Base description which applies to whole site

5.1 Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND)

De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) is de toelatingsorganisatie van Nederland die als uitvoeringsorganisatie het immigratie- en asielbeleid effectief en efficiënt uitvoert in samenwerking met de partners in de keten. Dit houdt in dat de IND de aanvragen beoordeelt van vreemdelingen die in Nederland willen verblijven of personen die Nederlander willen worden.

Tabel 18 Meerjarige begroting van baten en lasten (Bedragen x € 1.000)1
 

2025

2026

2027

2028

2029

2030

Baten

      

Baten als tegenprestatie voor levering van producten

747.676

790.147

799.882

800.713

587.772

587.772

Baten als tegenprestatie voor levering van input

233.340

289.576

222.839

206.674

202.639

202.639

Rentebaten

      

Vrijval voorzieningen

      

Bijzondere baten

      

Totaal baten

981.016

1.079.723

1.022.721

1.007.387

790.411

790.411

       

Lasten

      

Apparaatskosten

870.866

883.923

876.921

861.587

693.670

693.670

Personele kosten

663.563

711.673

704.610

689.162

542.270

542.268

waarvan eigen personeel

573.118

590.323

583.260

569.312

473.920

473.918

waarvan inhuur externen

85.445

111.350

111.350

109.850

58.350

58.350

waarvan overige personele kosten

5.000

10.000

10.000

10.000

10.000

10.000

Materiële kosten

207.303

172.250

172.311

172.425

151.400

151.402

waarvan apparaat ICT

1.000

1.000

1.000

1.000

1.000

1.000

waarvan bijdrage aan SSO's

70.000

85.000

85.000

85.000

85.000

85.002

waarvan overige materiële kosten

136.303

86.250

86.311

86.425

65.400

65.400

Materiële programmakosten

104.150

142.000

142.000

142.000

92.941

92.941

Afschrijvingskosten

6.000

3.800

3.800

3.800

3.800

3.800

- Materieel

2.000

2.200

2.200

2.200

2.200

2.200

waarvan apparaat ICT

1.800

2.000

2.000

2.000

2.000

2.000

waarvan overige materiele kosten

200

200

200

200

200

200

- Immaterieel

4.000

1.600

1.600

1.600

1.600

1.600

Rentelasten

0

0

0

0

0

0

Overige lasten

0

50.000

0

0

0

0

waarvan dotaties voorzieningen

0

50.000

0

0

0

0

waarvan bijzondere lasten

0

0

0

0

0

0

Totaal lasten

981.016

1.079.723

1.022.721

1.007.387

790.411

790.411

       

Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitvoering

0

0

0

0

0

0

Agentschapsdeel Vpb-lasten

0

0

0

0

0

0

Saldo van baten en lasten

0

0

0

0

0

0

1

Een uitsplitsing van de kosten uitbesteed werk en andere externe kosten vindt plaats bij de eerste suppletoire begroting 2026

Toelichting meerjarige begroting van baten en lasten

BatenDe totale baten zijn gebaseerd op de vastgestelde kostprijzen (P), de verwachte instroom- en productieaantallen (Q), de lumpsumbekostiging voor de materiële kosten (ICT, huisvesting e.d.) en de kosten voor de staf. In de tabel doelmatigheidsindicatoren is de omzet gesplitst naar hoofdproduct. De bekostiging van de IND bestaat uit een bijdrage van het moederdepartement en de leges van derden.

Baten als tegenprestatie voor levering van producten

Voor 2026 zijn de baten vanuit het moederdepartement gebaseerd op het behandelen van in totaal 60.200 asielaanvragen zoals opgenomen in de meerjaren productieplanning (MPP). Het gaat hierbij om eerste aanvragen (35.000), hervestiging (1.500), herhaalde aanvragen (1.600) en nareizigers (22.100).

De financiering van de IND is gekoppeld aan de MPP. De MPP ramingen leiden tot een aanvullende structurele bijdrage van ca. € 374 mln vanaf 2029 om de asielaanvragen volgende uit de MPP en de bestaande voorraad te verwerken.

De baten vanuit partijen anders dan departementen bestaan voornamelijk uit de leges die vreemdelingen betalen voor het behandelen van aanvragen voor verblijfsvergunning regulier of verzoeken tot naturalisatie. De verwachte legesbaten bedragen vanaf 2026 € 60 mln.

Baten als tegenprestatie voor levering van inputNaast de financiering van de MPP zijn aanvullend specifieke middelen toegekend voor de voorbereiding en uitvoering van de asielmaatregelen uit het regeerprogramma en het migratiepact (structureel € 35 mln vanaf 2026), de dekking van de kosten die samenhangen met de dwangsommen (€ 50 mln in 2026) en de voortzetting van de werkzaamheden volgend uit de Richtlijn Tijdelijke Bescherming (RTB) in 2026 en 2027 (ca. € 10 mln).

Tabel 19 Baten als tegenprestatie voor levering (Bedragen x € 1.000)
 

2025

2026

2027

2028

2029

2030

Baten als tegenprestatie voor de levering van producten

747.676

790.147

799.882

800.713

587.772

587.772

baten vanuit moederdepartement

687.676

730.147

739.882

740.713

527.772

527.772

baten vanuit overige departementen

0

0

0

0

0

0

baten vanuit partijen anders dan departementen

60.000

60.000

60.000

60.000

60.000

60.000

       

Baten als tegenprestatie voor de levering van input

233.340

289.576

222.839

206.674

202.639

202.639

baten vanuit moederdepartement

233.340

289.576

222.839

206.674

202.639

202.639

baten vanuit overige departementen

0

0

0

0

0

0

baten vanuit partijen anders dan departementen

0

0

0

0

0

0

Lasten

Personele kosten

De benodigde capaciteit voor het primaire proces is opgebouwd uit ambtelijke medewerkers en externe inhuur. De inzet van uitzendkrachten in het primaire proces is een doelmatig instrument om flexibel te kunnen inspelen op wisselingen in de instroom en de uitvoering van tijdelijke activiteiten. Daarnaast zijn in de begroting de ingehuurde ICT-deskundigen opgenomen onder externe inhuur.

Het totaal aantal fte is opgebouwd uit ambtelijk inzet en inzet van uitzendkrachten en externen.

Tabel 20 Personele kosten (Bedragen x € 1.000)
 

2025

2026

2027

2028

2029

2030

Eigen personeel kosten

573.118

590.323

583.260

569.312

473.920

473.918

Externe inhuur kosten

85.445

111.350

111.350

109.850

58.350

58.350

Totaal aantal fte

6.740

6.970

6.970

6.970

6.970

6.970

       

Overige personeelskosten

5.000

10.000

10.000

10.000

10.000

10.000

Totale kosten

663.563

711.673

704.610

689.162

542.270

542.268

Materiële kosten

De materiële kosten houden verband met de bedrijfsvoering van de IND en betreffen o.a. huisvesting en in- en uitbesteding. De programmakosten hebben een directe relatie met de uitvoering van te leveren prestaties (tolken, proceskosten, verzorging, laboratoriumonderzoek, documenten en dwangsommen). Ook de kosten van automatisering voor het primair proces vallen onder programmakosten. De rentelasten hangen samen met het beroep op de leenfaciliteit. Over de aangegane leningen voor de financiering van de investeringen in de (im)materiële vaste activa wordt rente betaald.

Tabel 21 Kasstroomoverzicht (Bedragen x € 1.000)
  

2025

2026

2027

2028

2029

2030

1

Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen

224.567

230.161

233.461

236.261

238.561

236.261

2

+/+ totaal ontvangsten operationele kasstroom

981.016

1.079.723

1.022.721

1.007.387

790.411

790.411

– /– totaal uitgaven operationele kasstroom

‒ 975.016

‒ 1.075.923

‒ 1.018.921

‒ 1.003.587

‒ 786.611

‒ 786.611

Totaal operationele kasstroom

6.000

3.800

3.800

3.800

3.800

3.800

3

– /– totaal investeringen

‒ 3.460

‒ 4.510

‒ 6.310

‒ 1.610

‒ 2.000

‒ 2.000

+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen

0

0

0

0

0

0

Totaal investeringsstroom

‒ 3.460

‒ 4.510

‒ 6.310

‒ 1.610

‒ 2.000

‒ 2.000

4

– /– eenmalige uitkering aan moederdepartement

0

0

0

0

0

0

+/+ eenmalige storting door moederdepartement

0

0

0

0

0

0

– /– aflossingen op leningen

‒ 406

‒ 500

‒ 1.000

‒ 1.500

‒ 2.000

‒ 2.500

+/+ beroep op leenfaciliteit

3.460

4.510

6.310

1.610

2.000

2.000

Totaal financieringskasstroom

3.054

4.010

5.310

110

0

‒ 500

5

Rekening courant RHB 31 december + stand depositorekeningen (=1+2+3+4)

230.161

233.461

236.261

238.561

240.361

237.561

Toelichting op het kasstroomoverzicht

De investeringen hebben betrekking op inventarissen en installaties (o.a. aanpassingen voor het hybride werken) en hard- en software (vervanging, uitbreiding en opwaardering van bestaande paketten).

Doelmatigheid

Tabel 22 Doelmatigheidsindicatoren
 

2025

2026

2027

2028

2029

2030

Omschrijving generiek deel

      

IND totaal:

      

FTE-totaal (incl. externe inhuur)

6.740

6.970

6.970

6.970

6.970

6.970

Saldo van baten en lasten (% van de baten)

0%

0%

0%

0%

0%

0%

       

Asiel

      

Doorlooptijd (wettelijke termijn) in %

90

90

90

90

90

90

Standhouden van beslissingen in %

85

85

85

85

85

85

Gemiddelde kostprijs (x € 1)

4.947

5.162

4.140

4.087

3.063

3.063

Omzet (x € 1 mln.)

530

581

504

520

389

389

       

Regulier

      

Doorlooptijd (wettelijke termijn) in %

95

95

95

95

95

95

Standhouden van beslissingen in %

80

80

80

80

80

80

Gemiddelde kostprijs (x € 1)

952

1.027

908

900

675

675

Omzet (x € 1 mln.)

420

464

440

454

340

340

       

Naturalisatie

      

Doorlooptijd (wettelijke termijn) in %

95

95

95

95

95

95

Gemiddelde kostprijs (x € 1)

622

679

585

582

435

435

Omzet (x € 1 mln.)

31

35

33

34

25

25

Doorlooptijd

De huidige procedure voor het behandelen van een aanvraag heeft tot doel om zo snel mogelijk duidelijkheid te geven over de uitkomst, waarbij op een zorgvuldige manier wordt getoetst aan de voorwaarden voor het verkrijgen van een asielvergunning, regulier verblijf of naturalisatie.

Het streven is om het grootste deel van de asielaanvragen af te handelen in de algemene asiel-procedure. Voor de overige asielaanvragen geldt dat de IND streeft naar een tijdigheid van minimaal 90% ten opzichte van de wettelijke normtijd. Voor regulier verblijf en naturalisatie geldt 95%. De doorlooptijd binnen de asielprocedures is sterk afhankelijk van de daadwerkelijke ontwikkelingen in de instroom, de omvang van de voorraad en de zwaarte van de af te handelen asielverzoeken.

Standhouden beslissing

Deze indicator geeft aan in hoeveel procent van de gevallen de beslissingen van de IND standhouden voor de rechter. Dit is een (gedeeltelijke) indicatie van de kwaliteit van de beslissingen die de IND neemt in vreemdelingen­ zaken (asiel en regulier). In de tijd tussen een beslissing en een beroep kunnen zich echter ook nieuwe feiten voordoen die van invloed zijn op de beslissing.

Kostprijs per productgroep

De kostprijs geeft weer wat de gemiddelde kostprijs is van de producten binnen een productgroep. De gemiddelde kostprijs van asielproduct is voor de jaren 2025 en 2026 hoger; dit hangt met name samen met het incidenteel toekennen van aanvullende middelen voor de dwangsommen in die jaren.

Omzet per prijsgroep

De IND wordt bekostigd op basis van output. De omzet per productgroep wordt gebaseerd op de integrale kostprijs en de aantallen te behandelen aanvragen.

Licence