Base description which applies to whole site

1. Leeswijzer

De departementale begroting 2023 bestaat uit de volgende onderdelen:

  • beleidsagenda;

  • beleidsartikelen;

  • niet-beleidsartikelen;

  • agentschappen die een baten-lasten stelsel voeren;

  • verdiepingshoofdstuk;

  • bijlagen.

De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs is verantwoordelijk voor artikel 1 (primair onderwijs), artikel 3 (voortgezet onderwijs), artikel 9 (arbeidsmarkt- en personeelsbeleid) en Leven Lang Ontwikkelen. De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is verantwoordelijk voor de overige artikelen. De verdeling van de beleidsterreinen tussen de Ministers en de Staatssecretaris is vastgelegd in de portefeuilleverdeling van Kabinet Rutte IV.

Groeiparagraaf

Ten opzichte van de begroting 2022 zijn, conform de Rijksbegrotingsvoorschriften, de volgende wijzigingen doorgevoerd:

  • openbaarheidsparagraafIn reactie op het rapport ‘Ongekend onrecht’ heeft het kabinet maatregelen aangekondigd gericht op actieve openbaarmaking van informatie en op verbetering van de informatiehuishouding bij de ministeries (‘Open op orde’). Verder schrijft artikel 3.5 van de Wet open overheid (Woo) voor dat een bestuursorgaan in de begroting aandacht besteedt aan de beleidsvoornemens inzake de uitvoering van de Woo en in de jaarlijkse verantwoording verslag doet van de uitvoering ervan;

  • geschatte budgetflexibiliteit in OWB 2023De huidige informatieverstrekking over budgetflexibiliteit is geplaatst onder model 1.33d budgettaire gevolgen van beleid. Het model 1.32c ‘niet-juridisch verplichte uitgaven’ is daarmee te komen vervallen. Door het aanbrengen van enige verfijning en deze uiteindelijk ook in meerjarig perspectief te plaatsen, wordt het inzicht in de budgetflexibiliteit vergroot;

  • bijlage specifieke uitkeringen van het departementElk departement neemt zelf een gedetailleerd overzicht op als bijlage in de begroting;

  • bijlage Nationaal Groeifonds (NGF)Het NGF-jaarverslag 2021 en de NGF-begroting 2023 verschaffen extracomptabel inzicht in de gerealiseerde uitgaven onderscheidenlijk de totale ramingen met betrekking tot de NGF-projecten op basis van informatie van de vakdepartementen. Deze worden in een aparte bijlage opgenomen in de begroting.

In juni 2011 is de motie Schouw ingediend en aangenomen. Deze motie zorgt ervoor dat de landenspecifieke aanbevelingen van de Europese Raad op grond van de nationale hervormingsprogramma's een eigenstandige plaats krijgen in de departementale begrotingen. De Europese Commissie heeft aanbevelingen gedaan omtrent de aanpak van personeelstekorten in het onderwijs, een gezonde arbeidsmarkt en sociale veiligheid en gelijke behandeling (aanbeveling 3). In de beleidsagenda wordt ingegaan op de uitwerking van deze aanbeveling.

In 2015 zijn door de Verenigde Naties de Sustainable Development Goals (SDG’s) vastgesteld als de nieuwe mondiale duurzame ontwikkelingsagenda voor 2030 (THE 17 GOALS | Sustainable Development (un.org)). Ook Nederland heeft zich gecommitteerd om deze doelen in 2030 te behalen. Het Ministerie van OCW is verantwoordelijk voor de nationale uitvoering van:

Informatie in de begroting en andere relevante publicaties

De begroting is een compact document en toegespitst op de financiële informatie. Door ook in te gaan op de niet-financiële informatie, kan meer inzicht worden geven in de impact van het beleid en de publieke middelen die daarvoor worden ingezet.

Om de impact van ons beleid zichtbaar te maken in begroting en later ook hierover te verantwoorden in het jaarverslag, wordt de Strategische Evaluatie Agenda (SEA) gebruikt. Daarnaast wordt meer uitgebreide informatie over de voortgang van beleid op de website www.ocwincijfers.nl gepubliceerd. Daarbij gaat het om de kwantitatieve en kwalitatieve resultaten van monitoring en evaluatie van beleid. In de begroting en het jaarverslag worden de belangrijkste uitkomsten op de beleidsprioriteiten die in de beleidsagenda zijn opgenomen weergegeven.

In deze begroting is een eerste stap gezet naar een nieuwe aanpak voor het rapporteren over de voortgang van beleid. Het betreft momenteel een overgangsfase, waarbij zowel de nieuwe aanpak voor rapportage over beleid én het beleid verder wordt uitgekristalliseerd. In de nieuwe aanpak wordt kwantitatieve en kwalitatieve informatie geïntegreerd in de beleidsagenda. De beleidsartikelen presenteren de kengetallen in de vorm van tabellen. De huidige set aan kengetallen is geëvalueerd en alleen bruikbare en relevante kengetallen zijn opgenomen in de begroting van 2023.

De nieuwe aanpak voor rapportage over het beleid kan in de begroting van OCW voor 2024 voor het eerst in de hele cyclus worden toegepast. In de tussenliggende periode wordt de informatievoorziening hiertoe op www.ocwincijfers.nl verder doorontwikkeld.

Figuur 3 geeft grafisch een totaalbeeld van welke informatie en verantwoording van het OCW-beleid gedurende een begrotingscyclus aan de Tweede Kamer wordt gestuurd.

Figuur 3

Hieronder volgt een nadere toelichting bij het schema.

Op Prinsjesdag ontvangt de Tweede Kamer de begroting van het Ministerie van OCW. Op de website van OCW in cijfers bij het onderdeel ‘begroten en verantwoorden’ worden onder andere de beleidsdoelen uit de beleidsagenda en verschillende ingezette beleidsinstrumenten gevolgd, waaronder de Lerarenagenda en de sectorakkoorden in het primair en voortgezet onderwijs. Ook wordt de internationale positie van het Nederlandse onderwijs- en wetenschapsstelsel gevolgd en zijn de belangrijkste onderzoeksresultaten van «Education at a Glance» opgenomen, de jaarlijkse publicatie van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO). Daarnaast geeft deze website inzicht in de prestaties van het onderwijs. Voor cultuur & media, wetenschap en emancipatie wordt met een beknopte set indicatoren een beeld van de kwaliteit en prestaties gegeven.

Samen met de cultuursector verzamelt de Boekmanstichting via de Cultuurmonitor data en analyses over cultuur in Nederland, rapporteert ze over langlopende trends en agendeert ze op actuele ontwikkelingen. De Rijksdienst voor het Cultureel erfgoed (RCE) maakt de Erfgoedmonitor. Relevant voor het mediabeleid is onder meer de Mediamonitor van het Commissariaat voor de Media.

De Inspectie van het Onderwijs heeft een belangrijke rol in het onderwijsstelsel als toezichtshouder, maar ook als leverancier van beleidsinformatie. Jaarlijks verschijnt de Staat van het onderwijs (Kamerstukken II 2021/22, 35925 VIII, nr. 161), waarin beschreven wordt wat goed gaat en wat er beter kan in het onderwijs. Over de financiële positie van publiek bekostigde onderwijsinstelling verschijnt jaarlijks een brief (Kamerstukken II 2021/22, 33495, nr. 121).

Gedurende het jaar wordt de Tweede Kamer geïnformeerd over de begrotingsuitvoering door middel van de 1e suppletoire begroting (Voorjaarsnota) en de 2e suppletoire begroting (Najaarsnota).

Ook worden gedurende het jaar allerlei beleidsdocumenten zoals actieplannen, beleidsdocumenten, beleidsevaluaties en beleidsdoorlichtingen naar de Tweede Kamer gestuurd. Wetsvoorstellen worden ter behandeling aangeboden en AMvB’s worden voorgehangen. Over verschillende beleidsterreinen worden brieven naar de Tweede Kamer gestuurd, onder andere ter nadere uitwerking van de beleidsagenda en de begroting. Hierover vindt vaak separaat overleg met het parlement plaats. De actieplannen geven voor de verschillende beleidsterreinen een beeld van het beleid. Beleidsdoorlichtingen en andere evaluaties verschaffen inzicht in de effectiviteit van beleid.De komende tijd worden beleidsdoorlichtingen vervangen door periodieke rapportages. De periodieke rapportage is niet per se gebonden aan een begrotingsartikel maar kijkt naar een samenhangend beleidsthema. De periodieke rapportage is onderdeel van de Strategische Evaluatie Agenda.

De derde woensdag in mei is Verantwoordingsdag. De Tweede Kamer ontvangt dan het jaarverslag van het Ministerie van OCW, en de laatste stand van zaken van de voortgang op de begrotingsdoelen en ambities wordt gepresenteerd op de website van OCW in cijfers. Ook wordt het Onderwijsverslag aan de Tweede Kamer toegestuurd.

Onderdelen begroting

Beleidsagenda

In de beleidsagenda wordt per beleidsprioriteit geschetst welke stappen het Ministerie van OCW wil zetten. Verder bevat de beleidsagenda de openbaarheidsparagraaf. Vervolgens wordt een overzichtstabel getoond waarin de belangrijkste budgettaire veranderingen op de OCW-begroting worden weergegeven, de tabellen met intensiveringen en ombuigingen, een tabel met de Strategische Evaluatie Agenda (SEA) en een overzicht van de risicoregelingen. Tenslotte bevat de beleidsagenda een overzicht van de coronamaatregelen.

Beleidsartikelen

De beleidsartikelen bestaan uit de volgende onderdelen:

  • algemene doelstelling met een toelichting daarop;

  • rol en verantwoordelijkheid van de Minister;

  • tabel met kengetallen die informatie over de sector bevatten;

  • beleidswijzigingen. Hierin wordt weergegeven welke belangrijke beleidswijzigingen zich komend jaar zullen voordoen. Ook wordt, indien van toepassing, ingegaan op beleidswijzigingen als gevolg van beleidsdoorlichtingen, voor zover de doorlichtingen zijn afgerond;

  • tabel budgettaire gevolgen van beleid. Deze tabel bevat een vaste indeling in financiële instrumenten volgens de Rijksbegrotingsvoorschriften. Onder de tabel budgettaire gevolgen van beleid wordt een uitsplitsing van de verplichtingen en de budgetflexibiliteit van het begrotingsjaar in percentages weergegeven;

  • toelichting op de instrumenten en budgetflexibiliteit.

Niet-beleidsartikelen

Er zijn twee zogenaamde niet-beleidsartikelen:

  • op artikel 91 (Nog onverdeeld) wordt een overzicht gegeven van de verdelingen van tijdelijk geparkeerde middelen, zoals de loon- en prijsbijstelling;

  • op artikel 95 (Apparaat kerndepartement) zijn de apparaatsuitgaven van het kerndepartement, de apparaatskosten van de inspecties en adviesraden, baten-lastenagentschappen en de ZBO’s opgenomen.

Agentschappen die een baten-lasten stelsel voeren

Dit onderdeel bevat de cijfermatige overzichten van de baten-lastenagentschappen Dienst Uitvoering Onderwijs en het Nationaal Archief.

Verdiepingshoofdstuk (zie bijlagen)

In dit onderdeel worden per beleidsartikel de mutaties getoond tussen de stand ontwerpbegroting 2022 en de ontwerpbegroting 2023. De ondergrens voor het toelichten van mutaties wordt bepaald op basis van een voorgeschreven staffel. Een aantal mutaties is centraal toegelicht (nota's van wijziging, incidentele suppletoire begrotingen, leerlingen en studentenramingen en studiefinanciering, loonbijstelling, prijsbijstelling en intensiveringen uit het Regeerakkoord).

Omvang begrotingsartikel (stand ontwerpbegroting) in € miljoen

Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen)

Technische mutaties (ondergrens in € miljoen)

< 50

1

2

=> 50 en < 200

2

4

=> 200 < 1000

5

10

=> 1000

10

20

Bijlagen

De volgende bijlagen zijn in de begroting opgenomen:

  • overzicht RWT’s en ZBO’s;

  • verdiepingshoofdstuk;

  • overzicht moties en toezeggingen;

  • subsidieoverzicht: hier wordt een overzicht weergegeven van alle subsidieregelingen van het Ministerie;

  • uitwerking strategische evaluatie agenda;

  • rijksuitgaven Caribisch Nederland;

  • specifieke uitkeringen;

  • Nationaal Groeifonds.

Licence