Base description which applies to whole site

2.3 Overzicht niet-juridisch verplichte uitgaven

Tabel 13 Overzicht niet-juridisch verplichte uitgaven en bestemming (bedragen x € 1.000)

Art. nr.

Naam artikel

Uitgaven (x € 1.000)

Juridisch verplichte uitgaven (x € 1.000)

Juridisch verplichte uitgaven (%)

Niet-juridisch verplichte uitgaven (x € 1.000)

Niet-juridisch verplichte uitgaven (%)

Bestemming van de niet-juridisch verplichte uitgaven (x € 1.000)

1

Arbeidsmarkt

5.875.149

5.864.980

99,8

10.169

0,2

Opdrachten (10.169)

2

Bijstand, Participatiewet en Toeslagenwet

8.148.597

8.115.690

99,6

32.907

0,4

Subsidies (3.673) en Opdrachten (29.234)

3

Arbeidsongeschiktheid

10.722

722

6,7

10.000

93,3

Bijdragen aan ZBO's/RWT's (10.000)

4

Jonggehandicapten

3.484.285

3.484.285

100

0

0,0

 

5

Werkloosheid

142.369

142.369

100

0

0,0

 

6

Ziekte en zwangerschap

12.612

12.612

100

0

0,0

 

7

Kinderopvang

3.550.009

3.518.621

99,1

31.388

0,9

Subsidies (1.005), Opdrachten (20.523) en Bijdragen aan agentschappen (9.861)

8

Oudedagsvoorziening

26.178

26.178

100

0

0,0

 

9

Nabestaanden

1.370

1.370

100

0

0,0

 

10

Tegemoetkoming ouders

6.521.835

6.521.835

100

0

0,0

 

11

Uitvoering

655.858

655.858

100

0

0,0

 

12

Rijksbijdragen

22.756.024

22.756.024

100

0

0,0

 

13

Integratie en maatschappelijke samenhang

237.197

230.077

97,0

7.120

3,0

Subsidies (4.685) en Opdrachten (2.434)

        
 

Totaal niet-juridisch verplichte uitgaven

   

91.584

  

De uitgaven op de beleidsartikelen van SZW zijn voor 99,8% juridisch verplicht voor het jaar 2021. Het hoge percentage komt doordat een groot deel van de SZW-begrotingsuitgaven voortvloeit uit bestaande wetgeving die het parlement reeds aanvaard heeft. Dit geldt bijvoorbeeld voor de inkomensoverdrachten uit hoofde van de Participatiewet, de Wajong en de Kinderopvangtoeslag, maar ook voor de rijksbijdragen en de tegemoetkomingen voor ouders. Een wijziging in deze uitgaven vereist een wijziging van de desbetreffende wetten. Deze uitgaven kunnen dus niet worden aangepast door een wijziging van de begroting van SZW.

Naar verwachting is een beperkt deel van de uitgaven over 2021 niet juridisch verplicht. Het betreft enkele subsidies en opdrachten, en bijdragen aan agentschappen in het kader van kinderopvang en bijdragen aan ZBO’s/RWT’s in het kader van een scholingsexperiment voor WGA-gerechtigden. In veel gevallen liggen er wel bestuurlijke afspraken aan deze voorgenomen uitgaven ten grondslag. De niet-juridisch verplichte uitgaven zijn dan ook niet te beschouwen als middelen die zonder meer vrijelijk beschikbaar zijn voor alternatieve aanwending. Op de totale begroting van SZW gaat het om een bedrag van € 91,6 miljoen aan nog niet juridisch verplichte uitgaven. Dit alles heeft alleen betrekking op de begrotingsgefinancierde uitgaven.

Premiegefinancierde uitgaven, die ook in de begroting van SZW worden toegelicht, kunnen niet worden aangepast middels een wijziging van de begroting. Premie-uitgaven vallen immers niet onder het budgetrecht van de Staten-Generaal. De premiegefinancierde uitgaven voor 2021 zijn overigens 100% juridisch verplicht. De premiegefinancierde uitgaven bestaan enerzijds uit uitkeringsregelingen zoals de AOW, WIA en WW, anderzijds uit bijdragen aan UWV en de SVB voor de uitvoering van die wetten en re-integratie (UWV). De uitkeringsgelden zijn juridisch verplicht omdat deze voortvloeien uit bestaande wetgeving. De uitvoeringsbudgetten worden bij de goedkeuring van de jaarplannen van de ZBO’s vastgelegd.

Licence