Base description which applies to whole site

7.5 Bijlage toelichting op de Strategische Evaluatie Agenda

Conform de Regeling Rijksbegrotingsvoorschriften (RBV) is in deze bijlage een uitwerking van de Strategische Evaluatieagenda (SEA) opgenomen. De SEA bestaat daarmee uit twee onderdelen: (1) een tabel met agendering van evaluaties en onderzoeken in de beleidsagenda en (2) een nadere uitwerking per SEA-thema. Deze nadere uitwerking omvat evaluaties die in het verleden zijn uitgevoerd, momenteel lopen of in de komende jaren op de planning staan. Zo ontstaat een volledig overzicht van de inzichten die Defensie door de jaren heen binnen elk SEA-thema verzamelt.

Toelichting thematische indeling

Zoals aangegeven in de vierde voortgangsrapportage van de rijksbrede Operatie Inzicht in Kwaliteit, gelden de begrotingsjaren 2022 en 2023 als overgangsperiode voor het werken met de SEA6. Voor de begroting van 2023 heeft Defensie de thematische indeling van de SEA conform de indeling van de Defensienota 2022 gewijzigd. 

Het rapporteren over de voortgang van de Defensienota doet Defensie via reguliere rapportages. Hieronder vallen bijvoorbeeld de stukken die als onderdeel van de begrotingscyclus worden aangeboden, zoals jaarverslagen en de begroting. Maar ook via thematische rapportages, zoals de personeelsrapportage en de inzetbaarheidsrapportage. Met deze rapportages informeert Defensie de Kamer over de inzet van militairen in binnen- en buitenland, de uitvoering van het defensiebeleid en de besteding van middelen. 

Voor het evalueren van de actielijnen uit de Defensienota, maakt Defensie zo veel als mogelijk gebruik van de SEA. De SEA helpt immers om alle monitors, evaluaties en onderzoeken zo te plannen, dat Defensie de voortgang op de actielijnen goed kan meten en daardoor tijdig over relevante sturings- en verantwoordingsinformatie beschikt. Het monitoren en evalueren van de actielijnen is een continu proces. Dit betekent dat de evaluatiebehoeften en de daaruit voortvloeiende onderzoeksagendering niet in één keer worden vastgesteld, maar periodiek worden herzien. Met het aanvullen van de evaluatieagenda wordt tevens duidelijk wanneer in de komende 4-7 jaar voor welke SEA-thema’s voldoende (relevante) inzichten voor een periodieke rapportage zijn verzameld. Deze periodieke rapportage vervangt op termijn de beleidsdoorlichtingen.

Uitwerking per thema

Thema 1. Krachtige ondersteuning

De toegenomen dreiging vraagt om een verbeterde gereedheid en inzetbaarheid: Defensie moet sneller en vaker kunnen worden ingezet en moet een inzet langer vol kunnen houden. Dat geldt voor elk van de drie hoofdtaken van Defensie. Op dit moment is het grootste knelpunt het tekort aan operationele ondersteuning (combat support en combat service support) en inzetvoorraden (BKI). Betere ondersteuning maakt Defensie wendbaarder en meer schaalbaar. Met meer en betere ondersteuning kan Defensie vaker ‘ja’ zeggen tegen nationale en internationale hulpverzoeken. Investeren in ondersteuning verhoogt ook de betrokkenheid en motivatie van onze mensen. Oefeningen lopen niet langer vast op tekorten aan reserveonderdelen, transport en munitie. Als militairen beter getraind zijn, verhoogt dat de gereedheid van de krijgsmacht. Om de voordelen van de betere ondersteuning zo snel mogelijk te behalen, pakt Defensie de investeringen slim aan. We maken afspraken met internationale partners en bondgenoten over het gezamenlijk aanschaffen en onderhouden van (nieuwe) ondersteunende capaciteiten.

Om inzicht in de doeltreffendheid en doelmatigheid van deze actielijn te krijgen, voert Defensie onderzoeken, evaluaties en/of monitoringsactiviteiten uit op het gebied van training, ondersteuning van gevechtseenheden, vergroten van de voorraden, samenwerking, nationale taken en ondersteuning aan civiele autoriteiten.

Tabel 55 Thema 1 Krachtige Ondersteuning

Evaluatie

Type onderzoek

Afronding

Toelichting onderzoek

Actielijn 1 Defensienota «Krachtige ondersteuning»

Periodieke rapportage

n.t.b.

 

CMX’22 / Resilient Lion ’22

Ex-post evaluatie

2022

De NAVO organiseert periodiek een politiek-militair strategische crisismanagementoefening (Crisis Management Exercise, CMX) om besluitvorming in NAVO-verband te beoefenen. De editie van 2022 is afgelast in verband met de inval van Rusland in Oekraïne. Om alsnog relevante vraagstukken te bespreken in de daarvoor bestemde overleggen is de oefening Resilient Lion gehouden. Na afloop is de voorbereiding op – en deelname aan de oefening geëvalueerd en zijn aanbevelingen ter verbetering geformuleerd.

Flag Officer Sea Training (FOST)

Ex-durante evaluatie

2024

FOST is een instituut op het gebied van operationele training voor maritieme oorlogsvoering. Nederland doet al tientallen jaren mee aan de FOST. Met deze evaluatie wordt de doeltreffendheid en doelmatigheid van de Nederlandse deelname aan de FOST onderzocht.

Thema 2. Een goede werkgever, verbonden met de samenleving

Defensie heeft voldoende en de juiste mensen nodig om de uit de grondwet voortvloeiende hoofdtaken uit te voeren. Een toekomstbestendige krijgsmacht begint met investeringen in de mensen van Defensie. Zij zijn het hart van de organisatie. Zij moeten zich kunnen richten op hun unieke werk. Daarvoor moeten ze goed worden beloond, goede spullen hebben, passende opleidingen krijgen en in een veilige en prettige werkomgeving kunnen functioneren. De achterstand die Defensie door eerdere bezuinigingen heeft opgelopen, moet worden weggewerkt. Dat verbetert niet alleen de wendbaarheid, maar ook de gereedheid en inzetbaarheid van de organisatie.

Om inzicht in de doeltreffendheid en doelmatigheid van deze actielijn te krijgen, voert Defensie onderzoeken, evaluaties en/of monitoringsactiviteiten uit op het gebied van personeel, veiligheid, vastgoed en duurzaamheid.

Tabel 56 Thema 2. Een goede werkgever, verbonden met de samenleving

Evaluatie

Type onderzoek

Afronding

Toelichting onderzoek

Actielijn 2 Defensienota:«Een goede werkgever, verbonden met de samenleving»

Periodieke rapportage

n.t.b.

 

Toekomstvast - goedbeheerd

IBO

2021

Interdepartementaal beleidsonderzoek naar een toekomstbestendige vastgoedportefeuille voor Defensie.

Regeling Volledige Schadevergoeding (RVS)

Ex-post evaluatie

2021

De RVS is in 2014 vastgesteld met als doel de afhandeling van de materiële schadevergoeding voor o.a. gewonde veteranen sneller en adequater af te handelen. Bij het vaststellen van de RVS hebben de sociale partners afgesproken om de regeling na een aantal jaren te evalueren. De evaluatie wordt uitgevoerd door de Auditdienst Rijk (ADR).

Integraal risicomanagement

Ex-ante evaluatie (nulmeting)

2021

Binnen Defensie loopt het programma IRM. Dit onderzoek is uitgevoerd om de startsituatie in kaart te brengen (nulmeting) alsook ontwikkelambities en de daarvoor benodigde stappen te inventariseren. Het onderzoek is uitgevoerd door het Koninklijk Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum (NLR).

PvA Veiligheid

Ex-durante evaluatie

2022

Evaluatie van het PvA ‘Een veilige Defensieorganisatie’ om inzicht te krijgen in de status, de uitvoerbaarheid en de effectiviteit van de 40 maatregelen die in het PvA staan. De evaluatie is uitgevoerd door de ADR.

Barrières uitzenden vrouwelijke militairen

Ex-durante / ex-post evaluatie

2022

De Nederlandse krijgsmacht heeft zich gecommitteerd aan het ‘Elsie Initiatief’, dat gericht is op het vergroten van het aantal vrouwelijke militairen en politie in VN-vredesmissies. Een van de onderdelen van het initiatief is een zogeheten ‘barrière assessment’; een onderzoek om inzichtelijk te maken welke drempels in de organisatie het uitzenden van vrouwelijke militairen belemmeren.

Militaire gezondheidszorg

Beleidsdoorlichting

2022

Met deze beleidsdoorlichting wordt onderzocht in hoeverre het MGZ-beleid in de periode april 2011 tot september 2021 doelmatig en doeltreffend is geweest. Hiervoor wordt naar de herstructurering van de MGZ gekeken.

DEOS

Ex-durante evaluatie

2022

De Defensie Energie en Omgeving Strategie (DEOS) wordt geëvalueerd in de uitvoeringsagenda Duurzaamheid. Het doel van de evaluatie is om inzicht te krijgen in de huidige stand van zaken. Hierbij ligt de focus op doorontwikkeling van de duurzaamheidsdoelen.

Etnische diversiteit

Meting

2023

Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) doet in samenwerking met de defensieafdeling Trends, Onderzoek & Statistiek (TOS) onderzoek naar de etnische samenstelling van Defensie. Het onderzoek gaat over de periode 2018-2020.

PARESTO

Doorlichting agentschap

2023

Tijdens deze doorlichting wordt het functioneren van het agentschap PARESTO onderzocht met focus op de governance, financieel beheer, doelmatigheidsbevordering en bekostiging. Deze doorlichting wordt uitgevoerd conform de Regeling agentschappen.

Diversiteitsbeleid

Ex-durante evaluatie

2023

Deze evaluatie is gericht op het diversiteitsbeleid van Defensie en is een vervolg op het onderzoek «Grenzen aan de Eenheid» dat het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) in 2016/2017 heeft uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Defensie.

Aansturing vastgoedbeheer

Kwalitatief onderzoek

2024

Om meetbaar te maken in hoeverre wijzigingen in ons vastgoedbeheer leiden tot concrete verbeteringen, wordt een kwalitatief onderzoek uitgevoerd door een onafhankelijke partij.

Integraal risicomanagement

Ex-post evaluatie

2027

Binnen Defensie loopt het programma IRM. Dit programma is meerjarig en kent een groot bedrijfsvoeringscomponent waardoor behoefte aan tussentijdse herijking en bijsturing bestaat. Om de hiervoor benodigde inzichten te verzamelen, wordt in 2027 een evaluatie uitgevoerd. Met de uitkomsten van de ex-ante evaluatie (uitgevoerd door NLR, d.d. 2021) hebben de Defensieonderdelen implementatieplannen opgesteld, die als uitgangspunt voor de evaluatie in 2027 dienen.

Thema 3. Versterken van specialismen

Defensie kiest voor extra investeringen in die capaciteiten en kwaliteiten waar onze krijgsmacht goed in is en die de grootste meerwaarde hebben voor het gezamenlijk optreden met onze bondgenoten en partners. Zo kunnen we het gevecht samen winnen – en als we dat kunnen, schrikken we potentiële tegenstanders zoveel mogelijk af om het gevecht aan te gaan.

De krijgsmacht werkt ten aanzien van specialismen nauw samen met bondgenoten. Hiermee levert Defensie een belangrijke bijdrage aan de veiligheid van Europa. Niet alle partners doen hetzelfde en partners hebben verschillende capaciteiten waar ze onderscheidend en van meerwaarde in zijn, onder andere door hun geografische ligging en specifieke kwaliteiten. Door met extra investeringen specialismen te versterken, wordt de totale gevechtskracht op een slimme manier vergroot.

Nederland is een aanjager binnen Europa om te komen tot meer specialisatie. Het is een langdurig traject, maar gezamenlijk hebben we meer impact en gezamenlijk leveren we een hogere effectiviteit van optreden.

Om inzicht in de doeltreffendheid en doelmatigheid van deze actielijn te krijgen, voert Defensie onderzoeken, evaluaties en/of monitoringsactiviteiten uit op het gebied van extra capaciteiten, samenwerking met partners en bondgenoten, het materieelproces en duurzaam materieel.

Tabel 57 Thema 3. Versterken van specialismen

Evaluatie

Type onderzoek

Afronding

Toelichting onderzoek

Actielijn 3 Defensienota: «Versterken van specialismen»

Periodieke rapportage

n.t.b.

 

COTS/MOTS

Beleidsdoorlichting

2021

Met deze beleidsdoorlichting is onderzocht in hoeverre het COTS/MOTS-beleid bijdraagt aan een betere voorspelbaarheid en beheersbaarheid van materieelprojecten op de aspecten tijd en geld.

Defensiematerieelfonds

Ex-durante evaluatie

2027

Het DMF heeft ten doel te voorzien in een meerjarig integraal beheer van de financiering en bekostiging van de ontwikkeling, de verwerving, de instandhouding en de afstoting van het materieel, de ICT-middelen en de infrastructuur van het Ministerie van Defensie. Door het inrichten van een separaat fonds nemen naar verwachting de schokbestendigheid en betrouwbaarheid toe. Bij de instelling van het DMF is besloten deze in 2027 te evalueren; het fonds wordt dan op doelmatigheid en doeltreffendheid beoordeeld.

Thema 4. Meer Europese samenwerking

Europese landen moeten zichzelf en hun belangen beter kunnen verdedigen. De vrijheid, veiligheid en welvaart van Europese burgers moeten worden beschermd. Dat kan Nederland alleen samen met onze bondgenoten en partners: het geheel is meer dan de som der delen. Een sterke NAVO -als hoeksteen van de Nederlandse collectieve verdediging- en een sterke EU zijn dus nodig.

Met de groei van het Nederlandse defensiebudget, en dat van onze partners, ontstaan kansen om nog beter internationaal samen te werken. Die kansen benutten we, om doelmatig te investeren. Bijvoorbeeld door te kiezen voor dezelfde wapensystemen, zodat we gezamenlijk onderhoud kunnen uitvoeren en makkelijker en beter kunnen oefenen en inzetten. Hiermee vergroten we de interoperabiliteit en daarmee de slagkracht van de Europese landen.

Europa is een krachtiger partner in de trans-Atlantische relatie als de Europese landen een grotere rol kunnen spelen in het beschermen van de eigen belangen. Daarvoor is het nodig dat Europa zelfstandig kan beschikken over basale capaciteiten zoals strategisch luchttransport.

Om inzicht in de doeltreffendheid en doelmatigheid van deze actielijn te krijgen, voert Defensie onderzoeken, evaluaties en/of monitoringsactiviteiten uit op het gebied van de versterking van de samenwerking in NAVO- en EU-verband en de overige multi- en bilaterale samenwerking.

Tabel 58 Thema 4. Meer Europese samenwerking

Evaluatie

Type onderzoek

Afronding

Toelichting onderzoek

Actielijn 4 Defensienota: «Meer Europese samenwerking»

Periodieke rapportage

n.t.b.

 

Benutten EU-instrumenten capaciteitsontwikkeling

Ex-durante

2023

Om Europese defensiesamenwerking op het terrein van capaciteitsontwikkeling te kunnen vergroten is het van belang dat EU-instrumenten en processen (CDP, CARD, PESCO, EDA, EDF) optimaal worden benut.Tijdens de evaluatie wordt gekeken naar de mate waarin instrumenten geïmplementeerd zijn in de eigen planprocessen, wat dit tot nu toe concreet heeft opgeleverd en hoe hier verdere stappen in genomen kunnen worden.

NL-DEU samenwerkingsverbanden

Ex-post evaluatie

2023

Tijdens deze evaluatie wordt o.a. gekeken naar de doeltreffendheid en doelmatigheid alsook succesfactoren en mogelijke verbeterpunten van (een van) de bestaande samenwerkingsverbanden tussen Nederland en Duitsland.

Europees Defensiefonds

Ex-durante

2024/2025

Eind 2024 staat een evaluatie van het EDF in EU-kader gepland (in art. 32 van de verordening is vastgelegd dat maximaal 4 jaar na de start van het EDF een evaluatie zal plaatsvinden). Nederland start parallel daaraan ook een eigen evaluatie.

Thema 5. Innoverend vermogen en nieuwe domeinen

Als technologische ontwikkelingen zo snel gaan als nu, is stilstand achteruitgang. Daarom blijft Defensie vooroplopen in onderzoek en ontwikkeling, en in de verkenning van nieuwe domeinen. Dat doen we samen met onze bondgenoten en partners. Dit past bij de kracht van Nederland als kennis- en netwerkeconomie. Een sterk innoverend vermogen zorgt dat Defensie als hoogtechnologische organisatie kan inspelen op relevante ontwikkelingen.

De Nederlandse defensie-industrie en kennisinstellingen dragen hieraan optimaal bij, als ze goed kunnen samenwerken met Europese en internationale partners. Hierdoor kunnen de defensie-industrie en kennisinstellingen internationaal volwaardig participeren als hoogwaardige partner of toeleverancier bij de ontwikkeling, productie en instandhouding van innovatieve producten of technologie. Zo verbeteren we de strategische autonomie en dragen we bij aan een zelfredzamer Europa.

Nieuwe dreigingen vinden door technologische ontwikkelingen steeds vaker in nieuwe domeinen plaats. Denk bijvoorbeeld aan het cyberdomein en aan de ruimte. Dit vraagt om kennisopbouw en innovatie, en vervolgens ook om nieuwe capaciteiten. In deze nieuwe domeinen versterkt Defensie daarom gericht haar gevechtskracht.

Om inzicht in de doeltreffendheid en doelmatigheid van deze actielijn te krijgen, voert Defensie onderzoeken, evaluaties en/of monitoringsactiviteiten uit op het gebied van samenwerkingsverbanden, kennis- en technologieontwikkeling, innovatie, het ruimtedomein en arbeidsextensiever werken.

Tabel 59 Thema 5. Innoverend vermogen en nieuwe domeinen

Evaluatie

Type onderzoek

Afronding

Toelichting onderzoek

Actielijn 5 Defensienota: «Innoverend vermogen en nieuwe domeinen»

Periodieke rapportage

n.t.b.

 

Kennis- en Innovatie Convenant (KIC)

Ex-durante evaluatie (interdepartementaal)

2021

Halverwege de looptijd van het KIC is onder verantwoordelijkheid van MinEZK geëvalueerd of de afspraken in dit convenant nog voldoen en of de voorgenomen budgetten adequaat zijn.

PPS Toeslagregeling

Ex-durante evaluatie (interdepartementaal)

2021

In opdracht van MinEZK heeft onderzoeksbureau Dialogic samen met de universiteit Maastricht een evaluatie van de PPS-toeslagregeling 2016-2020 uitgevoerd. Hierbij zijn de departementen en andere relevante stakeholders i.r.t. het Missiegedreven Topsectoren- en Innovatiebeleid (MITB) betrokken. Ook Defensie is vanwege haar rol bij de KIA Veiligheid betrokken.

Thema 6. Informatiegestuurd werken en optreden

Het slagveld digitaliseert. De hoeveelheid data neemt enorm toe. Informatietechnologie (IT) en techniek in bredere zin ontwikkelen razendsnel. De defensieorganisatie moet informatie sneller en slimmer verkrijgen, verwerken en verspreiden om gericht te sturen en zo succesvol te kunnen zijn in moderne conflicten en crises: dat is de kern van informatiegestuurd optreden. Dit is geen keuze maar een noodzaak. Nederlandse militairen kunnen geconfronteerd worden met tegenstanders die informatietechnologie benutten om sneller en krachtiger te worden, bijvoorbeeld in het cyberdomein. Defensie moet weerbaar zijn tegen desinformatie, moet haar eigen systemen kunnen beschermen tegen cyberaanvallen en moet in het uiterste geval zelf offensieve cyberoperaties kunnen uitvoeren.

Om inzicht in de doeltreffendheid en doelmatigheid van deze actielijn te krijgen, voert Defensie onderzoeken, evaluaties en/of monitoringsactiviteiten uit op het gebied van commandovoering,inlichtingen, multidomein optreden, cybercapaciteiten en samenwerking met (inter)nationale veiligheidspartners.

Tabel 60 Thema 6. Informatiegestuurd werken en optreden

Evaluatie

Type onderzoek

Afronding

Toelichting onderzoek

Actielijn 6 Defensienota: «Informatiegestuurd werken en optreden»

Periodieke rapportage

n.t.b.

 

IGO KMar

Beleidsdoorlichting

2022

In 2008 is de KMar gestart met het programma Informatie Gestuurd Optreden (IGO KMar). De beleidsdoorlichting onderzoekt of de beoogde effecten zijn bereikt en waar ruimte is voor verbetering. De beleidsdoorlichting heeft, mede als gevolg van Corona, vertraging opgelopen. Hier is de Kamer op 8 september 2021 over geïnformeerd (Kamerstuk 31 516, nr. 33). De planning van de beleidsdoorlichting is aangepast en de uitkomsten worden in 2022 (i.p.v. 2021) aan de Kamer toegestuurd.

LIMC

Ex-post onderzoek

2022

Conform de motie Belhaj c.s. (Kamerstuk 32 761, nr. 186) heeft de minister van Defensie besloten om een onafhankelijk onderzoek in te stellen naar het Land Information Manoeuvre Centre (LIMC). De onderzoekscommissie staat onder leiding van Harm Brouwer en richt zich op de besluitvorming rond zowel de oprichting als de uitvoering van de taken van het LIMC en de lessen die daar voor de toekomst uit te trekken zijn. De resultaten van het onderzoek worden betrokken bij de reeds aangekondigde beleidsvisie Informatiegestuurd Optreden (IGO).

In 2015 is het ministerie van Defensie gestart met een grootschalig IT-vernieuwingsprogramma, genaamd Grensverleggende IT (GrIT). De Tweede Kamer heeft GrIT in februari 2021 aangewezen als groot project, zoals bedoeld in de Regeling Grote Projecten (RGP). Dit betekent dat Defensie met een basisrapportage en halfjaarlijkse voortgangsrapportages rapporteert aan de Tweede Kamer. Daarnaast was een tussenevaluatie op de uitvoering van GrIT in 2022 door de Auditdienst Rijk (ADR) voorzien. Gelet op de omvang en diepgang van de RGP-rapportages, en het gegeven dat de ADR controles uitvoert op zowel de basisrapportage als de voortgangsrapportages, wordt van een extra tussenevaluatie door de ADR afgezien. In dit kader is verder relevant dat het Adviescollege ICT-toetsing (AcICT) in 2023 een BIT-toets zal uitvoeren op de beheersing van GrIT.

Missies en operaties

Nederland neemt deel aan diversie (militaire) missies. Het gaat om verschillende typen missies, waaronder vredesmissies, crisibeheersingsoperaties, enhanced forward presence, snel inzetbare reactiemachten van de NAVO en de EU, trainingsmissies en militaire assistentie, nationale operaties en humanitaire operaties. De Nederlandse inzet richt zich primair op gebieden waar de Nederlandse veiligheid en belangen in het geding zijn. De inzet van de krijgsmacht in missies maakt doorgaans deel uit van een geïntegreerde aanpak.

In Kamerstuk 27925, nr. 721 wordt toegelicht hoe en wanneer Defensie missies en monitort en evalueert. Zo zet het stuk uiteen dat Defensie gebruikmaakt van voortgangsrapportages (VGR), tussentijdse evaluaties, eindevaluaties en in enkele gevallen een post-missie beoordeling.

Conform het Toetsingskader wordt voor elke artikel-100 missie een eindevaluatie uitgevoerd. Dit wordt sinds 1 mei 2020 niet meer door de departementen Defensie, Buitenlandse Zaken en Justitie & Veiligheid gedaan, maar door een onafhankelijke partij.

Met de evaluaties van missies verzamelt Defensie kennis over alle SEA-thema’s. De missie-onderzoeken en -evaluaties worden derhalve in een separate tabel op de SEA geplaatst.

Tabel 61 Missies en operaties

Evaluatie

Type onderzoek

Afronding

Toelichting onderzoek

EMASOH

Ex-post evaluatie

2021

Van eind januari tot eind juni 2020 heeft Nederland deelgenomen aan de European-Led Mission Awareness Strait of Hormuz (EMASOH). Deze deelname is door een onafhankelijke partij (The Hague Centre for Strategic Studies) geëvalueerd. De evaluatie was gericht op het beoordelen van de mate waarin de doelstellingen van de Nederlandse bijdrage aan EMASOH zijn gehaald en op welke wijze de ingezette militaire en diplomatieke capaciteiten daaraan hebben bijgedragen.

MINUSMA

Ex-post evaluatie

2022

De Nederlandse bijdrage aan MINUSMA werd op 1 mei 2019 beëindigd. De eindevaluatie van de Nederlandse bijdrage aan MINUSMA wordt door de directie Internationaal Onderzoek en Beleidsevaluatie (IOB) uitgevoerd. Onderzocht wordt in hoeverre de doelen voor de Nederlandse bijdrage aan MINUSMA zijn bereikt en welke lessen daaruit kunnen worden getrokken voor de besluitvorming over alsook opzet en uitvoering van toekomstige missies.

C130 MINUSMA

Ex-post evaluatie

 

De artikel-100 missiebijdrage van Nederland aan de VN-missie in Mali (MINUSMA), met een C-130 transportvliegtuig inclusief bemanning en ondersteunend personeel van november 2021 tot en met medio mei 2022, wordt na afloop geëvalueerd door een onafhankelijke partij.

Resolute Support Mission

Ex-post evaluatie

2023

Van 2015 tot 2021 nam Nederland deel aan de NAVO-missie Resolute Support in Afghanistan. De evaluatie van de Nederlandse bijdragen aan de Resolute Support missie wordt door de directie Internationaal Onderzoek en Beleidsevaluatie (IOB) geëvalueerd. Het doel van deze evaluatie is te onderzoeken in hoeverre de doelen van de Nederlandse bijdrage aan Resolute Support zijn bereikt, hoe tegenvallende of succesvolle resultaten kunnen worden verklaard en welke lessen kunnen worden getrokken voor toekomstige Nederlandse missiebijdragen.

Wapeninzet Hawija

Ex-post evaluatie

 

Evaluatie gericht op de vraag hoe bij de Nederlandse wapeninzet in Hawija, Irak, in de nacht van 2 op 3 juni 2015, burgerslachtoffers hebben kunnen vallen evenals welke lessen hieruit te trekken zijn voor de toekomst. Deze evaluatie wordt uitgevoerd door een onafhankelijke onderzoekscommissie van tijdelijke aard (Kamerstuk 27925, nr. 753 en 754) die onder leiding staat van mr. Winnie Sorgdrager, Minister van Staat. Het instellen van deze commissie komt voort uit de uitvoering van motie Belhaj, Kamerstuk 27925, nr. 14.

Crisisaanpak inzake Afghanistan

Ex-post evaluatie

 

Evaluatie van de crisisaanpak inzake Afghanistan, inclusief de evacuatieoperatie vanuit Kaboel. Deze evaluatie wordt uitgevoerd door een externe onafhankelijke commissie van tijdelijke aard (Kamerstuk 27 925, nr. 889).

20 jaar Nederlandse inzet in Afghanistan

Ex-post onderzoek

2025/2026

Breed en onafhankelijk onderzoek naar het resultaat van twintig jaar Nederlandse inzet in Afghanistan (Kamerstuk 27925, nr. 885). Dit onderzoek wordt uitgevoerd door het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies i.s.m. het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH).

Tabel 62 Overige onderzoeken en evaluaties

Evaluatie

Type onderzoek

Afronding

Toelichting onderzoek

Nationaal comité herdenking capitulatie Wageningen 1945 (NCHC)

Periodieke subsidie-evaluatie

2021

Conform de Algemene Wet Bestuursrecht (AWB) art 4.24 is Defensie verplicht subsidies elke vijf jaar te evalueren. In 2021 is daarom de subsidie aan het NCHC geëvalueerd.

Financiering Nationale Inzet Krijgsmacht (FNIK)

Ex-durante evaluatie

2021

Vierjaarlijkse evaluatie van het FNIK-convenant waarbij wordt gekeken naar de inhoud, het functioneren, de uitvoering en het beschikbare budget.

Subsidieverstrekkingen onderzoek

Ex-durante evaluatie

2022

Conform de Algemene Wet Bestuursrecht (AWB) art 4.24 is Defensie verplicht subsidies elke vijf jaar te evalueren. Voor 2022 staan 13 subsidie-evaluaties gepland. Hieronder vallen bijvoorbeeld subsidieverstrekkingen aan vier veteranenorganisaties die nu gezamenlijk onderdeel zijn van een enkele stichting: het Nederlands Veteranen Instituut. Voor het verantwoordingsonderzoek 2021 heeft de Algemene Rekenkamer (AR) o.a. naar het subsidiebeheer van Defensie gekeken. De hieruit voortgekomen aanbevelingen gebruikt Defensie om het subsidiebeheer te verbeteren.

Publieke investeringen in een politieke context

Interdepartementaal beleidsonderzoek (IBO)

2023

Dit IBO onderzoekt hoe een kabinet schaarse investeringsmiddelen zo doeltreffend en doelmatig kan alloceren. Het onderzoek wordt door het Ministerie van Financiën getrokken en Defensie neemt deel aan de werkgroep.

6

Kamerstuk 31865, nr. 184

Licence