Base description which applies to whole site

7.5 Bijlage toelichting op de Strategische Evaluatie Agenda

Conform de Regeling Rijksbegrotingsvoorschriften (RBV) is in deze bijlage een uitwerking van de Strategische Evaluatie Agenda (SEA) opgenomen. De SEA bestaat daarmee uit twee onderdelen: (1) de tabel met agendering van evaluaties en onderzoeken en (2) een nadere uitwerking per SEA-thema.

Toelichting thematische indeling

«Defensie beschermt wat ons dierbaar is» - De missie van Defensie staat aan de basis van al het beleid binnen het departement. De missie bepaalt immers de koers van de organisatie en het beleid moet hieraan bijdragen. Om haar missie te realiseren, heeft Defensie drie hoofdtaken: (1) het beschermen van het eigen grondgebied en dat van bondgenoten, (2) het bevorderen van de (internationale) rechtsorde en stabiliteit en (3) het leveren van bijstand bij rampen en crises.

Defensie zet in op het ontwikkelen van capaciteiten die voor alle drie de hoofdtaken van belang zijn. De richting die hierbij wordt gevolgd is uiteengezet in een aantal strategische documenten zoals de Defensievisie 2035 en de Defensienota 2018. Voor het opstellen van de Strategische Evaluatie Agenda (SEA) zijn hoofdthema’s uit voorgenoemde documenten geclusterd en, in afstemming tussen diverse stakeholders, aangescherpt. Het resultaat is een nieuwe SEA-indeling die uit drie hoofdthema’s bestaat:

  • 1. Inzetbaarheid

  • 2. Adaptief en informatiegestuurd

  • 3. Betrouwbare partner en werkgever

In de komende jaren (periode 2022-2024) werkt Defensie deze SEA-thema's naer uit4. Zo wordt per thema in kaart gebracht wat aan kennis beschikbaar is en op welke gebieden behoefte aan kennis bestaat. Om in deze kennisbehoefte te voorzien, worden voor alle thema’s aanvullende evaluaties gepland en wordt de SEA verder aangevuld. Met het verder vullen van de SEA, wordt tevens duidelijk wanneer in de komende 4-7 jaar voor welke thema’s voldoende (relevante) inzichten voor een periodieke rapportage zijn verzameld5. Deze periodieke rapportage vervangt op termijn de bekende beleidsdoorlichtingen.

Thema 1 Inzetbaarheid

De Kamer wordt twee keer per jaar, bij de begroting en het jaarverslag, met een rapportage geïnformeerd over de inzetbaarheid en gereedheid van de krijgsmacht. In deze rapportages wordt toegelicht in hoeverre de krijgsmacht haar drie hoofdtaken heeft kunnen uitvoeren. Zoals in de laatste rapportages toegelicht, wordt er steeds vaker een beroep op Defensie gedaan6. Ook blijkt uit veiligheidsanalyses dat dreigingen toenemen in aantal, soort en complexiteit7. Om een antwoord op deze dreigingen te bieden, nu en in de toekomst, moet Defensie een sterke organisatie zijn. Dit betekent bijvoorbeeld voldoende opgeleid personeel en technologisch hoogwaardig materieel. Defensie plant daarom evaluaties waarmee inzichten worden verzameld voor/over het:

  • 1. Bijdragen aan de nationale en internationale vrede en veiligheid (subthema 1.1. omvat evaluaties van missies en operaties)

  • 2. Zorgen voor kwantitatief en kwalitatief inzetbaar personeel (subthema 1.2. omvat evaluaties ten aanzien van het personeels- en reservistenbeleid)

  • 3. Realiseren van (technologisch) hoogwaardig en inzetbaar materieel (subthema 1.3. omvat evaluaties die betrekking hebben op de wijze waarop materieel wordt aangeschaft)

  • 4. Borgen van een betrouwbare organisatie van ondersteunende diensten en voorzieningen (subthema 1.4. omvat evaluaties die betrekking hebben op beleid ten aanzien van ondersteunende diensten, zoals geleverd door de DMO en het DOSCO).

Tabel 55 Geplande evaluaties

Subthema

Evaluatie

Type onderzoek

Afronding

1.1

EMASOH

Ex-post (missie) evaluatie

2021

1.1

MINUSMA

Ex-post (missie) evaluatie

2022

1.2

Militaire gezondheidszorg

Beleidsdoorlichting

2022

1.3

COTS/MOTS

Beleidsdoorlichting

2021

1.3

Publieke investeringen in een politiek-bestuurlijke context

Interdepartementaal Beleidsonderzoek

2023

1.3

Defensiematerieelfonds

Ex-durante evaluatie

2027

Toelichting per evaluatie

Toelichting evaluatie EMASOH

Van eind januari tot eind juni 2020 heeft Nederland deelgenomen aan de European-Led Mission Awareness Strait of Hormuz (EMASOH), ter versterking van de maritieme veiligheid in de Golfregio. Deze deelname wordt door een onafhankelijke partij (The Hague Centre for Strategic Studies) geëvalueerd. De eindevaluatie is gericht op het beoordelen van de mate waarin de doelstellingen van de Nederlandse bijdrage aan EMASOH, kortweg de missie, zijn gehaald en op welke wijze de ingezette militaire en diplomatieke capaciteiten daaraan hebben bijgedragen. Startpunt voor de evaluatie is het Amerikaanse verzoek op 16 september 2019 om deel te nemen aan een missie in de Golf, het International Maritime Security Construct (IMSC). Eindpunt is het vertrek van Zr. Ms. De Ruyter uit het operatiegebied op 8 juni 2020. Voor het onderzoek wordt zo veel als mogelijk gebruikgemaakt van triangulatie. Zo wordt voor het verzamelen van data een literatuurstudie en documentenanalyse uitgevoerd. Tevens worden interviews afgenomen, met o.a. medewerkers van Defensie en Buitenlandse Zaken.

Toelichting evaluatie MINUSMA

De Nederlandse bijdrage aan MINUSMA werd op 1 mei 2019 beëindigd. De eindevaluatie van de Nederlandse bijdrage aan MINUSMA wordt door de directie Internationaal Onderzoek en Beleidsevaluatie (IOB), de onafhankelijke evaluatiedienst van het ministerie van Buitenlandse Zaken, uitgevoerd. Tijdens deze evaluatie wordt onderzocht in hoeverre de doelen voor de Nederlandse bijdrage aan MINUSMA zijn bereikt en welke lessen daaruit kunnen worden getrokken voor de besluitvorming over en opzet en uitvoering van toekomstige missies. Daarbij wordt de volledige Nederlandse bijdrage meegenomen: de inzet van militairen, politiefunctionarissen en civiele deskundigen. Hiervoor wordt tijdens de evaluatie de beleidstheorie, die ten grondslag ligt aan de Nederlandse bijdrage aan MINUSMA, gereconstrueerd. Voor het beantwoorden van de onderzoeksvragen gebruikt IOB verschillende onderzoeksmethodieken. Zo vinden interviews plaats (in Nederland en Mali) met medewerkers van o.a. Defensie, Buitenlandse Zaken en Justitie en Veiligheid. Ook maakt IOB gebruik van een documentenanalyse en literatuurstudie.

Toelichting beleidsdoorlichting militaire gezondheidszorg

Zoals toegezegd in de memorie van toelichting bij de begroting-2020 (Kamerstuk 35300, nr. 2) wordt in 2022 de beleidsdoorlichting Militaire Gezondheidszorg uitgevoerd. Met deze beleidsdoorlichting wordt onderzocht in welke mate de herstructurering van de Militaire Gezondheidszorg (MGZ) doelmatig en doeltreffend is geweest. Voor het uitvoeren van deze beleidsdoorlichting wordt een kwalitatief evaluatiedesign gehanteerd. Hierbij wordt in de eerste plaats gebruikgemaakt van bestaande documentatie over de herstructurering van de MGZ en waar nodig wordt aanvullende informatie verzameld door middel van interviews.

Toelichting beleidsdoorlichting COTS/MOTS

Deze beleidsdoorlichting heeft betrekking op het beleid ‘Verwerving van de plank’, ook wel bekend als Commercial Off The Shelf en Military Off The Shelf (COTS/MOTS). Tijdens de doorlichting wordt onderzocht in hoeverre het COTS/MOTS-beleid bijdraagt aan een betere voorspelbaarheid en beheersbaarheid van materieelprojecten op de aspecten tijd en geld. De scope (en aanpak) van het onderzoek beslaat een selectie van in uitvoering genomen materieelprojecten, die zijn gestart in de periode van 11 juli 2012 (vanaf de publicatie van het toetsingskader ‘Verwerving van de plank’) tot en met 31 december 2020. Het veldwerk voor deze beleidsdoorlichting bestaat uit onder meer een documentenstudie, deskresearch, een analyse van materieelprojecten en, indien nodig, interviews met direct betrokkenen binnen Defensie.

Toelichting IBO publieke investeringen in een politiek-bestuurlijke context

Voor het interdepartementale beleidsonderzoek ‘Investeringen in een politieke context’ is een taakopdracht vastgesteld. In deze taakopdracht staat dat het IBO inzichten biedt in de structuren die binnen het rijk bestaan om op zowel de korte als lange termijn te investeren. Verder wordt tijdens dit IBO onderzocht hoe een kabinet schaarse investeringsmiddelen zo doeltreffend en doelmatig mogelijk kan alloceren met het oog op de doelen die de politiek nastreeft, de economische situatie of de maatschappelijke uitdaging. Onder investeringen vallen voor dit onderzoek forse uitgaven aan materiele activa, zoals defensiematerieel. Het onderzoek wordt getrokken door het Ministerie van Financiën. Andere betrokken departementen zijn Infrastructuur & Waterstaat, Binnenlandse Zaken, Economische Zaken en Klimaat en Defensie.

Toelichting evaluatie Defensiematerieelfonds

Bij de begroting 2021 is het DMF ingesteld. Het DMF heeft ten doel te voorzien in een meerjarig integraal beheer van de financiering en bekostiging van de ontwikkeling, de verwerving, de instandhouding en de afstoting van het materieel, de ICT-middelen en de infrastructuur van het Ministerie van Defensie. Door het inrichten van een separaat fonds nemen naar verwachting de schokbestendigheid en betrouwbaarheid toe. Bij de instelling van het DMF is besloten deze in 2027 te evalueren; het fonds wordt dan op doelmatigheid en doeltreffendheid beoordeeld.

Thema 2. Adaptief en informatiegestuurd

Technologische ontwikkelingen en veranderende verhoudingen in de wereld maken dat Defensie zich de komende jaren gaat begeven op relatief nieuwe domeinen. Zo moet Defensie informatie in alle domeinen als wapen kunnen inzetten en over een gezaghebbende informatiepositie beschikken8. Informatiegestuurd optreden (IGO) wordt in de Defensievisie 2035 benoemd als de basis van de toekomstige defensieorganisatie. IGO houdt in dat Defensie in staat is om alle relevante informatie op ieder gewenst niveau tijdig te verwerven, te verwerken en te verspreiden zodat Defensie zo veel mogelijk met de juiste middelen, op het juiste moment op de juiste plaats kan zijn9. Defensie plant daarom evaluaties waarmee inzichten worden verzameld voor/over het:

  • 1. Realiseren van een informatiegestuurde organisatie (subthema 2.1. omvat evaluaties ten aanzien van informatie- en communicatietechnologie, inclusief big-data, artificial intelligence, business intelligence en cyber).

  • 2. Inbedden van kennis en innovatie (subthema 2.2. omvat evaluaties die voortkomen uit nieuwe, innovatieve vormen van bedrijfsvoering of afgeleid zijn uit de Strategische Kennis & Innovatie Agenda).

  • 3. Creëren van een flexibele, schaalbare en snel inzetbare organisatie (subthema 2.3. omvat evaluaties gericht op het adaptief vermogen van de organisatie).

Tabel 56 Geplande evaluaties

Subthema

Evaluatie

Type onderzoek

Afronding

2.1

IGO KMar

Beleidsdoorlichting

2022

2.1

GrIT

Ex-durante evaluatie

Start 2022

2.2

PPS Toeslagregeling

Ex-durante evaluatie (interdepartementaal)

2021

2.2

Kennis- en Innovatie Convenant (KIC)

Ex-durante evaluatie (interdepartementaal)

2021

Toelichting per evaluatie

Toelichting beleidsdoorlichting IGO KMAR

In 2008 is de KMar gestart met het Programma Informatie Gestuurd Optreden (IGO KMar). De beleidsdoorlichting richt zich op de periode juli 2008 tot december 2020 en reconstrueert het gevolgde traject van IGO KMar aan de hand van genomen besluiten. Tevens wordt onderzocht welke beoogde effecten (outcomes) zijn bereikt. Daarnaast wordt naar de toekomst gekeken: welke ontwikkelingen worden verwacht en hoe kan IGO KMar hierop inspelen? Voor het verzamelen van data wordt tijdens deze beleidsdoorlichting gebruikgemaakt van kwalitatieve onderzoeksmethodieken, waaronder een documentenanalyse en interviews met functionarissen die (in)direct verbonden zijn geweest aan het gevoerde beleid.

Toelichting evaluatie GrIT

In 2015 is het ministerie van Defensie gestart met een grootschalig IT-vernieuwingsprogramma, genaamd Grensverleggende IT (GrIT). De Tweede Kamer heeft GrIT in februari 2021 aangewezen als groot project, zoals bedoeld in de Regeling Grote Projecten. Dit betekent dat Defensie de Tweede Kamer met voortgangsrapportages op de hoogte moet houden. De ARK doet sinds 2016 onderzoek naar GrIT. In het verantwoordingsonderzoek 2020 heeft de ARK de minister van Defensie aanbevolen om in 2022 een tussenevaluatie uit te voeren om vast te stellen of de uitvoering van GrIT goed verloopt. Tijdens deze evaluatie kan dan worden bekeken of de aanpak van de blokkenplanning, de samenwerking in gemengde teams, de afspraken in het contract met de leverancier en de sturing op het programma functioneren zoals beoogd. De minister van Defensie heeft deze aanbeveling overgenomen.

Toelichting evaluatie PPS-Toeslagregeling

In opdracht van het ministerie van Economische Zaken voert onderzoeksbureau Dialogic samen met de universiteit Maastricht een evaluatie van de PPS-toeslagregeling 2016-2020 uit. Hierbij worden de departementen en andere relevante stakeholders i.r.t. het Missiegedreven Topsectoren- en Innovatiebeleid (MITB) betrokken. Ook Defensie is vanwege haar rol bij de KIA Veiligheid betrokken10.

Toelichting evaluatie Kennis- en Innovatie Convenant (KIC)

Het Missiegedreven Topsectoren- en Innovatiebeleid (MITB) is door MinEZK in april 2019 aan de Kamer toegelicht (Kamerstuk 33009-70). In het Kennis- en Innovatie Convenant (KIC) zijn de afspraken vastgelegd tussen de publieke en private partijen die participeren in het Missiegedreven Topsectoren- en Innovatiebeleid. Defensie is één van die partijen, als medetrekker van de Kennis- en Innovatie Agenda Veiligheid. Halverwege de looptijd van het KIC (eind 2021) wordt bezien of de afspraken in dit convenant nog voldoen en of de voorgenomen budgetten adequaat zijn. Nu, bijna halverwege de eerste termijn, wordt het KIC geëvalueerd en bekeken of er aanvullende tussentijdse afspraken nodig zijn. Middels een voortgangsbrief zal de Kamer over de uitkomst worden geïnformeerd.

Thema 3. Betrouwbare partner en werkgever

De kern van het optreden van Defensie bestaat uit goed getrainde en geoefende mensen. De mensen maken immers het verschil. Defensie stelt zichzelf dan ook ten doel om een goede werkgever te zijn, waarbij sociale en fysieke veiligheid in zowel de bedrijfsvoering als taakuitvoering verankerd zit11. Zonder samenwerking met (externe) partners is het echter niet mogelijk om de belangen van het Nederlands Koninkrijk te verdedigen. Zoals aangekondigd in de Defensienota 2018, is Nederland daarom de afgelopen jaren nog intensiever gaan samenwerken met strategische partners12. Naast samenwerking met militaire partners (bijvoorbeeld in EU- en NAVO-verband), wordt ook ingezet op samenwerking met civiele organisaties zoals bedrijven en kennisinstellingen. Defensie plant daarom evaluaties waarmee inzichten worden verzameld voor/over het:

  • 1. Zorgen voor goede (inter)nationale relaties en inbedding (subthema 3.1. omvat evaluaties die betrekking hebben op de relatie van de Nederlandse krijgsmacht met zowel militaire en civiele partners in binnen en buitenland)

  • 2. Zorgen voor een integere organisatie en veilige werkomgeving (subthema 3.2. omvat evaluaties die betrekking hebben op de fysieke en sociale veiligheid binnen Defensie)

  • 3. Realiseren van een duurzame organisatie (subthema 3.3. omvat evaluaties die gericht zijn op duurzaamheidsvraagstukken en –beleid van de organisatie en de leefomgeving)

Tabel 57 Geplande evaluaties

Subthema

Evaluatie

Type onderzoek

Afronding

3.1

Subsidie verstrekkingen onderzoek

Ex-durante evaluatie

2022

3.1

NL-DEU samenwerkingsverbanden

Ex-post evaluatie

2023

3.1

Flag Officer Sea Training (FOST)

Ex-durante evaluatie

2024

3.2

Regeling Volledige Schadevergoeding (RVS)

Ex-post evaluatie

2021

3.2

PvA Veiligheid

Ex-durante evaluatie

2021

3.2

Barrières uitzenden vrouwelijke militairen

Ex-durante/ ex-post evaluatie

2022

3.2

Etnische diversiteit

Meting

2022

Toelichting per evaluatie

Toelichting onderzoek subsidieverstrekkingen:

Voor 2022 staan 13 subsidie-evaluaties gepland (zie bijlage 7.4 subsidieoverzicht, tabel 56). Hieronder vallen bijvoorbeeld subsidieverstrekkingen aan vier veteranenorganisaties die nu gezamenlijk onderdeel zijn van een enkele stichting: het Nederlands Veteranen Instituut. Na het uitvoeren van de subsidie-evaluaties, kan een overkoepelend onderzoek naar subsidieverstrekkingen plaatsvinden.

Toelichting beleidsdoorlichting samenwerking Nederland-Duitsland

De Nederlandse en Duitse defensieorganisaties werken al langere tijd structureel samen. Ter versterking van de bilaterale defensiesamenwerking, tekenden de Nederlandse en Duitse minister van Defensie in 2019 een Declaration of Intent (DOI). De DOI bevat als annex een roadmap met een inventarisatie van zowel lopende als toekomstige samenwerkingsprojecten. In deze evaluatie wordt o.a. gekeken naar succesfactoren en mogelijke verbeterpunten van (een van) deze samenwerkingsverbanden / -projecten.

Toelichting evaluatie Flag Officer Sea Training

Flag Officer Sea Training (FOST) is een instituut op het gebied van operationele training voor maritieme oorlogsvoering. Nederland doet al tientallen jaren mee aan de FOST. Met deze evaluatie wordt de doeltreffendheid en doelmatigheid van de Nederlandse deelname aan de FOST onderzocht.

Toelichting evaluatie Regeling Volledige Schadevergoeding (RVS)

In 2014 is de Regeling Volledige Schadevergoeding (RVS) in werking getreden. Deze regeling voorziet in de toekenning van een volledige schadevergoeding aan militaire oorlogs- en dienstslachtoffers zonder discussie over de vraag of Defensie aansprakelijk is voor de ontstane schade. Deze regeling beoogde een vereenvoudiging en versnelling van de claimafwikkeling. Zoals vermeld in de Veteranennota 2018 ‒ 2019, is een start gemaakt met de evaluatie van de RVS waarbij de ervaringen met deze regeling in kaart worden gebracht om te beoordelen in hoeverre de doelstellingen van de regeling worden gehaald en om te bezien of, en zo ja welke, verbeteringen doorgevoerd moeten worden. Dit evaluatieonderzoek wordt uitgevoerd door de Auditdienst Rijk (ADR).

Toelichting Evaluatie PvA Veiligheid

Naar aanleiding van ongevallen in Mali en in Ossendrecht heeft Defensie op basis van de aanbevelingen van de Onderzoekraad voor Veiligheid en de commissie Van der Veer een plan van aanpak gemaakt ter verbetering van de veiligheid bij Defensie. Dit plan van aanpak gaat over fysieke en sociale veiligheid en beschrijft de maatregelen om het werken bij Defensie veiliger te maken. In het plan zijn vier sporen (Strategie, Structuur, Systeem en Cultuur) met veertig maatregelen opgenomen. De voortgang van het plan van aanpak werd in de periode 2018-2020 jaarlijks getoetst door de Visitatiecommissie Defensie en Veiligheid. De derde en laatste rapportage van deze commissie is op 21 juni 2021 opgeleverd. Om inzicht te krijgen in de status, uitvoerbaarheid en de effectiviteit van de 40 maatregelen uit het plan van aanpak, heeft Defensie aan de Auditdienst Rijk (ADR) gevraagd (ex durante) een evaluatie uit te voeren. Voor het verzamelen van inzichten, maakt de ADR gebruik van een documentenanalyse en interviews. Het evaluatierapport wordt in 2021 opgeleverd.

Toelichting onderzoek barrières uitzenden vrouwelijke militairen

Op 24 september 2018 heeft de Nederlandse krijgsmacht zich gecommitteerd aan het ‘Elsie Initiatief’, dat zich richt op het vergroten van het aantal vrouwelijke militairen en politie in VN-vredesmissies. Een van de onderdelen van het initiatief is een zogeheten ‘barrière assessment’; een onderzoek om inzichtelijk te maken welke drempels in de organisatie het uitzenden van vrouwelijke militairen belemmeren.

Toelichting meting etnische diversiteit (CBS)

Het Ministerie van Defensie streeft naar een divers personeelsbestand. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) doet daarom in 2022 in samenwerking met de defensieafdeling Trends, Onderzoek & Statistiek (TOS) kwantitatief onderzoek (conform de AVG) naar de etnische samenstelling van Defensie. Het onderzoek gaat over de periode 2018-2020 en geeft o.a. inzicht in de in- en uitstroom van defensiemedewerkers met een (niet-westerse) migratie-achtergrond.

4

In de periode 2022-2024 werkt Defensie jaarlijks een SEA-thema uit

5

Elk SEA-thema wordt na 4-7 jaar looptijd afgerond met een periodieke rapportage. Voor deze rapportage wordt een synthese van verzamelde inzichten gemaakt

6

BS2020016415, BS2021002675

7

Defensievisie 2035, Geïntegreerde Buitenland- en Veiligheidsstrategie 2018-2022 (GBVS)

8

Defensievisie 2035

9

Defensienota 2018

10

De in de KIA Veiligheid genoemde missies zijn onder leiding van het Ministerie van Justitie en Veiligheid en het Ministerie van Defensie gedefinieerd.

11

Defensievisie 2035

12

BS2020025112

Licence