Base description which applies to whole site

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl)

Tabel 67 Begroting van baten-lastenagentschap voor het jaar 2021 (bedragen x € 1.000)
 

Stand Slotwet 2019

1e suppletoire begroting 2020

2021

2022

2023

2024

2025

Baten

       

Omzet

700.363

834.418

772.836

555.904

556.949

543.176

542.676

waarvan omzet moederdepartement

300.815

380.756

351.480

172.047

176.559

170.886

170.886

waarvan omzet overige departementen

365.040

418.706

386.137

352.021

350.654

350.654

350.654

waarvan omzet derden

34.508

34.956

35.219

31.836

29.736

21.636

21.136

Vrijval voorzieningen

1.344

0

0

0

0

0

0

Bijzondere baten

1.901

0

0

0

0

0

0

Rentebaten

56

0

0

0

0

0

0

Totaal baten

703.664

834.418

772.836

555.904

556.949

543.176

542.676

        

Lasten

       

Apparaatskosten

690.769

821.091

757.779

540.847

536.892

518.119

512.619

Personele kosten

392.597

423.149

415.682

332.386

330.138

319.469

316.342

waarvan eigen personeel

302.058

321.756

326.360

281.496

279.767

271.558

269.152

waarvan inhuur externen

68.847

79.819

65.526

33.906

33.511

31.640

31.092

waarvan overige personele kosten

21.692

21.574

23.796

16.984

16.860

16.271

16.098

Materiële kosten

298.172

397.942

342.097

208.461

206.754

198.650

196.277

waarvan apparaat ICT

3.187

0

3.496

2.495

2.477

2.390

2.365

waarvan bijdrage aan SSO's

161.294

177.702

176.941

121.289

120.366

115.982

114.698

waarvan overige materiële kosten

133.691

220.240

161.660

84.677

83.911

80.278

79.214

Afschrijvingskosten

11.220

12.399

14.557

14.557

19.557

24.557

29.557

Materieel

934

812

557

557

557

557

557

waarvan apparaat ICT

0

0

0

0

0

0

0

Immaterieel

10.286

11.587

14.000

14.000

19.000

24.000

29.000

Dotaties voorzieningen

26

928

500

500

500

500

500

Overige kosten

0

0

0

0

0

0

0

Bijzondere lasten

1.045

0

0

0

0

0

0

Rentelasten

183

0

0

0

0

0

0

Totaal lasten

703.243

834.418

772.836

555.904

556.949

543.176

542.676

Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening

421

0

0

0

0

0

0

Agentschapsdeel Vpb-lasten

0

0

0

0

0

0

0

Saldo van baten en lasten

421

0

0

0

0

0

0

Toelichting op de baten

Tabel 68 Omzet moederdepartement (bedragen x € 1.000)
 

Stand Slotwet 2019

1e suppletoire begroting 2020

2021

2022

2023

2024

2025

DG Bedrijfsleven en Innovatie

103.010

139.167

118.976

93.639

93.111

93.111

93.111

DG Klimaat en Energie

58.973

69.949

56.861

56.713

61.552

61.552

61.552

DG Groningen Bovengronds

106.485

153.180

150.386

0

0

0

0

DG Groningen Bovengronds kosten commissie

1.416

1.820

2.491

0

0

0

0

Chief Economist

10.829

10.598

11.232

10.161

10.362

4.689

4.689

Overig

20.102

6.042

11.534

11.534

11.534

11.534

11.534

Totaal

300.815

380.756

351.480

172.047

176.559

170.886

170.886

In deze begroting wordt uitgegaan van de bij de opdrachtgevende DG’s beschikbare budgetten ten tijde van het opstellen van deze begroting. Dat verklaart ook grotendeels het verschil met de omvang van de omzet bij de 1e suppletoire begroting 2020, waarbij de budgetten zijn aangepast aan de opdrachtverstrekking 2020. Daarnaast zijn in de 1e suppletoire begroting 2020 diverse meerwerkopdrachten verwerkt.

DG Bedrijfsleven en Innovatie (DG B&I)

RVO voert opdrachten voor het DG Bedrijfsleven & Innovatie (B&I) uit die zich richten op het versterken van de Nederlandse economie door vernieuwing op innovaties, technologieën en manieren van werken en samenwerken. Vernieuwing is onmisbaar in een wereld die steeds sneller verandert door mondialisering en technologische vernieuwing waaronder digitalisering. Ook is vernieuwing noodzakelijk als reactie op maatschappelijke uitdagingen zoals vergrijzing en klimaatverandering, en om de brede welvaart te behouden. De opdracht van DG B&I bevat tevens verschillende regelingen als onderdeel van het steunpakket naar aanleiding van het COVID-19 virus. De opdrachtenbundel is onder te verdelen in financiële instrumenten om innovaties te bevorderen, het beschermen van innovaties, het stimuleren van internationale samenwerking bij innovaties, het werven van buitenlandse bedrijven en het faciliteren van de transitie van bedrijven naar een koolstofarme economie.

DG Klimaat en Energie (DG K&E)

In opdracht van het DG Klimaat en Energie (K&E) draagt RVO bij aan het bereiken van klimaatneutraliteit en energieverduurzaming. Duurzame energieproductie, energiebesparing, energie-innovatie en een goed werkende energiemarkt en infrastructuur staan hierbij centraal. In toenemende mate is hierbij sprake van complexe opgaven door verwevenheid van duurzaamheidsdoelen op het gebied van energie, klimaat, mobiliteit, gebouwde omgeving, industrie en regio. RVO voert voor het DG K&E onder andere de Stimuleringsregeling Duurzame Energieproductie (SDE+), het Expertisecentrum Warmte (ECW), de innovatie- en klimaatenveloppe regelingen van de Topsector Energie (TSE) en de Energie-investeringsaftrek (EIA) uit.

DG Groningen Bovengronds

De aanvragen tot schadevergoedingen door bodembeweging in het Groningse gasveld worden vanaf 1 juli 2020 afgehandeld door het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG). RVO stelt hierbij personeel ter beschikking aan het Bureau IMG en levert ondersteunende diensten welke in het tarief vervat zijn. De uitvoeringskosten voor RVO ten behoeve van de ondersteuning van het bureau IMG worden door het IMG jaarlijks in de begroting opgenomen. Voor het 2021 is dit een raming die is omgeven met de nodige onzekerheden, aangezien er nieuwe regelingen worden geïntroduceerd: de Waardedalingsregeling en Immateriële schade, waar nog geen ervaringscijfers van beschikbaar zijn.

Chief Economist

RVO voert taken uit in opdracht van de Chief Economist en de directie Mededinging & Consumenten. Dit werkpakket bestaat uit twee componenten. Als eerste het beheer en de doorontwikkeling van TenderNed, het elektronisch systeem voor aanbesteden. Daarnaast geeft RVO advies en voorlichting over met name de aanbestedingswet door het delen van informatie via de website PIANOo.nl, door het beantwoorden van vragen hierover, en door bij te dragen aan het traject Beter Aanbesteden.

Overig

In opdracht van het moederdepartement worden inkooptaken uitgevoerd door het Inkoop Uitvoeringscentrum (IUC), dat is ondergebracht bij RVO. Daarnaast zijn hier de budgetten opgenomen voor de uitvoering van de Werkgroep Internationale Mobiliteit (WIM) en Expert National Detaché (END).

Tabel 69 Omzet overige departementen (bedragen x € 1.000)
 

Stand Slotwet 2019

1e suppletoire begroting 2020

2021

2022

2023

2024

2025

Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

203.537

226.633

210.753

195.732

195.732

195.732

195.732

Ministerie van Buitenlandse Zaken

104.397

121.031

112.599

95.408

94.041

94.041

94.041

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

26.556

40.910

33.391

33.391

33.391

33.391

33.391

Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat

17.986

18.125

19.500

17.500

17.500

17.500

17.500

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

4.256

3.953

3.853

3.930

3.930

3.930

3.930

Ministerie van Justitie en Veiligheid

604

861

861

878

878

878

878

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

206

244

245

249

249

249

249

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

6.565

3.205

3.333

3.399

3399

3399

3399

Overig

933

3.744

1.602

1.534

1.534

1.534

1.534

Totaal

365.040

418.706

386.137

352.021

350.654

350.654

350.654

Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV)

Vanuit een opgavegerichte houding voert RVO opdrachten uit voor het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit in het kader van eerlijke en verantwoorde landbouw en visserij. Economisch perspectief, duurzaamheid en welzijn bij het produceren in verbondenheid door boeren, tuinders en vissers staan centraal. Belangrijk hierbij is het herstel en behoud van Nederlandse natuur. Een belangrijk doel is ook om de internationale koppositie van de agrarische sector te verstevigen met een nadruk op het benutten van kennis en innovatie. Daarmee draagt Nederland bij aan de aanpak van het wereldvoedselvraagstuk. Regelingen die worden uitgevoerd door RVO zijn onder andere het Europees Gemeenschappelijk Landbouw- en Visserijbeleid, de Mestwetgeving en het beleid met betrekking tot Visserij, Natuur en Dierenwelzijn & -gezondheid.

Ministerie van Buitenlandse Zaken (BZ)

RVO voert activiteiten uit op de beleidsterreinen van Buitenlandse Zaken en Buitenlandse Handel & Ontwikkelingssamenwerking. Voor het DG Internationale Samenwerking (DGIS) is de expertise en inzet van RVO met name toegespitst op duurzame handel en investeringen, infrastructuur en ontwikkeling van de private sector, verbeterd waterbeheer, sanitatie en drinkwater, toegang tot duurzame energie en het tegengaan van klimaatverandering in ontwikkelingslanden. RVO voert voor het DG Buitenlandse Economische Betrekkingen (DGBEB) de opdracht Internationaal Ondernemen uit. Uitgangspunt bij deze opdracht is het bieden van een volledig pakket aan diensten (kennis & regelingen) aan ondernemers, hetgeen hen ondersteunt in alle opeenvolgende stappen die zij nemen bij het realiseren van omzet in dan wel met het buitenland.

In de loop van 2021 zal de, op het buitenland gerichte, financieringsinstelling Invest International worden opgericht. Daarmee zullen een aantal bestaande regelingen, die nu nog door RVO worden uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van BZ, overgaan naar de nieuwe instelling.

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK)

RVO werkt voor het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan opdrachten op het gebied van wonen en de digitale overheid. Voor het DG Bestuur, Ruimte en Wonen voert RVO opdrachten in het kader van de beleidsdoelstellingen energietransitie in de gebouwde omgeving, leefbaarheid en bouwkwaliteit, woningmarkt, openbaar bestuur en democratie, ruimtelijke ordening en de omgevingswet. De opdrachten bevatten onder andere de subsidieregeling Energiebesparing Eigen Huis en de stimuleringsregeling aardgasvrije huurwoningen. Voor het DG Overheidsorganisatie werkt RVO aan opdrachten in het kader van beleidsdoelstellingen op het gebied van informatiebeleid en de e-overheidsvoorzieningen. De opdrachten richten zich met name op informatievoorziening aan ondernemers en het beheer van systemen en websites. RVO werkt ook aan opdrachten voor het DG Koninkrijksrelaties in Caribisch Nederland en op Aruba, Curaçao en Sint-Maarten op het gebied van duurzame economische ontwikkeling (financiering, toerisme, landbouw, ondernemerschap stimulering).

Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW)

De opdrachten die RVO voor het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) uitvoert zijn samen te vatten in drie maatschappelijke opgaven: (i) transitie naar een circulaire economie, (ii) slimme en groene mobiliteit en (iii) klimaatadaptatie. Voor de transitie naar circulaire economie voert RVO onder andere het Versnellingshuis Nederland Circulair! uit, voor mobiliteit onder andere de subsidieregeling elektrisch rijden voor particulieren en de LNG-subsidie, en voor klimaatadaptatie onder andere de Verbinding Topsector Water en Maritiem en Water as Leverage. Sommige instrumenten die RVO voor het Ministerie van IenW uitvoert zijn generieker en dragen bij aan alle bovengenoemde transities, zoals bijvoorbeeld de MIA\Vamil, GroenBeleggen, Interreg en Horizon 2020.

Tabel 70 Omzet derden (bedragen x € 1.000)
 

Stand Slotwet 2019

1e suppletoire begroting 2020

2021

2022

2023

2024

2025

Europese Unie

2.385

4.377

4.889

4.989

4.989

4.989

4.989

Provincies

29.111

28.799

27.186

23.700

21.600

13.500

13.000

Overig

3.012

1.780

3.144

3.147

3.147

3.147

3.147

Totaal omzet derden

34.508

34.956

35.219

31.836

29.736

21.636

21.136

De omzet derden heeft betrekking op opdrachten voor de Europese Unie, de provincies en een aantal kleinere opdrachtgevers waaronder gemeenten. De opdracht voor de provincies bevat onder andere de omzet voor het Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer en tevens de omzet voor de uitvoering van het Plattelands-ontwikkelingsprogramma 3 (POP3) van het Ministerie van LNV.

Toelichting op de lasten

Personele kosten

Door het lagere opdrachtenpakket in 2021 ten opzichte van de begroting 2020 (tot en met de 1e suppletoire) dalen de personele kosten met € 14,0 mln. Een reden hiervoor is dat in deze begroting wordt uitgegaan van de bij de opdrachtgevende DG’s beschikbare budgetten ten tijde van het opstellen van deze begroting. De personele kosten in de 1e suppletoire begroting van 2020 zijn reeds aangepast aan de definitieve opdrachtverlening 2020 dan wel meerwerkopdrachten. De inzet van RVO is om de daling van de personeelskosten in de jaren na 2021 zoveel mogelijk via een afname van externe inhuur te realiseren.

Materiële kosten

De totale materiële kosten zijn voor 2021 geraamd op € 284,4 mln. Dit is een daling van € 113,5 mln ten opzichte van de begroting 2020 (tot en met de 1e suppletoire). Hiervoor geldt dezelfde verklaring als benoemd in de toelichting op de personele kosten. De materiële kosten zijn onder te verdelen in directe en indirecte materiële kosten. De daling vindt met name plaats binnen de directe materiële kosten welke direct verband houden met de uitvoering van opdrachten. Een ander onderdeel van de materiële kosten vormen de bijdragen aan Shared Service Organisaties (SSO’s), welke in 2020 totaal € 162,0 mln bedragen. Deze bestaan uit kosten voor producten en diensten van DICTU en het Rijksvastgoedbedrijf voor de huisvestingskosten. Daarnaast zijn op basis van voortschrijdend inzicht automatiseringskosten (niet zijnde DICTU kosten) die voorheen onder bijdrage aan SSO’s vielen, nu begroot onder apparaat ICT.

Tabel 71 Kasstroomoverzicht over het jaar 2021 (bedragen x € 1.000)
  

Stand slotwet 2019

1e suppletoire begroting 2020

2021

2022

2023

2024

2025

1.

Rekening courant RHB 1 januari +  depositorekeningen

125.906

109.085

112.718

112.669

113.326

113.143

113.220

 

+/+ totaal ontvangsten operationele kasstroom

692.268

834.418

772.836

555.913

556.958

543.185

542.685

 

-/- totaal uitgaven operationele kasstroom

‒ 704.081

‒ 822.019

‒ 758.279

‒ 541.356

‒ 537.400

‒ 518.628

‒ 513.128

2.

Totaal operationele kasstroom

‒ 11.813

12.399

14.557

14.557

19.558

24.557

29.557

 

-/- totaal investeringen

‒ 5.570

‒ 29.200

‒ 29.200

‒ 29.200

‒ 29.200

‒ 29.200

‒ 29.200

 

+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen

1.128

0

0

0

0

0

0

3.

Totaal investeringskasstroom

‒ 4.442

‒ 29.200

‒ 29.200

‒ 29.200

‒ 29.200

‒ 29.200

‒ 29.200

 

-/- eenmalige uitkering aan moederdepartement

0

0

0

0

0

0

0

 

+/+ eenmalige storting door moederdepartement

1.511

0

0

0

0

0

0

 

-/- aflossingen op leningen

‒ 7.677

‒ 8.766

‒ 14.606

‒ 13.900

‒ 19.740

‒ 24.480

‒ 29.200

 

+/+ beroep op leenfaciliteit

5.600

29.200

29.200

29.200

29.200

29.200

29.200

4.

Totaal financieringskasstroom

‒ 566

20.434

14.594

15.300

9.460

4.720

0

5.

Rekening courant RHB 31 december + stand  depositorekeningen (=1+2+3+4)

109.085

112.718

112.669

113.326

113.144

113.220

113.577

De investeringen worden voor 2021 tot en met 2025 op € 29,2 mln geraamd, dit is hetzelfde bedrag als is opgenomen in de eerste suppletoire begroting 2020. De investeringen worden gefinancierd via de leenfaciliteit van Ministerie van Financiën. Vanwege een hoger investeringsbedrag in 2021 ten opzichte van voorgaande jaren, neemt daardoor het aflossingsbedrag de komende jaren toe.

Tabel 72 Overzicht doelmatigheidsindicatoren
 

Stand slotwet 2019

Vastgestelde begroting 2020

2021

2022

2023

2024

2025

Inputindicatoren

       

Kernindicatoren

       

Verhouding direct/indirect personeel

83%

84%

84%

84%

84%

84%

84%

        

Outputindicatoren

       

Kernindicatoren

       

Tariefindex in reële termen

100,1%

100,0%

100,0%

100,0%

100,0%

100,0%

100,0%

FTE-totaal (excl. externe inhuur)

3.906

3.569

3.917

3.525

3.525

3.525

3.525

Saldo van baten en lasten (%)

0,1%

      
        

Kwaliteitsindicatoren

       

Kernindicatoren

       

Klanttevredenheid

7,4

7,3

7,3

7,3

7,3

7,3

7,3

Gehonoreerde bezwaarschriften

36,0%

25,0%

25,0%

25,0%

25,0%

25,0%

25,0%

RVO maakt haar overhead inzichtelijk met de indicator die het percentage geeft van de directe personele kosten als onderdeel van de totale personele kosten. Hoe hoger dit percentage van directe personele kosten, hoe lager de overhead. RVO streeft voor het totaal van de organisatie naar een percentage van 84% (overhead: 16%). Daarnaast verwacht RVO de fluctuaties in het opdrachtenpakket op te vangen met externe inhuur. Hierdoor zal onder verder gelijkblijvende omstandigheden de ambtelijke bezetting in grote lijnen stabiel blijven vanaf 2021. De klanttevredenheid meet RVO per kwartaal.

Licence