Base description which applies to whole site

3.3 Ontwikkeling uitgaven en inkomsten

De afgelopen jaren heeft het kabinet ingezet op verbetering van de overheidsfinanciën. Dit was nodig, want door de crisis die in 2008 is begonnen, zijn de overheidsfinanciën fors verslechterd. Door de neergang van de economie zijn de inkomsten gedaald, en tegelijkertijd zijn de uitgaven sterk gestegen. De ontwikkeling van de (netto) collectieve uitgaven en inkomsten als percentage van het bbp (respectievelijk uitgavenquote en lastenquote) is weergegeven in figuur 3.3.1. Hier is te zien dat in de periode voor de crisis de uitgavenquote en de lastenquote nagenoeg gelijk zijn. Sinds 2008 lopen de uitgaven en inkomsten als percentage van het bbp fors uit elkaar: de uitgaven zijn gestegen met 3,5 procentpunt van het bbp, terwijl de inkomsten zijn toegenomen met 1 procentpunt van het bbp. Hierdoor is het tekort opgelopen tot 5,5 procent van het bbp in 2009, en de schuld is gestegen. Dit gebeurde, terwijl in de Miljoenennota 2009 werd verwacht dat de schuld zou dalen tot het laagste niveau sinds 1814.120 Om de overheidsfinanciën duurzaam te herstellen, heeft het kabinet gedurende de afgelopen jaren omvangrijke maatregelen moeten nemen, die niet pijnloos zijn en offers vragen. Daarom heeft het kabinet gekozen voor een evenwichtige samenstelling van maatregelen, met niet alleen ombuigingen, maar ook hervormingen en stimuleringsmaatregelen.

Figuur 3.3.1 Ontwikkeling netto uitgavenquote en lastenquote

Figuur 3.3.1 Ontwikkeling netto uitgavenquote en lastenquote

Bron: CPB (Macro Economische Verkenning 2015)

De beleidspakketten leiden deze kabinetsperiode tot een ex ante verbetering van het EMU-saldo met 22 miljard euro in 2017. 121 Sinds het begin van de kabinetsperiode zijn omvangrijke beleidspakketten gepresenteerd, startend met het Regeerakkoord «Bruggen Slaan» tot aan het aanvullend pakket. Het budgettaire effect van de beleidspakketten is een ex ante verbetering van het EMU-saldo met 15 miljard euro in 2015 oplopend naar 22 miljard euro aan het einde van de kabinetsperiode. Tabel 3.3.1 maakt de voortgang van beleidspakketten inzichtelijk.

Tabel 3.3.1 Voortgang maatregelen (in miljarden euro)1 2
   

2014

2015

2016

2017

1.

Regeerakkoord Rutte-Asscher (inclusief motie Zijlstra-Samsom en sociaal akkoord)

– 3

– 10

– 13

– 16

 

Waarvan afgerond

– 3

– 9

– 12

– 15

 

Waarvan nog niet gerealiseerd

0

0

0

– 1

           

2.

Woningmarktpakket

0,2

0,2

0,2

0,3

 

Waarvan afgerond

0,2

0,2

0,2

0,3

           

3.

Aanvullend pakket (inclusief Begrotingsafspraken 2014)

– 6

– 6

– 6

– 6

 

Waarvan afgerond

– 6

– 5

– 4

– 4

 

Waarvan nog niet gerealiseerd

0

– 1

– 2

– 2

           

4.

Ex ante EMU-saldoverbetering

– 9

– 15

– 18

– 22

 

Waarvan afgerond

– 9

– 14

– 16

– 19

 

Waarvan nog niet gerealiseerd

0

– 1

– 2

– 3

1

Stand 1 september 2014.

2

Door afronding kan de som der delen afwijken van het totaal.

Van de ex ante EMU-saldoverbetering van 22 miljard euro hebben maatregelen ter waarde van 19 miljard euro reeds parlementaire goedkeuring gekregen. Maatregelen met een waarde van 3 miljard euro zijn nog niet gerealiseerd. De afgeronde maatregelen met de grootste budgettaire opbrengst122 uit het Regeerakkoord Rutte-Asscher zijn: de aanpassing van de Wet Maatschappelijke Ontwikkeling, de aanpassingen in de opbouw van aanvullend pensioen (Witteveen), de verhoging van de assurantiebelasting en de hervorming van de kindregelingen. Daarnaast zijn de grootste maatregelen die nog niet gerealiseerd zijn de aanpassingen op het gebied van de langdurige zorg (Wet langdurige zorg) en de maatregel rond stringent pakketbeheer. Van het aanvullend pakket (inclusief Begrotingsafspraken 2014) zijn de grootste afgeronde maatregelen de verdere aanscherping van de hoofdlijnenakkoorden in de zorg, het samenhangend geheel aan maatregelen op het gebied van de geneesmiddelen, de maatregel op het gebied van de stamrecht-bv’s en het bevriezen van de belastingschijven en heffingskortingen. De grootste maatregelen die nog niet gerealiseerd zijn, zijn de alternatieve dekking van de huishoudentoeslag, de verlaging van de tegemoetkoming voor arbeidsongeschikten, de verlaging van de marge van het gebruikelijk loon in box 2 en de herschikking van subsidies.

Licence