Base description which applies to whole site

2.6 Komst van asielzoekers vraagt inzet van overheid, samenleving en asielzoekers zelf

Aan de grote aantallen asielzoekers die in het afgelopen jaar naar ons land zijn gekomen biedt Nederland een rechtvaardige asielprocedure en een sobere opvang. Het kabinetsbeleid is verder gericht op opvang in de regio en het leveren van een bijdrage aan de landen daar, ook eventueel met hervestiging. In maart 2016 kwam de EU tot een akkoord met Turkije over een aanpak van de Europese migratieproblematiek. Het EU-beleid is mede gericht op een betere opvang van vluchtelingen in de regio, een meer solidaire verdeling van asielzoekers tussen de Europese lidstaten en het tegengaan van mensensmokkel. Dit moet ertoe leiden dat de ongecontroleerde migratiestromen naar Europa verminderen en beter beheersbaar worden. Door deze gezamenlijke aanpak komt bovendien het Schengenverdrag minder onder druk te staan. Onder andere de EU en de internationale financiële instellingen stellen financiële middelen beschikbaar om de opvang in de regio te verbeteren. Figuur 2.6.1 toont dat het aantal asielaanvragen in Nederland sinds eind 2015 is gedaald. De daling in de wintermaanden kan enerzijds aan het winterseizoen worden toegeschreven, en anderzijds aan maatregelen die landen aan de Balkanroute troffen (met name bij de grens tussen Griekenland en Macedonië), die het voor migranten moeilijker maken om binnen de EU door te reizen. Het EU-Turkije-akkoord van maart 2016 heeft ervoor gezorgd dat het aantal illegale grensoverschrijdingen tussen Turkije en Griekenland substantieel is gedaald. Door deze beide ontwikkelingen is het aantal eerste asielaanvragen in Nederland, ondanks het zomerseizoen, in de zomer van 2016 redelijk stabiel gebleven. De asielinstroom blijft echter een grillig fenomeen en de situatie in conflictgebieden brengt veel onzekerheden met zich mee. Dit heeft consequenties voor de opvang, die voldoende toegerust moet zijn om deze fluctuaties te kunnen verwerken.

Figuur 2.6.1 Aantal eerste asielaanvragen in Nederland per maand 2015–2016

Figuur 2.6.1 Aantal eerste asielaanvragen in Nederland per maand 2015–2016

Bron: Immigratie- en naturalisatiedienst (IND)

Een verhoogde instroom van asielzoekers heeft economische gevolgen voor de landen waar zij worden opgevangen. Deze hangen sterk af van de specifieke eigenschappen van de groep migranten. Er zijn overeenkomsten, maar ook belangrijke verschillen tussen de huidige asielzoekers en migranten uit het verleden, wat betreft de landen van herkomst, de reden voor migratie, en de vaardigheden die zij meebrengen. Daarom geven bevindingen uit het verleden slechts een indicatie van hoe de huidige groep asielzoekers, in het bijzonder zij die een verblijfsvergunning krijgen, de Nederlandse economie zal beïnvloeden. Volgens het IMF (2016) neemt over het algemeen de groei van het bbp op de korte termijn beperkt toe als gevolg van hogere overheidsuitgaven aan bijvoorbeeld de opvang van asielzoekers. Dit betekent overigens niet dat het inkomen per hoofd van de bevolking stijgt. Op de middellange en lange termijn hangen de economische gevolgen sterk af van de mate waarin de betreffende groep integreert op de arbeidsmarkt. Afhankelijk van de banen waarin asielzoekers die mogen blijven terechtkomen, kunnen er negatieve effecten zijn, zoals verdringing of neerwaartse loondruk voor mensen die nu in die sectoren werkzaam zijn.

Het is zaak om asielzoekers die in Nederland mogen blijven meteen te ondersteunen bij de integratie, zodat zij zo goed mogelijk kunnen meedoen in de maatschappij. Het is hierbij belangrijk om lessen te trekken uit het verleden. Studies naar de arbeidsmarktintegratie van eerdere asielmigranten wijzen uit dat hun arbeidsparticipatie en inkomen lager zijn dan de arbeidsparticipatie en het inkomen van autochtonen met een vergelijkbaar opleidings- en leeftijdsprofiel. Hoewel er sprake is van enige convergentie naarmate migranten langer in het land van aankomst zijn, neemt het tempo daarvan over de tijd af, en blijft de kloof met autochtonen substantieel42. Deze uitkomsten waren deels het gevolg van kenmerken van de groep asielmigranten, zoals hun opleidingsniveau, maar ook van beleid dat onvoldoende gericht was op de uitdagende integratieproblematiek. Voor betere integratie is een grotere inspanning nodig, zowel van de asielzoeker zelf als van de overheid. Het huidige kabinetsbeleid is erop gericht om mensen die asiel aanvragen snel uitsluitsel te geven. Voor mensen die niet mogen blijven is het van belang dit snel te weten. Aanvragen die evident kansloos zijn, bijvoorbeeld uit veilige landen, worden daarom met voorrang afgehandeld. Het proces is gericht op een snelle terugkeer, zodat mensen hun leven in hun thuisland weer kunnen oppakken. Asielzoekers van wie de asielaanvraag wordt ingewilligd krijgen een tijdelijke verblijfsvergunning. Zij zijn vanaf dat moment vergunninghouder. Na vijf jaar in Nederland te zijn geweest, kunnen zij een permanente verblijfsstatus aanvragen als er nog steeds een reden voor asiel is, bijvoorbeeld als het onveilig blijft in het land van herkomst. Het overheidsbeleid is erop gericht deze mensen zo snel mogelijk zelfstandig te maken en te laten integreren in de samenleving en op de arbeidsmarkt. Dat voorkomt dat een groot deel van hen langdurig afhankelijk wordt van de bijstand. Meedoen op de arbeidsmarkt is essentieel voor de (sociale) integratie, en onnodige uitkeringsafhankelijkheid leidt tot verkwisting van menselijk kapitaal en onnodige belasting van de sociale zekerheid.

De positie van vergunninghouders op de arbeidsmarkt kan met gericht beleid worden verbeterd. Uit onderzoek blijkt dat het belangrijk is om tijdig uitsluitsel te bieden over de verblijfsstatus. Dat stimuleert mensen om te investeren in menselijk en sociaal kapitaal, bijvoorbeeld door het leren van de taal van het land van aankomst. Ook voorkomt het kennisverlies en motiveert het mensen om deel te nemen aan het arbeidsproces. Vaak hebben migranten een zwakke arbeidsmarktpositie, door gebrekkige taalbeheersing, een slecht aansluitende of niet-erkende opleiding en gebrek aan een netwerk. Om te voorkomen dat de afstand tot de arbeidsmarkt verder toeneemt, is het volgens het IMF allereerst belangrijk om arbeidsmarktrestricties die voor asielzoekers bestaan zo snel en zo veel mogelijk te beperken. De ervaring leert dat arbeidsmarktkansen afnemen naarmate iemand langer niet werkt: mensen verliezen hun vaardigheden en werkgevers beschouwen langdurige werkloosheid vaak als een signaal voor een lage productiviteit43. Vervolgens kunnen op de migranten gerichte maatregelen de arbeidsmarktintegratie verder ondersteunen, aldus het IMF. Mogelijkheden om met flexibele contractvormen te werken, zoals die in Nederland al volop bestaan, kunnen werkgevers stimuleren om toch migranten in dienst te nemen, van wie zij de productiviteit moeilijk kunnen inschatten vanwege onzekerheid over hun vaardigheden en opleiding. Ook kan erkenning van buitenlandse diploma’s de arbeidsmarktpositie van migranten verbeteren. Verder kunnen minder toetredingsdrempels voor startende bedrijven de ondernemingszin bij statushouders ondersteunen.

Het is van belang om vanaf het eerste moment van vergunningverlening te investeren in integratie. Er moet rekening mee gehouden worden dat een (groot) aantal van de asielzoekers na de periode van vijf jaar in Nederland zal blijven. Maximale inspanning voor een snelle integratie, met name op de arbeidsmarkt, bevordert dat vergunninghouders die (tijdelijk dan wel permanent) mogen blijven, actief bijdragen aan de maatschappij. Daarom is het beleid erop gericht dat mensen direct na vergunningverlening de Nederlandse taal gaan leren, via integratietrajecten de Nederlandse waarden en normen meekrijgen, vrijwilligerswerk doen en worden begeleid naar onderwijs en betaald werk. De participatieverklaring wordt een verplicht onderdeel van de inburgering. Deze verklaring wijst nieuwkomers op hun rechten en plichten, en op de fundamentele waarden van de Nederlandse samenleving. Door ondertekening van deze verklaring toont een vergunninghouder betrokkenheid bij de Nederlandse samenleving en de bereidheid om daar actief aan bij te dragen. Na vergunningverlening worden direct het arbeidsverleden en de kwalificaties van de migrant in kaart gebracht. Daardoor is een kansrijke koppeling aan een gemeente mogelijk, waarbij rekening gehouden wordt met de regionale arbeidsmarkt. Wanneer zo snel mogelijk na toekenning van een vergunning deze stappen worden gezet, neemt de kans dat mensen zelfstandig kunnen meedraaien in de maatschappij toe. Het bevorderen van een snelle integratie laat onverlet dat een deel van de asielzoekers niet permanent in Nederland zal mogen blijven. Als het eerder veilig wordt in het herkomstland en terugkeer van sommige mensen aan de orde is, zullen zij gemakkelijker kunnen terugkeren naar hun land en kunnen helpen bij de wederopbouw, als ze in de tussentijd in Nederland zijn gestimuleerd om actief bezig te zijn met hun toekomst.

Licence