Base description which applies to whole site

2.1 Beleidsprioriteiten

De afgelopen regeerperiode heeft het kabinet belangrijke stappen gezet om de werking van de arbeidsmarkt en de sociale zekerheid te verbeteren. Met de inwerkingtreding van de Wet arbeidsmarkt in balans op 1 januari 2020 is het aantrekkelijker geworden voor werkgevers om vaste contracten aan te bieden. Om werken en zorgen beter te kunnen combineren, is het tweede gedeelte van de Wet Invoering Extra Geboorteverlof per 1 juli 2020 ingegaan, waardoor partners van moeders vijf weken extra betaald verlof krijgen in de eerste zes levensmaanden van het kind. De afspraken uit het pensioenakkoord van 2019 zijn verder uitgewerkt en zullen de komende tijd tot wet- en regelgeving leiden waarmee we tot een modern en transparant pensioenstelsel komen. Daarnaast kunnen gemeenten vanaf 1 januari 2021 beginnende schulden bij mensen eerder signaleren, een belangrijke maatregel uit de Brede Schuldenaanpak. Met de aanpak Breed Offensief zorgen we ervoor dat het voor werkgevers eenvoudiger wordt om mensen met een beperking in dienst te nemen. Dankzij de vereenvoudiging van de Wajong gaat werken meer lonen voor mensen met een Wajong-uitkering. Om de kans op het vinden van een nieuwe baan te vergroten, biedt UWV dienstverlening op maat aan werkzoekenden met een WW-, Wajong of WGA-uitkering. Al met al hebben we uiteenlopende maatregelen genomen die bijdragen aan een sterke, goed functionerende arbeidsmarkt, met kansen voor iedereen.

Het is goed dat we hebben gewerkt aan deze stapsgewijze hervormingen voordat de coronacrisis uitbrak. We stonden er relatief gunstig voor, en dat blijkt ook uit de cijfers. De werkloosheid lag in februari 2020 met 2,9% op een historisch laag niveau, de koopkracht trok aan en de staatsschuld was relatief laag. Maar toen het coronavirus ons land binnen kwam, werd al snel duidelijk dat het virus niet alleen tot een gezondheidscrisis, maar ook tot een economische crisis zou leiden. Om banen en inkomens zo veel mogelijk te behouden, heeft het kabinet snel en fors ingegrepen. Ruim 3 miljoen werkenden zijn in de eerste maanden door de overheid ondersteund via de Noodmaatregel ter Overbrugging van Werkgelegenheid (NOW) en de Tijdelijke ondersteuningsmaatregel voor zelfstandig ondernemers (Tozo). Met grote inzet van UWV en gemeenten zijn er twee noodpakketten ontworpen en uitgevoerd, zodat zoveel mogelijk werk behouden kon blijven en om inkomensondersteuning te bieden aan mensen die hun inkomen door de crisis plotsklaps zagen wegvallen.

De verwachting is dat we komend jaar te maken zullen hebben met een veranderende economie: gedeeltelijk herstel en een oplopende werkloosheid. Het CPB verwacht dat de economie in 2021 groeit met 3,5%, na een verwachte krimp van 5% in 2020. Het werkloosheidspercentage loopt in de raming van het CPB in 2021 verder op naar 5,9% van de beroepsbevolking. De verslechterende arbeidsmarkt kan een grote impact hebben op de financiële situatie van huishoudens, hoewel dat slecht gereflecteerd wordt in de koopkrachtramingen. Koopkracht geeft namelijk de inkomensontwikkeling weer voor een gemiddeld huishouden voor wie de (arbeidsmarkt)situatie niet verandert. De belangrijkste voorspeller van koopkrachtbehoud in 2021 is het behoud, of opnieuw vinden, van werk. Naar verwachting zullen vooral mensen die al kwetsbaar waren, doordat zij een beperking hebben, laagopgeleid zijn of een migratie-achtergrond hebben extra getroffen worden door de crisis. Ook bij mensen die al vóór de crisis veel flexibel werk verrichtten of schulden hadden, kunnen de problemen zich opstapelen.

Voor het kabinet betekent dit dat we het komend jaar de economie blijven ondersteunen en tegelijkertijd mensen helpen om zich aan te passen aan de economische gevolgen van het coronavirus. Zo verlengt het kabinet de steunmaatregelen zoals de NOW en de Tozo, zodat werkgelegenheid zoveel mogelijk behouden blijft en bedrijven verder kunnen. Tegelijkertijd kan het kabinet niet altijd voorkomen dat mensen ontslagen worden en dat bedrijven failliet gaan. Daarom heeft het kabinet besloten tot een aanvullend sociaal pakket van circa € 1,4 miljard. Onderdelen van dit pakket zijn een goede begeleiding van werk(loosheid) naar werk, bij- en omscholing, de aanpak van jeugdwerkloosheid en de bestrijding van armoede en schulden.

Tegelijkertijd gaat het kabinet verder op de ingeslagen weg. We werken de afspraken rondom het pensioenakkoord uit tot concrete wetsvoorstellen, zodat pensioenfondsen uiterlijk in 2026 kunnen overgaan naar een moderner, persoonlijker stelsel. Komend najaar wordt het wetsvoorstel Breed Offensief behandeld in de Tweede Kamer, om mensen met een arbeidsbeperking gemakkelijker aan het werk te helpen en iedereen naar vermogen mee te laten doen. Ook gaat in 2021 het nieuwe inburgeringsstelsel van start, waarbij nieuwkomers zo snel mogelijk gaan werken en de Nederlandse taal leren.

Hieronder gaan we verder in op: 1) het stimuleren van zekerheid en het verbeteren van de werking van de arbeidsmarkt, 2) mensen ondersteunen om naar vermogen mee te doen in de samenleving en 3) het verbeteren van de uitvoering en handhaving.

2.1.1 Beleidsprioriteit 1: het stimuleren van zekerheid en het verbeteren van de werking van de arbeidsmarkt

Arbeidsmarktanalyse

De situatie op de arbeidsmarkt is in 2020 snel verslechterd. Begin dit jaar was er nog sprake van grote krapte. In het voorjaar veranderde de situatie op de arbeidsmarkt ineens snel doordat het coronavirus uitbrak. Het kabinet was genoodzaakt maatregelen te nemen om het virus onder controle te krijgen. In eerste instantie vertaalde de nieuwe situatie zich niet direct in hogere werkloosheid, mede vanwege de noodpakketten om banen te behouden, maar wellicht ook omdat mensen die hun baan verloren en andere werkzoekenden zich tijdelijk terugtrokken van de arbeidsmarkt. Inmiddels is goed zichtbaar dat de effecten op de arbeidsmarkt groot zijn. Het aantal werkenden is gedaald van 9,1 miljoen mensen in februari 2020 naar 8,9 miljoen mensen in juli. De werkloosheid is tussen februari en juli gestegen met bijna 150 duizend personen. Dat is een stijging van meer dan 50%. Het werkloosheidspercentage bedraagt in juli 4,5%.

De pijn is niet gelijk verdeeld. Er zijn sectoren waar nog volop werk is, zoals in de zorg. In andere sectoren ligt de vraag naar arbeid nog ver beneden het eerdere niveau. Het meest kwetsbaar voor de gevolgen van de crisis zijn mensen die geen vast dienstverband hebben. Dit zijn mensen met flexibele contracten, veelal jongeren, in sectoren die te maken hebben met een grote terugval in de vraag naar werk, zoals de horeca, de cultuursector en de detailhandel.

Ondanks de verwachte economische groei vanaf het derde kwartaal van 2020, loopt de werkloosheid in 2021 verder op. Werkloosheid en faillissementen volgen namelijk met enige vertraging op de economische omslag. Het CPB verwacht dat het werkloosheidspercentage nog verder oploopt naar 5,9% van de beroepsbevolking in 2021, ofwel 550 duizend mensen. De komende maanden zal duidelijker worden hoe de crisis zich ontwikkelt en wat dat betekent voor de arbeidsmarkt. Volgens het CPB zijn deze effecten mede door het steunpakket wel duidelijk beperkter dan in andere landen.

Crisismaatregelen

Het kabinet heeft uitzonderlijke maatregelen genomen in de eerste twee noodpakketten vanwege de impact van corona op de economie en werkgelegenheid. Zo worden (zelfstandige) ondernemers en zzp-ers ondersteund voor het verlies van omzet via compensatie in loonkosten, levensonderhoud en bedrijfskapitaal via de NOW en de Tozo. Via de Tijdelijke Overbruggingsmaatregel voor Flexibele Arbeidskrachten (TOFA) kunnen flexwerkers met inkomensverlies die niet terug kunnen vallen op sociale zekerheid een aanvraag doen voor een financiële tegemoetkoming. Via NL leert door krijgen mensen de mogelijkheid om kosteloos (online) om- en bijscholing en ontwikkeladviezen te ontvangen. Ouders die de eigen bijdrage voor de kinderopvang hebben doorbetaald in de tijd dat de kinderopvang gesloten was, hebben in juli de vergoeding eigen bijdrage kinderopvang ontvangen. Het calamiteitenfonds van Voedselbanken Nederland heeft een eenmalige subsidie van € 4 miljoen ontvangen als vangnet. De rijksbijdrage Wet sociale werkvoorzieningen (Wsw) is verhoogd met € 90 miljoen. De Tijdelijke subsidieregeling loonkosten en inkomensverlies Caribisch Nederland biedt werkgevers, zelfstandigen en werknemers op Bonaire, Saba en Sint Eustatius ondersteuning. Voor de extra kosten die gemeenten hebben gemaakt om de noodopvang voor kinderen van ouders met een cruciaal beroep te organiseren is ook geld beschikbaar gesteld.

Tabel 1 Noodpakket 1 (bedragen x € 1 mln)1
 

2020

2021

2022

2023

2024

NOW 1.0

     
 

waarvan programmamiddelen NOW 1.0

7.887,4

779

97,4

0

0

 

waarvan uitvoeringkosten NOW 1.0 UWV

20

50

15

0

0

 

waarvan uitvoeringskosten NOW SZW2

3,0

8,0

4,0

0

0

Coronagerelateerde uitvoeringskosten UWV3

105,0

0

0

0

0

Tijdelijke subsidieregeling Caribisch Nederland

11,5

0

0

0

0

Middelen eilandelijk beleid4

1

0

0

0

0

Tozo 1.0 (incl. uitvoeringskosten)

2.500

0

0

0

0

 

waarvan leningen

500

0

0

0

0

Subsidie Voedselbanken Nederland

4

0

0

0

0

Vergoeding eigen bijdrage kinderopvang (incl. uitvoering)5

339,5

2

0

0

0

Noodopvang Kinderopvang4

23

0

0

0

0

Totaal

10.894,4

839,0

116,4

0

0

1

Bron: , , .

2

De verdeling tussen NOW 1 en NOW 2 uitvoeringskosten van SZW volgt later.

3

Uitvoeringskosten als gevolg van corona (extra WW-volumes en frictiekosten).

4

Inmiddels overgemaakt naar het ministerie van BZK.

5

Hiervan is 11,8 mln overboekt naar andere departementen.

Tabel 2 Noodpakket 2 (bedragen x € 1 mln)1
 

2020

2021

2022

2023

2024

NOW 2.0

     
 

waarvan programmamiddelen NOW 2

4.860

1.020

120

0

0

 

waarvan uitvoeringkosten NOW 2 UWV

20

50

15

0

0

Tijdelijke subsidieregeling Caribisch Nederland

14,5

0

0

0

0

Middelen eilandelijk beleid2

1,3

0

0

0

0

Tozo 2.0 (incl. uitvoeringskosten)

800

0

0

0

0

 

waarvan leningen

100

0

0

0

0

NL Leert door

30

20

0

0

0

TOFA

     
 

waarvan TOFA

18

0

0

0

0

 

waarvan uitvoeringskosten

3,1

0,2

0,1

0

0

Totaal

5.746,93

1.090,2

135,10

0

0

1

Bron: , .

2

Inmiddels overgemaakt naar het ministerie van BZK.

Tabel 3 Steun - en herstelpakket (bedragen x € 1 mln)1
 

2020

2021

2022

2023

2024

NOW 3.0

     
 

waarvan programmamiddelen NOW 3

2.196,5

3094,4

0

0

0

 

waarvan uitvoeringskosten NOW 3 UWV2

7

110

0

0

0

Tijdelijke subsidieregeling Caribisch Nederland

6,6

16

0

0

0

Middelen eilandelijk beleid3

0,5

1

0

0

0

Tozo 3.0 (incl. uitvoeringskosten)

250

360

0

0

0

 

waarvan leningen

30

30

0

0

0

Flankerend beleid4

     
 

waarvan van werk(loosheid) naar Werk/gemeenten

104

318

228

0

0

 

waarvan Jeugdwerkloosheid

13

104

100

88

42

 

waarvan Scholing

0

214

18

0

0

 

waarvan Armoede en Schulden

23

78

45

0

0

 

waarvan Overig

0,2

0,7

0,7

0

0

Totaal

2.600,8

4.296,1

391,7

88,0

42,0

1

Bron:, .

2

De uitvoeringskosten worden op een later moment meerjarig verdeeld.

3

Inmiddels overgemaakt naar het ministerie van BZK.

4

Een deel van deze middelen staat gereserveerd op de begroting van het ministerie van EZK/BZK/OCW.

Het kabinet heeft de NOW en Tozo verlengd tot 1 juli 2021, zodat werkgelegenheid en bedrijvigheid zoveel mogelijk behouden blijven. De NOW en de Tozo worden in fases verantwoord aangescherpt en specifieker gericht, met meer ruimte voor herstructurering als die nodig is. Naast het verlengen van de overbruggingsmaatregelen treft het kabinet een omvangrijk sociaal pakket met aanvullende maatregelen. Onderdelen van het pakket zijn een goede begeleiding van werk(loosheid) naar werk, bij- en omscholing, de aanpak van jeugdwerkloosheid en de bestrijding van armoede en schulden. Hiervoor reserveert het kabinet over de jaren 2020-2024 cumulatief ongeveer € 1,4 miljard. 

Er is de afgelopen maanden ontzettend veel werk verzet, door de uitvoeringsorganisaties UWV en SVB, door gemeenten en door de ambtenaren op het departement om de noodmaatregelen in recordtempo te realiseren. Het kabinet is trots op de flexibiliteit van de uitvoering en het werk dat zij verzetten. Corona betekent ook een overbelasting van de SZW-organisatie. De prioriteit wordt gelegd bij wat nodig is om de corona- en ontstane economische crisis het hoofd te bieden en aan trajecten die op grond van het regeerakkoord en/of maatschappelijke urgentie prioritair zijn. Dit betekent dat op onderdelen vertragingen ontstaan of al zijn gemeld. Beperkende maatregelen kunnen geplande debatten in de Tweede Kamer uitstellen met als gevolg vertragingen in wetgevingstrajecten.

De arbeidsmarkt van de toekomst

Het kabinet heeft belangrijke stappen gezet om de verschillen in de behandeling van werkenden op de arbeidsmarkt te verkleinen. Het kabinet heeft de Wet Arbeidsmarkt in Balans (WAB) ingevoerd en maatregelen genomen rondom loondoorbetaling bij ziekte. De wijzigingen maken het aantrekkelijker voor werkgevers om mensen in vaste dienst te nemen. Voor zelfstandigen zonder personeel is in het pensioenakkoord een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) opgenomen. Het kabinet streeft ernaar om begin 2021 een uitgewerkt voorstel AOV ZZP naar de Tweede Kamer te verzenden. Deze maatregelen dragen bij aan het verkleinen van verschillen tussen vast en flexibel werk en aan een beter vangnet voor alle werkenden. In aanvulling op de eerder aangekondigde maatregelen heeft het kabinet besloten om de zelfstandigenaftrek met ingang van 2021 versneld af te bouwen. In 2021 worden zelfstandigen gecompenseerd via een verhoging van de arbeidskorting en een verlaging van het tarief in de eerste schijf van de inkomstenbelasting. Dit creëert een gelijker speelveld met gelijker speelveld tussen personen die voor zichzelf, en voor een werkgever werken.

Er zal ook de komende jaren aandacht nodig zijn voor het toekomstbestending maken van de arbeidsmarkt. Volgens de commissie regulering naar werk onder leiding van Borstlap worden in huidige stelsel duurzame arbeidsrelaties te veel ontmoedigd, externe flexibiliteit te veel gestimuleerd en is het stelsel van contractvormen onoverzichtelijk en moeilijk te handhaven. Ook zouden werkenden zich beter en sneller moeten kunnen aanpassen aan veranderingen in de economie en kan het socialezekerheidsstelsel nog pro-actiever worden ingezet om mensen aan het werk te krijgen. De arbeidsmarkt van de toekomst zou volgens de commissie daarom gestoeld moeten zijn op uitgangspunten ‘wendbaarheid’, ‘duidelijkheid’, ‘weerbaarheid’ en ‘wederkerigheid’. De situatie op de arbeidsmarkt als gevolg van corona, onderstreept deze analyse. Kwetsbare mensen worden het hardst geraakt en verschillen tussen werkenden zijn groot. De bevindingen van de commissie sterken het kabinet dan ook in het streven naar een nieuwe balans op de arbeidsmarkt. Er zullen meer maatregelen nodig zijn om de arbeidsmarkt toekomstbestendig te maken. Ook de komende regeerperiodes zal aandacht voor deze onderwerpen nodig zijn.

Leven Lang Ontwikkelen

Het kabinet blijft inzetten in op Leven Lang Ontwikkelen. Ontwikkeling tijdens de loopbaan is van groot belang om ervoor te zorgen dat mensen inzetbaar blijven op een veranderende arbeidsmarkt. De coronacrisis onderstreept dat belang. Door te blijven ontwikkelen in werk en zo nodig bij- of om- te scholen blijven vaardigheden up-to-date en kan werkloosheid worden voorkomen. Het kabinet streeft er daarom naar dat het vanzelfsprekend wordt te investeren in de ontwikkeling van mensen tijdens de hele loopbaan. Naast de scholingsmaatregelen die voortkomen uit het steun- en herstelpakket werkt het kabinet door aan de invoering van de STAP-regeling (Stimulans Arbeidsmarktpositie). Deze regeling vervangt de huidige fiscale aftrek voor scholing. Ook is er in 2021 weer circa € 50 miljoen beschikbaar vanuit de SLIM-regeling, waarmee werkgevers in het mkb, maar ook grotere werkgevers in de sectoren horeca, de landbouw en de recreatie, worden gestimuleerd om te investeren in de ontwikkeling van werkenden. Het meerjarig programma voor LLO loopt ook in 2021 door.

Pensioenen

Om te komen tot een duurzaam houdbaar pensioenstelsel gaat het kabinet in 2021 de vernieuwing van het aanvullend pensioenstelsel uitwerken in wetgeving. Het kabinet streeft ernaar deze wetgeving op 1 januari 2022 in werking te laten treden. De afspraken die zijn uitgewerkt zorgen voor een duurzaam houdbaar pensioenstelsel dat beter aansluit bij ontwikkelingen in de maatschappij en op de arbeidsmarkt. Met de afspraken wordt het pensioen straks transparanter en persoonlijker. Ook biedt het nieuwe pensioenstelsel perspectief op een koopkrachtig pensioen, wat ook betekent dat het pensioen directer meebeweegt met de economie.

Naast afspraken over herziening van het tweede pijler pensioen, bevat het pensioenakkoord afspraken over een minder snelle stijging van de AOW-leeftijd en duurzame inzetbaarheid die eraan moeten bijdragen dat mensen hun AOW-leeftijd gezond werkend kunnen bereiken; ook degenen die zwaar werk verrichten. Het kabinet stelt € 1 miljard beschikbaar in de periode 2021 tot en met 2024 voor het faciliteren van sectorale maatwerkafspraken rondom duurzame inzetbaarheid, langer doorwerken en eerder uittreden. Ook is in 2021 € 10 miljoen beschikbaar van de middelen die het kabinet structureel beschikbaar stelt als bijdrage aan beleid gericht op gezond werken tot het pensioen.

In 2020 is het wetsvoorstel ‘RVU, verlofsparen en bedrag ineens’ ingediend bij de Tweede Kamer. Dit wetsvoorstel regelt een tijdelijke vrijstelling van de RVU-heffing (tot een bepaald bedrag) waardoor vervroegde uittreding mogelijk wordt gemaakt voor werknemers die niet in staat zijn werkend de AOW-leeftijd te bereiken. Daarnaast wordt de mogelijkheid geïntroduceerd om op de pensioeningangsdatum een deel van de waarde van de aanspraken op ouderdomspensioen als bedrag ineens op te nemen. Tot slot wordt de bestaande regeling waarbij werknemers fiscaal gefaciliteerd vakantieverlof en compensatieverlof kunnen opsparen verruimd. De beoogde inwerkingtredingsdatum voor de versoepeling van de RVU-heffing en verlofsparen is 1 januari 2021 en voor bedrag ineens 1 januari 2022.

In navolging van het advies van de Stichting van de Arbeid zal het nabestaandenpensioen worden gestandaardiseerd, waardoor risico’s worden verkleind. De belangrijkste wijziging is dat het partnerpensioen bij overlijden voor pensioendatum alleen nog maar mogelijk zal zijn op risicobasis. De dekking zal fiscaal gemaximeerd worden op 50% van het salaris, zonder rekening te houden met een franchise en zal diensttijdonafhankelijk zijn. Daarnaast wordt er ook een wijziging voorgesteld ter verbetering van het wezenpensioen. Het kabinet verwacht hier in 2021 verdere stappen te kunnen zetten.

Om het aantal werknemers te reduceren dat geen pensioen opbouwt, heeft de Stichting van de Arbeid (STAR) een aanvalsplan ‘witte vlek’ uitgebracht. Een van de aanbevelingen is het schrappen van de uitzonderingsbepaling voor de wachttijd voor pensioenopbouw in de uitzendsector. Deze aanbeveling is door het kabinet overgenomen, en de Pensioenwet zal in die richting worden aangepast.

Arbeid, zorg en de ontwikkeling van het kind

Het kabinet wil ouders ontzorgen en tegelijk investeren in de ontwikkeling van kinderen. Keuzevrijheid blijft hierbij een belangrijk uitgangspunt. Uit het Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO) Deeltijdwerk en de Brede maatschappelijke heroverweging ‘Kwalitatief goed onderwijs met kansen voor iedereen’ blijkt dat de combinatie van het Nederlandse stelsel van (kind)voorzieningen en de Nederlandse cultuur tot gevolg heeft dat veel vrouwen al vanaf de start van hun loopbaan in deeltijd werken. Het werken in (kleine) deeltijdbanen door vrouwen leidt ertoe dat zij minder verdienen dan mannen en minder ontwikkelkansen op de arbeidsmarkt hebben. Ook maakt het hen kwetsbaarder voor armoede, als zij niet economisch zelfstandig zijn. Bovendien zijn er kansen om het stelsel van kindvoorzieningen te verbeteren ten gunste van de ontwikkeling van het kind. Daarnaast is de vormgeving van de toeslagen, waaronder de kinderopvangtoeslag, gestoeld op gerichtheid en tijdigheid van betaling, waardoor het ook complex is en voor onzekerheid zorgt. Dit komt ook naar voren in het IBO Toeslagen. Het kabinet heeft besloten verschillende scenario’s te verkennen voor de toekomstige vormgeving van het stelsel van kindvoorzieningen: Scenariostudie Vormgeving Kindvoorzieningen.

Het kabinet kiest voor de invoering van negen weken betaald ouderschapsverlof voor beide ouders. Na uitbreiding van het verlof voor partners naar vijf dagen direct na de geboorte op 1 januari 2019, en vijf weken in het eerste half jaar vanaf 1 juli 2020 (middels de Wet Invoering Extra Geboorteverlof), neemt het kabinet een derde stap. Het kabinet voert 9 weken deels betaald ouderschapsverlof in. Het doel van deze uitbreiding is om beide partners de kans te geven om tijd met hun kind door te brengen in het eerste jaar na de geboorte. Daarnaast kan het verlof zorgen voor een gelijkere verdeling van werk- en zorgtaken tussen ouders. In deze negen weken hebben ouders recht op een uitkering tot 50% van het maximum dagloon. De maatregel zal per augustus 2022 ingaan.

Gezond en veilig werken

Werk mag niet leiden tot gezondheidsschade. Goede arbeidsomstandigheden zijn daarbij essentieel. Het kabinet werkt daarom aan een Arbovisie 2040, waarvan momenteel de beleidsvoorbereiding in samenwerking met het veld in volle gang is. De Tweede Kamer zal hierover een hoofdlijnennotitie ontvangen en daarnaast zal advies worden gevraagd aan de sociale partners in de SER. In 2021 zal verder gewerkt worden aan de uitwerking van de reactie van het kabinet op het rapport van de commissie-Heerts om het proces van schadeafhandeling bij beroepsziekten door blootstelling aan gevaarlijke stoffen te verbeteren. Er wordt in dat kader onder meer gewerkt aan een tegemoetkomingsregeling voor werkenden die een ernstige beroepsziekte hebben opgelopen als gevolg van blootstelling aan gevaarlijke stoffen. Ook in Europees verband zetten we in op grenswaarden voor gevaarlijke stoffen.

In 2021 wordt verder gewerkt aan de maatschappelijke beweging aanpak burn-out, waarbij tevens de hernieuwde aandacht voor thuiswerken en de consequenties daarvan voor de vitaliteit en het welbevinden van werkenden worden betrokken. Verder wordt in 2021 prioriteit gegeven aan de voortzetting van het beleid op het terrein van gevaarlijke stoffen – inclusief de uitwerking van de beleidsreactie Asbest – en de versterking van de handhavingsketen. Vanuit het Meerjarenprogramma Risico- Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) zullen bedrijven worden ondersteund bij het opstellen en naleven van de RIE om de naleving van deze verplichting te verbeteren.

De ruim 400.000 in Nederland werkzame arbeidsmigranten hebben net als alle andere werkenden recht op een eerlijk loon en gezonde en veilige werkomstandigheden. De gevolgen van de uitbraak van het coronavirus hebben belang hiervan des te duidelijker gemaakt. SZW werkt daarbij samen met andere departementen, decentrale overheden, sociale partners en maatschappelijke organisaties aan goede arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden voor arbeidsmigranten en goed werkgeverschap bij bedrijven. Zo wordt onder meer gewerkt aan een complete en actuele woonregistratie van arbeidsmigranten en aan extra eisen waarmee malafide uitzendbureaus uit de markt worden geweerd. Ook wordt in samenwerking met andere departementen één centraal informatie­knooppunt opgericht waar arbeidsmigranten met vragen terecht kunnen. Bij de uitwerking van deze maatregelen betrekt het kabinet de aanbevelingen van het Aanjaagteam bescherming arbeidsmigranten onder aanvoering van Emile Roemer om de werk- en leefomstandigheden van arbeidsmigranten te verbeteren. Mede dankzij de capaciteitsuitbreiding van de Inspectie SZW uit het regeerakkoord kan de aanpak van misstanden ook verder worden versterkt. 

Internationaal

Het kabinet draagt ook in 2021 internationaal actief bij aan het gesprek over het sociaaleconomisch herstel. In de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) wordt gewerkt aan het creëren van een bijdetijds stelsel van instrumenten, waardoor de ILO effectief de uitdagingen in de snel veranderende wereld van werk (met onder andere nieuwe vormen van werk en veranderende arbeidsverhoudingen) kan adresseren. Hiernaast wordt de inzet op socialezekerheidsverdragen voortgezet. 

2.1.2 Beleidsprioriteit 2: mensen ondersteunen om naar vermogen mee te doen in de samenleving

Het kabinet wil zoveel mogelijk mensen aan het werk helpen, omdat werk de sleutel is tot inkomen, maatschappelijke participatie en integratie. Voor bepaalde groepen mensen is het lastiger om een baan te vinden, zoals mensen met een arbeidsbeperking of mensen met een migratie-achtergrond. Daarom werkt het kabinet aan een inclusieve arbeidsmarkt waar mensen kunnen meedoen. Juist nu is het van groot belang dat mensen worden aangemoedigd mee te doen, om mensen met schulden perspectief te bieden en voor mensen met een arbeidsbeperking om aan het werk te komen en te blijven.

De afgelopen jaren heeft het kabinet samen met het UWV een robuuste dienstverlening voor WW-, WGA- en Wajong-ers neergezet. Het voortzetten van deze dienstverlening is de komende tijd hard nodig. Nu meer mensen in de WW terechtkomen, is een aanzienlijke opschaling van de capaciteit nodig, al wordt deze beperkt door opleidings- en inwerkmogelijkheden. De hoge instroom in combinatie met het tekort aan uitvoeringscapaciteit heeft zowel op de korte als de langere termijn consequenties voor de dienstverlening. Het kabinet houdt de vinger aan de pols hoe de dienstverlening de komende tijd wordt vormgegeven.

Als gevolg van het coronavirus neemt de problematiek bij mensen die al kwetsbaar waren toe, waardoor gemeenten voor grote uitdagingen staan om burgers tijdig de juiste ondersteuning te bieden. Er is een toenemend beroep op bijstand en bijzondere bijstand. In sommige wijken is sprake van een stapeling van problematiek op het terrein van onderwijs, criminaliteit, veiligheid, gezondheid en armoede. Als gevolg van het coronavirus is de problematiek niet alleen verergerd, maar is ook sprake van een bredere maatschappelijke impact, signaleert ook de tijdelijke werkgroep Sociale Impact, de ‘werkgroep Halsema’. Specifieke maatregelen die zijn genomen zijn een coulante opstelling van schuldeisers, tijdelijk geen huisuitzettingen, noodsteun aan voedselbanken en aandacht voor kinderen in een kwetsbare positie door Leergeld en Nationaal Fonds Kinderhulp.

Breed Offensief

Voor mensen met een beperking is het kabinet aan de slag gegaan met de aanpak «Het Breed Offensief». Het Breed Offensief maakt het voor werkgevers eenvoudiger om mensen met een beperking in dienst te nemen en biedt mogelijkheden voor ondersteuning op maat. Voor 2020 en 2021 heeft de regering in totaal € 53 miljoen vrijgemaakt. Ook is er € 40 miljoen structureel beschikbaar gesteld voor de nieuwe vrijlating van arbeidsinkomsten voor mensen die in deeltijd met loonkostensubsidie werken. Op termijn (tot 2026) moeten 125.000 extra werkplekken voor mensen met beperkingen zijn gerealiseerd. Verder is er ruimte om in de structurele situatie 30.000 beschutte werkplekken te realiseren. Dit is een proces van langere adem, waarvoor de inspanningen van alle partijen nodig zijn: van werkgevers, werkzoekenden en werknemers, gemeenten, UWV, en Rijk, zowel in de arbeidsmarktregio’s als landelijk. Het kabinet acht de voorgestelde beleidsinzet als zeer urgent met het oog op de gevolgen van de coronacrisis op de werkgelegenheid van mensen met een arbeidsbeperking.

Het moet voor mensen met een beperking makkelijker worden om (meer) te gaan werken. Met het project Simpel Switchen worden drempels weggenomen om te gaan werken. Gemeenten zijn bij uitstek de partij om mensen hierin te ondersteunen en een brug te zijn tussen bijvoorbeeld participatie, (jeugd)zorg en schuldhulpverlening. 

Op 1 januari 2021 wordt het Besluit SUWI aangepast zodat werkgevers en werkzoekenden elkaar makkelijker kunnen vinden en meer mensen (duurzaam) aan het werk geholpen kunnen worden. Gemeenten en UWV bieden in iedere regio één gezamenlijk aanspreekpunt voor werkgevers met één basispakket aan dienstverlening. Ook gaan we door met de uitvoering van de actieplannen Perspectief op Werk, waar we door samenwerking van publieke en private partijen in alle arbeidsmarktregio’s mensen die niet zelfstandig werk kunnen vinden aan een baan of een leerwerkplek willen helpen. De middelen vanuit het Europees Sociaal Fonds geeft een boost aan de regionale samenwerking.

De evaluatie van de Participatiewet door het Sociaal en Cultureel Planbureau laat positieve ontwikkelingen zien als het gaat om het aan het werk helpen van jongeren met een arbeidsbeperking. Tegelijkertijd zijn er belangrijke aandachtspunten. Samen met gemeenten werken we daaraan. Het gaat erom dat gemeenten actief het gesprek voeren met alle bijstandsgerechtigden om te bezien op welke wijze zij met een passend aanbod op maat kunnen worden ondersteund in hun persoonlijke ontwikkeling en naar vermogen kunnen bijdragen aan de maatschappij.

Armoede en schulden

Ook voor de uitbraak van het coronavirus nam het kabinet extra maatregelen om armoede tegen te gaan, zoals de inzet op een verhoging van de koopkracht van gezinnen met lage inkomens en het lonender maken van (meer uren) werk. De ambitie is om kinderen in armoede beter te bereiken, het aantal huishoudens met kinderen dat onder de armoedegrens leeft te verlagen en de brede kansenarmoede onder kinderen in beeld te brengen en te bestrijden. In 2021 volgt de eerste brief over de voortgang van de ambities kinderarmoede en een evaluatie van de bestuurlijke afspraken met de VNG over de bestrijding van kinderarmoede.

Samen met gemeenten en maatschappelijke organisaties streeft het kabinet ernaar dat mensen die het financieel moeilijk hebben niet nog verder in de (financiële) problemen terechtkomen als gevolg van het coronavirus. Zo zijn er maatregelen gericht op behoud van werkgelegenheid en het voorkomen van schulden. Gemeenten hebben tijdelijk de ruimte om af te wijken van de vier weken zoektermijn in de Participatiewet zodat maatwerk voor jongeren die hun baan verliezen mogelijk is. In het aanvullende sociale pakket zijn middelen beschikbaar gesteld via een Waarborgfonds om mensen met problematische schulden te ondersteunen.

De Brede Schuldenaanpak heeft een omslag teweeggebracht in de wijze waarop alle partijen de schuldenproblematiek benaderen en in het denken over mensen met schulden. Zowel de wijziging van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening, waarmee het vroegtijdig signaleren van schuldenproblematiek een wettelijke basis krijgt, als de Wet vereenvoudiging beslagvrije voet zullen op 1 januari 2021 in werking treden. De parlementaire behandeling van de wetgeving gericht op verbreding van het beslagregister (wetsvoorstel stroomlijning keten voor derdenbeslag) zal in 2021 plaatsvinden. 

Om bestaande en nieuwe risicogroepen als gevolg van het coronavirus niet (verder) in armoede- en schuldenproblematiek terecht te laten komen, zijn in de zomer van 2020 ronde tafels georganiseerd. Deze ronde tafels dragen bij aan een gedragen, versnelde en integrale armoede- en schuldenaanpak en waar nodig en mogelijk extra acties. Voor het versnellen van deze aanpak is geld beschikbaar gekomen in het aanvullende steun- en herstelpakket. De resultaten van deze (online) bijeenkomsten met tientallen betrokkenen worden in het najaar 2020 naar de Tweede Kamer gestuurd.

Integratie en maatschappelijke samenhang

Meedoen in de samenleving is de beste weg naar een succesvolle inburgering. In het nieuwe inburgeringsstelsel dat op 1 juli 2021 in werking treedt zorgen gemeenten ervoor dat nieuwkomers zo snel mogelijk de Nederlandse taal leren en meedoen, het liefst via betaald werk. In het nieuwe stelsel geldt een hogere ambitie voor het taalniveau dan voorheen en combineren asielmigranten taallessen met (vrijwilligers-)werk of stage. In het nieuwe inburgeringstelsel krijgen asielzoekers meer begeleiding. Voor de invoering van het stelsel ontvangen gemeenten eenmalig € 36,5 miljoen. Voor hun rol in het nieuwe stelsel is structureel € 35,2 miljoen extra beschikbaar gemaakt, naast de € 70 miljoen die in het regeerakkoord beschikbaar is gesteld.

Met het programma Verdere Integratie op de Arbeidsmarkt (VIA) draagt het kabinet bij aan gelijke kansen op de arbeidsmarkt voor iedereen. In de praktijk blijkt dat Nederlanders met een niet-westerse migratieachtergrond, óók bij vergelijkbare kwalificaties, een minder stevige positie op de arbeidsmarkt hebben. Tot en met 2021 wordt in acht pilots onderzocht ‘wat werkt’ om de arbeidsmarktpositie en –participatie van mensen met een niet-westerse migratieachtergrond te verbeteren. Ook wordt met, en door, (koepels van) gemeenten, werkgevers en onderwijsinstellingen gewerkt aan het verspreiden en toepassen van effectief gebleken aanpakken. Vanaf 2021 wordt aanvullende monitoring ingezet om veranderingen in de arbeidsmarktpositie en –participatie van mensen met een niet-westerse migratieachtergrond te meten.

Met een versterkte inzet op preventie bevordert het kabinet samenleven in een steeds grotere diversiteit. Het kabinet zet in op versterking van de weerbaarheid op het niveau van het individu, de groep, de samenleving en de lokale overheid. In de weerbaarheidsagenda die later dit jaar naar de Tweede Kamer wordt verzonden wordt uiteengezet hoe we samen met gemeenten, gemeenschappen en professionals de samenleving versterken.

Caribisch Nederland

De afgelopen jaren zijn betekenisvolle stappen gezet om de levensstandaard voor inwoners van Caribisch Nederland te verhogen. Het kabinet heeft een ijkpunt vastgesteld voor het sociaal minimum en het minimumloon en de daaraan gekoppelde uitkeringen verhoogd. In 2021 wordt onderzocht wat de verdere ruimte is om het wettelijk minimumloon te verhogen, rekening houdend met de economie en de arbeidsmarkt. Het wetsvoorstel Kinderopvang Caribisch Nederland wordt in 2021 ingediend aan de Tweede Kamer. Vooruitlopend hierop is de tijdelijke subsidieregeling kinderopvang Caribisch Nederland van kracht om de kwaliteit en beschikbaarheid van de kinderopvang te verbeteren. Verder wordt in 2021 € 3 miljoen beschikbaar gesteld vanuit de regio-envelop Caribisch Nederland voor verbetering van de huisvesting kinderopvang. In het aanvullende sociale pakket is de tijdelijke subsidieregeling loonkosten en inkomensverlies met negen maanden verlengd en wordt de dienstverlening met betrekking tot arbeidsbemiddeling tijdelijk geïntensiveerd.

2.1.3 Beleidsprioriteit 3: Het verbeteren van de uitvoering en handhaving

Uitvoering

Voor de uitvoering zijn het bijzondere tijden. Niet alleen zijn UWV en SVB geconfronteerd met de implementatie van nieuwe regelingen die in recordtempo moeten worden ingevoerd, ook voor de uitvoering van andere wetten zijn de consequenties van het coronavirus aanzienlijk. Zo neemt het aantal mensen dat een beroep doet op een WW-uitkering toe met ongekende aantallen en moeten werkwijzen worden aangepast op de anderhalvemetersamenleving. Op een aantal lopende trajecten is vertraging ontstaan, bijvoorbeeld in de ICT-portfolio. De uitvoering van de noodpakketmaatregelen en de stijging van volumes betekent voor de uitvoering dat de capaciteit om nieuwe wet- en regelgeving op te pakken beperkt is. Ook zullen lopende zaken vertragen.

De uitvoering van sociale zekerheid is kwetsbaar en de continuïteit in het verlenen van de juiste dienstverlening staat onder druk. Burgers en bedrijven raken hierdoor in toenemende mate in de knel. De oorzaken zijn divers: een combinatie van herhaalde taakstellingen, digitaliseringsoperaties, implementatie van complexe beleidsopgaven en personeelstekorten. Vele wetswijzigingen hebben elkaar opgevolgd en de complexiteit van de regelgeving stelt hoge eisen aan de uitvoering. Hierdoor is er weinig ruimte geweest voor de modernisering van het bestaande ICT-landschap en daarmee het verbeteren van de functionaliteit van de dienstverlening. Ook is er, met name bij de SVB, achterstand in noodzakelijk onderhoud opgebouwd. Dat de druk op de uitvoering groot is blijkt ook uit deze crisistijd.

Via de Ministeriële Commissie Uitvoering en daarbij behorende ‘Werkagenda voor de uitvoering’ werkt het kabinet hard aan het toekomstbestendig maken van de uitvoering. In het rapport ‘Werk aan uitvoering fase II – handelingsperspectieven en samenvatting probleemanalyse’ zijn concrete handelingsperspectieven opgenomen voor verbetering van de dienstverlening, wendbaarheid en toekomstbestendigheid die zijn in te zetten voor de korte en langere termijn. In het najaar 2020 volgt een kabinetsreactie op het rapport met de ‘Werkagenda voor de uitvoering’. Belangrijke onderdelen zijn verbeterde digitale toegang, eenvoudigere wetten en regels, dienstverlening op maat en een herwaardering van de uitvoering. Vooruitlopend op de uitkomsten van WAU investeert het kabinet € 100 miljoen in UWV, SVB en BKWI vanaf 2022 in knelpunten op het gebied van ICT, handhaving en dienstverlening. Vanwege het grote belang en noodzaak van deze investering is het kabinet bereid geweest hier budget voor vrij te maken binnen de begroting van SZW.

Handhaving

Een goede werking van de arbeidsmarkt en een gedragen stelsel van sociale zekerheid kan niet zonder handhaving van de regels. Misbruik ondermijnt het draagvlak voor ons sociaal stelsel, veroorzaakt oneerlijke concurrentie tussen zowel bedrijven als werkenden en brengt de gezondheid en veiligheid van werkenden in gevaar. Het kabinet versterkt de handhaving door slimmer te werken met data en door oog te hebben voor maatwerk in de uitvoering. Door beschikbare data goed te gebruiken kan misbruik effectiever en met minder last voor de burger worden opgespoord. Hierbij zoekt het kabinet naar een juiste balans tussen het maatschappelijk belang van fraudebestrijding en de inbreuk op het privéleven van mensen. Over de gemaakte keuzes wordt zo transparant mogelijk gecommuniceerd.

Het kabinet heeft aandacht voor een goede balans tussen handhaving en dienstverlening. Handhaving begint bij goede dienstverlening en duidelijke communicatie naar burgers, zodat eenieder weet waar hij zich aan moet houden. De crisismaatregelen maken dat er extra aandacht nodig is om de balans tussen dienstverlening en handhaving te bewaren. De snelheid waarmee de noodmaatregelen als de NOW en de Tozo tot stand zijn gekomen en worden uitgevoerd zorgt ervoor dat er een groter risico is op misbruik. De toename van uitkeringsaanvragen leidt tot vraagstukken over de inzet van capaciteit. Het kabinet beziet de komende tijd samen met het UWV hoe de dienstverlening aan werklozen optimaal kan worden vormgegeven binnen de huidige arbeidsmarktsituatie.

Het kabinet zet in op een betere naleving van arbeidswetten door een internationaal gelijk speelveld te creëren en door fors te investeren in de Inspectie SZW. Deze middelen worden conform het Inspectie Control Framework ingezet voor de bevordering van een eerlijke arbeidsmarkt, van gezond en veilig werken, en bestaanszekerheid. Na de Mid-term Review van eind 2020 wordt bezien welke herprioritering nodig is op basis van de ontwikkelingen en risico’s, inclusief de directe effecten van corona alsmede de indirecte effecten, zoals de aanbevelingen van het Aanjaagteam Arbeidsmigranten.

2.1.4 Kerncijfers

Fraude en handhaving UWV, SVB en gemeenten

Bij het ontvangen van een uitkering gelden diverse verplichtingen, zoals het tijdig verstrekken van gegevens over het inkomen en het melden van samenwonen. De naleving van deze verplichtingen is een belangrijke voorwaarde voor een goed werkend stelsel van sociale zekerheid. UWV, de SVB en de gemeenten zetten diverse instrumenten in om de naleving en handhaving van wet- en regelgeving te bevorderen. Het gaat zowel om voorkomen (bijvoorbeeld door gedragsbeïnvloeding en voorlichting) als om controleren en sanctioneren (bijvoorbeeld opleggen van boetes). In tabellen 4 en 5 is een overzicht gegeven van de kerncijfers op het gebied van handhaving bij UWV, SVB en gemeenten. De toelichting op deze kerncijfers over voorgaande jaren wordt in het jaarverslag 2019 van het ministerie gegeven.

Tabel 4 Kerncijfers opsporing UWV, SVB en gemeenten
 

Aantal geconstateerde overtredingen met financiële benadeling (x 1.000)

Totaal benadelingsbedrag (x € 1 mln)

 

2017

2018

2019

2017

2018

2019

UWV1

19

8,3

9

47

26

25

SVB2

3,5

3,9

10,5

7,8

7,9

10,6

Gemeenten3

31

33

31

69

70

67

Totaal

4

4

4

123

104

103

1

UWV, Jaarverslag.

2

SVB, Jaarverslag.

3

CBS, Bijstandsdebiteuren- en fraudestatistiek.

4

Betreft het aantal vorderingen vanwege een overtreding van de inlichtingenplicht. Eén overtreding kan meerdere vorderingen tot gevolg hebben. Vanwege het definitieverschil wordt geen totaal weergegeven.

Tabel 5 Kerncijfers sanctionering UWV, SVB en gemeenten
 

Aantal boetes (x 1.000)

Totaal opgelegd boetebedrag (x € 1 mln.)

Aantal waarschuwingen (x 1.000)

 

2017

2018

2019

2017

2018

2019

2017

2018

2019

UWV1

12,7

4,9

4,8

7,6

4,9

4,3

8,6

5,8

6,6

SVB2

2,4

1,8

2,3

1,7

1,3

1,4

7,0

5,0

9,6

Gemeenten3

11,3

13,7

11,8

8,8

8,7

7,9

10,1

11,3

9,9

Totaal

26,4

20,3

19

18

14

14

26

22

26

1

UWV, jaarverslag.

2

SVB, jaarverslag.

3

CBS, Bijstands- en fraudestatistiek.

Tabel 6 Kerncijfers incassoratio UWV, SVB en gemeenten

Incassoratio benadelingsbedrag + boetevordering ultimo 2019 (%)

2014

2015

2016

2017

2018

2019

UWV1

76%

75%

69%

59%

39%

22%

SVB2

52%

54%

52%

51%

35%

21%

Gemeenten3

39%

37%

35%

31%

23%

12%

1

UWV, Jaarverslag.

2

SVB, Jaarverslag.

3

CBS, Bijstands- en fraudestatistiek.

Re-integratie

Tabel 7 geeft weer hoeveel mensen met een arbeidsbeperking UWV aan het werk heeft geholpen. In 2019 vonden 13.100 mensen met een arbeidsbeperking een baan, iets minder dan in 2018.

Tabel 7 Aantal door UWV aan het werk geholpen mensen met een beperking1
 

Realisatie 2017

Realisatie 2018

Realisatie 2019

Streefwaarde 2021

Mensen met recht op WAO-/WAZ-uitkering

300

400

300

2

Mensen met recht op Ziektewetuitkering

1.800

1.000

700

2

Mensen met recht op WIA-uitkering

2.500

2.900

3.500

3

Mensen met recht op Wajong

8.400

9.000

8.600

8.000

Totaal

13.000

13.300

13.100

Bron: UWV, jaarverslag.

1

De aantallen zijn op verschillende manieren berekend. Bij de Wajong worden alleen de mensen die een arbeidsovereenkomst van minimaal zes maanden voor minimaal twaalf uur per week hebben aanvaard geteld. Bij de WIA, WAO en WAZ worden de mensen van wie het re-integratiedienstverleningstraject is beëindigd omdat ze voor hun resterende verdiencapaciteit werk hebben aanvaard geteld. Voor de Ziektewet worden uitsluitend de mensen die na een re-integratietraject aan het werk zijn gekomen geteld.

2

Door de aard van deze regelingen kan geen streefwaarde worden opgesteld.

3

Bij het ontwikkelen van de persoonlijke dienstverlening met de extra middelen van het kabinet wordt tevens ingezet op een verbetering van het inzicht in de resultaten van deze dienstverlening. Hierdoor kunnen naar verwachting in de toekomst ook voor de WIA streefwaarden worden opgesteld.

Licence