Base description which applies to whole site

2.1 Beleidsprioriteiten

Inleiding

In een tijd waarin het kabinet demissionair is, blijft het waarborgen van onze rechtsstaat, onze veiligheid en het vertrouwen in onze instituties onverminderd van groot belang. Burgers moeten erop kunnen rekenen dat de overheid hen beschermt tegen onrecht, onveiligheid en ontwrichting. Ook in deze fase zetten we daarom vol in op het uitvoeren van bestaand beleid en het versterken van de fundamenten waarop onze rechtsstaat, en daarmee onze samenleving, rust. Ook in 2026 blijft het ministerie werken aan een veilig en weerbaarder koninkrijk en staan we voor de rechtsstaat met oog voor stabiliteit, rechtszekerheid en maatschappelijke samenhang.

2.1.1   Een veilig en weerbaarder koninkrijk

Onze nationale veiligheid staat onder druk. Dreigingen zijn urgenter en complexer dan ooit. Geopolitieke spanningen zorgen voor verhoogde hybride en militaire dreigingen. Voor het eerst in lange tijd is de kans reëel dat Nederland via de collectieve verdedigingsclausule in het NAVO-verdrag («artikel-5») direct betrokken raakt bij een grootschalig gewapend conflict. (Niet-) Statelijke actoren bedreigen de stabiliteit van onze rechtsstaat, pandemieën en natuurrampen kunnen eveneens leiden tot ontwrichting. Ook onder uitzonderlijke omstandigheden moet onze samenleving blijven functioneren. Daarom zijn nu adequate voorbereiding en versterking van de weerbaarheid in brede zin nodig - ook van burgers en bedrijven. Koersbepalend hierbij blijft de Veiligheidsstrategie voor het Koninkrijk der Nederlanden. Onderstaand de prioriteiten voor 2026 op het gebied van nationale veiligheid.

Maatschappelijke weerbaarheid tegen militaire en hybride dreigingen

Het kabinet onderkent dat een crisis- en conflictscenario veel voorbereiding vraagt van onze samenleving. Om de zelf- en samenredzaamheid van burgers te vergroten starten we, samen met onder andere gemeenten en veiligheidsregio's, een brede publiekscampagne en richten we een landelijk stelsel in van informatie- en noodsteunpunten voor burgers (zie ook beleidsartikel 36).

De overheid moet beter de gevolgen van een crisis- en conflictscenario kunnen beheersen. Daarom verbeteren we de civiel-militaire crisiscoördinatie, besluitvorming en aansturing. Ook onderzoeken we of het staatsnoodrecht en andere wettelijke grondslagen toepasbaar zijn bij een crisis of conflict, maken we het makkelijker om gerubriceerde informatie in de crisisstructuur te delen en zorgen we voor meer kennis en instrumenten om beter te sturen als schaarste zich voordoet. Hierbij onderzoeken we de rol van strategische voorraden. De onderzoeksresultaten van de Algemene Rekenkamer uit 2022 betrekken we hierbij. Samenhangend met het weerbaarheidstraject ontwikkelen we de aanpak van statelijke en hybride dreigingen verder door. In een dreigings- en conflictscenario moet Nederland zich digitaal kunnen verdedigen en interveniëren. Hiertoe is in de eerste helft van 2025 een onderzoek uitgevoerd. Op basis hiervan onderzoeken we cyberverdedigingsmaatregelen.

Moderniseren Staatsnoodrecht

In 2026 wordt het Staatsnoodrecht verder gemoderniseerd. We bieden de Coördinatiewet Uitzonderingstoestanden aan voor parlementaire behandeling. De Wet verplaatsing bevolking, de Wet buitengewone bevoegdheden burgerlijk gezag, de Noodwet rechtspleging en de Onteigeningswet brengen we in consultatie. Ook ontwikkelen we visies op rijksheren, rechtsbescherming en nadeelcompensatie in het Staatsnoodrecht.

Implementatie Cyberbeveiligingswet en Wet weerbaarheid kritieke entiteiten

Uitval, verstoring of manipulatie van vitale processen en diensten heeft grote gevolgen voor het functioneren van onze samenleving. Daarom beschermen we de vitale infrastructuur en versterken we de weerbaarheid ervan. We implementeren twee Europese richtlijnen: de herziening van de richtlijn netwerk- en informatiebeveiliging (NIS2-richtlijn) en de richtlijn veerkrachtige entiteiten (CER-richtlijn). De Cyberbeveiligingswet (Cbw) en de Wet weerbaarheid kritieke entiteiten (Wwke) zijn de wetsvoorstellen voor het implementeren van deze richtlijnen. JenV coördineert de implementatie.

Implementatie stelsel beveiligen van personen

De afgelopen jaren is hard gewerkt aan het stelsel beveiligen van personen. Binnen het stelsel krijgt de NCTV een rol in het uitvoeren van gezag en dreigingsanalyses. Een substantieel deel van de NCTV gaat zich hiermee bezighouden. In 2025 kwamen de beleidsmatige kaders voor dit nieuwe stelsel gereed en in 2026 ronden we de wettelijke verankering en implementatie ervan af. Dan is onder andere de dreigingsanalysefunctie ingericht en zijn de versterkingstrajecten bij politie en Defensie grotendeels klaar. Met het neerzetten van de fundamenten van dit nieuwe stelsel beogen we het werk efficiënter en effectiever vorm te geven, zodat we de operationele druk op dit domein kunnen verlichten.

Contraterrorisme

In het online domein van (gewelddadig) extremisme en terrorisme gaat specifieke aandacht uit naar jongeren. We gaan door met de Versterkte Aanpak Online waarin we komend jaar inzetten op: pilot(s) met online platforms, het vergroten van de digitale weerbaarheid van jongeren en verdere samenwerking met de Autoriteit online Terroristisch en Kinderpornografisch Materiaal (ATKM). Daarnaast zetten we in op (lokale) vroegsignalering van radicaliserende jongeren en investeren we in interventies voor deze doelgroep. Ook hebben we aandacht voor de aansluiting op de zorgketen. Dit voor meer zicht op eventueel achterliggende psychosociale-problematiek. 

Terrorisme en gewelddadig extremisme bedreigen onze rechtsorde en veiligheid. In 2026 ligt de beleidsmatige focus op het versterken van het juridisch instrumentarium. We zetten in op wetgeving die het openlijk steunen van terroristische organisaties en verheerlijken van terroristisch geweld strafbaar stelt. De dreiging van terrorismeveroordeelden die vanaf 2025 vrijkomen uit detentie is hoger dan voorheen. Als zij illegaal in Nederland verblijven raken zij uit beeld van onze instanties en diensten. Deze casuïstiek vraagt om het informeren van, en goede afstemming met de partners in de veiligheids- en migratieketen. Daarom vervult de NCTV ook in 2026 hierbij een centrale, coördinerende rol. Wanneer er voor specifieke taken geen verantwoordelijke partner is, kan de NCTV escaleren of bezien of de taken zelf uitgevoerd moeten worden, wanneer de situatie daarom vraagt.

Versterken crisisbeheersing en brandweerzorg

In 2026 treedt de Wet crisisbeheersing en brandweerzorg in werking. In lijn met adviezen van de evaluatiecommissie Wet Veiligheidsregio's (Wvr) is de nationale crisisstructuur wettelijk verankerd. De wet richt zich op het versterken van de bovenregionale en landelijke crisisbeheersing, rampenbestrijding en brandweerzorg.In het kader van de Landelijke Agenda Crisisbeheersing intensiveren we de inzet op voorbereiding, paraatheid en weerbaarheid van de samenleving. Dit doen we in nauwe samenwerking met de veiligheidsregio's. We ontwikkelen en actualiseren landelijke crisisplannen. Het verder te ontwikkelen Knooppunt Coördinatie Regio’s Rijk (KCR2) versterkt de samenwerking tussen Rijk en veiligheidsregio’s.

Alerteren bevolking bij rampen en crises

In 2026 zetten we in op het doorontwikkelen van het alerteren van de bevolking ter voorbereiding op rampen en crises van de toekomst, waaronder (hybride) militaire dreiging.

Noodcommunicatie

Recente incidenten bij reguliere telecommunicatienetwerken in binnen- en buitenland tonen het belang aan van een goede noodcommunicatievoorziening, waarmee de overheid en andere (private) partijen bij uitval toch met elkaar kunnen communiceren. Daarom kijken we in 2026 naar mogelijkheden om de robuustheid van de huidige noodcommunicatievoorziening (NCV) verder te verbeteren, onder meer bij stroomuitval. Daarnaast investeren we in nieuwe mogelijkheden zoals videobellen.

Noodsteunpunten

Zelfredzaamheid is niet voor iedereen vanzelfsprekend. Voor kwetsbare doelgroepen is het noodzakelijk dat lokaal ondersteuning beschikbaar is. Om hierin te kunnen voorzien werken we samen met de veiligheidsregio’s en de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) aan de inrichting van een netwerk van noodsteunpunten. Bij langdurige uitval in geval van rampen en crises zal de behoefte aan diverse basisvoorzieningen, waaronder informatie, snel toenemen. Dan kan een noodsteunpunt inwoners voorzien van informatie. Daarnaast zal de aard van mogelijke rampen en crises in grote mate leidend zijn bij de invulling van de behoefte waarin het noodsteunpunt voorziet en de faciliteiten die daarvoor nodig zijn (all hazard approach).

Als de duur van de ramp of de crisis dit noodzakelijk maakt, kan een noodsteunpunt een functie hebben in het verdelen van schaarse goederen (basisvoorzieningen) zoals bijvoorbeeld drinkwater. Een robuuste regionale hoofdstructuur is hierbij belangrijk om te zorgen voor coördinatie en aansluiting op de bestaande regionale crisisorganisatie. In de tweede helft van 2025 en in 2026 vinden pilots plaats en gaan veiligheidsregio’s met gemeenten aan de slag met eenvoudig te realiseren uitkomsten. Daarna geven zij vanuit hun bestaande verantwoordelijkheden gefaseerd vorm aan een netwerk van noodsteunpunten. Wij ondersteunen de landelijke aanpak hiervan.

2.1.2   Brede aanpak ondermijnende criminaliteit

Ondermijning bedreigt onze rechtsstaat en veiligheid. Drugscriminelen voelen zich onaantastbaar en schuwen dodelijk geweld niet. Kwetsbare jongeren worden via sociale media geronseld en ingezet als uithaler of drugskoerier. In het landelijke gebied dumpen criminelen giftig drugsafval en worden agrariërs onder druk gezet voor hun diensten. Criminelen zetten corruptie en inmenging in voor toegang tot systemen binnen overheden en bedrijven. De huidige geopolitieke instabiliteit zorgt voor meer bewegingsruimte voor de internationale georganiseerde criminaliteit, die zelfs wordt ingezet door buitenlandse mogendheden, soms in ruil voor een veilige haven. Dit vraagt om een krachtige, brede en duurzame aanpak. Daarbij richten we ons zowel op verdienmodellen van (drugs)criminaliteit als op andere vormen, zoals zorg- en milieucriminaliteit. Ook verschijnt in 2026 het Dreigingsbeeld Ondermijning Nederland (DON). Hiermee kunnen we prioriteiten stellen om de samenleving weerbaarder te maken. Onderstaand onze speerpunten.

Voorkomen

Corruptie tast het vertrouwen aan in onze democratische rechtsstaat en beïnvloedt onze economie negatief. Daarom werken JenV en BZK samen aan een brede aanpak van corruptie en criminele inmenging. Daarover hebben we de TK op 20 juni jl. geïnformeerd1. Begin 2026 verwachten we de resultaten van de National Risk Assessment (WODC). Hiermee versterken we de anti - corruptieaanpak.

In 2026 gaat Preventie met Gezag (PmG) een nieuwe periode in, tot en met 2029. Na vaststelling door de Ministerrraad werken we aan een juridische grondslag voor de SPUK van PmG (zie ook 2.1.6). Hierdoor kunnen 27 gemeenten samen met (justitie)partners werken aan een integrale aanpak, met als basis: kansen bieden en grenzen stellen. Door te investeren in het lokale gezag bestrijden we de rekruteringskracht van criminelen in de wijk. Deze combinatie van repressie en preventie ontneemt de georganiseerde criminaliteit haar uitvoeringskracht. De komende tijd bouwen we voort op dat wat we inmiddels hebben geleerd mét aandacht voor lokale behoeften en het delen van best practices. En we gaan door met het terugdringen van de vraag naar en het gebruik en aanbod van drugs. Hierbij kiezen we voor meer samenhang tussen volksgezondheid (VWS) en criminaliteitsbestrijding (JenV). Door de capaciteit voor digitale opsporing uit te breiden, krijgt het opsporen en bestrijden van online verkoop van onder andere drugs een flinke impuls.

Doorbreken

Financieel gewin drijft drugscriminelen. Met geld vergaren zij macht, kopen zij wapens en betalen zij handlangers. Ze wassen het crimineel verdiende geld wit en investeren het in de legale wereld. Ondermijnende effecten nemen af als we het criminele verdienmodel doorbreken en criminele geldstromen verstoren en terugdringen. We werpen barrières op om witwassen te voorkomen en ondergronds bankieren te verstoren en gaan door met beslagleggen. Zo voorkomen we dat criminelen kunnen beschikken over hun geld. De implementatiewet ter voorkoming van witwassen en terrorismefinanciering en de Wet ter implementatie van de Europese Confiscatierichtlijn die beiden kort voor de zomer van 2025 in consultatie zijn gegaan, versterken die aanpak in 2026 en daarna.

Het hoofddoel van de internationale samenwerking van Nederland op het gebied van ondermijning is het verstoren en ontmantelen van de bij uitstek wereldwijd vertakte criminele netwerken en verdienmodellen. In 2026 zetten wij daarom de versterkte onderlinge samenwerking tussen ministeries en uitvoeringspartners door. Dit om in internationaal verband krachten te bundelen en capaciteit doelmatiger in te zetten. Daarbij richten we ons op drie geografische gebieden: de Europese landen, de bron- en transitlanden in Latijns-Amerika en het Caribische gebied (LAC) en West-Afrika, en landen die een rol spelen bij de aanpak van crimineel vermogen.

Bestraffen

Naast de preventieve aanpak en het doorbreken en verstoren van criminele netwerken en verdienmodellen moet een stevig normerende en repressieve aanpak staan: we vergroten de pakkans en verhogen de effectiviteit van straffen. Zo maken nieuwe instrumenten doelgerichte opsporing mogelijk, zoals het opsporen van verborgen ruimten in voertuigen. We sturen het wettelijke kader voor de inzet van kroongetuigen en getuigenbescherming in 2026 naar de Tweede Kamer.

Straf moet effectief, zeker snel en persoonsgericht zijn en niet enkel voor vergelding dienen. Het benadrukt dat straffen moeten bijdragen aan rehabilitatie en preventie van recidive.Wettelijke strafmaxima moeten ook meebewegen met actuele ontwikkelingen. Om de rechter meer ruimte te geven om passend te straffen verhogen we de strafmaten van grootschalige drugsdelicten. Ook krijgt de rechter meer mogelijkheden om personen te verbieden bepaalde beroepen uit te oefenen. We investeren in het tegengaan van voortgezet crimineel handelen vanuit detentie (VCHD). DJI treft extra maatregelen om dreigingen van buiten de Penitentiaire Inrichting (PI) tegen te gaan, zoals apparatuur om contrabande en drones te detecteren en onschadelijk te maken. Daarnaast versterken we de internationale samenwerking, onder andere doordat het Landelijk Bureau Inlichtingen en Veiligheid (LBIV) de samenwerking naar het buitenland uitbreidt. En we breiden de EBI uit met 12 plaatsen (conform motie Ellian/ Wilders).

Beschermen

Het stelsel beveiligen van personen zorgt ervoor dat ernstig bedreigde personen intensief bewaakt en beveiligd worden. We verwijzen hiervoor naar 2.1.1.

2.1.3   Staan voor onze rechtsstaat: herstel van vertrouwen

We zijn in Nederland gezegend met een beproefde democratische rechtsstaat. In internationale vergelijkingen eindigt Nederland in de top 5 als het gaat om de staat van de rechtsstaat. Toch slijt het vertrouwen van de samenleving in de instituties van de rechtsstaat, o.a. door de toeslagenaffaire en ‘het Groningse gas'2.We willen het vertrouwen terugwinnen door eerlijk te zijn over onze tekortkomingen en fouten, die te corrigeren en aan te geven wat de overheid wel en niet kan doen. Wij moedigen een dialoog aan tussen tegenpolen en benadrukken dat de instituties van de rechtsstaat neutraal te werk gaan op basis van wetten die we samen maakten en maken. Onderstaand onze belangrijkste maatregelen om het vertrouwen in de rechtsstaat te versterken.

Een versterkte strafrechtketen

Door de strafrechtketen te versterken krijgen burgers sneller zekerheid over hun zaak. Dat draagt bij aan het vertrouwen in het strafrecht en daarmee aan vertrouwen in de rechtsstaat. We treffen samen met de ketenorganisaties maatregelen om de prestaties te verbeteren. Daarbij ligt de focus op het wegwerken van voorraden, het versnellen van doorlooptijden en verdere digitalisering van de keten. Voor het versnellen van de doorlooptijden werken de ketenorganisaties een concrete meerjarenagenda uit. Daarbij geven zij prioriteit aan de zaakstromen jeugd en zeden en veel voorkomende criminaliteit. Bij deze verbeteringen betrekken we het Verantwoordingsonderzoek van de Algemene Rekenkamer. Op 1 april 2025 stemde de TK in met wetsvoorstellen voor een nieuw Wetboek van Strafvordering. In 2026 dienen we wetsvoorstellen in om het nieuwe wetboek aan te vullen en in te voeren. Ondertussen werkt de keten verder aan het implementeren van het nieuwe wetboek zodat bij het inwerkingtreden ervan – in 2029 – de processen en systemen voor informatievoorziening en de (keten)werkprocessen zijn aangepast en professionals in de hele keten zijn bijgeschoold.

Toegang tot het recht voor iedereen

We versterken de toegang tot het recht, zodat burgers en bedrijven sneller, eenvoudiger en beter een oplossing kunnen vinden voor hun juridisch probleem. Dit doen we langs drie pijlers:

  • 1. informatie,

  • 2. advies en ondersteuning

  • 3. beslissing door een neutrale instantie.

We zorgen ervoor dat mensen snel de juiste hulp kunnen krijgen. Belangrijk onderdeel hiervan is het vernieuwen van het stelsel van gesubsidieerde rechtsbijstand. Ook versterken we de samenwerking tussen het sociale en juridische domein, evenals de toegang tot het recht voor arbeidsmigranten. En samen met het ministerie van BZK richten we een stichting op die (rechts-) hulp en ondersteuning biedt bij discriminatie in Caribisch Nederland.

Het programma stelselvernieuwing rechtsbijstand is in 2025 afgerond. Als sluitstuk werken we aan een voorstel om de wet op de rechtsbijstand en de onderliggende besluiten aan te passen. Dit wetsvoorstel regelt o.a. de taken van het Juridisch Loket, de inning van de eigen bijdrage door de Raad voor Rechtsbijstand en een aangepast zelfredzaamheidscriterium. In 2026 krijgt het wetgevingstraject verder beslag. Ook werken we voorstellen uit voor een landelijk dekkend netwerk van sociaaljuridische dienstverlening en zetten we ons onverminderd in voor een versterkte sociale advocatuur. Er is structureel 30 miljoen euro extra beschikbaar gesteld voor de sociale advocatuur. Daarmee volgen we een groot deel van de aanbevelingen van de commissie Van der Meer II op. Samen met o.a. de Nederlandse Orde van Advocaten en de Raad voor Rechtsbijstand bouwen we verder aan het borgen van de continuïteit van de gesubsidieerde rechtsbijstand in Nederland. En we ontwikkelen initiatieven zodat rechtzoekenden kunnen blijven rekenen op hoogwaardige rechtsbijstand.

Recht doen aan slachtoffers

Slachtoffers verdienen erkenning en ondersteuning bij het te boven komen van de gevolgen van een strafbaar feit. Om de rechten van slachtoffers te verstevigen voeren we de maatregelen uit uit de Meerjarenagenda Slachtofferbeleid 2025-2028. We zetten in op het vergroten van het slachtofferbewustzijn door o.a. samen met de wetenschap een leerstoel Slachtofferrechten in te stellen. Ook verduidelijken we de rechtspositie van slachtoffers. Dit doen we onder andere door de ongemaximeerde voorschotregeling te verruimen en de vergoeding van affectieschade naar broers en zussen uit te breiden. Deze voorstellen gaan in 2026 in consultatie. Met het oog op het beschermen van slachtoffers werken we de mogelijkheid van een zelfstandig gebiedsverbod verder uit. Ook verbeteren we de toegang tot ondersteuning. Dit doen we door een nieuwe werkwijze die – doordat partijen optimaal samenwerken (één entree gedachte) - ervoor zorgt dat slachtoffers snel en zonder dat zij onnodig hun verhaal meermalen moeten vertellen, op de juiste plek terecht komen voor hulp.

Toezicht advocatuur

In 2026 werken we verder aan een nieuw, toekomstbestendig en robuust toezichtmodel voor de advocatuur. We streven ernaar het wetgevingsproces te starten. Er komt één landelijk onafhankelijke toezichthouder advocatuur (de OTA). Het doel hiervan is een verdere professionalisering en een betere aanpak van misstanden binnen de advocatuur. Sterk toezicht is essentieel voor de aanpak van ondermijnende criminaliteit en weerbaarheid van de advocatuur. Samen met de Nederlandse orde van advocaten geven we dit nieuwe toezichtsmodel verder vorm.

Gegevensbescherming

Burgers moeten erop kunnen vertrouwen dat hun persoonsgegevens op een juiste manier worden verwerkt en dat we hun rechten beschermen en toezicht voldoende waarborgen. Naleving van de AVG door iedereen is van fundamenteel belang. Daarom zetten wij o.a. verder in op:

  • versterken van de positie van de functionaris voor gegevensbescherming,

  • ontwikkelen van Rijksbrede richtlijnen voor online monitoring,

  • creëren van meer grip op internationale gegevensstromen,

  • beperkt en streng gereguleerd inzetten van gezichtsherkenning en geautomatiseerde besluitvorming door de overheid,

  • een geharmoniseerd niveau van gegevensbescherming voor het (structureel) uitwisselen van persoonsgegevens binnen het Koninkrijk.

Ook zorgen we hierbij voor passende en moderne wet- en regelgeving, vooral de Uitvoeringswet AVG (UAVG). Het wetsvoorstel Verzamelwet gegevensbescherming draagt daaraan bij. Aansluitend verkennen we een bredere revisie van de UAVG. Daarbij betrekken we eerdere adviezen, evenals uitvoeringswetgeving in andere Europese lidstaten. Gegevensbeschermingsvraagstukken raken iedereen – ook de overheid. Daarom volgen we ontwikkelingen hieromtrent op de voet en hebben we contact hierover met o.a. het bedrijfsleven, overheden en de Autoriteit Persoonsgegevens (AP). Hierbij zorgen we voor draagvlak en brengen we beleid en wetgeving tot stand. Tegelijk is in bepaalde gevallen het delen van (persoons-)gegevens noodzakelijk voor het goed functioneren van de overheid en de samenleving. Bijvoorbeeld wanneer bepaalde gegevens noodzakelijk zijn voor het uitoefenen van een wettelijke taak. We stimuleren onderdelen van JenV om in die gevallen – binnen de grenzen van de wet – gegevens met elkaar te delen. Waar de wet knelt onderzoeken we of een wetswijziging noodzakelijk is en doen daar in dat geval een voorstel voor. Zo geven we gevolg aan de brede oproep om te onderzoeken wanneer gegevensdeling noodzakelijk is, maar nu niet kan plaatsvinden. Om gegevensdeling te versnellen en toekomstbestendig te maken, heeft JenV een tijdelijke ‘Taskforce Gegevensdeling’ opgericht. Deze taskforce richt zich op het aanpakken van knelpunten in gegevensdeling op gebieden zoals de georganiseerde en ondermijnende criminaliteit, maar ook op problemen bij gegevensuitwisseling met instanties zoals het UWV en de Belastingdienst. En we zetten in op EU-initiatieven ter vermindering van de regeldruk waar het de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) betreft.

Goede wetgeving

In 2026 geven we samen met parlement en betrokkenen uitvoering aan de kabinetsbrede agenda voor het versterken van wetgevingskwaliteit met drie speerpunten: effectiviteit, rechtsstatelijkheid en vereenvoudiging. Omdat goed beleid de basis is voor goede wetgeving zetten wij in op:

  • het vergroten van de bekendheid van het Beleidskompas bij beleidsambtenaren,

  • het versterken van de aandacht voor doenvermogen,

  • het vergroten van de begrijpelijkheid en toegankelijkheid van wetgeving (o.a. door verruimen van de informatieverstrekking via de website wetgevingskalender),

  • het verder ontwikkelen van de website voor internetconsultatie en

  • het bevorderen van bekendheid en gebruik van de invoeringstoets.

Ook werken we de motie uit van het lid Mutluer3over het standaard uitvoeren van een uitvoeringstoets. Een ander belangrijk instrument dat we in 2026 verder doorontwikkelen is het (portfolio-) management van beleidsinitiatieven en wetgeving. Dit instrument moet helpen bij het krijgen van overzicht wat er op de strafrechtketen afkomt, en moet ook helpen bij het maken van keuzes in de toekomst.

Eind 2026 verschijnt de tweede editie van de Staat van de wetgevingskwaliteit. Dat is de basis voor de dialoog over wetgevingskwaliteit en dilemma’s hierbij, gericht op het verder versterken van de kwaliteit van wetgeving.

Digitalisering

Een sterke ‘digitale rechtsstaat’

Onze rechtsstaat moet waarborgen bieden voor een vrije, veilige en rechtvaardige samenleving, zowel offline als online, ook in Caribisch Nederland. Om zaken tijdiger, sneller en effectiever te behandelen digitaliseren de juridische beroepen, de rechterlijke macht, organisaties in de strafrechtketen en vele anderen hun dienstverlening, werkprocessen en zaakstromen.Rechtsbescherming en gegevensbescherming zijn twee belangrijke pijlers onder onze rechtsstaat. We evalueren regelmatig of het juridisch kader nog goed is toegesneden op nieuwe technologieën en digitale ontwikkelingen, en of het nodig is aanvullend te reguleren of bestaande normen te verhelderen. Daarnaast initiëren we een strategische visie op internationale gegevensstromen en -uitwisseling. Ook werken we verder aan een visie op toekomstbestendige digitali­sering van de civiele- en bestuursrechtelijke ketens. Digitalisering leidt immers regelmatig tot nieuwe beleidsvragen, bijvoorbeeld over hoe om te gaan met gegevens van burgers in openbare registers.

Aanpak cybercrime en gedigitaliseerde criminaliteit

Criminaliteit in de digitale wereld is inmiddels wijdverbreid. Dit geldt zowel voor cybercrime in enge zin, zoals ransomware en hacken, als gedigitaliseerde criminaliteit, zoals online fraude. Om slachtofferschap te voorkómen werken we aan bewustwording, o.a. met campagnes over social engineering en tweefactorauthenticatie. In 2026 stellen we voor de strafbedreiging van enkele cyberdelicten te verhogen. Dit weerspiegelt de ernst van deze feiten én biedt de opsporing meer mogelijkheden om daders op te sporen en criminele activiteiten te verstoren. In 2025 besloten we extra te investeren in politie, OM en NFI. Dit zorgde voor een impuls in de opsporing, maar het voorkwam niet dat het OM in de zomer van 2025 zelf slachtoffer werd van hacken. In 2026 spreken we onze ambities af in de nieuwe Veiligheidsagenda 2027-2030. We verbeteren de (vaak grensoverschrijdende) toegang tot digitale gegevens voor opsporing. We sluiten de implementatie af van de E-evidence verordening en de bijbehorende richtlijn. Deze verordening maakt het krijgen van digitaal bewijs in opsporingsonderzoeken uit andere EU-lidstaten een stuk efficiënter. Daarnaast bereiden we de ratificatie voor van het nieuwe VN-verdrag tegen cybercrime. Ook werken we oplossingsrichtingen uit gericht op het effectiever aanpakken van bad hosting, zoals know your customer beleid, meer Europese samenwerking en het verder stimuleren van het Cleannetworksproject. En we bezien hoe in Nederland een Anti Phishing Shield (APS) structureel kan worden opgezet voor alle internetgebruikers.

Implementeren van richtlijnen en wetgeving gericht op digitalisering

Ook in 2026 gaan we verder met het implementeren van een aantal Europese verordeningen en richtlijnen voor digitalisering. De toegankelijkheid van de rechtsstaat versterken we verder door het implementeren van de e-Justice verordening en richtlijn en de Europese AI-verordening. Voor betere toegang tot het recht zetten we ook in op nationale digitalisering, bijvoorbeeld door het notarissen mogelijk te maken meer ambtshandelingen digitaal te verrichten. In het kader van een effectieve en efficiënte rechtspleging maakt de rechtspraak het in steeds meer zaakstromen mogelijk om digitaal te procederen. We werken aan het beleidsmatig voorbereiden van een wettelijke regeling rond de publicatie van rechterlijke uitspraken. Die regeling gaat een kader bieden voor de openbaarheid en controleerbaarheid van de rechtspraak in het digitale tijdperk.Technologische ontwikkelingen op veiligheid gaan sneller dan ooit. In 2026 ondersteunen we gemeenten bij relatief nieuwe uitdagingen op dit terrein, zoals online aangejaagde openbare-ordeverstoringen. Het Midden- en Kleinbedrijf willen we digitaal weerbaarder maken. Ook opsporing in het digitale domein brengt uitdagingen met zich mee, zoals het krijgen van digitaal bewijs uit andere landen. Daarvoor nam de EU een verordening en een richtlijn aan, en is het 2e protocol bij het Verdrag van Boedapest getekend. In 2026 werken we aan de implementatie hiervan, waaronder de noodzakelijke nationale wetgeving.

Ondernemen, insolventie en financiering

We treffen maatregelen waarmee we ondernemers een passende juridische infrastructuur bieden voor het maximaal ontplooien van hun activiteiten. Bij het ondernemingsrecht gaat het dan bijvoorbeeld om de mogelijkheid tot een digitale algemene ledenvergadering. Daarnaast voeren we adviezen uit van de Expertgroep modernisering NV-recht. In EU-kader blijven we ons inzetten voor lastenluwe regelgeving, eenvoud en transparantie. Lopende implementatie van de EU-regelgeving over de duurzaamheidsrapportage (de CSRD-richtlijn), zoals over het meervoudig stemrecht op aandelen, zetten we onverminderd voort.

Om het Nederlandse ondernemings- en investeringsklimaat te verbeteren werken we verder aan het insolventie-en zekerhedenrecht. We moderniseren het pandrecht om eenvoudiger en laagdrempeliger krediet te kunnen aantrekken. En we vereenvoudigen herstructurering en afwikkeling van ondernemingen in financiële nood door te inventariseren wat in de praktijk wenselijk is als het gaat om de Wet homologatie onderhands akkoord (Whoa), zoals bijvoorbeeld aanpassingen waarmee het midden-en kleinbedrijf eenvoudiger en goedkoper via de Whoa kunnen herstructureren. De maatschappelijke schade van faillissementen willen we beperken door in te zetten op stille voorbereiding van faillissementen, door het verder brengen van het in de Eerste Kamer aanhangige wetsvoorstel Wet continuïteit ondernemingen I (WCO I). Met de Wet overgang van onderneming in faillissement (WOVOF) verbeteren we de positie van werknemers in faillissementen, o.a. door objectieve selectiecriteria te hanteren bij een doorstart. Voor een snelle afwikkeling van faillissementen is adequate financiering van de taken van de curator van groot belang. Met inachtneming van resultaten van het in 2025 opgeleverde WODC-onderzoek over de taakuitoefening door faillissementscuratoren, bekijken we hoe we dit beter kunnen waarborgen. In 2026 verwachten we te werken aan de implementatie van de Europese richtlijn materieel insolventierecht en hebben we aandacht voor de internationale dimensie van faillissementen.

Auteursrecht

Op nationaal niveau koersen we aan op het spoedig invoeren van de Wet versterking auteurscontractenrecht. Deze wet beoogt de positie te versterken van makers ten opzichte van andere partijen. Naar aanleiding van een evaluatie van het College van Toezicht Auteursrechten (CvTA) werken we o.a. met hen verder aan hun aanbevelingen. We dienen een wetsvoorstel in dat ziet op het oplossen van knelpunten zoals het CvTA noemt in hun evaluatie. 

In EU-verband maken we ons er hard voor dat de Europese Unie reciprociteit gaat regelen ten aanzien van vergoedingen voor het gebruik van beschermde werken en prestaties in landen buiten de Europese Unie en Europese Economische Ruimte.

Handhavingstekort

De afgelopen jaren zijn gemeentelijke handhavers meer bestuursrechtelijke en strafrechtelijke taken gaan uitvoeren, ondersteunend aan de politie. Inmiddels zijn er signalen over een groeiend handhavingstekort en mogelijke gevolgen daarvan. Waar toezicht en handhaving ontbreken, lijken burgers minder geneigd om regels na te leven of verliezen ze het vertrouwen in de overheid. Alleen inzetten op meer capaciteit is onvoldoende. We verkennen hoe gemeenten te ondersteunen dit probleem op te lossen, bijvoorbeeld door technologie in te zetten. En aan de hand van een omgevingsanalyse brengen we in kaart welke factoren van invloed zijn op dit vraagstuk.

2.1.4   Politie, missiekritische communicatie en criminaliteitsbestrijding

Keuzes in de politietaak

De vraag naar politiecapaciteit nam de afgelopen jaren significant toe. Tegelijkertijd was het de afgelopen jaren een uitdaging om de capaciteit op peil te houden door pensioenuitstroom en een krappe arbeidsmarkt. Het is van groot belang dat de politie zichtbaar en bereikbaar blijft voor eenieder die dit dat nodig heeft. Deze zichtbaarheid en nabijheid moeten toekomstbestendig vorm krijgen. Hierbij zetten we in 2026 in op de juiste combinatie van fysiek contact op straat, contact vanuit permanente fysieke locaties, mobiele vormen van fysiek contact, innovatieve loketten, digitale kanalen en andere manieren om in contact te komen met de politie. Ook de financiële kaders vragen om keuzes. In aansluiting op het eerste halfjaarbericht politie4 heeft de minister van JenV alleen de politiebegroting voor 2026 vastgesteld en niet de door politie ingediende meerjarenraming 2027-2030. Het komende jaar moeten in het licht van toegenomen kosten (o.a. informatievoorziening en kosten voor de zorg van politiepersoneel), mede op basis van de ontwikkelagenda politiefunctie, keuzes worden gemaakt in wat  de politie wel en niet kan doen, en welke bezetting en technische ontwikkelingen daarbij het beste passen. De keuzes die gemaakt moeten worden zijn gericht op een betaalbaar en toekomstbestendig politiekorps en moeten leiden tot een meerjarig sluitende politiebegroting.

EU-regelgeving met belangen voor de politie

Het implementeren van de door de Europese Commissie voorgestelde EU wet- en regelgeving brengt grote opgaven (en financiële gevolgen) met zich mee. Zo vragen het integreren van politiesystemen met Europese informatiesystemen, het (technisch) aanpassen van applicaties van de politie en het wijzigen van werkprocessen en inrichting veel aandacht van de politie. Dit betreft in ieder geval de Prüm II-verordening en de AI Verordening. Ook zijn er tal van Europese implementatieopgaven (o.a. milieucriminaliteit, ontneming en confiscatie vermogensbestanddelen, bestrijding online seksueel kindermisbruik) die de politie gaan raken. Gezien de druk op de politieorganisatie zal implementatie keuzes vragen.

Optimaliseren en vernieuwen missiekritische communicatie

Politie, brandweer, ambulancezorg en Koninklijke Marechaussee moeten kunnen blijven rekenen op een goede communicatievoorziening. Voor het optimaliseren van C2000 verbeteren we de radiodekking, stellen we de gebruiker centraal en zoeken we innovatieve manieren om het huidige C2000 robuust en betrouwbaar te houden tot de opvolger in gebruik is genomen. De contracten van C2000 lopen af. We werken aan nieuwe contracten zodat de dienstverlening voor C2000 is geborgd. Ook zorgen we voor een goede overgang naar nieuwe contracten en de nieuwe missiekritische communicatievoorziening. Voorgaande jaren zorgde de kwartiermakersorganisatie voor het fundament, de governance en een gemeenschappelijk beeld. In 2026 werken we toe naar de realisatiefase.

Doorontwikkelen meldkamerdomein

Veiligheid vereist dat hulpverleners burgers snel helpen en snel ter plaatse zijn en hun werk veilig kunnen uitvoeren. Dat vereist borging van de continuïteit van de 112-keten en de meldkamervoorzieningen. In 2025 voltooiden we het landelijk netwerk van 10 meldkamers. Ondertussen neemt de omvang en complexiteit van veiligheidsrisico’s en dreigingen toe. Dit dwingt ons om samen te verkennen hoe we het netwerk van de 10 meldkamers en de 112-keten nog veiliger en robuuster kunnen organiseren, mét aandacht voor de meldkamervoorzieningen, alsook voor de samenwerking en uitvoering van de meldkamerfunctie. Nieuwe ontwikkelingen plaatsen het meldkamerdomein in een nieuwe fase, waarbij partijen telkens moeten bepalen wat zij individueel of gezamenlijk oppakken. Daarom geven we in 2026 verder invulling aan de werkagenda van de toekomst. Daarmee kan het meldkamerdomein gerichter inspelen op ontwikkelingen en risico’s.

Criminaliteitsbestrijding

JenV bevordert en draagt bij aan een rechtvaardige, effectieve en integrale rechtshandhaving en criminaliteitsbestrijding. We stellen het opsporings- en vervolgingsapparaat zo goed mogelijk in staat om hun taak uit te oefenen. Doel is een veiliger Nederland, met structureel dalende criminaliteitscijfers. Onderstaand de prioritaire activiteiten die we daarvoor in 2026 ondernemen.

Aanpak van mensenhandel

In 2026 gaan we verder met het Actieplan van het programma Samen tegen mensenhandel en sturen we aan op het in werking laten treden van de gemoderniseerde strafbaarstelling van mensenhandel (WvSr). Doel van het programma is: minder slachtoffers van mensenhandel. Dit realiseren we door slachtofferschap te voorkomen en snel en adequaat slachtofferschap te signaleren, door slachtoffers uit de situatie te halen en zorg en ondersteuning te bieden, en door daders zowel strafrechtelijk als bestuursrechtelijk aan te pakken.

Aanpak van seksuele misdrijven

Ook gaan we door met het versterken van de aanpak van seksuele misdrijven. Die aanpak kreeg een impuls met het in werking treden van de Wet seksuele misdrijven op 1 juli 2024. Samen met de betrokken organisaties blijven we de voortgang van deze wet volgen, waaronder de instroom van meldingen en aangiftes en de capaciteit binnen de zedenteams van de politie en het OM. Ook evalueren we de wet en het proces. In 2026 verwachten we de evaluatie af te ronden naar de effectiviteit van handhaving van de strafbaarstelling van seksuele intimidatie door boa’ s en politie. Op basis hiervan richten we de handhaving verder in.

Aanpak van antisemitisme

Antisemitisme is een blijvend en een onverminderd groot probleem in Nederland. Conflicten elders, zoals in het Midden-Oosten, werken hier door. In 2024 is de Strategie Bestrijding Antisemitisme 2024-2030 opgesteld. JenV coördineert dit en bewaakt de voortgang. Jaarlijks bezien we of aanvullende acties nodig zijn en informeren we de Kamer.

De Nationaal Coördinator Antisemitismebestrijding (NCAB) heeft een belangrijke adviserende rol bij de strategie. Daarnaast is een Taskforce Antisemitismebestrijding opgericht onder voorzitterschap van Jaap Smit. De taskforce heeft tot taak voorstellen te doen om de veiligheid van Joden te bevorderen, in het bijzonder gericht op de veiligheid van Joodse studenten, het weren van antisemitische sprekers op hogescholen en universiteiten en veiligheidsconsequenties van sit-ins op OV-stations.

2.1.5   Gevangeniswezen en Forensische Zorg

Het Prognosemodel Justitiële Ketens (PMJ) raamt dat er komende jaren fors meer (jeugd)capaciteitsplaatsen nodig zijn. Zonder maatregelen nemen de bestaande tekorten toe5. Samen met DJI en andere ketenorganisaties werken we aan maatregelen om het tekort terug te dringen. DJI benut cellen optimaal en waar dat verantwoord kan, plaatsen we gedetineerden op een meerpersoonscel (MPC). Ook zetten we in op sobere detentie¬concepten voor kortgestrafte zelfmelders (beperkt dagprogramma, minder arbeid) om zo de voorraad zelfmelders af te remmen. Daarnaast creëren we extra celcapaciteit door gebruik van tijdelijke plekken met een lager beveiligingsniveau. Om de huidige gebouwen in stand te houden moeten we renoveren. Doen we dat niet dan vallen op termijn plekken uit. Het risico van sluiting geldt voor 3.100 plaatsen. Het streven is dat er zo min mogelijk plekken uitvallen6.

Ook in tbs-klinieken zijn capaciteitsproblemen. Hierdoor wachten ca. 225 personen in de gevangenis op het tenuitvoerleggen in de gevangenis op het tenuitvoerleggen van de tbs-maatregel. Om dit aan te pakken verkennen we, naast de geplande uitbreidingen, de vormgeving van een beschikbaarheidsfinanciering. Of dit aanbieders stimuleert te investeren in extra plaatsen en onder welke voorwaarden. Een nieuwe garantieregeling maakt het al mogelijk dat JenV garant staat voor maximaal € 300 mln. aan leningen voor particuliere FPC’s. Hierdoor kunnen particuliere FPC’s tegen een lagere rente leningen afsluiten om capaciteit uit te breiden of in stand te houden. En we gaan verder met het implementeren van de meerjarenagenda forensische zorg. Technologische innovatie en flexibel op- en afschalen moet de capaciteitsdruk verder ontlasten.

Daarnaast zorgt de gezamenlijke Werkagenda Aansluiting reguliere en forensische zorg ervoor dat we de reguliere ggz beter toerusten voor zorgverlening aan patiënten met een hoog veiligheidsrisico. De Werkagenda is een onderdeel van de brede aanpak voor personen met verward en/of onbegrepen gedrag, maar richt zich specifiek op de doelgroep met een hoog veiligheidsrisico (± 1500 personen). Het gehele pakket aan maatregelen onder de Werkagenda moet ervoor zorgen dat personen met verward gedrag en een hoog veiligheidsrisico niet tussen wal een schip vallen.

2.1.6   Preventie: jeugd, femicide, geweld, kansspelen en vuurwerk

Aanpak van jeugdcriminaliteit

Jeugdcriminaliteit vergt een integrale aanpak van preventie en repressie. Voorkomen moet worden dat jongeren met politie en justitie in aanraking komen, in de criminaliteit belanden of daarin doorgroeien en/of recidiveren. Daarom continueren we de bestaande aanpak van jeugdcriminaliteit, inclusief het programma Preventie met Gezag (PmG, zie ook 2.1.2).

We investeren in de meest kwetsbare gebieden. Voor de langere termijn en samen met partners ontwikkelen we een aanpak waarin we preventie en repressie combineren. We combineren kansrijke en bewezen effectieve interventies passend bij de levensloopbenadering, van secundaire preventie tot en met re-integratie. De partners uit de (jeugd)strafrechtketen, het zorg-, sociaal- en veiligheidsdomein én het onderwijs slaan hiertoe de handen ineen. Zo leren we steeds beter wat werkt om de weerbaarheid van deze jongeren te vergroten. Deze aanpak hanteren we ook in het Caribisch deel van het Koninkrijk.

Ook repressie speelt een rol in de aanpak van jeugdcriminaliteit. De straf moet passend zijn. Dit betekent: licht waar het kan en zwaar waar het moet. Daarom scherpen we het jeugdstrafrecht aan en verhogen we voor 14- en 15-jarigen de maximale straffen voor ernstige misdrijven. Ook verankeren we in de wet een uitgebreide motiveringsplicht, die geldt wanneer rechters het adolescentenstrafrecht bij meerderjarigen toepassen. En we werken aan extra mogelijkheden om ouders aan te spreken op hun verantwoordelijkheid als hun kinderen delicten plegen.

De Inspectie Justitie en Veiligheid constateerde (d.d. 10-9-2024) dat het functioneren van de jeugdstrafrechtketen onder druk staat door o.a. arbeidsmarktkrapte en complexere zaken, waardoor de tijd tussen aanhouding en afdoening te lang is. Samen met de keten verbeteren we dit door o.a. nieuwe streefnormen bij doorlooptijden en behoud van het jeugdspecialisme.

Jeugd: betere bescherming

In 2026 werken we verder aan de aanpak van problemen in de jeugdbescherming en de veiligheidsproblematiek bij kinderen en volwassenen door lokale teams, Veilig Thuis, gecertificeerde instellingen, Raad voor de Kinderbescherming en andere organisaties. Dat doen we door de uitgangspunten van het Toekomstscenario Kind- en Gezinsbescherming verder uit te werken en voorstellen te doen voor het aanpassen van het stelsel van jeugd- en gezinsbescherming. Dit in samenhang met de Hervormingsagenda Jeugd. We verwachten in 2026 het wetsvoorstel Verbetering rechtsbescherming in de jeugdbescherming naar de Kamer te kunnen sturen.

Femicide, huiselijk geweld en kindermishandeling

in Nederland zijn het hoofdzakelijk partners, ex-partners of familieleden die femicide7 plegen. Om femicide te voorkomen is het daarom belangrijk om tijdig in te grijpen bij (dreigend) huiselijk geweld en kindermishandeling. Daarom verbeteren we in 2026 interventies die cruciaal zijn in de samenwerking tussen o.a. politie en justitieorganisaties, Veilig Thuis en gemeenten (Veiligheid voorop): inzet van het tijdelijk huisverbod, strafrechtelijke aanpak van psychisch geweld, bredere inzet van het slachtoffer-device en het versterken van de aandacht voor de veiligheid van partner en kind(eren) in het familierecht. Samen met andere departementen en ketenpartners werken we aan de implementatie van de EU-Richtlijn om geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld te bestrijden en aan het aanvaarden van de Verdragen van Istanbul voor Caribisch Nederland.

Aanpak van geweld, waaronder explosies

De recente toename van slachtofferschap van geweld is een zorgelijke ontwikkeling. Nederlandse burgers moeten kunnen leven zonder angst voor geweldsincidenten. Samen met lokale overheden, publieke instanties en private partijen zetten we in op de preventieve en repressieve aanpak van geweld. Daarbij heeft vooral het voorkomen van aanslagen met explosieven en online geweld onze aandacht. Met expertise, middelen en samenwerking ondersteunen we gemeenten bij het waarborgen van de openbare orde en veiligheid.

Kansspelen

Met de visie op kansspelen legden we in 2025 een nieuwe basis voor het kansspelbeleid. Het belangrijkste doel daarbij is het beschermen van alle burgers tegen de risico’s van kansspelen. Dus ook mensen die (nog) niet gokken. Hierbij hebben we vooral aandacht voor minderjarigen en jongvolwassenen. Ook formuleerden we als doel het verhinderen van deelname aan illegaal spel en het bestrijden van illegaal aanbod. Op basis van de nieuwe visie werken we aan een nieuw wetsontwerp voor kansspelen op afstand. Dat ontwerp brengen we in de tweede helft van 2026 in consultatie en periodiek brengen we een rapportage uit over het gehele kansspelbeleid.

Vuurwerk

Het parlement stemde op 8 april en 1 juli 2025 in met de Wet veilige jaarwisseling. Op het moment dat deze wet in werking treedt, is het afsteken van F2, F3 en F4 vuurwerk door consumenten verboden. Daarnaast heeft het parlement de mogelijkheid gecreëerd om, door een ontheffing van de burgemeester, F2-vuurwerk door georganiseerde groepen burgers te laten ontbranden tijdens de jaarwisseling. Om invulling te geven aan de handhaving van de wet en de onderliggende AmvB stellen we - zoals gevraagd in de eerste voorwaarde in het amendement Michon-Derkzen - een handhavingsplan op (inclusief communicatie). Dit doen we in nauwe samenwerking met diverse partners zoals gemeenten, politie en OM. Het plan dient als handreiking voor het lokale gezag om op lokaal niveau concreet invulling aan te geven.

2.1.7 Herstel- en Veerkrachtplan

Het HVP, inclusief het REPowerEU-hoofdstuk, bestaat uit 131 mijlpalen en doelstellingen die zijn vastgelegd in het raadsuitvoeringsbesluit. Op 12 mei jl. is het gewijzigde raaduitvoeringsbesluit aangenomen door de Ecofinraad.8De implementatie van het Nederlandse Herstel- en Veerkrachtplan (HVP) is in volle gang. Nederland kan in totaal € 5,4 miljard aan Europese middelen ontvangen uit de Herstel- en Veerkrachtfaciliteit (HVF) voor belangrijke investeringen en hervormingen. Inmiddels zijn er twee betaalverzoeken succesvol ingediend ter waarde van € 2,5 miljard. Over de voortgang van de implementatie van het HVP wordt de Kamer minimaal tweejaarlijks geïnformeerd. Het kabinet werkt nu hard aan de resterende betaalverzoeken. Voor deze betaalverzoeken geeft het ministerie van Justitie en Veiligheid uitvoering aan de volgende maatregel hervorming anti-witwasmaatregelen door vergroten van de beschikbare capaciteit bij de FIU. Nederland is voornemens om eind 2025 het derde betalingsverzoek bij de Europese Commissie in te dienen. Over de indiening en beoordeling van dit betalingsverzoek wordt de Kamer te zijner tijd geïnformeerd.

1

Kamerstukken II, 2024-2025 29911, nr. 472

2

Het vertrouwen in instituties, waaronder de rechterlijke macht, is van invloed op de brede welvaart. Het vertrouwen in rechters in Nederland laat een gunstige ontwikkeling zien en is bovendien erg hoog vergeleken met andere EU landen. In 2023 heeft 77,5% van de bevolking van 15+ heel veel of tamelijk veel vertrouwen in rechters.

3

Kamerstukken II, 2024-2025 36600 VI, nr. 153

4

Kamerstukken II, 2024-2025 29628, nr. 1277

5

Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens tot en met 2030 geraamd | Nieuwsbericht | WODC - Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum.

6

Het capaciteitsprobleem raakt overigens niet de hoogrisicogedetineerden. Alle hoogrisicogedetineerden die op een EBI of een AIT horen kunnen we daar ook plaatsen.

7

Femicide is fataal (gender gerelateerd) geweld tegen vrouwen.

Licence