overzicht met toelichting opgenomen van de getroffen coronamaatregelen.

In juni 2011 is de motie Schouw ingediend en aangenomen. Deze motie zorgt er voor dat de landenspecifieke aanbevelingen van de Europese raad op grond van de nationale hervormingsprogramma's een eigenstandige plaats krijgen in de departementale begrotingen. De Europese Commissie heeft een aanbeveling gedaan omtrent de ontwikkeling van digitale vaardigheden en missiegedreven onderzoek en innovatie (aanbeveling 3). In de beleidsagenda wordt ingegaan op de uitwerking van deze aanbeveling.

Informatie in de begroting en andere relevante publicaties

De begroting is een compact document en toegespitst op de financiële informatie. De beleidsagenda presenteert de doelstellingen van de Ministers en de beleidsartikelen beschrijven de werking en financiering van de verschillende stelsels met bijbehorende prestatie-indicatoren. Voor een bredere kwantitatieve onderbouwing van de doelen en ambities uit de begroting wordt verwezen naar de website OCW in cijfers. Op deze website worden resultaten, de stand van zaken en ontwikkelingen in het OCW-veld met een kwantitatieve toelichting en onderbouwing in beeld gebracht.

Onderstaand schema geeft grafisch een totaalbeeld van welke informatie en verantwoording van het OCW-beleid gedurende een begrotingscyclus aan de Tweede Kamer wordt gestuurd.

Figuur 3

Hieronder volgt een nadere toelichting bij het schema.

Op Prinsjesdag ontvangt de Tweede Kamer de begroting van het Ministerie van OCW. Op de website van OCW in cijfers worden onder andere de doelen uit de beleidsagenda en verschillende ingezette beleidsinstrumenten gevolgd, waaronder de Lerarenagenda en de sectorakkoorden in het po en vo. Ook wordt de internationale positie van het Nederlandse onderwijs- en wetenschapsstelsel gevolgd en zijn de belangrijkste onderzoeksresultaten van ‘Education at a Glance’ opgenomen, de jaarlijkse publicatie van de OESO. Daarnaast geeft deze website met de infographic ‘Onderwijsmonitor’ inzicht in de prestaties van het onderwijs. Voor cultuur & media, wetenschap en emancipatie wordt met een beknopte set indicatoren een beeld van de kwaliteit en prestaties gegeven.

Begin november 2018 heeft het Sociaal Cultureel Planbureau de publicatie ‘Het Culturele Leven’ uitgebracht. In dit rapport presenteert het Sociaal en Cultureel Planbureau een model voor een periodieke rapportage over dat culturele leven. Dit model is vervolgens in dit rapport toegepast om het culturele leven in de jaren 2012-2017 in kaart te brengen. In 2020 werkt de Boekmanstichting aan een opvolger hiervan. Deze Cultuurmonitor verschijnt eind 2020 als eerste pilot, en zal vanaf 2021 periodiek verschijnen. De Rijksdienst voor het Cultureel erfgoed (RCE) maakt de Erfgoedmonitor. Relevant voor het mediabeleid is onder meer de Mediamonitor van het Commissariaat voor de Media.

De Inspectie van het Onderwijs heeft een belangrijke rol in het onderwijsstelsel als toezichthouder, maar ook als leverancier van beleidsinformatie. Jaarlijks verschijnt het Onderwijsverslag, waarin beschreven wordt wat goed gaat en wat er beter kan in het onderwijs. In de Financiële Staat van het Onderwijs (Kamerstukken II 2019/20, 35300 VIII, nr. 139) wordt verslag gedaan van de financiële staat van de onderwijsinstellingen.

Gedurende het jaar wordt de Tweede Kamer geïnformeerd over de begrotingsuitvoering door middel van de 1e suppletoire begroting (Voorjaarsnota) en de 2e suppletoire begroting (Najaarsnota).

Ook worden gedurende het jaar allerlei beleidsdocumenten zoals actieplannen, beleidsdocumenten, beleidsevaluaties, beleidsdoorlichtingen naar de Tweede Kamer gestuurd. Wetsvoorstellen worden ter behandeling aangeboden en AMvB’s worden voorgehangen. Over verschillende beleidsterreinen worden brieven naar de Tweede Kamer gestuurd, onder andere ter nadere uitwerking van de beleidsagenda en de begroting. Hierover vindt vaak separaat overleg met het parlement plaats. De actieplannen geven voor de verschillende beleidsterreinen een beeld van het beleid. Beleidsdoorlichtingen en andere evaluaties verschaffen inzicht in de effectiviteit van beleid. Daarnaast wordt jaarlijks in de Voortgangsrapportages van de Sectorakkoorden en de Lerarenagenda informatie verschaft over de voortgang op enkele belangrijke prestatie-indicatoren.

De derde woensdag in mei is verantwoordingsdag. De Tweede Kamer ontvangt dan het jaarverslag van OCW, en de laatste stand van de voortgang op de begrotingsdoelen en ambities wordt gepresenteerd op de website van OCW in cijfers. Ook wordt het Onderwijsverslag aan de Tweede Kamer toegestuurd.

Onderdelen begroting

Beleidsagenda

In de beleidsagenda wordt per beleidsprioriteit geschetst welke stappen het Ministerie van OCW wil zetten. Ieder thema dat ingaat op een prioriteit bevat een tabel met indicatoren en streefwaarden. Daarnaast bevat de beleidsagenda een overzichtstabel waarin de belangrijkste budgettaire veranderingen op de OCW-begroting worden weergegeven, de tabellen met intensiveringen en ombuigingen, een tabel met niet-juridische verplichte uitgaven en bestemming, een tabel met de geplande beleidsdoorlichtingen en een overzicht van de risicoregelingen. Tot slot is een overzicht opgenomen van de coronamaatregelen.

Beleidsartikelen

De beleidsartikelen bestaan uit de volgende onderdelen:

  • algemene doelstelling met een toelichting daarop, met bijbehorende prestatie-indicatoren;

  • rol en verantwoordelijkheid van de Minister;

  • tabel met kengetallen die informatie over de sector bevatten;

  • beleidswijzigingen. Hierin wordt weergegeven welke belangrijke beleidswijzigingen zich komend jaar zullen voordoen. Ook wordt, indien van toepassing, ingegaan op beleidswijzigingen als gevolg van beleidsdoorlichtingen, voor zover de doorlichtingen zijn afgerond;

  • tabel budgettaire gevolgen van beleid. Deze tabel bevat een vaste indeling in financiële instrumenten volgens de Rijksbegrotingsvoorschriften. In de tabel budgettaire gevolgen van beleid wordt de budgetflexibiliteit van het begrotingsjaar in percentages weergegeven;

  • toelichting op de instrumenten en budgetflexibiliteit.

Niet-beleidsartikelen

Er zijn twee zogenaamde niet-beleidsartikelen:

  • op artikel 91 (Nog onverdeeld) wordt een overzicht gegeven van de verdelingen van tijdelijk geparkeerde middelen, zoals de loon- en prijsbijstelling;

  • op artikel 95 (Apparaat kerndepartement) zijn de apparaatsuitgaven van het kerndepartement, de apparaatskosten van de inspecties en adviesraden, baten-lastenagentschappen en de ZBO’s opgenomen.

Agentschappen die een baten-lasten stelsel voeren

Dit onderdeel bevat de cijfermatige overzichten van de baten-lastenagentschappen <<Dienst Uitvoering Onderwijs>> en het <<Nationaal Archief>>.

Verdiepingshoofdstuk (zie bijlagen)

In dit onderdeel worden per beleidsartikel de mutaties getoond tussen de stand ontwerpbegroting 2020 en de ontwerpbegroting 2021. De ondergrens voor het toelichten van mutaties wordt bepaald op basis van onderstaande staffel. Een aantal mutaties is centraal toegelicht (leerlingen en studentenramingen en studiefinanciering, loonbijstelling, prijsbijstelling en intensiveringen uit het Regeerakkoord).

Omvang begrotingsartikel (stand ontwerpbegroting) in € miljoen

Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen)

Technische mutaties (ondergrens in € miljoen)

< 50

1

2

=> 50 en < 200

2

4

=> 200 < 1000

5

10

=> 1000

10

20

Bijlagen

De volgende bijlagen zijn in de begroting opgenomen:

  • overzicht RWT’s en ZBO’s;

  • verdiepingshoofdstuk;

  • overzicht moties en toezeggingen;

  • subsidieoverzicht: hier wordt een overzicht weergegeven van alle subsidieregelingen van het Ministerie;

  • evaluatieoverzicht: het overzicht met onderzoeken is opgenomen in één centrale bijlage.

Licence