Base description which applies to whole site

Beleidsprioriteiten

Inleiding

Het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) staat voor een duurzaam en ondernemend Nederland. Het jaar 2023 zal voor EZK in het teken staan van een duurzaam herstel uit de coronacrisis, het voortvarend voortzetten van de klimaat- en energietransitie en het monitoren van en omgaan met de gevolgen van de oorlog in Oekraïne.

Samen met zijn partners werkt EZK aan de brede welvaart van alle Nederlanders, nu en later. Wij werken aan de klimaatambities, op weg naar een duurzame samenleving met schone, betrouwbare, veilige en betaalbare energie. We staan voor een open economie met een sterke internationale concurrentiepositie en oog voor economische veiligheid. We stimuleren innovatie en benutten de economische en maatschappelijke kansen van digitalisering. We geven ondernemers de ruimte en borgen de balans tussen de belangen van bedrijven en burgers. We streven naar een economie die aansluit op de draagkracht van de leefomgeving, en tegelijkertijd kan groeien. Juist ook om de transities waar we voor staan succesvol door te maken, hebben we een sterke economie met vindingrijke ondernemers hard nodig.

Economisch beeld

De impact van de coronacrisis op de economie was in Nederland vergeleken met veel omliggende landen relatief klein, maar de crisis was niettemin zeer ingrijpend. Om de economische schok op te vangen en ondernemers en bedrijven door die zware tijd heen te helpen heeft EZK zich samen met andere departementen ingezet voor adequate steunmaatregelen. En met resultaat: bedrijven bleven overeind, het aantal faillissementen bleef laag en een groot deel van de banen en inkomens zijn behouden. Het verloop van een pandemie is onvoorspelbaar, maar de vooruitzichten omtrent corona lijken nu beter dan voorheen. De vaccinatiegraad is hoog en de omikronvariant is minder ziekmakend. Bovendien hebben we beter met het virus om leren gaan. Tegelijkertijd is corona nog niet verdwenen en moeten we rekening blijven houden met een opleving van het virus.

Inmiddels is de Nederlandse economie goed hersteld van de pandemie, en heeft ze sinds het derde kwartaal van 2021 haar pre-pandemische niveau weer bereikt. Ook is de werkloosheid laag en groeit de uitvoer gestaag. Dit is te danken aan de veerkracht van de Nederlandse economie in samenhang met de effectiviteit van de overheidssteun aan werkenden en ondernemers.12 Ook de relatief vergevorderde digitalisering van de Nederlandse economie en samenleving heeft hieraan bijgedragen.3 Deze langetermijntrend van digitalisering is bovendien als gevolg van de pandemie in een verdere versnelling geraakt. Het herstel is dusdanig dat het Centraal Planbureau (CPB) nu inschat dat de coronacrisis geen permanente macro-economische schade heeft toegebracht.4

Omdat de rationale voor steunpakketten is weggevallen, is de coronasteun in 2022 stopgezet. Dit zal de economische dynamiek herstellen, wat belangrijk is voor het aanpassingsvermogen en de modernisering van de economie. Dit is temeer het geval vanwege de grote krapte op de arbeidsmarkt. Deze krapte is een gevolg van de goede stand van de economie, maar leidt wel tot serieuze problemen. Het maakt het lastiger voor bedrijven om te groeien, bemoeilijkt publieke dienstverlening en kan belangrijke transities in de weg staan. Dat de economie op macroniveau hersteld is, neemt niet weg dat een mogelijke heropleving van het virus voor sommige ondernemingen een risico is. De gesprekken tussen het kabinet en sectoren zorgen ervoor dat we hierop voorbereid zijn. Daarnaast zijn er ondernemers voor wie de gevolgen van corona nog niet voorbij zijn. Daarom heeft het kabinet onder meer besloten om schulden intensief te monitoren en opties te verkennen die bij zouden kunnen dragen aan het verder ondersteunen van ondernemers met hoge coronaschulden.

In 2022 is Europa opnieuw opgeschud door een crisis: de Russische aanval op Oekraïne. De oorlog in Oekraïne is uiteraard in de eerste plaats een catastrofe voor de Oekraïense bevolking. Naast het grote leed aldaar heeft de oorlog economische gevolgen in de hele wereld, waaronder in Nederland. Het voornaamste gevolg is een verdere stijging van de inflatie, die al was opgelopen door de coronacrisis en bijbehorende problemen in internationale waardeketens. De inflatie zal in 2022 naar verwachting 9,9 procent bedragen.5 De oorlog beïnvloedt de inflatie met name via de energieprijzen. De doorwerking van energieprijzen in de inflatie is zowel direct als indirect, via de hogere prijzen van andere goederen en diensten vanwege energiegebruik in het productieproces. De inflatie leidt tot een geschatte daling van mediane koopkracht in 2022 van 6,8 procent.6 De hogere energieprijzen zijn in het bijzonder problematisch voor huishoudens met lagere inkomens, die een relatief groot deel van hun inkomen uitgeven aan energie en de prijzen van producten zien stijgen, en voor bedrijven in de in Nederland belangrijke energie-intensieve industrie die hogere prijzen niet kunnen doorberekenen.

Het economisch perspectief in 2023 is onzeker. De verdere ontwikkeling van de inflatie is immers moeilijk te voorspellen, temeer omdat het in grote mate afhangt van zeer volatiele energieprijzen. Als gevolg hiervan is ook de ontwikkeling van de koopkracht van burgers met onzekerheid omgeven. In de Macro-Economische Verkenningen, een raming van het Centraal Planbureau (CPB) uit september 2022, is de geraamde mediane koopkrachtstijging in 2023 3,9 procent. Energieprijzen die (fors) hoger of lager uitvallen dan verwacht kunnen de koopkracht echter ten goede of ten slechte beïnvloeden. Ook de economische impact van de stikstofproblematiek is een onzekere factor. De economie groeit in 2022 naar verwachting wel sterk, met 4,6 procent, al valt de groei in 2023 terug naar 1,5 procent.7

De ambitie van dit kabinet is een sterke, vernieuwende en duurzame economie. Een economie die bijdraagt aan ons (toekomstig) verdienvermogen en tegelijkertijd bijdraagt aan het oplossen van de grote vraagstukken van deze. Een economie, kortom, die bijdraagt aan brede welvaart in Nederland. De Nederlandse economie en maatschappij hebben zich de afgelopen jaren veerkrachtig getoond, en het kabinet vertrouwt erop dat de economie deze veerkracht zal behouden. Evenwel vraagt het behoud van onze welvaart om niet-aflatende aandacht. Daarom zal EZK zich ook in 2023 weer inzetten om de uitdagingen waar het voor staat het hoofd te bieden.

Lange termijn verdienvermogen

Een groot deel van de groei die de Nederlandse economie de afgelopen decennia heeft doorgemaakt vloeide toe naar de stijgende kosten van collectieve voorzieningen en het beheersen van de staatsschuld, waardoor veel mensen te weinig van deze economische groei hebben kunnen merken in hun portemonnee. Om te borgen dat in de toekomst niet alleen de collectieve voorzieningen kunnen worden blijven betaald, maar ook de bestedingsruimte voor huishoudens wordt gecreëerd, richt EZK zich ook op het lange termijn verdienvermogen zoals beschreven in de Groeistrategie. EZK streeft naar economische groei die aansluit op de andere beleidsdoelen die EZK en het Rijk hebben, in het bijzonder een succesvolle en tijdige energie- en klimaattransitie en de transitie naar een circulaire economie. Met deze duurzame groei kunnen het streven naar materiële welvaart en het beschermen van de leefomgeving worden samengebracht. Concreet geeft EZK hier vorm aan via onder andere het missiegedreven innovatiebeleid en het Nationaal Groeifonds.

EZK zet zich in voor een blijvend sterke economie, waarin innovatieve koplopers vernieuwing aanjagen en een brede basis van bedrijven werkgelegenheid biedt aan velen. Het Missiegedreven Topsectoren- en Innovatiebeleid van EZK benut de innovatiekracht van de topsectoren om belangrijke bijdragen te leveren aan het vermarkten van vernieuwingen en het aanpakken van sociale en maatschappelijke vraagstukken. De creativiteit en innovatiekracht van startups en scale-ups en andere partners in het ecosysteem zijn de banenmotor van de toekomst en dragen met hun innovatieve producten en diensten bij aan het oplossen van maatschappelijke vraagstukken. Nederland scoort internationaal goed op het gebied van concurrentiekracht (World Economic Forum) en innovatie (Global Innovation Index). Om op wereldniveau mee te blijven doen zal Nederland het van innovatie moeten hebben. Daarom zal het kabinet stijging van de R&D-uitgaven door bedrijven en kennisinstellingen extra stimuleren.

Ook in 2023 zal het Nationaal Groeifonds bijdragen aan het vergroten van het Nederlands verdienvermogen. Het Nationaal Groeifonds richt zich vanaf de derde ronde van het Groeifonds op investeringen op twee terreinen: Kennisontwikkeling enerzijds en Onderzoek, ontwikkeling en innovatie anderzijds. In 2021 besloot het kabinet bij de eerste ronde van het Nationaal Groeifonds om voor ruim € 4,1 mld (al dan niet voorwaardelijk) toe te kennen en te reserveren. In 2022 werd voor de tweede ronde besloten tot het (al dan niet voorwaardelijk) toekennen van € 5 mld en het reserveren van € 1,3 mld, voor in totaal 28 projecten. Hiermee wordt fors geïnvesteerd in duurzame economische groei in Nederland.

Een dwarsdoorsnijdende uitdaging bij alle opgaven waar EZK voor staat is de grote krapte op de arbeidsmarkt. Zo vormen personeelstekorten op dit moment een grote belemmering voor de klimaat- en digitale transitie. Maar ook voor het realiseren van duurzame groei zijn de tekorten een probleem. Deze kabinetsperiode wil EZK daarom, samen met SZW en OCW, de tekorten aan technici en ICT’ers terugdringen. Dat doet het kabinet middels het Actieplan Groene en Digitale Banen.8 Doel is om met dit actieplan tot aanvullend beleid te komen. Tegelijkertijd ligt er ook een kans besloten in de arbeidsmarktkrapte. Door voortvarend aan de slag te gaan met digitalisering en andere technologische vernieuwing kunnen we onze productiviteit verhogen, en daarmee onze welvaart. De vindingrijkheid van bedrijven is hierbij onmisbaar.

Duurzaam Nederland

Vanuit onze nationale verantwoordelijkheid om de mondiale temperatuurstijging te beperken, heeft Nederland in 2019 een Klimaatwet vastgelegd. Deze wet biedt een kader voor beleid gericht op het terugdringen van de emissies van broeikasgassen in Nederland, tot klimaatneutraliteit in 2050. Inmiddels heeft de EU overeenstemming bereikt over verhoging van het 2030-doel van ten minste 40 procent reductie van broeikasgassen ten opzichte van 1990 naar ten minste 55 procent. In het in 2022 gepubliceerde coalitieakkoord is ook voor Nederland het doel van ten minste 55 procent reductie in 2030 opgenomen, en klimaatneutraliteit in 2050. Daarnaast streeft Nederland naar een circulaire economie in 2050.

Nederland staat voor een ongekende transitie op het gebied van duurzaamheid en een klimaatneutrale economie. De oorlog in Oekraïne heeft het belang van een succesvolle energie- en klimaattransitie nader onderstreept. EZK zet zich in voor het combineren van het streven naar duurzame groei en een sterke economie met het verbeteren van het milieu, middels reductie van broeikasgasemissies en andere schadelijke emissies, aanpak van de stikstofproblematiek en circulariteit. Ook leveringszekerheid van energie en onafhankelijk worden van Russisch gas en olie zijn belangrijke doelen. Verder is leveringszekerheid van kritieke metalen van cruciaal belang voor de energietransitie. Een circulaire economie draagt daaraan bij, evenals aan het verlagen van broeikasgasemissies in de hele keten.

Klimaat

Het kabinet heeft in het Coalitieakkoord verschillende maatregelen aangekondigd om invulling te geven aan de aangescherpte klimaatdoelen. Het ontwerp-beleidsprogramma, dat op 2 juni jl. naar de Tweede Kamer is gestuurd bevat de uitwerking van het klimaatbeleid uit het Coalitieakkoord en beschrijft de belangrijkste instrumenten en doelstellingen voor de verschillende sectoren.

De doorrekening door het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) bij de Klimaat- en Energieverkenning 2022 zal uitwijzen of het ontwerp-beleidsprogramma de 55% reductiedoelstelling met een grote mate van zekerheid kan realiseren. Ter ondersteuning van het ontwerp-beleidsprogramma loopt een Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO) in samenwerking met externe onderzoeks- en planbureaus. Dit IBO moet in kaart brengen welke aanvullingen op het beleidsprogramma denkbaar zijn, inclusief uitvoeringsaspecten en wetstechnische aspecten.

In Europees verband zal afronding van de trilogen en implementatie van plannen als RePowerEU en Fit for 55 hoog op de agenda staan. Deze plannen moeten bijdragen aan het reduceren van de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen, specifiek die van Rusland, en bijdragen aan het behalen van de klimaatdoelstellingen.

Additioneel aan andere klimaatmaatregelen komt er een Klimaatfonds voor de periode tot en met 2030. Dit fonds stelt middelen beschikbaar voor additionele maatregelen om de reductiedoelstellingen in de Klimaatwet te behalen. De uitwerking geschiedt via een begrotingsfonds, op te richten met een instellingswet. Deze wet zal in het najaar van 2022 aan de Tweede Kamer worden aangeboden.

Energie

Het is van groot belang dat Nederland minder afhankelijk wordt van de import van aardgas uit Rusland, de energievoorziening klimaatneutraal maakt en het toekomstige energiesysteem efficiënt vormgeeft. Hiervoor is een breed scala aan maatregelen nodig. Een belangrijk onderdeel van de Nederlandse aanpak voor de energietransitie is de inzet op extra windenergie op zee. Om dit mogelijk te maken zijn er in het Programma Noordzee 2022-2027 windenergiegebieden aangewezen waarin ruimte is voor 10,7 GW extra windenergie tot en met 2030. Bovenop de huidige plannen komt het dan tot een totale capaciteit van circa 21 GW rond 2030. Ook is een forse inzet nodig op de ontwikkeling van groene waterstofproductie in Nederland. De huidige ambitie is 500 MW elektrolysecapaciteit in 2025 en 3 tot 4 GW in 2030. Tevens wordt ingezet op de ontwikkeling van een landelijk dekkende infrastructuur en de stimulering van de import van groene waterstof. In het geheel aan opties voor CO2-vrije elektriciteitsproductie kan ook kernenergie een hernieuwde rol spelen. Het kabinet zet daarom in op verlenging van de levensduur van de kerncentrale in Borssele. Daarnaast stimuleert het kabinet de bouw van twee nieuwe kerncentrales. Ook wordt bezien of kleinschaliger centrales die een kortere realisatietermijn vergen een goede optie zijn, rekening houdend met ruimtelijke ordeningsaspecten.

Om de transitie naar een klimaatneutraal energiesysteem in 2050 vorm te geven is behoefte aan regie en coördinatie door het Rijk. Hiertoe wordt een visie op het energiesysteem in 2050 ontwikkeld in de vorm van een Nationaal Plan Energiesysteem, inclusief een vertaling naar systeemkeuzes in het heden. Om te kunnen sturen op systeemkeuzes wordt een aantal financiële instrumenten en regelingen uitgevoerd, waaronder de SDE++, en wordt gestuurd op de ruimtelijke kant van het energiebeleid door middel van onder andere het Programma Energie Hoofdstructuur (PEH) en de inzet voor de Omgevingswet.

Nederland heeft de ambitie om voor het einde van 2022 van Russische fossiele bronnen onafhankelijk te zijn. Het Rijk biedt ondersteuning zodat met een aantal drijvende LNG-terminals in de Eemshaven meer LNG naar Noordwest-Europa kan worden vervoerd. Ook wordt via verschillende maatregelen zorg gedragen voor het vullen van de gasopslagen. Ook de winning van olie en gas op de Noordzee is in dit licht belangrijk, in het bijzonder voor de leveringszekerheid van gas in de winter van 2023/2024. De olie- en gassector gaat met producenten in andere sectoren werken aan een transitieplan Noordzee, waarin de winning van fossiele brandstoffen op middellange termijn zal verminderen en de toenemende productie van hernieuwbare energie gestalte krijgt.

Een ander belangrijk doel is energiebesparing. Minder energiegebruik betekent minder noodzaak van duurzame opwek, transportcapaciteit en import. De energiebesparingsplicht voor maatregelen die een terugverdientijd kennen van vijf jaar of minder wordt in 2023 uitgebreid naar vergunningsplichtigen en ETS-bedrijven. Daarnaast wordt de zogenaamde Erkende maatregelenlijst geactualiseerd en wordt de monitoring en het toezicht op de besparingsplicht geïntensiveerd.

Ondernemend Nederland

Om onze welvaart ook in de toekomst te behouden zijn een excellent vestigings- en investeringsklimaat, vernieuwing, innovatie en verduurzaming cruciaal.

Strategisch industriebeleid en economische veiligheid

Het kabinet heeft in het Coalitieakkoord aangekondigd meer regie te willen voeren middels een strategisch industriebeleid. Dat zal op verschillende manieren in 2023 tot uiting komen in navolging op de industriebrief die juli 2022 aan de Kamer is gestuurd. EZK zal het belang van een sterke industriële basis van Nederland onderstrepen, onder andere via Nationale Groeifonds projecten en de maatwerkaanpak (Klimaatfonds), bedrijven ondersteunen in hun ambities om te verduurzamen, digitaliseren en hun positie in de internationale waardeketens beter te borgen. Dit betekent een beweging van louter faciliterend beleid naar regisserend beleid via stimuleren, normeren en beprijzen. Deze steun is overigens niet onvoorwaardelijk: de industrie moet zich aanpassen aan de eisen van de tijd, zoals verduurzaming en IMVO-verplichtingen. EZK zal haar private partners wijzen op het belang van wederkerigheid, en ook vanuit eigen inkoop- en aanbestedingsbeleid het goede voorbeeld geven.

In 2023 zal ook actiever worden ingezet op de Europese markt en internationale samenwerking, samen met onze publiek-private partners. Ook economische veiligheid kan in 2023 vanuit deze samenwerking worden bestendigd, door het vergroten van de kennisbasis rond sensitieve technologieën en versterking van het technologisch leiderschap in sectoren zoals halfgeleiders, telecom, energie en defensie-industrie. Via de Wet veiligheidstoets investeringen, fusies en overnames (Vifo) wordt zorg gedragen voor het voorkomen van ongewenste investeringen en samenwerkingsverbanden.

Duurzame industrie

Een belangrijk onderdeel van het Klimaatakkoord is verduurzaming van de industrie. De energie-intensieve industrie staat voor een grote transitieopgave naar een CO2-neutrale, schone en circulaire industrie. In april 2022 heeft het kabinet in een Kamerbrief9 haar plannen hiervoor uiteengezet. Verduurzaming wordt ten eerste gestimuleerd middels normering en beprijzing. Dit gaat onder andere om aanscherping van de CO2-heffing, invoering van een CO2-minimumprijs, aanpassing van de Energiebelasting en Opslag Duurzame Energie- en Klimaattransitie en aanscherping van de energiebesparingsplicht.

Ten tweede wordt ingezet op het stimuleren en faciliteren van verduurzaming bij bedrijven die dat willen. Dit geschiedt zowel middels intensivering van bestaande generieke subsidie-instrumenten als het versterken van de regie op en realisatie van duurzame infrastructuur. Ten derde wil het kabinet maatwerkafspraken maken met individuele bedrijven uit de top-20 grootste industriële uitstoters van Nederland. Dit betreft wederkerige afspraken over ambitieuze verduurzaming en de kwaliteit van de leefomgeving, de langetermijnplannen ten aanzien van klimaatneutrale en circulaire productie, het langjarig investeren in Nederland en over goed werkgeverschap. Ook met het industrieel mkb wordt overleg gevoerd over verduurzaming. Een belangrijke uitgangspunt hierbij is wederkerigheid. Tegenover de inzet voor een krachtig bedrijfsleven staat een verantwoordelijkheid van bedrijven om rekening te houden met mens, milieu en klimaat in hun waardeketens en bedrijfsvoering. Om dit te stimuleren ondersteunt EZK samen met andere ministeries het opstellen van effectieve (I)MVO-wetgeving, die het doorlichten van waardeketens en het mitigeren van misstanden verplicht maakt voor een groep bedrijven.

Ten slotte worden stappen gezet om de circulaire economie te versterken, in samenwerking met andere betrokken departementen. Hierbij wordt op normering, beprijzing en stimulering ingezet, onder meer door verbetering van de subsidieregelingen voor opschaling van circulaire projecten. De staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat stuurt in het najaar het Nationaal Programma Circulaire Economie 2023-2030 naar de Tweede Kamer, waarin het kabinet hierop in zal gaan.

Innovatie

Innovatie betekent vooruitgang, het creëert nieuwe oplossingen voor maatschappelijke uitdagingen. Zo vergroot innovatie de brede welvaart en het verdienvermogen. Hierbij heeft ondernemerschap een belangrijke rol om te zorgen dat uitvindingen leiden tot innovaties die daadwerkelijk worden vermarkt. EZK stimuleert innovatie door middel van innovatiebeleid. Waar mogelijk doen we dat in Europese samenwerking, bijvoorbeeld door te investeren in gezamenlijke Europese innovatietrajecten.10

Naast het generieke innovatiebeleid, bestaande uit stimulerend beleid en kapitaalmarktinstrumenten zoals micro-financiering bevordert EZK innovatie met specifiek beleid, zoals het Missiegedreven Topsectoren- en Innovatiebeleid. Het gaat daarbij om uitdagingen op het gebied van de energietransitie en duurzaamheid, landbouw, water en voedsel, gezondheid en zorg, en veiligheid. Het doel van dit beleid is het verbinden van maatschappelijke uitdagingen aan verdienvermogen en op belangrijke sleutelgebieden wereldspeler te blijven of te worden. Door Europese innovatiesamenwerking voorkomen we ongewenste toekomstige strategische afhankelijkheden, ter bevordering van de Nederlandse en Europese open strategische autonomie. We gaan als EZK door met publiek-private samenwerking via onderzoeks- en innovatie-ecosystemen en de Topsectoren, en leggen daarbij meer nadruk op valorisatie en marktcreatie. Voor een zo breed mogelijke invulling van dit innovatiebeleid, waarover eind 2022 een brief aan de Kamer wordt gestuurd, werkt EZK nauw samen met andere betrokken departementen.

Het kabinet heeft in het Coalitieakkoord het fonds voor onderzoek en wetenschap aangekondigd. Als onderdeel hiervan heeft het kabinet € 500 mln beschikbaar gesteld voor versterking van de faciliteiten voor toegepast onderzoek bij de TO2 en Rijkskennisinstellingen voor de komende 10 jaar.11 In 2022 wordt gestart met de voorbereidingen voor tweejaarlijkse toekenningen waarvan de eerste in 2023 zal plaatsvinden. Hiertoe zal een Strategische Agenda worden opgesteld die als inventarisatie (‘landschapsanalyse’) zal dienen. Met hoogwaardige, moderne en toekomstbestendige onderzoeksfaciliteiten kunnen TO2-instellingen en Rijkskennisinstellingen kennis en toepassingen ontwikkelen voor gewenste maatschappelijke oplossingen en transities, het opschalen van (sleutel)technologie richting economische marktkansen, beleidsopgaven en wettelijke taken; ook in internationaal verband. Vanuit het fonds komen ook middelen beschikbaar om Nederlandse deelname aan Europese partnerschappen zoals Horizon Europe te versterken.

Midden- en kleinbedrijf

Het Kabinet ziet het mkb, startups en scale-ups als belangrijke aanjagers van vernieuwing die bijdragen aan brede welvaart. Deze groep bedrijven zorgt met haar innovatieve en vaak digitale oplossingen voor economische groei en nieuwe banen en draagt bij aan het oplossen van maatschappelijke uitdagingen. Het huidige beleid omtrent startups en scale-ups dateert uit 2019 en loopt medio 2023 af. Daarom werkt EZK aan een nieuwe aanpak voor het startupbeleid, en zal het begin 2023 met een nieuwe aanpak komen. De aanpak beschrijft wat de ambitie van het kabinet is, wat nodig is om die ambitie te realiseren en welke concrete initiatieven EZK neemt of voorbereidt om het ondernemingsklimaat voor startups en scale-ups merkbaar en meetbaar te versterken.

Twee belangrijke onderwerpen voor het mkb zijn momenteel passende financiering en arbeidsmarktkrapte. Eerstgenoemde is belangrijk opdat ondernemers kunnen investeren in herstel, groei, vernieuwing en transities. Daar waar ondernemers belemmeringen ervaren, streeft het kabinet ernaar om deze zo veel mogelijk weg te nemen. Daarom worden bijvoorbeeld de mogelijkheden verkend voor de BMKB-Groen, een borgstellingskrediet voor het mkb dat erop gericht is om groene investeringen van het mkb te bevorderen. Verduurzamen gaat vaak gepaard met relatief hoge investeringsbedragen en lange terugverdientijden. Het is niet wenselijk als ondernemers duurzame investeringen gaan uitstellen of afstellen.

Digitale economie

De digitale transitie levert ongekende kansen op voor economie en samenleving. Het kabinet wil die kansen benutten. Op die manier zorgen we voor duurzame economische groei en de aanpak van maatschappelijke uitdagingen rond onderwijs, zorg, klimaat en vergrijzing. Vertrouwen is bij de digitale transitie van essentieel belang. Daarom moeten belangrijke randvoorwaarden als innovatie, veiligheid, eerlijke concurrentie en grip op gegevens geborgd zijn. Zowel het nationale als het Europese handelingsniveau is daarbij relevant. Het kabinet wil in 2023 de samenwerking met Europese lidstaten daarom versterken en risicovolle afhankelijkheden tegengaan. Op die manier kunnen wij een rol spelen bij de mondiale standaarden voor een open, eerlijke en veilige digitale economie.

De digitale economie biedt kansen, maar kan ook leiden tot te sterke machtsposities van grote platforms. Consumenten en ondernemers kunnen vaak niet om deze platforms heen. Daarom wordt in 2023 in Europees verband gewerkt aan de implementatie van de Digital Markets Act (DMA) die de markt- en datamacht van grote tech- en platformbedrijven aanpakt ten behoeve van concurrentie en de bescherming van platformgebruikers. Daarnaast wordt in 2023 de implementatie van de Digital Services Act (DSA) voorzien, die ervoor gaat zorgen dat tussenpersonen, zoals platformbedrijven, verantwoord omgaan met content van hun eindgebruikers. Daarnaast heeft de Europese Commissie recentelijk de Data Act gelanceerd waarin belangrijke stappen worden gezet om de data-economie beter te laten werken voor consumenten en ondernemers. EZK zal aandacht houden voor de macht van grote platforms, en waar nodig actie ondernemen aanvullend op de genoemde Europese initiatieven.

Digitale vaardigheden en de toepassing van nieuwe digitale technologieën zijn essentieel voor de digitale transitie en het verdienvermogen van Nederland. Om de ambities van het kabinet op dit terrein te realiseren zijn onder andere investeringsvoorstellen op het terrein van artificial intelligence (AI) en cloud-technologie (IPCEI Cloud) in voorbereiding. Op het terrein van digitale vaardigheden is het kabinet voornemens best practices op het terrein van human capital op te schalen en om via het Nationaal Groeifonds te investeren in onderwijsinnovaties. Op Europees niveau is de AI Act in voorbereiding die beoogt een Europese markt voor betrouwbare en innovatieve AI te creëren.

Nederland is binnen Europa een belangrijk digitaal knooppunt. Het is van belang dat ook in 2023 weer stappen worden gezet om te zorgen dat alle delen van Nederland robuust, snel en veilig internet krijgen. Daartoe wordt onder meer een verkenning opgestart waarin de visie op de digitale infrastructuur wordt uitgewerkt. Om de mobiele connectiviteit op niveau te houden wordt deze kabinetsperiode gewerkt aan het verdelen van de 3,5 GHz-12 en 26 GHz-banden. Ook zet EZK in op het mede vormgeven van de Europese aanpak op het gebied van 5G en veiligheid, waaronder het in kaart brengen en eventueel verminderen van ongewenste afhankelijkheidsrelaties.

Ten slotte is digitale veiligheid een speerpunt van EZK. Voor het veilig houden van de digitale infrastructuur wordt gewerkt aan de nieuwe Netwerk- en Informatie Beveiligingsrichtlijn waarmee beveiligingseisen van toepassing worden op een groter aantal partijen. Ook consumentenbescherming en de versterking van de cyberweerbaarheid van het bedrijfsleven zijn van belang voor digitale veiligheid. Daartoe wordt kennisontwikkeling en innovatie rondom cybersecurity gestimuleerd en ingezet op een veiliger aanbod van ICT-producten en diensten via de Cyber Resilience Act die de Europese Commissie naar verwachting eind 2022 zal presenteren.

Mededingings- en consumentenbeleid

Ook in 2023 zet EZK zich er voor in dat de concurrentie tussen bedrijven wordt geborgd, consumenten zoveel mogelijk waar voor hun geld krijgen en consumenten worden beschermd. Een goed werkend mededingingsbeleid is een belangrijke randvoorwaarde voor het generieke vestigingsklimaat in Nederland en hangt nauw samen met de rest van ons economische beleid.

Een goed functionerende interne markt is niet vanzelfsprekend, zoals in de coronapandemie onder andere bleek uit grenssluitingen. Daarnaast staat de interne markt in toenemende mate onder druk van oneerlijke concurrentie van binnen en buiten de EU. Digitalisering en vergroening leiden eveneens tot nieuwe uitdagingen. Via een actieagenda voor de interne markt voor de kabinetsperiode wordt ingezet op het wegnemen van belemmeringen, het verbeteren van de toepassing van interne-marktregels en het versterken van de weerbaarheid van de interne markt. Enkele verwachte Europese wetsvoorstellen zoals het interne-marktnoodinstrument (Single Market Emergency Instrument) en herziening van het mededingingskader13 dragen hieraan bij, net als de recentelijk door de Europese Commissie gepubliceerde standaardisatiestrategie. EZK zal waar nodig en mogelijk dergelijke Europese besluitvorming beïnvloeden.

Bij de economische relatie met derde landen (buiten de EU) speelt - naast de nationale veiligheid - het behoud van een eerlijk speelveld een belangrijke rol. Daarbij draait het onder andere om het tegengaan van oneerlijke concurrentie en van verstorende effecten op de interne markt door subsidies uit derde landen.14 Er lopen diverse Europese trajecten om de genoemde problemen en risico’s aan te pakken, zoals de ontwerpverordening rondom marktverstorende subsidies uit derde landen. Hiermee voorkomen we dat bedrijven uit derde landen op oneerlijke wijze kunnen meedingen bij overheidsaanbestedingen. Daarnaast werken we aan goede kaders om met aanbestedingen bij te dragen aan maatschappelijke doelen als klimaat en duurzaamheid en zorgen we voor een goede rechtsbescherming voor ondernemers.

Een andere prioriteit op het gebied van mededinging- en consumentenbeleid betreft het versterken van de positie van consumenten ten opzichte van de bedrijven waar zij producten en diensten van afnemen. Versterking richt zich enerzijds op het zorgen voor een goede informatiepositie van consumenten en anderzijds op het toekennen van bepaalde rechten of bescherming. De komende jaren zal de positie van de consument in de steeds meer online wordende wereld wederom centraal staan bij EZK. De belangen van de consument moeten in de online wereld eenzelfde niveau van bescherming krijgen als in de offline wereld. Concreet zet EZK zich onder andere in voor het behartigen van consumentenbelangen in een AI-gedreven wereld en het zorg dragen voor veilige producten bij aankopen via platforms buiten de EU.

Gaswinning Groningen

De veiligheid van de bewoners in het aardbevingsgebied in Groningen staat bij de keuzes rondom gaswinning op de eerste plaats. De gaswinning in Groningen heeft tot veel schade geleid en heeft een grote maatschappelijke impact. Ondanks de onzekere geopolitieke situatie als gevolg van het uitbreken van de oorlog in Oekraïne, blijft het kabinet inzetten op het zo snel als verantwoord kan stoppen van de gaswinning in Groningen. Dit is noodzakelijk voor de veiligheid van de mensen in het aardbevingsgebied en biedt hen rust en duidelijkheid. De verwachting is dat het gasveld vanaf gasjaar 2022-2023 op de ‘waakvlam’ zal draaien en alleen als laatste redmiddel wordt ingezet voor gaswinning.

Het kabinet blijft inzetten op een ruimhartige vergoeding van de schade in Groningen. Het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) handelt als zelfstandig bestuursorgaan schademeldingen af en compenseert bewoners onder andere voor herstel van de fysieke schade en voor waardedaling van hun woningen. De regeling voor vergoeding van immateriële schade die sinds 2021 fasegewijs per postcodegebied is opengesteld, komt in 2023 voor bewoners in alle aardbevingsgemeenten beschikbaar. Ook komt er in 2023 meer ruimte om schade duurzaam te herstellen en kunnen bewoners die van de NAM in het verleden een vergoeding voor waardedaling ontvingen een herbeoordeling bij het IMG aanvragen. Knelpunten, onuitlegbare verschillen en vastgelopen dossiers krijgen extra aandacht en waar mogelijk een maatwerkoplossing.

Woningen en gebouwen die mogelijk niet voldoen aan de veiligheidsnorm worden zo snel mogelijk beoordeeld. De Nationaal Coördinator Groningen (NCG) krijgt de opdracht om de opname en beoordeling van de resterende gebouwen in de scope van de versterkingsopgave, met uitzondering van enkele speciale (agro-)adressen, in 2023 af te ronden. Het versnellen van de uitvoering van de versterking houdt prioriteit om de operatie conform de planning in het Meerjarenversterkingsprogramma in 2028 af te kunnen ronden. De beschikbare bouwcapaciteit en beoordelingsmethoden hebben hierin aandacht. Andere prioriteiten in 2023 zijn onder andere de verbeteringen in de communicatie naar bewoners zoals in 2022 door NCG gestart, en het realiseren van één aanspreekpunt voor bewoners. Met gemeenten en de provincie wordt verder gewerkt aan uitvoering van de bestuurlijke afspraken uit 2020 en het bieden van nieuw toekomstperspectief aan de regio. Zo heeft het kabinet € 3 mld gereserveerd om, met aanvullingen vanuit Europese en regionale fondsen, de aanleg van de Lelylijn mogelijk te maken.

Europese en regionale samenwerking

De inval van Rusland in Oekraïne heeft verstrekkende gevolgen voor veel thema’s van EZK. In de eerste plaats moet de EU op korte termijn aan de directe en indirecte gevolgen van het conflict het hoofd bieden. Maar de situatie werpt ook grote vragen op waar de komende tijd een antwoord op moet worden gevonden: over de weerbaarheid van de EU, open strategische autonomie en de energietransitie. 2023 zal in de EU vooral in het teken staan van de afbouw van de energieafhankelijkheid van Rusland, een versterkte inzet op de groene en digitale transitie en om gezamenlijk de menselijke en economische gevolgen van de pandemie en de oorlog in Oekraïne zo goed mogelijk op te vangen. In 2023 zullen ook de voorbereidingen gestart worden voor de start van een nieuwe Europese Commissie in 2024 en verkiezingen van het Europees Parlement. Hier wordt invulling aan gegeven door in samenwerking met andere departementen de Nederlandse beleidsprioriteiten voor de nieuwe Commissieperiode te formuleren.

In 2023 zullen de trilogen plaatsvinden over het eerdergenoemde interne-marktnoodinstrument. Ook zullen in 2023 de transitiepaden afgerond worden die de Commissie voor alle 14 industriële ecosystemen heeft geïdentificeerd,. Hierin wordt uiteengezet hoe zij succesvol de digitale transitie en klimaattransitie kunnen doorstaan en hun weerbaarheid kunnen vergroten. Daarnaast zullen verschillende IPCEI-projecten (Important Project of Common European Interest), waaronder Waterstof en Microelectronica 2, van start zijn gegaan of gaan. Onder de noemer van de Chips Act zal er verder worden gewerkt aan het versterken van de microelectronica-industrie. Verder zal internationaal de samenwerking worden gezocht om afhankelijkheden te adresseren, bijvoorbeeld via samenwerking met de Verenigde Staten in de Trade & Technology Council.

Er is sprake van toenemende ruimtedruk in Nederland. Urgente opgaven zoals de woningbouw, de energietransitie, bedrijvigheid en natuurbehoud concurreren om de schaarse ruimte. Samen met de regio en andere departementen werkt EZK aan een programma werklocaties. Doel is het stimuleren van de juiste condities waardoor er voldoende en gevarieerd aanbod is op de juiste plek op het juiste moment. Op het economisch domein wordt in 2023 voortgebouwd op de samenwerkingen met regionale partners op thema’s als het MTIB, energietransitie, verduurzaming van de industrie, scholing, digitalisering van het mkb en valorisatie en toepassing van innovaties. Deze samenwerkingen zijn gericht op het maken van slimme en effectieve koppelingen tussen beleidsaanpakken en instrumenten, die steeds vaker met een bovenregionaal perspectief worden ingekleed. Ook geeft de landelijke dekking van het Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen (ROM)-netwerk in 2023 een verdere impuls aan de inzet van de ontwikkelfunctie van de ROMs op dit bovenregionale niveau.

Tot slot

De Nederlandse economie en maatschappij hebben een zware periode achter de rug, waarin onze veerkracht op de proef is gesteld. De realiteit is dat een nieuwe uitdaging zich heeft aangediend, waarvan de duur en ernst ongewis zijn. Evenwel stemmen de afgelopen jaren hoopvol: Nederland heeft laten zien tegen grote klappen bestand te zijn. Deze veerkracht zal ook in toekomstige tijden van grote waarde blijven, en het bestendigen van die veerkracht is daarom van groot belang. In de verantwoordelijkheden van EZK komen grote uitdagingen samen, van de klimaat- en energietransitie tot het realiseren van duurzame groei. Dit is een zware opgave, maar ook een kans om het verschil te maken. Niet alleen, maar juist in brede samenwerking met burgers, werknemers, ondernemers, maatschappelijke organisaties, de verschillende ministeries, de regio, de EU en andere landen.

5

Macro-economische Verkenningen 2023, CPB

6

Macro-economische Verkenningen 2023, CPB

7

Macro-economische Verkenningen 2023, CPB

8

Kamerstuk 29 554, nr. 1112

9

Kamerstuk 29 826, nr. 135

10

Kamerstuk 33 009, nr. 70

11

Kamerstuk 36 120, nr. 1

12

Kamerstuk 24 095, nr. 554

13

Kamerstuk 22 112, nr. 3277

14

Kamerstuk 22 112, nr. 3133

Licence