Base description which applies to whole site

2.2 Belangrijkste beleidsmatige mutaties

Tabel 2 Belangrijkste beleidsmatige uitgavenmutaties ten opzichte van vorig jaar (bedragen x € 1.000)
 

Art.

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

 

8.058.270

7.400.531

7.330.431

7.445.879

7.528.341

0

Mutatie nota van wijziging 20221

 

491.200

315.000

319.000

49.200

23.200

0

Mutatie amendement 2022

 

31.000

31.000

1.000

1.000

1.000

0

        

Mutatie incidentele suppletoire begroting 20222

 

308.432

0

0

0

0

0

Mutatie eerste suppletoire begroting 2022 (incl. nota van wijziging )3

 

‒ 998.036

49.185

‒ 385.707

‒ 390.868

‒ 358.785

‒ 500.140

Mutatie tweede incidentele suppletoire begroting 20224

 

0

0

0

0

0

0

Mutatie derde incidentele suppletoire begroting 2022

 

193.450

143.900

3.600

3.600

1.400

0

Mutatie extrapolatie

 

7.750.284

        

Belangrijkste mutaties

       

1) Regio Deals vierde tranche

1

0

284.200

0

0

0

0

2) Bestuurlijke weerbaarheid

1

6.100

6.100

6.100

6.100

6.100

6.100

3) Specifieke uitkering bevolkingsdaling

1

11.245

0

0

0

0

0

4) Vijfde Tranche Woningbouwimpuls

3

0

221.875

0

0

0

0

5) Achtervangvergoeding NHG

3

61.653

0

0

0

0

0

6) Vervroegen inkomensafhankelijke huurverlaging

3

0

‒ 114.000

0

0

0

0

7) Doorwerking van stijging WML op huurtoeslag

3

18.400

150.500

27.250

17.000

17.000

17.000

8) Verhoging huurtoeslag

3

25.000

299.000

299.000

299.000

299.000

299.000

9) Wet Goed Verhuurderschap

3

0

‒ 16.592

‒ 7.404

‒ 7.404

‒ 7.404

‒ 7.404

10) Nationaal Isolatieprogramma

4

0

62.500

0

0

0

0

11) Lokale aanpak woningisolatie

4

0

150.000

150.000

0

0

0

12) Nationaal Programma Warmtetransitie

4

0

15.000

15.000

15.000

0

0

13) Omgevingswet

5

0

12.000

0

0

0

0

14) BRO Fase 2 - IenW

5

5.000

5.000

0

0

0

0

15) Centrale financiering GDI

6

0

155.783

147.783

147.783

147.783

147.783

16) Doorontwikkeling en innovatie

6

0

62.193

62.193

62.193

62.193

62.193

17) Werk aan Uitvoering

6

0

56.000

78.800

89.100

90.800

92.500

18) Additioneel budget informatiehuishouding

7

0

‒ 20.176

0

0

0

0

19) Loon- en prijsbijstelling herverkaveling

13

‒ 64.621

‒ 48.146

‒ 45.429

‒ 44.509

‒ 44.376

‒ 44.303

        

Overige mutaties

 

15.353

33.612

42.976

56.049

36.226

36.944

        

Stand ontwerpbegroting 2023

 

8.162.446

9.254.465

8.044.593

7.749.123

7.802.478

7.859.957

1

nota van wijziging op de ontwerpbegroting 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 50).

2

Eerste incidentele suppletoire begroting 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 36018, nr. 1)

3

Inclusief nota van wijziging op de eerste suppletoire begroting 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 36120 VII, nr. 3)

4

Tweede incidentele suppletoire begroting 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 36177, nr. 1) inclusief de nota van wijziging op de tweede incidentele suppletoire begroting 2022.

Toelichting

1. Regio Deals vierde tranche

Naar aanleiding van het Coalitieakoord (CA) is voor 2023 een bedrag van € 284,2 mln. in de begroting opgenomen voor het afsluiten van de nieuwe Regio Deals vierde tranche. De middelen zijn vanuit de Aanvullende Post bij het Ministerie van Financien naar de begroting van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) overgeheveld.

2. Bestuurlijke weerbaarheid

In de bestrijding van ondermijning worden voor het versterken van bestuurlijke weerbaarheid, middelen structureel overgeheveld van de begroting van Justitie en Veiligheid (VI) naar de begroting van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII). Het betreft middelen die in het kader van het tegengaan van ondermijning bij de Miljoennennota 2022 beschikbaar zijn gekomen.

3. Specifieke uitkering bevolkingsdaling

De invoering van het nieuwe verdeelmodel van de algemene uitkering gemeentefonds (B) is uitgesteld tot 2023. Daarom wordt voor 2022 de specifieke uitkering bevolkingsdaling verstrekt. Tot en met 2021 werden deze middelen verstrekt via een decentralisatie-uitkering. Hiervoor zijn middelen overgeheveld vanuit de begroting van het gemeen tefonds (B) naar de begroting van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksre laties (VII).

4. Vijfde tranche woningbouwimpuls

Dit betreft een overboeking van de middelen voor de vijfde tranche van de woningbouwimpuls en de daarbij behorende uitvoeringskosten van de Aanvullende Post van het ministerie van Financiën voor 2023.

5. Achtervangvergoeding NHG

Voor de achtervangfunctie van het Rijk bij de Nationale Hypotheekgarantie (NHG) draagt het Waarborgfonds Eigenwoning (WEW) een achtervangvergoeding af aan het Rijk. In 2021 bedroeg deze afdracht 0,3% van iedere nieuwe afgegeven hypotheekgarantie. Deze afdracht wordt doorberekend aan de consument. In 2022 heeft het Rijk de afdrachten over het boekjaar 2021, ter grootte van afgerond € 61,7 mln. ontvangen. Dit bedrag is in de daartoe bestemde risicovoorziening gestort. Ultimo eind 2021 bedroeg de risicovoorziening cumulatief € 326,4 mln.

6. Vervroegen inkomensafhankelijke huurverlaging

In de Nationale Prestatieafspraken was een huurverlaging voor sociale minima wonend in corporatiewoningen aangekondigd voor 2024. Om de koopkrachtdaling in 2023 al te verzachten, wordt deze huurverlaging al in 2023 uitgevoerd. Dit leidt tot een inverdieneffect in de huurtoeslag van ca. € 114 mln. Dit zal worden ingezet voor de (gedeeltelijke) dekking van de verhoging van de huurtoeslag in 2023.

7. Doorwerking van stijging WML op huurtoeslag

De verhoging van het wettelijk minimumloon leidt tot extra uitgaven huurtoeslag. De minimum-inkomensijkpunten in de huurtoeslag zijn wettelijk gekoppeld aan de bijstand en de AOW, die weer gekoppeld zijn aan het wettelijk minimumloon. Een verhoging hiervan leidt via de bijstand en de AOW ook tot extra uitgaven huurtoeslag.

8. Verhoging huurtoeslag

De opslag op de eigen bijdrage van de huurtoeslag wordt verlaagd van € 16,94 naar € 0. Hierdoor ontvangen vrijwel alle huurtoeslagontvangers ca. € 203 meer huurtoeslag per jaar.

9. Wet Goed Verhuurderschap

In het Coalitieakkoord is afgesproken dat gemeenten meer mogelijkheden krijgen om malafide erhuurderschap en discriminatie op de huurmarkt tegen te gaan. Deze afspraken worden grotendeels uitgevoerd met het wetsvoorstel Goed Verhuurderschap. Gemeenten worden gecompenseerd voor de extra kosten die voortkomen uit dit wetsvoorstel. Per 2023 worden deze middelen toegevoegd aan de Algemene Uitkering in het Gemeentefonds.

10. Nationaal Isolatieprogramma

Op de Aanvullende Post bij het ministerie van Financiën zijn middelen gereserveerd voor het Nationaal Isolatieprogramma. Vanuit deze middelen wordt er € 62,5 mln. overgeboekt voor de lokale aanpak woningisolatie.

11. Lokale aanpak woningisolatie

Om (kwetsbare) huishoudens te ondersteunen bij het nemen van energiebesparende maatregelen stelt het kabinet in 2023 en 2024 in totaal € 300 mln. beschikbaar voor het Nationaal Isolatieprogramma.

12. Nationaal programma Warmtetransitie

Het Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie (NPLW) is een interbestuurlijk programma van het Rijk, VNG en IPO en ondersteunt gemeenten bij de lokale warmtetransitie door kennis en expertise beschikbaar te stellen over het vormgeven en uitvoeren van de lokale warmtetransitie. Aanvullend daarop is er een regionale ondersteuningsstructuur om de samenwerking tussen gemeenten te ondersteunen. De leer- en ontwikkelactiviteiten van het Programma Aardgasvrije Wijken en vanuit het Expertise Centrum Warmte gaan integraal op in het NPLW.

13. Omgevingswet

Deze middelen dienen als incidentele dekking in 2023 voor de beheerkosten van het Digitaal Stelsel Omgevingswet die gemeenten en provincies maken. Deze middelen worden overgeheveld vanuit de Aanvullende Post, die gereserveerd staan voor de Uitvoeringskosten Omgevingswet.

14. BRO Fase 2 - IenW

Dit betreft een overheveling vanuit het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) als bijdrage voor de opname van gegevens over bodemverontreiniging in de Basisregistratie Ondergrond (BRO).

15. Centrale financiering GDI

De Generieke Digitale Infrastructuur (GDI) wordt vanaf 2023 centraal gefinancierd op de begroting van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII). Hiervoor zijn middelen overgeheveld vanuit alle departementen en de Aanvullende Post van het Ministerie van Financiën. Daarnaast worden middelen gedesaldeerd voor organisaties, die niet middels begrotingsmutaties kunnen bijdragen. De middelen zijn verdeeld over de verschillende leveranciers (Kamer van Koophandel, Logius, RvIG, RVO, KOOP, Telecom/ ICTU.

16. Doorontwikkeling en innovatie

De middelen voor doorontwikkeling en innovatie van de Generieke Digitale Infrastructuur (GDI) worden per 2023 overgeheveld van de Aanvullende Post van het Ministerie van Financiën. Ter borging van de continuïteit van de doorontwikkeling en innovatie ten behoeve van de GDI vanaf 2023, worden de middelen van de aanvullende post overgeboekt naar de investeringspost van de centrale financiering.

17. Werk aan Uitvoering

In het Coalitieakkoord is vastgelegd dat het kabinet werkt aan een overheid die betrouwbaar, dienstbaar, dichtbij en rechtvaardig is en het programma Werken aan Uitvoering voortzet. In de Ministerraad van 29 april 2022 is een verdeling van deze middelen over de verschillende ministeries vastgesteld. Met de uitvoering van dit programma wordt een bijdrage geleverd aan de geformuleerde handelingsperspectieven van het programma Werk aan Uitvoering.

18. Additioneel budget informatiehuishouding

Naar aanleiding van de kabinetsreactie POK, zijn middelen beschikbaar gesteld voor het op orde brengen van de informatiehuishouding. De verdeling aan de departementen van de additionele budgetten voor 2023 zijn vastgesteld. Onder andere J&V (€ 5,5 mln.), Defensie (€ 5 mln.) , Financiën (€ 3,1 mln.), I&W(€ 2,1 mln.) en EZK (€ 1,9 mln.) ontvangen conform de vastgestelde verdeling een additioneel budget voor 2023.

19. Loon- en prijsbijstelling herverkaveling

Betreft de loon - en prijsbijstelling overboeking voor Groningen en Versterken (artikel 10) naar het Ministerie van EZK in verband met de herverkaveling.

Tabel 3 Belangrijkste beleidsmatige ontvangstenmutaties t.o.v. vorig jaar (bedragen x € 1.000)
 

Art.

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

 

1.097.581

1.293.356

1.263.158

1.256.958

1.239.594

0

Mutatie Nota van Wijziging 2022

 

0

0

0

0

0

Mutatie amendement 2022

 

0

0

0

0

0

        

Mutatie incidentele suppletoire begroting 20221

 

0

0

0

0

0

Mutatie eerste suppletoire begroting 2022

 

‒ 458.668

‒ 760.500

‒ 752.500

‒ 752.300

‒ 747.700

‒ 754.900

Mutatie derde incidentele suppletoire begroting 2022

 

0

140.300

95.000

0

0

0

Mutatie extrapolatie

 

1.237.946

        

Belangrijkste mutaties

       

1) Achtervangvergoeding NHG 2021

3

61.653

0

0

0

0

0

2) Kwijtschelden publieke schulden

3

0

‒ 4100

‒ 4100

‒ 2000

0

0

3) Centrale Financiering GDI

6

0

10.504

10.504

10.504

10.504

10.504

4) Bodemmaterialen

9

7.489

0

0

0

0

0

        

Overige mutaties

 

‒ 1.881

10

10

10

10

10

        

Stand ontwerpbegroting 2023

 

706.174

679.570

612.072

513.172

502.408

493.560

1

Eerste incidentele suppletoire begroting 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 36018 VII, nr. 1)

Toelichting

1. Achtervangvergoeding NHG 2021

Voor de achtervangfunctie van het Rijk bij de Nationale Hypotheekgarantie (NHG) draagt het Waarborgfonds Eigenwoning (WEW) een achtervangvergoeding af aan het Rijk. In 2021 bedroeg deze afdracht 0,3% van iedere nieuwe afgegeven hypotheekgarantie. Deze afdracht wordt doorberekend aan de consument. In 2022 heeft het Rijk de afdrachten over het boekjaar 2021, ter grootte van afgerond € 61,7 mln., ontvangen. Dit bedrag is in de daartoe bestemde risicovoorziening gestort. Ultimo eind 2021 bedraagt de risicovoorziening cumulatief € 326,4 mln.

2. Kwijtschelding publieke schulden

Ouders die in aanmerking komen voor een herstelregeling kinderopvangtoeslag krijgen de nog openstaande schulden bij de overheid kwijtgescholden. De ontvangstenraming van de huurtoeslag wordt hiervoor naar beneden bijgesteld. Compensatie hiervoor komt uit de Aanvullende Post van het Ministerie van Financiën.

3. Centrale financiering GDI

Voor een aantal gebruikers van de Generieke Digitale Infrastructuur is het niet mogelijk om bij te dragen middels begrotingsmutaties, zoals bijvoorbeeld in het geval van de waterschappen. Deze bijdragen worden op dit artikel ontvangen door middel van jaarlijkse facturatie. Deze middelen worden via desaldering toegevoegd aan de uitgavenkant voor de bijdrage aan agentschappen.

4. Bodemmaterialen

Dit betreft de definitieve afrekening van de bevoorschotting in 2021 aan het Rijksvastgoedbedrijf. Het gaat hier om de meerontvangsten uit de verkoop van bodemmaterialen.

Licence