Base description which applies to whole site

Belangrijkste beleidsmatige mutaties

Totaaloverzicht belangrijkste beleidsmatige mutaties t.o.v. vorig jaar

Tabel 1 geeft een overzicht van de belangrijkste beleidsmatige mutaties ten opzichte van de indicatieve Klimaatfondsbegroting 2025. Dit zijn de grootste en de politiek-relevante mutaties. Aangezien er vanuit het Klimaatfonds geen directe uitgaven kunnen worden gedaan, zijn de middelen overgeboekt naar departementale begrotingen.

Tabel 2 Belangrijkste beleidsmatige mutaties t.o.v. vorig jaar (bedragen x € 1.000)
 

Art.

2025

2026

2027

2028

2029

2030

na 2030

cum

Stand ontwerpbegroting 2025 (inclusief NvW en amendementen)

 

757.823

2.782.671

2.440.173

2.936.093

2.488.314

4.258.611

10.361.975

26.025.660

Belangrijkste mutaties

         

1e suppletoire begroting 2025

         

Kasschuiven

1,2,3,4,5 & 6

‒ 559.510

‒ 1.456.144

1.003.219

209.969

285.563

‒ 2.178.787

2.695.690

 

Loon- en Prijsbijstelling

7

15.515

58.691

49.098

57.216

46.493

85.669

204.243

516.925

Korting Klimaatfonds

7

 

‒ 200.000

‒ 200.000

‒ 200.000

   

‒ 600.000

          

Nota van Wijziging 1e suppletoire begroting 2025

         

Kernenergie

1

‒ 4.800

‒ 42.854

‒ 12.707

‒ 12.373

‒ 12.168

‒ 13.310

 

‒ 98.212

Energie- infrastructuur

3

‒ 7.877

‒ 30.341

‒ 32.981

‒ 41.047

‒ 43.970

133.027

‒ 25.000

‒ 48.189

Vroege Fase opschaling

4

15.227

19.227

‒ 112.767

‒ 105.353

‒ 7.314

3.849

‒ 15.000

‒ 202.131

Verduurzaming industrie en innovatie mkb

5

‒ 170.575

‒ 80.457

‒ 218.582

327

‒ 29.673

‒ 30.824

‒ 135.125

‒ 664.909

Verduurzaming gebouwde omgeving

6

‒ 200

‒ 30.000

‒ 404.000

‒ 475.500

‒ 332.100

‒ 230.500

 

‒ 1.472.300

Onverdeeld

7

  

‒ 51.000

‒ 99.000

   

‒ 150.000

          

Mutaties ontwerpbegroting 2026

         

Kasschuiven

1,2,3,4,5 & 6

‒ 24.830

‒ 188.824

‒ 617.553

284.936

385.784

243.861

‒ 83.374

 

Kernenergie

1

2.750

‒ 11.370

‒ 12.752

‒ 21.152

‒ 36.902

‒ 35.575

‒ 2.250

‒ 117.251

Co2-vrije gascentrale

2

     

‒ 83.000

‒ 697.000

‒ 780.000

Energie- infrastructuur

3

 

‒ 216.000

‒ 49.700

‒ 115.900

‒ 93.400

‒ 56.500

‒ 35.000

‒ 566.500

Vroege Fase opschaling

4

54

‒ 5.536

‒ 31.865

‒ 79.260

‒ 58.427

‒ 5.062

‒ 85.260

‒ 265.356

Verduurzaming industrie en innovatie mkb

5

‒ 14.200

‒ 119.000

‒ 56.040

‒ 143.000

   

‒ 332.240

Terugboekingen

 

139.040

       

waarvan afgeboekt (blijft via eindejaarsmarge 2026 behouden)*

 

‒ 139.040

       
          

Overige mutaties

         

Stand ontwerpbegroting 2026

 

9.377

480.063

1.692.543

2.195.956

2.592.200

2.091.459

12.183.899

21.245.497

Toelichting

1e suppletoire begroting 2025In het Voorjaar hebben voornamelijk technische mutaties plaatsgevonden. Denk hierbij aan kasschuiven om middelen in het juiste rimte te zetten zodat de overhevelingen plaats konden vinden. Daarnaast is er loon- en prijsbijstelling toegevoegd aan de begroting en is een bedrag van € 600 mln afgeboekt om bij te dragen aan generale problematiek.

Nota van Wijziging (NvW) 1e suppletoire begrotingMet deze NvW zijn maatregelen naar verschillende departementen overgeheveld. De grootste zijn IKC ETS (€ 497 mln) naar KGG, Nationaal Isolatie Programma (€ 793 mln) naar KGG en Stimulering van hybride warmtepompen bestaande bouw (€ 369 mln) naar KGG. Voor Nationaal Isolatieprogramma betreft het een aanvraag voor budget voor voortzetting van de subsidie voor het isoleren van woningen binnen de Investeringssubsidie Duurzame energie en Energiebesparing (ISDE).

KasschuivenOp het Klimaatfonds worden kasschuiven gedaan om de middelen in het juiste kasritme te zetten. Hierbij worden ook middelen uit de jaren t/m 2030 verschoven naar 2031 t/m 2035. Dit betreft onder andere kasschuiven op het perceel Energie- infrastructuur (€ 589 mln uit 2025, 2026 en 2027 naar achter t/m 2032), het perceel Vroege fase opschaling (€ 213 mln uit 2025, 2026 en 2027 naar latere jaren t/m 2031) en het perceel Verduurzaming Industrie (€ 166 mln uit 2025 en 2026 naar achter en € 254 mln uit 2035 naar voren). Op deze manier worden de middelen in kasritmes gezet die zo goed mogelijk aansluiten bij de maatregelen waarvoor middelen vooralsnog in het fonds zijn gereserveerd.

Voor de mutaties van de Ontwerpbegroting 2026 wordt alleen ingegaan op de grootste posten binnen de reeks.

Kernenergie: Nucleaire veiligheid en stralingsbescherming (€ 81 mln)De Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming ontvangt middelen om te intensiveren en het RIVM om de meet- en ongevalsorganisatie te versterken. De maatregel ziet ook op de kennisopbouw stralingsbescherming en het onderzoeksprogramma eindberging radioactief afval.

CO2-vrije gascentrale: Overboeking KGGHet Kabinet zet stappen om de tijdige transitie naar eenCO2-vrij elektriciteitssysteem te realiseren door het aandeel hernieuwbare energie te verhogen. Elektriciteit uit Wind op zee vormt daarbij de ruggengraat van het toekomstige duurzame elektriciteitssysteem. Vanuit het perceel CO2-vrije gascentrales wordt € 780 miljoen naar de begroting van KGG overgeheveld ten behoeve van prioritaire dekking voor diverse problematiek Wind op zee en IKC ETS. Hiermee is het perceel volledig leeggeboekt.

Energie- infrastructuur: Gebiedsinvesteringen voor inpassen hoogspanningsnet (€ 197 mln)

De gebiedsinvesteringen zijn bedoeld voor alle hoogspanningsprojecten op land met een regionaal effect in de komende vijf jaar. De komende vijf jaar staat een uitbreiding van het hoogspanningsnet gepland waardoor de leefkwaliteit lokaal onevenredig onder druk komt te staan. Met gebiedsinvesteringen wordt de scheve verhouding in lasten en lusten hersteld om benodigd regionaal draagvlak voor huidige en toekomstige hoogspanningsinfrastructuur te behouden. Daarmee wordt vertraging in de procedures voor het inpassen van hoogspanningsprojecten door een gebrek aan draagvlak, nu en in de toekomst, voorkomen.

WarmtelinQ+ (€ 195 mln)WarmtelinQ speelt een belangrijke rol in de verduurzaming van de warmtevraag in de provincie Zuid-Holland door duurzame (rest)warmte van de Rotterdamse haven via warmtetransportleidingen naar verschillende lokale warmtenetten te transporteren. Tracé Vlaardingen-Den Haag is in de afrondende fase. Tracé Rijswijk-Leiden (WarmtelinQ+) is het laatste grote tracé dat nog gerealiseerd moet worden. De middelen zijn bedoeld om een bijdrage te leveren aan de verhoogde CAPEX-kosten voor WarmtelinQ+.

Garantieregeling warmtenetten (€ 174,5 mln)

De opschaling van collectieve warmte loopt tegen een barrière aan doordat (met name nieuwe) warmtebedrijven beperkt toegang hebben tot de kapitaalmarkt. Met de Garantieregeling Warmtenetten (GRW) worden staatsgaranties verstrekt waarmee warmtebedrijven tegen aantrekkelijkere voorwaarden vreemd vermogen kunnen aantrekken voor de realisatie van warmtenetten. Het waarborgfonds zal garant staan voor de rente- en aflossingsverplichtingen van warmtebedrijven mits deze aan de selectiecriteria voldoen.

Vroege Fase opschaling: Elektrolyse, onshore: 500-1.000 MW (€ 212 mln)

Het kabinet wil opschaling van elektrolyse realiseren. Om die opschaling te realiseren is gerichte ondersteuning van elektrolyseprojecten nodig; alleen met een directe subsidie hebben bedrijven voldoende zekerheid voor het doen van de benodigde investering. Opschaling moet zorgen voor kostprijsreductie en voldoende betaalbaar aanbod zodat normering en beprijzing effectief hun werk kunnen doen.

Overboeking KGGEr wordt € 318 mln naar de begroting van KGG overgeheveld ten behoeve van prioritaire dekking voor diverse problematiek Wind op zee en IKC ETS. Dit gaat om middelen die bedoeld waren voor een demonstratieproject elektrolyse offshore. Dit project gaat niet door.

TerugboekingenEr zijn op verschillende begrotingen middelen teruggeboekt naar het fonds omdat deze dit jaar niet meer nodig bleken. In het voorjaar 2026 zal worden bezien of die middelen opnieuw kunnen worden ingezet.

Licence