Base description which applies to whole site

2.1 Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties

Tabel 2 Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2023 (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
  

Artikelnr.

Uitgaven

Stand vastgestelde begroting 2023

 

56.501.427

Stand suppletoire begroting prinsjesdag 2023

 

57.050.109

Belangrijkste suppletoire mutaties:

  

1)

Saldo mee- en tegenvallers

diverse

‒ 201.285

2)

Covid-19

1,3,4,7

‒ 21.511

3)

Openstaande verplichtingen

diverse

‒ 18.981

4)

Niet-plafondrelevante mutaties

11

‒ 710.000

5)

In-/extensivering

1,6,7,9

‒ 13.500

6)

Desalderingen

1,4,14,95

4.776

7)

Overige mutaties

diverse

‒ 22.255

 

Stand 2e suppletoire begroting 2023

 

56.067.353

Toelichting

1. Saldo mee- en tegenvallers

Er is per saldo een meevaller op de OCW-begroting van € 201,3 miljoen. Hieronder worden enkele mee- en tegenvallers toegelicht:

    • In het primair onderwijs bedraagt de totale meevaller € 14,5 miljoen. Dit komt met name door een meevaller van € 12,0 miljoen door minder aanvragen op de subsidieregeling energiecompensatie scholen funderend onderwijs.

    • In het voortgezet onderwijs bedraagt de totale meevaller € 130,8 miljoen. Dit komt met name door een meevaller van € 47,1 miljoen op de subsidieregeling van het programma Maatschappelijke Diensttijd en een meevaller van

      € 16,4 miljoen door minder aanvragen op de subsidieregeling heterogene brugklassen.

    • In het middelbaar beroepsonderwijs bedraagt de per saldo meevaller € 8,9 miljoen. Dit wordt met name veroorzaakt door een meevaller van € 6,7 miljoen op de nieuwe regeling doorstroom beroepskolom. Door het opstartjaar zijn er in 2023 minder aanvragen gedaan dan geraamd.

    • Op de studiefinanciering is er een per saldo tegenvaller van € 15,0 miljoen. Dit wordt veroorzaakt door een meevaller van € 25,0 miljoen als gevolg van een bijstelling van de ramingen op de aanvullende beurs en meerderjarige scholieren op basis van de verstrekte gegevens van DUO. Daarnaast is er een tegenvaller van € 40,0 miljoen die veroorzaakt wordt door een bijstelling van de ramingen op de reisvoorzieningen.

  • Binnen cultuur bedraagt de totale meevaller € 25,4 miljoen. Deze wordt met name veroorzaakt door een meevaller van € 15,7 miljoen op het programma leesbevordering bij de bibliotheek op school, wat onderdeel is van het masterplan basisvaardigheden.

  • Binnen de apparaatskosten bedraagt de totale meevaller € 12,1 miljoen. Deze wordt veroorzaakt door een meevaller op de middelen die voor apparaats- en uitvoeringskosten zijn gereserveerd uit de coalitieakkoord-middelen. Als gevolg van de krappe arbeidsmarkt én door de gefaseerde aanname van personeel ontstaat voor dit jaar deze meevaller.

2. Covid-19

Het kabinet heeft als gevolg van de uitbraak van het coronavirus extra middelen toegevoegd aan de OCW-begroting voor onder andere 2023. Veel van deze regelingen zijn vanwege urgentie aan de ruime kant geraamd, om te voorkomen dat het budget niet toereikend zou blijken voor de getroffen maatregelen. In totaal is er in 2023 € 21,5 miljoen van de coronamiddelen niet gebruikt. Dit komt onder andere door een meevaller van € 9,0 miljoen op  het opdrachtenbudget van het Nationaal Programma Onderwijs (NPO) en een meevaller van € 4,6 miljoen op het budget van de zelftesten. Deze middelen worden conform afspraak teruggestort aan Financiën.

3. Openstaande verplichtingen

Op diverse artikelen zijn er verplichtingen die niet meer in 2023 tot uitgaven zullen leiden maar wel in 2024. Het budget valt daarom voor 2023 lager uit. Het gaat hier in totaal om € 19,0 miljoen. Dit saldo bevat met name openstaande verplichtingen op NGF-projecten, zoals de Einsteintelescoop, het Programma Leeroverzicht, LLO Collectief Laagopgeleiden en Laaggeletterden en zelfdenkende moleculen.

4. Niet-plafondrelevante mutaties

De niet-plafondrelevante mutaties ter hoogte van € 710,0 miljoen hebben betrekking op de studiefinanciering. Dit betreft voornamelijk de bijstelling op de rentedragende leningen van € 500,0 miljoen, en de bijstellingen op de aanvullende beurs, de basisbeurs en de reisvoorzieningen om aan te sluiten op de actuele realisatiecijfers van DUO.

5. In- en extensiveringen

Het saldo van de in- en extensiveringen bedraagt € 13,5 miljoen. Dit wordt veroorzaakt door een extensivering van € 7,5 miljoen op de experimenteerregeling voor onderwijszorgarrangement en een extensivering van € 6,0 miljoen op de pilots voor het programma ‘Jonge Kind’.

6. Desalderingen

De desalderingen hebben betrekking op de uitgaven en ontvangsten. De grootste desaldering binnen dit bedrag betreft een toevoeging aan de begrotingsreserve schatkistbankieren van € 1,9 miljoen.

7. Overige mutaties

Het saldo van de overige mutaties bestaat uit verschillende mutaties. Hierin zitten met name interdepartementale overboekingen. De hoogste overboeking betreft een overboeking met het Provinciefonds van € 15,0 miljoen voor bekostiging van de monumentenzorg. De overig hoogste overboekingen zijn ook toegelicht bij de diverse artikelen.

Tabel 3 Belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2023 (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
  

Artikelnr.

Ontvangsten

Stand vastgestelde begroting 2023

 

1.868.865

Stand suppletoire begroting prinsjesdag 2023

 

1.869.380

Belangrijkste suppletoire mutaties:

  

1)

Covid-19

6,7,11

7.086

2)

Saldo mee- en tegenvallers

Diverse

‒ 3.839

3)

Desalderingen

Diverse

4.776

Stand 2e suppletoire begroting 2023

 

1.877.403

Toelichting

1. Covid

Als gevolg van de uitbraak van het coronavirus zijn in eerdere jaren extra middelen toegevoegd aan de OCW-begroting. Indien deze niet tot realisatie komen, worden deze teruggestort. Dit bedrag bestaat met name uit een terugstorting van de verstrekte bijdragen voor coronabanen in het onderwijs. Het betreft in totaal € 6,9 miljoen, waarvan € 3,8 miljoen wordt teruggestort door de universiteiten en € 3,1 miljoen door de hogescholen.

2.Saldo mee- en tegenvallers

Het saldo mee- en tegenvallers wordt mede veroorzaakt door een tegenvaller op de ontvangsten van het lesgeld van € 15,0 miljoen. Daarnaast is er is een restant van € 6,7 miljoen van het Nationaal Archief op de balanspost huisvesting RHC's (Regionale Historische Centra). Bij de invoering van het nieuwe archiefstelsel zijn er middelen gereserveerd voor de huisvesting van de RHC’s. Hiervan is een deel niet nodig gebleken. Deze middelen worden afgerekend en teruggeboekt naar de begroting van OCW.

3. Desalderingen

De desalderingen hebben betrekking op de uitgaven en ontvangsten. De grootste desaldering binnen dit bedrag betreft een toevoeging aan de begrotingsreserve schatkistbankieren van € 1,9 miljoen.

Licence