Base description which applies to whole site

2. Beleidsagenda

Inleiding

De veiligheidssituatie in de wereld verslechtert in een hoog tempo. Instabiliteit in en aan de randen van Europa, terrorisme, de gevolgen van klimaatverandering, een assertiever beleid van China, desinformatie, cyberdreigingen, hybride conflictvoering, het ruimtedomein, tekort aan grondstoffen en de invasie van Oekraïne door Rusland maken duidelijk dat onze vrede en veiligheid constant worden bedreigd en daarom moeten worden beschermd. Nederland en Europa moeten in deze realiteit beter in staat zijn om de eigen veiligheidsbelangen te kunnen beschermen. Een geloofwaardige krijgsmacht die adequaat is uitgerust om huidige en toekomstige bedreigingen te kunnen tegengaan en die sterk (inter)nationaal is verbonden is daar een belangrijk onderdeel van. Voor een geloofwaardige afschrikking samen met onze bondgenoten, maar ook om, wanneer het nodig is, het gevecht te winnen.

Het kabinet investeert daarom fors extra in Defensie. Zoals beschreven in de Defensienota die in juni is gepresenteerd aan de Kamer stellen deze investeringen Defensie in staat capaciteiten te herstellen, te moderniseren, te vernieuwen en uit te breiden. En dat is nodig. Defensie moet als gevolg van de verslechterde veiligheidssituatie sneller, vaker en langer kunnen worden ingezet. Defensie staat daarom aan het begin van een grootse transformatie die moet leiden tot drie centrale effecten: de gereedheid en inzetbaarheid moet omhoog, de gevechtskracht moet gericht worden versterkt en de wendbaarheid van de organisatie moet worden verbeterd.

In 2023 wil Defensie belangrijke stappen zetten in deze transformatie. In nauw overleg met de NAVO werkt Defensie aan een vernieuwing van de systematiek van het realiseren van gereedheid. Natuurlijk kost het tijd voordat maatregelen materialiseren en zich aansluitend vertalen in een hogere gereedheid en inzetbaarheid. Daarnaast heeft de onvoorspelbaarheid van de oorlog in Oekraïne invloed op de realisatie van de maatregelen vanwege onder andere de directe invloed van leveringen op de gereedheid en de invloed van de oorlog op de (internationale) defensie-industrie. Vanwege de urgentie zet Defensie alles op alles om maatregelen zo snel als mogelijk te realiseren door slim te prioriteren en waar mogelijk maatregelen te versnellen. Daarbij zoeken we constant naar een effectieve samenwerking op Europees niveau, bijvoorbeeld op het gebied van aankoop en onderhoud van materieel. Dit biedt perspectief op schaalvoordelen, op een betere positie op de zwaar belaste defensiemarkt, voorkomt fragmentatie en verbetert tegelijk standaardisatie en interoperabiliteit. Nederland wil in deze Europese samenwerking de komende jaren een voortrekkersrol vervullen en inzetten op Europese strategische autonomie.

De medewerkers zijn het hart van Defensie: zij zetten zich dagelijks in voor vrede en veiligheid en zij geven deze transformatie vorm. Een essentiële schakel bij het verhogen van de gereedheid en inzetbaarheid is daarom de personele gereedheid. Dat het personeel van Defensie zijn werk beter, plezieriger, veiliger en daardoor langer kan doen is een belangrijke prioriteit de komende jaren. Hiervoor is het belangrijk dat defensiepersoneel beschikt over goede arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden. Het nieuwe arbeidsvoorwaardenakkoord is hier een belangrijk onderdeel van. Dit zorgt bijvoorbeeld voor een aanzienlijke verbetering in de beloning van onze mensen en een rechtvaardiger toelagenstelsel. Ook het nieuwe HR model moet de komende jaren onze medewerkers beter faciliteren bij het vormgeven van hun loopbaan. Daarnaast investeert Defensie in de arbeidsomstandigheden van onze mensen door pakken, uitrusting en persoonlijk materieel te vervangen of te moderniseren, opleidingen te verbeteren en te investeren in een goede, moderne en veilige werkomgeving op de juiste plek. Het doel is een vastgoedportefeuille te creëren die bijdraagt aan werkbeleving en trots. Hiermee ondersteunen we onze medewerkers beter bij het belangrijke werk dat ze doen voor de Nederlandse samenleving.

Daarnaast wordt begonnen met het versterken van de gevechtsondersteuning en de logistiek, worden de inzetvoorraden verhoogd en worden capaciteiten gemoderniseerd, uitgebreid of opgericht. Defensie kiest er bij het versterken van capaciteiten voor om gericht te investeren in die capaciteiten waarmee Nederland een waardevolle bijdrage levert aan de gezamenlijke gevechtskracht van de NAVO en de EU.

De medewerkers van Defensie zetten de komende jaren de schouders onder de transformatie. Maar we kunnen en willen dat niet alleen doen. Gezamenlijk met onze bondgenoten, maar ook nationale veiligheidspartners en overheden bouwen we aan een sterke krijgsmacht. Een krijgsmacht die een betrouwbaar onderdeel is van de NAVO en de EU, maar ook van de veiligheidsketen binnen het Koninkrijk.

Defensie investeert ook in de mensen en middelen die nodig zijn om informatiegestuurd te kunnen werken en optreden. Dit maakt commandovoering en besluitvorming mogelijk op basis van de beste en meest actuele informatie. De investeringen in de informatiehuishouding zorgen ook voor betere informatievoorziening aan het parlement en, in lijn met de nieuwe eisen van de Wet open overheid (Woo), aan de samenleving. Daarbij geeft Defensie specifiek een impuls aan de transparantie over bescherming van de burgerbevolking in een gewapend conflict.

Financiële ontwikkelingenMet de extra investeringen uit het coalitieakkoord en de Voorjaarsnota, zet Defensie belangrijke stappen om het fundament te versterken en vorm te geven aan de transformatie naar de toekomst. Het kasritme van de uitgaven hierbij is in eerste instantie vastgelegd in het coalitieakkoord en de Voorjaarsnota, aansluitend bij de rijksbrede uitgavenplafonds. Indien blijkt dat er een ander kasritme benodigd is om de extra investeringen op doelmatige wijze uit te kunnen voeren, zal Defensie met voorstellen komen om de begroting beter te laten aansluiten op de uitgaven. 

De defensiebegroting groeit met de extra middelen uit het coalitieakkoord en de aanvullende middelen uit de Voorjaarsnota structureel met € 5 miljard. Het defensiebudget in 2023 stijgt naar € 15,2 miljard. De defensie-uitgaven uitgedrukt in een percentage van het bruto binnenlands product (bbp) bedragen in 2023 naar verwachting 1,66%.

Figuur 3 Ontwikkeling defensie-uitgaven als percentage van het bbp

Bron: Defensiebegrotingen 2023 stand miljoenennota en MEV-cijfers

Op basis van de huidige CPB-ramingen stijgt het percentage defensie-uitgaven in 2024 en 2025 naar 2,02%. Nederland voldoet daarmee aan de NAVO-norm van 2% in 2024 en 2025. Het Europees NAVO-gemiddelde komt in 2024 uit op 1,94% en gelet op de recente ontwikkelingen in Oekraïne en de stijgende defensie-uitgaven van onze NAVO-bondgenoten is de verwachting dat dit percentage de komende periode waarschijnlijk doorstijgt.

Het aantal Europese bondgenoten dat voldoet aan de NAVO–norm van 2% zal verder stijgen. Vergeleken met alle NAVO-bondgenoten komt Nederland in 2024 qua verwacht bbp-percentage op plaats 12 van de 30.

Figuur 4 Ontwikkeling NAVO defensie-uitgaven 2024 ten opzichte van 2022

Bron: Burden Sharing rapport juni 2022

Toelichting

Deze figuur toont de ontwikkeling van Defensie-uitgaven als percentage van het bbp op 2022 en 2024 van de Europese NAVO bondgenoten op basis van bruto uitgaven.

* Voor Duitsland en Turkije zijn geen gegevens in 2023 opgenomen. Voor Denemarken zijn geen gegevens voor 2024 beschikbaar. Het gehanteerde bbp-percentage voor 2022 is alleen opgenomen in dit overzicht.

** IJsland doet geen opgaaf aan de NAVO over de hoogte van de Defensie-uitgaven, IJsland handhaaft geen staand leger.

Prijsontwikkeling defensie-uitgaven

In 2017 heeft het CBS voor de eerste keer een onderzoek uitgevoerd naar de prijsontwikkeling van defensie-uitgaven in relatie tot de uitgekeerde prijsbijstelling. Dit onderzoek is uitgevoerd over de verslagjaren 2011 tot en met 2015 en in de jaren nadien aangevuld tot en met het verslagjaar 2021. De door het CBS uitgebrachte rapporten zijn openbaar en te raadplegen via www.cbs.nl. Defensie beschikt door het CBS-onderzoek over gedetailleerde informatie over de prijsontwikkeling van gerealiseerde defensie-uitgaven gedurende een langere periode (2011 ‒ 2021). Op basis hiervan is door Defensie een onderzoek gedefinieerd en het CBS is gevraagd om de onderzoeksopzet te valideren. De uitkomsten van dit onderzoek zullen uiterlijk in de begroting 2024 met de Kamer gedeeld worden.

Investeringen

Defensie ziet nu een aantal jaren op rij een significante stijging van de geplande investeringsverplichtingen; Defensie is dus goed in staat het investeringsgeld uit te geven conform de plannen. In 2023 stijgt de vijfjaars-gemiddelde investeringsquote verder tot 26,2%, waarmee Defensie voldoet aan de NAVO-richtlijn dat minimaal 20% van de uitgaven bestemd is voor vervanging van materieel en gerelateerd onderzoek.

Investeringsquote

Licence