Base description which applies to whole site

2.2 Belangrijkste beleidsmatige mutaties

Tabel 3 Belangrijkste beleidsmatige uitgavenmutaties t.o.v. vorig jaar (bedragen x € 1.000)
 

Art.

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Stand ontwerpbegroting 2023

 

9.254.465

8.044.593

7.749.123

7.802.478

7.859.957

0

Mutatie nota van wijziging 20231

 

32.425

4.022

6.758

6.989

6.460

0

        
        

Mutatie eerste suppletoire begroting 2023 (incl. nota van wijziging )2

 

1.035.870

753.143

434.026

259.854

383.582

446.286

Mutatie extrapolatie

 

8.024.996

        

Belangrijkste mutaties

 

112.325

2.398.272

2.089.588

1.369.580

1.143.199

1.090.601

1) Nationaal programma leefbaarheid en veiligheid (NPLV)

1

42.760

92.002

88.285

0

0

0

2) Woningbouwimpuls 6e tranche

3

26

223.885

67.214

0

0

5.400

3) Financiele herplaatsingsgarantie - Kasschuif

3

71.500

‒ 14.300

‒ 14.300

‒ 14.300

‒ 14.300

‒ 14.300

4) Financiele herplaatsingsgarantie - Overboeking AP

3

14.300

14.300

14.300

14.300

14.300

14.300

5) Fysieke herplaatsingsgarantie - Kasschuif

3

‒ 39.800

39.800

0

0

0

0

6) Woningbouwimpuls - Kasschuif

3

‒ 3.501

76.115

‒ 67.214

0

0

‒ 5.400

7) Grootschalige woningbouw - Kasschuif

3

‒ 70.500

62.500

8.000

0

0

0

8) Koopstartfonds - kasschuif

3

‒ 40.000

40.000

0

0

0

0

9) Ontmoetingsruimten in ouderenhuisvesting - kasschuif

3

‒ 31.484

20.091

8.489

1.404

1.500

0

10) Stimuleringsmiddelen wooncooperaties

3

‒ 9.824

9.824

0

0

0

0

11) Stimuleringsregeling Flex II - kasschuif

3

‒ 78.232

73.232

9.000

‒ 21.160

17.160

0

12) Stimuleringsregeling Flex II - AP-middelen

3

0

58.896

81.992

81.992

0

0

13) Uitvoeringskosten Wetsvoorstellen Regie en Betaalbare Huur

3

0

132.800

104.380

88.060

86.140

84.520

14) Huurtoeslag

3

58.200

558.900

711.320

700.940

690.560

680.180

15) Maatschappelijk vastgoed

4

0

304.700

333.690

348.940

280.640

291.050

16) Verduurzaming Rijksvastgoed

4

0

0

147.800

98.600

47.300

23.700

17) Warmtefonds

4

88.000

0

0

0

0

0

18) Nationaal Isolatieprogramma

4

8.080

417.100

325.180

0

0

0

19) Collectieve aanpak woonisolatie

4

119.000

160.000

146.000

0

0

0

20) Verduurzamingsaanpak Groningen en Noord-Drenthe

4

0

50.000

50.000

50.000

0

0

21) Subsidie doe-het-zelver vouchers

4

0

25.980

25.980

0

0

0

22) Subsidie energiebesparing eigen huis

4

0

13.170

14.500

0

0

0

23) CAO-Middelen - kasschuif

2, 11

‒ 17.953

17.953

0

0

0

0

        

Overige mutaties

 

1.753

21.324

34.972

20.804

19.899

11.151

        

Stand ontwerpbegroting 2024

 

10.435.085

11.200.030

10.279.495

9.438.901

9.393.198

9.561.883

1

nota van wijziging op de ontwerpbegroting 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 124).

2

Inclusief nota van wijziging op de eerste suppletoire begroting 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 36350 VII, nr. 11)

Toelichting

1. Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid (NPLV)

De specifieke uitkering (SPUK) Kansrijke Wijk is een voorstel voor een interdepartementale SPUK die gericht is op de 20 focusgebieden binnen het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid (NPLV). De looptijd van de SPUK is van 2023 tot en met 2025. In deze SPUK worden middelen en beleidsdoelen van de ministeries Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW), Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW), Volksgezondheid Welzijn en Sport (VWS) en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) samengevoegd om tot één breed ondersteunend pakket te komen. Gelet op de coördinerende rol van de minister voor VRO is ervoor gekozen om de uitvoering van de SPUK bij het ministerie van BZK te beleggen.

2. Woningbouwimpuls 6e tranche

Dit betreft een overboeking van de middelen van de Aanvullende Post voor de 6e tranche van de woningbouwimpuls in 2024.

3. Financiële herplaatsingsgarantie - Kasschuif

Dit betreft een kasschuif om de kasmiddelen voor de financiële herplaatsingsgarantie in 2023 te plaatsen. Middels een reallocatie worden de middelen hierna geboekt op het instrument storting begrotingsreserve om te worden toegevoegd aan de risicovoorziening.

4. Financiële herplaatsingsgarantie - Overboeking AP

Om de woningnood aan te pakken heeft het kabinet onder andere € 220 mln. beschikbaar gesteld voor de financiële herplaatsingsgarantie voor flexwoningen. Hiervan is € 20 mln. bij de 1e suppletoire begroting 2023 op de BZK-begroting geboekt. Middels deze mutatie worden de middelen die binnen deze meerjarenperiode zijn gereserveerd vanaf de Aanvullende Post overgeboekt naar de BZK-begroting.

5. Fysieke herplaatsingsgarantie - Kasschuif

Dit betreft een kasschuif voor de fysieke herplaatsingsgarantie voor flexwoningen. Na het sluiten van samenwerkingsovereenkomsten met gemeenten kan in 2023 worden overgegaan op uitkering door middel van een SPUKregeling voor circa € 48 mln. Voor het overige deel van de middelen zal dit jaar nog tot intentieovereenkomsten worden gekomen en volgen de uitgaven in 2024.

6. Woningbouwimpuls - Kasschuif

Dit betreft twee kasschuiven om de middelen van de woningbouwimpuls 6e tranche in het gewenste kasritme te krijgen: de middelen van de aanvullende post worden vanuit 2025 en 2028 naar 2024 overgebracht. Verder worden er middelen van 2023 naar 2024 overgebracht.

7. Grootschalige woningbouw - Kasschuif

Dit betreft een kasschuif om de middelen voor grootschalige woningbouwlocatie in het juiste kasritme te zetten. Bij de Bestuurlijke Overleggen Leefomgeving 2023 zijn met de 17 grootschalige NOVEX-woningbouwlocaties afspraken gemaakt over de verdeling van het gebiedsbudget. Deze zullen in 2023 nog tot uitkering komen door middel van een SPUK-regeling. Een deel hiervan (€ 25 mln.) is bestemd voor een pilot-project (stationsgebied Hoofddorp) en uitkering is voorzien deels in 2023 en in 2024 (beide jaren € 12,5 mln). In 2024 wordt € 50 mln. overgeboekt ten behoeve van de opgave in Arnhem (afspraak Bestuurlijke Overleggen MIRT 2022). Het definitieve besluit of deze middelen uitgekeerd zullen worden is afhankelijk van besluitvorming bij het Bestuurlijke overleg MIRT van 2023. Tevens wordt een deel ingezet (€ 8 mln.) voor mogelijke risico's die zich voor doen in het gebiedsbudget. Als deze zich niet voordoen, zal de inzet van het budget later nader worden bepaald. Deze middelen worden vooralsnog doorgeschoven naar 2025.

8. Koopstartfonds - Kasschuif

De Tweede Kamer heeft bij de begrotingsbehandeling over 2023 € 40 mln. vrijgemaakt voor een Koopstartfonds. Het juridisch advies geeft aan dat voor de uitvoeringskosten een aanbesteding dient plaats te vinden. Dat betekent dat de middelen dit jaar niet meer worden besteed en worden deze doorgeschoven naar volgend jaar.

9. Ontmoetingsruimten in ouderenhuisvesting - Kasschuif

BZK voert via Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) de stimuleringsregeling Ontmoetingsruimten in Ouderhuisvesting uit. Aanvragers hebben drie jaar de tijd om het voorschot aan te vragen en zeven jaar om de eindafrekening in te dienen en de restbetaling te ontvangen. Op basis van de kasprognose opgesteld door het RVO wordt nu het kasbudget in lijn gebracht met de verwachte kasbetalingen.

10. Kasschuif stimuleringsmiddelen wooncoöperaties

Met het amendement Boulakjar c.s. (kamerstukken II, 2022/2023, 36200 VII, nr. 50) is € 10 mln. vrijgemaakt om coöperatieve woonvormen financieel te ondersteunen. Daarvoor is een aanpak in ontwikkeling en wordt gekeken hoe de regeling kan worden uitgevoerd. Vervolgens zal nog een regeling moeten worden uitgewerkt. Dat betekent dat de middelen dit jaar niet meer worden besteed en worden deze doorgeschoven naar volgend jaar met uitzondering van de subsidie aan Cooplink.

11. Stimuleringsregeling Flex II - Kasschuif

Dit betreft een kasschuif om de middelen voor de stimuleringsregeling flexen transformatiewoningen II in het juiste kasritme te zetten.

12. Stimuleringsregeling Flex II - AP-middelen

Vanwege verhoogde asielinstroom en langer verblijf van een deel van de ontheemden is direct extra huisvesting nodig en is versnelling van de woningbouw noodzakelijk. Het kabinet heeft bij de Voorjaarsnota 2023 aanvullend circa € 300 mln. gereserveerd voor het meerjarig stimuleren van flexwoningen zodat onder andere meer statushouders en Oekraïense ontheemden kunnen worden gehuisvest. Voor de stimuleringsregeling flex­ en transformatiewoningen II worden middelen vanaf de AanvullendePost overgeboekt naar de BZK-begroting.

13. Uitvoeringskosten Wetsvoorstellen Regie en Betaalbare Huur

De middelen op dit instrument zijn bedoeld om de kosten van de wetsvoorstellen regie op de volkshuisvesting en betaalbare huur te dekken. Deze middelen worden verstrekt aan de uitvoerder van deze wetten, de provincies, gemeentes en de Huurcommissie.

14. Huurtoeslag

Om de koopkracht te verbeteren wordt de eigen bijdrage in de huurtoeslag vanaf 2024 structureel verlaagd. In 2024 wordt deze met € 34,67 per maand verlaagd. Hiervoor wordt het huurtoeslagbudget in begrotingsjaar 2024 met € 703,4 mln. verhoogd (inclusief de decemberbetaling voor januari 2025). Van 2025 tot 2029 wordt de eigen bijdrage weer iets verhoogd ter dekking van de kosten van de wetsvoorstellen Versterking Regie op de Volkshuisvesting en Betaalbare Huur. De inwerkingtreding van de Wet Vereenvoudiging van de Huurtoeslag is een jaar vertraagd, omdat de parlementaire besluitvorming nog niet is afgerond. Dit levert een incidentele meevaller op van € 141,7 mln. in 2024.

15. Maatschappelijk vastgoed

Dit betreffen middelen voor de verduurzaming van maatschappelijk vastgoed, waaronder voor een tegemoetkoming in de kosten aan gebouweigenaren (waaronder voor grote portefeuilles) die hun gebouw gaan verduurzamen, voor Portefeuillesubsidie, die subsidie verleent op portefeuilleniveau, en aan Caribisch Nederland. Ook betreft dit middelen voor energielabels in het maatschappelijk vastgoed, ondersteuning maatschappelijke vastgoedeigenaren via een bijdrage aan het Kennis en Innovatieplatform Verduurzaming Maatschappelijk vastgoed, een ontzorgingsprogramma voor provincies en departementen en voor de uitvoering van diverse maatschappelijk vastgoed subsidieregelingen.

16. Verduurzaming Rijksvastgoed

Dit betreft middelen voor de verduurzaming van Rijksvastgoed, die op een natuurlijk moment staan om gerenoveerd te worden, of als alternatief sloop/ nieuwbouw. Het gaat onder meer om Rijkskantoren, vastgoed van het COA, Politie en Rijksvastgoed in Caribisch Nederland.

17. Warmtefonds

Dit betreft het ophogen van het Warmtefonds ten behoeve van 0% rente voor woningeigenaren met inkomens tot € 60.000 en 1,5% rentekorting voor VvE's (waarmee rente nu uitkomt op 2,5% ‒ 3%). Hiermee wordt de remmende werking van de gestegen marktrente weggenomen en een prikkel gegeven aan meer woningeigenaren om te verduurzamen.

18. Nationaal Isolatieprogramma

Voor het Nationale Isolatieprogramma wordt totaal € 1,6 mld. beschikbaar gesteld uit het Klimaatfonds. Dit betreft de middelen voor de bestaande regeling lokale aanpak door gemeenten voor de jaren 2023 tot en met 2025 inclusief de uitvoeringskosten. Het overige deel is naar het ministerie van Economische Zaken en Klimaat gegaan.

19. Collectieve aanpak woonisolatie

Dit betreft het beschikbaar stellen van extra middelen aan gemeenten specifiek voor kwetsbare huishoudens in energetisch slechte woningen, zodat bij deze huishoudens de woningen een hogere mate van verduurzaming kunnen bereiken. Deze middelen kunnen bovenop de middelen voor de lokale aanpak worden ingezet. De middelen zijn bedoeld voor isolatie- en energiebesparende ventilatiemaatregelen en eventueel interne voorzieningen ten behoeve van aansluiting op warmtenetten indien aan de orde in het kader van de wijkaanpak.

20. Verduurzamingaanpak Groningen en Noord-Drenthe

In de kabinetsreactie ‘Nij Begun’ betreft maartregel 29 het isoleren van woningen in de provincie Groningen en drie gemeenten in Noord-Drenthe. In totaal is door het kabinet € 1,65 mld. beschikbaar gesteld, waarmee een substantiële financiële bijdrage kan worden gedaan voor isolatiemaatregelen. In de aanpak worden woningen geïsoleerd naar de standaard voor woningisolatie. Daarnaast is het voorstel om een gezamenlijke ondersteuningsstructuur op te richten tussen gemeenten, de provincie(s) en het Rijk, zodat gemeenten ontlast en ondersteund kunnen worden en in een krappe arbeidsmarkt deze krachten efficiënt in de hele regio ingezet kunnen worden. In lijn met de kabinetsreactie zal het een uniforme regeling worden voor alle dertien gemeenten in de regio. In 2023 komt € 150 mln. beschikbaar voor de periode 2024 t/m 2026 uit de Coalitieakkoord middelen «energieprestatie- eisen nieuwbouw industrie». De overige € 1,5 mld. door kabinet beschikbaar gestelde middelen staat vanaf 2026 gereserveerd op de Aanvullende Post.

21. Subsidie doe-het-zelvers vouchers

Er komt een subsidie beschikbaar voor doe-het-zelvers zodat burgers kosten kunnen besparen bij het isoleren van hun huis en schaarse professionals vooral ingezet kunnen worden voor complexe werkzaamheden. De middelen worden in 2024 en 2025 vanuit het klimaatfonds (€ 25 mln. per jaar) en het Nationaal Isolatieprogramma (€ 2 mln. per jaar) beschikbaar gesteld.

22. Subsidie Energiebesparing Eigen Huis (SEEH)

Voor het Nationale isolatieprogramma wordt in totaal € 1,6 mld. beschikbaar gesteld uit het Klimaatfonds. Dit betreft de middelen voor de bestaande regeling SEEH voor de jaren 2024 tot en met 2025.

23. CAO middelen kasschuif

De kabinetsbijdrage in de arbeidskostenontwikkeling 2023 is hoger dan eerder geraamd. Daarnaast zijn de premielasten gedaald. Het incidentele verschil t.o.v. CEP 2022 blijft, voor zover nog niet in nieuwe arbeidsvoorwaardelijke afspraken opgenomen, beschikbaar voor arbeidsvoorwaarden door middel van een kasschuif naar 2024.

Tabel 4 Belangrijkste beleidsmatige ontvangstenmutaties t.o.v. vorig jaar (bedragen x € 1.000)
 

Art.

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Stand ontwerpbegroting 2023

 

679.570

612.072

513.172

502.408

493.560

0

        

Mutatie eerste suppletoire begroting 2023

 

177.534

18.000

7.900

2.500

2.500

2.500

Mutatie extrapolatie

 

493.460

        

Belangrijkste mutaties

 

77.890

917

2.317

5.617

11.017

4.417

1) Ontvangsten huurtoeslagraming

3

‒ 100

‒ 900

500

3.800

9.200

2.600

2) Achtervangvergoeding NHG 2022

3

49.905

0

0

0

0

0

3) Geraamde ontvangsten risicovoorziening herplaatsingsgarantie

3

8.700

0

0

0

0

0

4) Beheer DSO - Landelijke voorziening

5

4.840

0

0

0

0

0

5) Ontvlechting eindbalans RIS

11

3.747

0

0

0

0

0

6) Tariefgefinancierde dienstverlening OBF

11

2.218

0

0

0

0

0

7) Reorganisatiebudget ontvlechting UBR

11

1.862

0

0

0

0

0

        

Overige mutaties

 

6.718

1.817

1.817

1.817

1.817

1.817

        

Stand ontwerpbegroting 2024

 

934.994

630.989

523.389

510.525

507.077

500.377

Toelichting

1. Ontvangsten huurtoeslagraming

De ontvangsten uit de huurtoeslagraming waren niet meegenomen in de 1e suppletoire begroting 2023. Met deze mutatie wordt dit hersteld.

2. Achtervangvergoeding NHG 2022

Voor de achtervangfunctie van het Rijk bij de Nationale Hypotheekgarantie (NHG) draagt het Waarborgfonds Eigenwoning (WEW) een achtervangvergoeding af aan het Rijk. In 2022 bedroeg deze afdracht 0,3% van iedere nieuwe afgegeven hypotheekgarantie. Deze afdracht wordt doorberekend aan de consument. In 2023 heeft het Rijk de afdrachten over het boekjaar 2022, ter grootte van afgerond € 49,9 mln., ontvangen. Dit bedrag is in de daartoe bestemde risicovoorziening gestort. Ultimo eind 2022 bedroeg de risicovoorziening cumulatief € 376,3 mln.

3. Geraamde ontvangsten risicovoorziening herplaatsingsgarantie

Dit betreft een onttrekking uit de risicovoorziening voor de financiële herplaatsingsgarantie t.b.v. de uitvoeringskosten Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Het gaat om een desaldering van middelen die vervolgens middels een kasschuif in het juiste betaalritme zullen worden geplaatst.

4. Beheer Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) - Landelijke voorziening

Dit betreft de ontvangen bijdragen van de Unie van Waterschappen (UvW) en IPO voor het beheer van het DSO. Ook betreft dit een ontvangst in het kader van de definitieve afrekening over 2021 vanuit het Kadaster inzake het beheer DSO. Dit wordt ingezet voor het beheer in 2023.

5. Ontvlechting eindbalans Rijksinkoopsamenwerking (RIS)

Met de ontvlechting van het voormalig agentschap Uitvoeringsorganisatie Bedrijfsvoering Rijk (UBR) is het onderdeel RIS ondergebracht als een kasdienst onder begrotingsartikel 11. Dit betreft een desaldering om de stand van de uitgaven- en ontvangstenbudgetten voor het tariefgefinancierde deel van het onderdeel RIS op het juiste niveau te brengen.

6. Tariefgefinancierde dienstverlening Organisatie voor Bedrijfsvoering en Financiën (OBF)

Met deze mutatie wordt de stand van de uitgaven- en ontvangstenbudgetten voor het tariefgefinancierde deel van het nieuwe organisatieonderdeel OBF op het juiste niveau gebracht.

7. Reorganisatiebudget ontvlechting Uitvoeringsorganisatie Bedrijfsvoering Rijk (UBR)

Met de ontvlechting van het voormalig agentschap UBR is het nieuwe organisatieonderdeel Organisatie voor Bedrijfsvoering en Financiën (OBF) ondergebracht als een kasdienst onder begrotingsartikel 11. Uit de ontvlechting ontvangt OBF het bij het agentschap UBR opgebouwde saldo van de reorganisatievoorziening voor enkele oud medewerkers. Het overgehevelde budget is bedoeld ter dekking van de benodigde middelen voor de looptijd van deze afvloeiingsregeling.

Licence