Het Nederlandse Herstel- en Veerkrachtplan (HVP) is op 4 oktober 2022 goedgekeurd door de Europese Commissie. Het plan omvat 49 hervormingen en investeringen, waarvan het ministerie van VRO verantwoordelijk is voor vijf maatregelen op het gebied van de woningmarkt en maatschappelijk vastgoed. Sinds de goedkeuring wordt gewerkt aan de implementatie van de betreffende maatregelen binnen de daarvoor gestelde termijnen en randvoorwaarden.
Nederland heeft inmiddels twee betaalverzoeken ingediend en toegekend gekregen. Het eerste verzoek, ingediend in het voorjaar van 2024, had een waarde van € 1,4 mld. Het tweede verzoek volgde in december 2024 en werd na goedkeuring in maart 2025 uitbetaald. In beide gevallen zijn de onderliggende mijlpalen en doelstellingen erkend door de Europese Commissie.
De indiening van het derde betaalverzoek stond oorspronkelijk gepland voor medio 2025, maar is inmiddels verschoven naar de tweede helft van het jaar. Deze verschuiving hangt samen met de noodzaak om op onderdelen het plan technisch aan te passen en enkele mijlpalen in de tijd te herschikken. Deze wijzigingen zijn in het voorjaar van 2025 goedgekeurd door de Ecofinraad en betreffen onder meer investeringen op het gebied van energie, infrastructuur en wetgevingstrajecten die van belang zijn voor de uitvoering. Voor de maatregelen onder verantwoordelijkheid van VRO geldt dat de bijbehorende wet- en regelgeving deels nog in behandeling is. De uitbetaling die samenhangt met het derde betaalverzoek zal naar verwachting in 2026 plaatsvinden.
Voor deze betaalverzoeken geeft VRO uitvoering aan de volgende vier maatregelen: Informatiemanagement Overheid, de Woningbouwimpuls, Regie op de aanbodszijde van de woningmarkt en de subsidieregeling duurzaam maatschappelijk vastgoed.
De uitvoering van het HVP vindt plaats in een complexe beleidsomgeving. VRO werkt binnen de beschikbare kaders aan het realiseren van de afgesproken inspanningen, maar de uiteindelijke uitkomsten zijn mede afhankelijk van externe factoren en de voortgang van wetgevende processen. Daarbij blijft VRO verantwoordelijk voor het waarborgen van de rechtmatige besteding van de Europese middelen en het tijdig signaleren van mogelijke risico’s, onder meer op het vlak van uitvoering, capaciteit en rechtmatigheid.