Base description which applies to whole site

2.1 Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties

Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2022

Tabel 2 Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2022 (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Art.

Uitgaven 2022

Vastgestelde begroting 2022 (incl. ISB, NvW en amendementen)

 

13.599.967

Stand 1e suppletoire begroting 2022 (incl. ISB, NvW en amendementen)

 

25.138.268

Belangrijkste suppletoire mutaties

  
   

Tegemoetkoming vaste lasten

2

‒ 899.500

Garantie Ondernemersfinanciering Corona

2

‒ 50.000

Brexit Adjustment Reserve

2

‒ 149.000

SDE

4

‒ 436.000

SDE+

4

‒ 1.945.748

SDE++

4

‒ 580.569

Storting in begrotingsreserve duurzame energie en klimaattransitie

4

2.400.389

Waterstof

4

‒ 138.350

Tegemoetkoming energieprijzen 2022

4

3.154.000

Tijdelijk prijsplafond energie kleinverbruikers 2023

4

1.451.505

Vergoeding voor fysieke schades en waardedaling

5

‒ 135.000

Vergoeding Norg akkoord

5

2.311.363

Nationale Programma Groningen

5

‒ 50.000

Clustering en gebiedsfonds ( bestuurlijke afspraken)

5

‒ 60.000

   

Overige mutaties

 

78.187

Stand 2e suppletoire begroting 2022

 

30.089.545

Toelichting

Tegemoetkoming vaste lasten (TVL)

Op basis van het huidige en verwachte beroep op de TVL wordt de raming van de TVL geactualiseerd. In 2022 is minder beroep op de regeling gedaan dan verwacht en in 2023 zullen nog betalingen worden gedaan in verband met vaststellingen, en bezwaar en beroep.

Garantie Ondernemersfinanciering Corona

Betreft afroming van de Garantie Ondernemersfinanciering Corona met € 50 mln, vanwege lager dan verwacht beroep op de regeling. Samen met een € 50 mln onttrekking uit de reserve Garantie Ondernemersfinanciering (tabel 3) is er in totaal € 100 mln afgeboekt bij de Garantie Ondernemersfinanciering Corona. De € 100 mln vloeit terug naar de algemene middelen.

Brexit Adjustment Reserve (BAR)

De BAR bedrijfslevenregeling (gefinancierd uit EU-middelen) is 1 november 2022 opengegaan. Dit is later dan gepland, waardoor er voor 2022 € 149 mln minder nodig is dan verwacht.

SDE

Op de uitfinanciering van de SDE-regeling vinden lagere kasuitgaven plaats dan waar bij Voorjaarsnota rekening mee gehouden was. De middelen blijven via de begrotingsreserve duurzame energie en klimaattransitie beschikbaar.

SDE+

Door de sterk gestegen energieprijzen is de onrendabele top voor een groot aantal SDE+-projecten aanzienlijk verkleind, waardoor er veel minder aan kasvoorschotten uitbetaald hoefde te worden op deze projecten. De meevaller op de SDE+-regeling zelf bedraagt € 1.819 mln. Ook op het flankerende beleid rond de SDE+ en Wind op Zee, dat ook uit het SDE+-budget wordt gefinancierd, is sprake van een meevaller van € 117 mln. Het restant van de verlaging (€ 10 mln) wordt verklaard door enerzijds een verhoging van het kasvoorschot voor de aanleg van het net op zee door TenneT (€ 32 mln), anderzijds door verlaging van het budget door overhevelingen (totaal € 30 mln) naar respectievelijk het Ministerie van IenW ter financiering van de WOZ-beheerskosten van RWS, het Maritiem InformatieVoorziening ServicePunt (MIVSP) en het Wind op Zee Ecologisch Programma (WOZEP) en het ministerie van LNV (bijdrage aan de regeling InnovatiePrestatieContracten, IPC Visserij) en door dekking van de kosten van verduurzaming van Caribisch Nederland in 2022 (€ 12 mln).

SDE++

Bij Miljoenennota is het budget voor de productiebeperking bij kolencentrales met € 1.320 mln opgehoogd naar € 1.900 mln. Door het intrekken van de productiebeperking bij kolencentrales ontstaat er ruimte binnen de SDE+(+). Binnen deze ruimte wordt € 500 mln ingezet ter dekking van de generale problematiek van de rijksbegroting en wordt € 500 mln gereserveerd voor kapitaalversterking van de netwerkbedrijven. Van de ophoging van € 1.320 mln resteert dus nog € 320 mln. Maar omdat de uitgaven voor de productiebeperking van kolencentrales doorschuiven naar 2023, wordt het gehele nog resterende budget van € 900 mln in de reserve duurzame energie en klimaattransitie gestort. Per saldo neemt het budget dus af met € 580 mln (verhoging € 320 mln, verlaging € 900 mln).

Storting in begrotingsreserve duurzame energie en klimaattransitie

Er is sprake is van aanzienlijke onderuitputting bij de SDE, de SDE+ en de SDE++. Deze onderuitputting wordt in zijn geheel in de reserve duurzame energie en klimaattransitie gestort. De volledige storting komt hiermee voor 2022 uit op € 2,4 mld.

Waterstof

De verwachting is dat op de subsidie voor de realisatie van de waterstofbackbone in 2022 geen kasvoorschot meer zal worden verleend. Dit in verband met een andere vormgeving van de nog aan Gasunie te verlenen subsidie en een uitloop in de tijd van voorbereidingen voor de beschikking (onder andere de. staatssteuntoets). Daarom wordt het volledige in 2022 beschikbare kasbudget voor de waterstofbackbone doorgeschoven naar 2023. De verplichting voor de beschikking zal naar verwachting nog wel dit jaar worden aangegaan.

Tegemoetkoming energieprijzen 2022

Zoals toegelicht in de Kamerbrief Nadere uitwerking tijdelijk prijsplafond energie van 4 oktober 2022 zal het tijdelijke prijsplafond voor kleinverbruikers op 1 januari 2023 in werking treden. Voor de periode tot 1 januari, dus november en december van dit jaar, is een tussenvariant uitgewerkt waarbij een prijsplafond wordt gesimuleerd. Zo zien huishoudens al begin deze winter direct effect van het prijsplafond. Kleinverbruikers ontvangen in deze maanden via de energieleveranciers een tegemoetkoming van € 190 als korting op de energierekening. Voor deze tegemoetkoming ontvangen de energieleveranciers een eenmalige subsidie.

Tijdelijk prijsplafond energie kleinverbruikers 2023

Het tijdelijke prijsplafond voor kleinverbruikers zal op 1 januari 2023 in werking treden. In december 2022 zal de volledige subsidieverstrekking aan de energieleveranciers al moeten plaatsvinden en zal aan hen een eerste voorschot verstrekt moeten worden om de kosten in januari 2023 die gemoeid zijn met het prijsplafond te dekken. Om de subsidies te kunnen verstrekken en dit voorschot uit te kunnen keren wordt een verplichtingenbudget van € 11,2 mld en een kasbudget van € 1.452 mln aan de EZK-begroting voor 2022 toegevoegd.

Vergoeding voor fysieke schades en waardedaling

Het IMG verwacht dat het begrote budget voor vergoedingen voor fysieke schades in 2022 niet volledig tot uitkering zal komen. Het budget hiervoor is daarom met € 100 mln neerwaarts bijgesteld. Het IMG verwacht verder dat € 35 mln van het voor 2022 begrote budget voor de waardedalingsregeling pas in 2023 tot uitkering komt. Het budget hiervoor wordt daarom eveneens neerwaarts bijgesteld.

Vergoeding Norg akkoord

Als gevolg van de hogere gasprijs valt de vergoeding op basis van het Norg akkoord hoger uit. Het totale budget is opwaarts bijgesteld naar € 9.329 mln.

Nationaal Programma Groningen

Met het Nationaal Programma Groningen (NPG) wordt geïnvesteerd in de leefbaarheid, economische ontwikkeling en energietransitie in Groningen. Omdat € 50 mln van het in 2022 beschikbare budget naar verwachting pas in 2023 tot besteding komt vindt een neerwaartse bijstelling plaats.

Clustering en gebiedsfonds (bestuurlijke afspraken)

Omdat € 60 mln van het in 2022 beschikbare budget voor clustering en gebiedsfonds (onderdeel van de bestuurlijke afspraken uit 2020) naar verwachting pas in 2023 tot besteding komt vindt een neerwaartse bijstelling plaats.

Belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2022

Tabel 3 Belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2022 (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Art.

Ontvangsten 2022

Vastgestelde begroting 2022 (incl. ISB, NvW en amendementen)

 

5.559.237

Stand 1e suppletoire begroting 2022 (incl. ISB, NvW en amendementen)

 

14.944.713

Belangrijkste suppletoire mutaties

  
   

Ontvangsten High Trust

1

69.375

Tegemoetkloming vaste lasten

2

‒ 165.000

Onttrekking reserve Garantie ondernemersfinanciering

2

50.000

Dividenduitkering EBN

5

‒ 214.000

Ontvangsten Mijnbouwwet

5

1.658.500

   

Overige mutaties

 

4.183

Stand 2e suppletoire begroting 2022

 

16.347.771

Toelichting

Ontvangsten High Trust

De High Trust-ontvangsten bestaan voornamelijk uit door de ACM ontvangen boetes. Die fluctueren door de jaren heen. Dit komt onder andere door het aantal en de hoogte van door de ACM opgelegde boetes. De ACM is hierin volledig onafhankelijk. Op basis van de huidige realisatie is de raming van de boete ontvangsten met € 69,4 mln verhoogd.

Tegemoetkoming vaste lasten (TVL)

De ontvangstenraming voor de TVL word met € 165 mln verlaagd in verband met te verwachten terugbetalingen van subsidie, met name ten gevolge van lager dan verwachte omzetderving.

Onttrekking reserve Garantie ondernemersfinanciering

Betreft onttrekking uit de reserve Garantie Ondernemersfinanciering van € 50 mln. De reden hiervoor is dat er minder beroep gedaan is op de Corona variant van de Garantie Ondernemingsfinanciering, daarnaast is de regeling reeds gesloten. Samen met een € 50 mln afroming van de Garantie Ondernemersfinanciering Corona (tabel 2) is er in totaal € 100 mln afgeboekt bij de Garantie Ondernemersfinanciering Corona. De € 100 mln vloeit terug naar de algemene middelen.

Dividenduitkering EBN

Als gevolg van de hoge gasprijs verwacht EBN een hoger positief resultaat en daarmee een hogere dividenduitkering. Ook de vergoeding uit het Norg akkoord leidt tot een hogere dividenduitkering van EBN.

Ontvangsten Mijnbouwwet

Als gevolg van de hoge gasprijs en vanwege de vergoeding uit het Norg akkoord zijn er extra opbrengsten onder de Mijnbouwwet.

Licence