Base description which applies to whole site

1 Bewaking en bestrijding van dierziekten en voorkomen en verminderen van welzijnsproblemen

Algemene doelstelling

Bewaking en bestrijding van specifieke dierziekten en voorkomen en verminderen van welzijnsproblemen.

Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van LVVN is verantwoordelijk voor:

  • Het bestrijden van dierziekten die op basis van (Europese) wetgeving verplicht moeten worden bestreden en indirect verantwoordelijk – houders van dieren zijn zelf primair verantwoordelijk – voor welzijnsaspecten bij de bestrijding.

  • Het tijdig signaleren en afhandelen van verdenkingen en besmettingen door onderzoek naar en monitoring/bewaking van bepaalde dierziekten.

  • Effectieve en doelmatige crisisorganisatie bij dierziektenuitbraken.

Beleidswijzigingen

Er zijn geen wijzigingen in het beleid ten opzichte van 2025.

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 28 Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x €1.000)
 

2024

2025

2026

2027

2028

2029

2030

Verplichtingen

33.766

36.389

38.133

38.133

38.133

38.133

38.133

        

Uitgaven

34.921

58.249

38.133

38.133

38.133

38.133

38.133

Waarvan juridisch verplicht

       
        

Opdrachten

13.532

14.529

7.737

7.737

7.737

7.737

7.737

Bewaking van dierziekten

754

4.407

3.177

3.177

3.177

3.177

3.177

Crisisparaatheid

5.267

7.787

2.889

2.889

2.889

2.889

2.889

Bestrijding van dierziekten

6.081

1.175

500

500

500

500

500

Overig

1.430

1.160

1.171

1.171

1.171

1.171

1.171

        

Subsidies

       

Bewaking van dierziekten

424

447

474

474

474

474

474

Overig

424

447

474

474

474

474

474

        

(Schade)vergoedingen

1.640

2.000

3.000

3.000

3.000

3.000

3.000

Bestrijding van dierziekten

1.640

2.000

3.000

3.000

3.000

3.000

3.000

        

Bijdrage aan ZBO's / RWT's

19.325

19.413

26.922

26.922

26.922

26.922

26.922

Bewaking van dierziekten

18.396

17.493

19.357

19.357

19.357

19.357

19.357

Crisisparaatheid

  

4.695

4.695

4.695

4.695

4.695

Bestrijding van dierziekten

 

862

1.430

1.430

1.430

1.430

1.430

Overig

929

1.058

1.440

1.440

1.440

1.440

1.440

        

Ontvangsten

54.687

54.437

39.182

40.009

38.133

38.133

38.133

Ontvangsten LVVN

12.373

12.638

11.190

11.505

11.235

11.505

11.505

Dekking vanuit saldo LVVN in DGF

  

988

1.500

1.500

1.500

1.500

Ontvangsten sector

14.079

33.167

27.004

27.004

24.656

25.128

25.128

Ontvangsten EU

419

1.209

742

Ontvangsten voor aanvullen crisisreserve

4.687

7.423

Saldo van de afgesloten rekeningen

23.129

Toelichting bij de tabel budgettaire gevolgen van beleid

Budgetflexibiliteit

Er zijn doorlopende contracten met bedrijven om bewakingsprogramma’s uit te voeren en/of om beschikbaar te zijn voor dienstverlening tijdens crises (Crisisparaatheid), waardoor uitgaven meerjarig juridisch verplicht zijn. De overige verplichtingen zijn op basis van het convenant aan bestuurlijke afspraken gebonden.

Saldosystematiek DGF

In de systematiek van het DGF speelt het fondssaldo een belangrijke rol. Het fondssaldo is in feite het banksaldo van het fonds aan het einde van het jaar. Het fondssaldo bestaat uit de volgende onderdelen:

Crisisreserve

Via het fondssaldo worden de middelen gereserveerd voor onverwachte (grote) uitgaven die samenhangen met het uitbreken van een dierziektecrisis, dit betreft de crisisreserve. De crisisreserve die door elke sector moet worden aangehouden is vastgelegd in het Besluit Diergezondheid. De crisisreserve bedraagt eind 2024 € 7,5 mln. De pluimveesector had eind 2024 geen crisisreserve meer in het DGF. Het aanvullen van dit saldo is verwerkt in de heffingen 2025. De rundersector beheert haar crisisreserve buiten het DGF.

Saldo sectoren

De verschillen tussen ontvangsten en uitgaven per begrotingsjaar, verrekeningen uit voorgaande jaren en nieuwe activiteiten gedurende het boekjaar die niet zijn begroot leiden tot een positief of negatief saldo per sector. Positieve verschillen zijn dan een onderdeel van het fondssaldo. Dit saldo moet dan worden verrekend in het tarief voor de heffingen in het opvolgende jaar. Een negatief saldo (voorfinanciering door DGF) wordt eveneens verrekend in het tarief in het opvolgende jaar.

Nog te betalen bedragen voorgaand boekjaar

In de praktijk komt het voor dat uitgaven in 2026 betrekking hebben op geleverde prestaties in 2025. Het fonds heeft de verplichting om deze bedragen te betalen en moet dit via het fondssaldo reserveren.

Saldo LVVN

Het fondssaldo, verminderd met de crisisreserve, het saldo van de sectoren en nog te betalen bedragen voorgaand boekjaar, is het deel wat aan LVVN is toegerekend rekening houdend met eventuele voorschotten die van de EU afkomstig zijn.

In de begrotingcyclus en de berekening van de tarieven wordt de omvang en samenstelling van het fondssaldo meegenomen.

Ontwikkelingen fondssaldo

Het fondssaldo per 31 december 2024 sluit op een bedrag van € 23,1 mln. In dit saldo is begrepen de crisisreserve van de varkenssector ad € 7,4 mln. en de crisisreserve van de schapen- en geitensector ad € 0,1 mln.

Het saldo van sectoren gezamenlijk bedraagt eind 2024 € 13,3 mln. negatief (nog te ontvangen van de sectoren) en zal door het DGF worden verrekend in de tarieven. Dit saldo bestaat voor € 10,4 mln. Uit het saldo van de rundersector welke in 2025 tot en met 2027 zal worden ontvangen via de verrekening in de tarieven. Voorts is er eind 2024 een negatief saldo van de pluimveesector ad € 3,2 mln. welke is meegenomen in het tarief van 2025. Het restant betreft het saldo van de sectoren schaap, geit en varken waar het saldo relatief beperkt van omvang is.

Meerjarig beeld

In het meerjarig beeld is rekening gehouden met stijgende uitgaven die op dit moment kunnen worden voorzien en zijn afgestemd met de sectoren (indexatie is niet meegenomen). In de jaren 2028 tot en met 2030 zijn de inkomsten en uitgaven aan elkaar gelijk. In de volgende paragrafen worden de uitgaven per instrument nader toegelicht.

In 2025 tot en met 2027 zijn de ontvangsten hoger dan de uitgaven. De oorzaak is de verrekening van het saldo van de sectoren bij met name de pluimveesector en de rundersector. In 2025 is in het tarief van de pluimveesector tevens begrepen de opbouw van de crisisreserve welke in de voorgaande convenantperiode (2020-2024) volledig was gebruikt.

Toelichting op de financiële instrumenten

Uitgaven

Bewaking van dierziekten

Het signaleren van (mogelijke) dierziekten vindt plaats door houders van dieren, dierenartsen en/of medewerkers van laboratoria/onderzoeksinstellingen, hetzij op basis van klinische verschijnselen dan wel op basis van de uitkomsten van laboratoriumonderzoek. In het geval deze verschijnselen kunnen wijzen op een aangifteplichtige ziekte, dient dit onmiddellijk bij de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) te worden gemeld. Naast de meldplicht worden in opdracht van LVVN bewakings- en monitoringsprogramma’s uitgevoerd die deels door de Europese Unie (EU) verplicht zijn gesteld ter behoud van de dierziektevrij-status.

Ook een vrijstatus voor de Wereldorganisatie voor diergezondheid (World Organisation for Animal Health (WOAH, voorheen OIE)) vereist voor sommige ziekten een monitoringsprogramma. Door bewakingsonderzoeken uit te voeren wordt het risico dat een ziekte niet of niet tijdig wordt opgemerkt gereduceerd.

Naast deze officiële vrijstatus zijn er andere redenen voor het uitvoeren van monitoringprogramma’s, zoals de volksgezondheid of nationale diergezondheidsbelangen. Zo is ervoor gekozen om een monitoringsprogramma uit te voeren op Q-koorts, Mycoplasma gallisepticum en Salmonella St./Se.

Voor een snelle opsporing van dierziekten is de overheid in sterke mate afhankelijk van de opmerkzaamheid van veehouders en dierenartsen en van hun bereidheid een eventuele verdenking te melden. Hiervoor worden in aanvulling op de monitoringsprogramma’s, waarbij een aangewezen aantal bedrijven wordt bemonsterd, zogenaamde ‘early warning’-programma’s uitgevoerd voor aviaire influenza (AI), Klassieke varkenspest (KVP) en Afrikaanse varkenspest (AVP). Deze early warning verplicht de dierhouder om bij zieke dieren, waarbij AI, KVP of AVP niet kan worden uitgesloten op basis van het klinische beeld, monsters op te sturen voor uitsluitingsdiagnostiek.

In onderstaande tabel wordt het budget voor de bewaking van dierziekten uitgesplitst naar verschillende activiteiten.

Tabel 29 Uitgaven bewaking van dierziekten (bedragen x € 1.000)
 

2026

 

Runderen

Schapen

Geiten

Varkens

Pluimvee

LVVN

Totaal

Basismonitoring

2.794

384

384

1.429

1.204

4.975

11.170

Brucellose

850

    

458

1.308

BSE

1.856

    

1.856

3.712

Leukose

431

     

431

Blauwtong

62

42

21

  

126

251

Brucella melitensis

 

127

127

  

254

508

TSE

 

100

100

  

200

400

Q-koorts

 

111

332

  

442

885

KVP

   

137

 

137

274

KVP Wilde Zwijnen

   

60

 

60

120

Early Warning varkenspesttonsillen (AVP)

   

104

 

104

208

AI Early warning monsters (swabs)

    

46

46

92

AI Early warning hobbypluimvee en wilde/dode vogels

     

92

92

Monitoringsprogramma AI (serologie), NCD, Mycoplasma en niet-zoönotische Salmonella

    

1.435

 

1.435

diagnostiek AI (serologie)

    

1.103

 

1.103

Monstername en monitoring Zoönotische Salmonella

    

545

 

545

        

Totaal bewaking van dierziekten

5.993

764

964

1.730

4.333

8.750

22.534

Crisisparaatheid

Crisisparaatheid omvat het treffen van voorzieningen om onmiddellijk te kunnen bestrijden op het moment dat een ziekte is vastgesteld. Het budget voor crisisparaatheid wordt onder meer ingezet voor de volgende activiteiten:

Tabel 30 Uitgaven crisisparaatheid (bedragen x € 1.000)
 

2026

 

Runderen

Schapen

Geiten

Varkens

Pluimvee

LVVN

Totaal

Waakvlamcontracten

63

8

5

208

184

478

946

Crisiscapaciteit Rendac

258

32

18

205

258

771

1.542

Vaccinbanken MKZ, KVP en ZvA

179

58

31

905

 

746

1.919

Sectordeel High Containment Unit

1.061

105

105

845

1.061

 

3.177

        

Totaal crisisparaatheid

1.561

203

159

2.163

1.503

1.995

7.584

Toelichting tabel uitgaven crisisparaatheid

Zodra sprake is van een besmetting of hier vanuit moet worden gegaan, worden onmiddellijk bestrijdingsmaatregelen getroffen door de (permanente) crisisorganisatie van LVVN. Vertraging van de bestrijding leidt tot meer besmettingen en daarmee tot langdurige bestrijdingsmaatregelen.

Waakvlamcontracten omvatten vaste uitgaven in de vorm van een beschikbaarheidsvergoeding om ervoor te zorgen dat de benodigde partijen stand-by staan en direct in actie kunnen komen bij een besmetting welke acuut bestreden moet worden.

Bestrijding van dierziekten

Onder de bestrijding van dierziekten vallen:

Verdenkingen:

  • Onderzoek naar verschijnselen die kunnen duiden op een aangifteplichtige dierziekte na een melding door een (vee)houder en/of door een dierenarts;

  • Onderzoek van verdachte dieren;

Bestrijding:

  • Bestrijding van besmettelijke dierziekten zoals tuberculose, brucellose, leukose, hoogpathogene vogelgriep (HPAI), Mond en klauwzeer (MKZ) en klassieke of Afrikaanse varkenspest (KVP en AVP).

Als veehouders verschijnselen signaleren bij hun dieren die kunnen duiden op een aangifteplichtige dierziekte, is melding daarvan verplicht. Ook een positief testresultaat van een aangifteplichtige ziekte moet door een laboratorium gemeld worden bij de NVWA. Het onderzoeken van deze meldingen is een belangrijke structurele taak van de NVWA. Indien een bevestigingstest positief is, wordt het bedrijf door de NVWA besmet verklaard. Als er sprake is van een bestrijdingsplichtige ziekte, wordt aansluitend tot bestrijding overgegaan.

Bestrijding vindt plaats volgens Europese bestrijdingsrichtlijnen. De aanpak is geregeld in diverse draaiboeken van het Ministerie. Op Rijksoverheid.nl staan de actuele bestrijdingsdraaiboeken.

In bepaalde gevallen kan de inzet van beschermende noodvaccinatie (vaccinatie ‘voor het leven’) een effectieve bestrijdingsmethode zijn. In plaats van het in grote aantallen preventief ruimen van dieren kan de uitbraak bij bepaalde dierziekten tot staan worden gebracht door vaccinatie, in een bepaald gebied rondom besmette bedrijven. Gezonde gevaccineerde dieren worden niet meer gedood. Op basis van de huidige EU-regelgeving is beschermende noodvaccinatie mogelijk bij de bestrijding van uitbraken van MKZ, KVP, Ziekte van Aujeszky (ZvA) en AI. Deze aanpak is alleen uitvoerbaar bij dierziekten waarvoor een effectief en praktisch toepasbaar vaccin beschikbaar is (het DGF heeft in het kader van de crisisparaatheid contracten voor MKZ, KVP en ZvA). De mogelijkheid van noodvaccinatie is beschreven in de betreffende beleidsdraaiboeken.

Voor de bestrijding van dierziekten staan onder andere de volgende instrumenten ter beschikking:

  • wettelijke verplichting van houders van dieren en dierenartsen om verschijnselen die duiden op een aangifteplichtige dierziekte te melden;

  • klinische inspectie door een zogenaamd deskundigenteam, bestaande uit dierenartsen (bedrijfsdierenarts van veehouder, dierenarts van de Gezondheidsdienst van Dieren en NVWA-dierenarts op bedrijven waar mogelijk sprake is van aangifteplichtige dierziekten);

  • monsternames en diagnostisch onderzoek van afgenomen monsters bij verdachte dieren;

  • instellen van stand-still, vervoersverboden en/of compartimenten;

  • vaccineren van dieren;

  • onderzoek van dieren op buurt-/contactbedrijven en andere relevante bedrijven;

  • tracering van een besmetting (van en naar);

  • doden van besmette dieren en van dieren die een reëel gevaar zijn voor verspreiding van de besmetting;

  • destructie van gedode (besmette) dieren;

  • reinigen en ontsmetten van bedrijven.

De grondslag voor de inzet van bovenstaande instrumenten zijn:

  • EU-richtlijnen en EU-verordeningen;

  • Wet Dieren;

  • (Beleids-)draaiboeken;

  • Crisisorganisatie en voorzieningen.

Het budget voor opdrachten voor verdenkingen en bestrijding wordt onder meer ingezet voor de volgende activiteiten:

Tabel 31 Uitgaven bestrijding van dierziekten (bedragen x € 1.000)

2026

 

Runderen

Schapen

Geiten

Varkens

Pluimvee

LVVN

Totaal

Verdenkingen:

       

AI

    

400

 

400

Salmonella

    

100

 

100

Overige verdenkingen

131

15

15

109

 

460

730

        

Bestrijding:

       

Salmonella

    

1.500

 

1.500

HPAI

    

1.500

 

1.500

HPAI (screening en kadaverbemonstering)

    

700

 

700

        

Totaal bestrijding van dierziekten

131

15

15

109

4.200

460

4.930

Toelichting bij de tabel bestrijding

Voor HPAI en Salmonella uitbraken is voor beide € 1,5 mln. begroot. In 2024 zijn de uitgaven van beide ziektes rond dit bedrag uitgekomen, voor de begroting 2026 zijn wij ervan uitgegaan dat deze lijn zich in 2026 zal voortzetten.

Tot slot is in de begroting voor de screening en kadavertonbemonstering een bedrag opgenomen van € 0,7 mln. Deze uitgaven vallen onder bestrijding en komen in de plaats van preventief ruimen.

Overig

Het budget 2026 voor overige activiteiten wordt ingezet voor de bijdrage aan de Stichting Diergeneesmiddelen Autoriteit voor € 0,5 mln., de uitvoeringskosten voor het innen van heffingen en voeren van de administratie van € 1,1 mln. en de overeenkomst met de Gezondheidsdienst voor Dieren voor veterinaire kennis (inclusief opleiding) en beleidsadvisering, deelname aan de zoönose structuur, helpdesk Paard, assistentie van de NVWA bij verdenkingen en de afhaaldienst voor onderzoek dode dieren (€ 1,4 mln.).

Ontvangsten

Ontvangsten LVVN

Dit betreft de LVVN-bijdrage aan de DGF-begroting voor met name de bewaking en monitoring en voor voorzieningen in geval van een dierziekte-uitbraak (zoals vaccins, waakvlamcontracten en bestrijdingsmaterialen). De bijdrage van LVVN is op de LVVN begroting terug te vinden op artikel 21 onder 'Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken'. Het wordt verantwoord geacht om de komende jaren de bijdrage van LVVN gedeeltelijk te financieren door in te teren op het saldo van LVVN in het DGF. Voor 2026 is de jaarlijkse storting van LVVN hiertoe met € 1,0 mln. verlaagd en vanaf 2027 met € 1,5 mln. per jaar waardoor de totale bijdrage 2026 van LVVN aan de DGF begroting € 11,2 mln. bedraagt.

Dekking vanuit saldo LVVN in DGF

Deze post is nieuw en zal vanaf begrotingsjaar 2026 in de begroting worden opgenomen omdat via deze post het aandeel van LVVN in het fondssaldo kan terugvloeien naar LVVN door de bijdrage te verlagen en het verschil te dekken vanuit het saldo LVVN in het DGF. De taakstelling LVVN wordt voor de duur van het convenant 2025-2029 gedekt uit het saldo LVVN in het DGF. Voor 2026 bedraagt de taakstelling € 1,0 mln.

Ontvangsten van de sector

De verwachte ontvangsten worden via heffingen aan de sectoren geïnd en zijn vastgelegd in het ‘Besluit tot wijziging van het Besluit diergezondheid in verband met de tarieven van de diergezondheidsheffing voor 2026’. Voor het bepalen van de hoogte van het tarief zijn de volgende componenten van belang:

  • De begrote uitgaven voor het betreffende instrument per diersoort of diercategorie in het begrotingsjaar waarvoor het tarief wordt vastgesteld;

  • De minimale omvang van de crisisreserve;

  • Mogelijke overschotten of te korten op het saldo per sector, die zijn verrekend in de tarieven.

De verwachte ontvangsten zijn als volgt te specificeren:

Tabel 32 Uitspliting ontvangsten sector (bedragen x € 1.000)
 

Runderen

Varkens

Schapen

Geiten

Pluimvee

Totaal

Heffingen 2026

8.238

4.102

1.086

589

10.382

24.397

Verrekening sectorsaldo

2.607

    

2.607

Totaal verwachte ontvangsten

10.845

4.102

1.086

589

10.382

27.004

De heffingen 2026 zijn gebaseerd op de begroting 2026 met de verdeling van uitgaven tussen LVVN en de sectoren conform het convenant 2025-2029.

De verrekening bij de rundsector betreft een correctie uit voorgaande jaren. Sinds 2019 loopt de rundsector een jaar achter met de heffingen waardoor het DGF structureel een jaar heeft voorgefinancierd. Hierdoor had de rundsector structureel een saldo tekort van € 7,8 mln. Met de sector is afgesproken dit tekort in drie jaar in te lopen. Daarnaast is het saldotekort bij runderen in 2024 opgelopen door extra uitgaven aan blauwtong-verdenkingen, met name diagnostiek.

Ontvangsten

De taakstelling LVVN wordt voor de duur van het convenant 2025-2029 gedekt uit het saldo LVVN in het DGF. Voor 2026 bedraagt de taakstelling € 1,0 mln.

Ontvangsten sector

De ontvangsten van de sector zijn gebaseerd op de vastgestelde tarieven en worden geïncasseerd middels heffingen welke vooraf zijn afgestemd met de sector. In 2026 zijn de ontvangsten hoger dan in voorgaande jaren als gevolg van verrekening van de sectorsaldo’s.

Ontvangsten EU

De EU draagt bij aan de uitgaven voor Salmonella, BSE/TSE en HPAI. In 2026 zal er naar verwachting nihil worden ontvangen van de EU, omdat de bevoorschotting van het programma in 2025-2027 al is ontvangen. Bijdragen van de EU aan de bestrijding van dierziekten zijn niet opgenomen in de begroting. De controle door de EU op de uitgaven en de besluitvorming over de toekenning van cofinanciering kan enkele jaren duren.

Bijdrage van sector aan crisisreserve

De crisisreserve zal naar verwachting voor alle sectoren op het minimale niveau uitkomen eind 2025 indien wij uitgaan van een beperkt aantal ruimingen in 2025. De crisisreserve van de sectoren rundvee-, schapen-, geiten- en varkenssector zijn reeds op het minimale niveau. Hierbij opgemerkt dat de rundveesector de crisisreserve in eigen beheer heeft. Voor de pluimveesector is in de tariefbepaling 2025 de minimale omvang van de crisisreserve opgenomen ad € 7,4 mln.

Licence