Base description which applies to whole site

Premiegefinancierde Sociale Zekerheid

SOCIALE VERZEKERINGEN
 

2017

2018

2019

2020

2021

2022

totaal uitgaven

56.713,2

57.286,8

59.040,2

60.614,3

61.741,2

63.678,6

totaal niet-belastingontvangsten

375

369,9

381,7

393,8

406,4

419,4

3

Arbeidsongeschiktheid

           
 

Uitgaven

9.503,2

9.843,4

10.209,1

10.625,0

11.041,5

11.478,3

5

Werkloosheid

           
 

Uitgaven

5.083,6

4.525,4

4.259,2

4.197,3

4.290,9

4.484,6

 

Ontvangsten

375

369,9

381,7

393,8

406,4

419,4

6

Ziekte en zwangerschap

           
 

Uitgaven

2.689,1

2.806,4

3.537,2

3.748,8

3.388

3.500,3

8

Oudedagsvoorziening

           
 

Uitgaven

37.505,4

38.265,4

39.124,8

40.093,2

41.037,1

42.181,7

9

Nabestaanden

           
 

Uitgaven

388,4

369,5

356,5

348,2

345

343,1

11

Uitvoeringskosten

           
 

Uitgaven

1.543,5

1.476,7

1.553,6

1.601,8

1.638,8

1.690,6

Artikel 3 Arbeidsongeschiktheid

Er zijn twee regelingen voor arbeidsongeschikte werknemers: de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) en de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO). De WIA vervangt sinds 2006 de WAO. De komende jaren stijgen de uitkeringslasten WIA. De WIA is namelijk een relatief nieuwe regeling die het structurele niveau nog niet heeft bereikt.

In de WAO is er alleen nog instroom door de herleving van uitkeringen. Er worden dan ook nauwelijks nog nieuwe WAO-uitkeringen toegekend. Hierdoor dalen de uitkeringslasten WAO. De totale uitgaven aan arbeidsongeschiktheid (WAO/WIA/WAZ) laten in de periode 2017–2022 een stijging zien. Deze wordt, naast de geraamde loon- en prijsbijstelling (nominaal), voornamelijk veroorzaakt door de geleidelijke verhoging van de AOW-leeftijd waardoor de arbeidsongeschiktheidsuitkeringen langer doorlopen.

Artikel 5 Werkloosheid

Het CPB verwacht dat de werkloosheid de komende jaren zal dalen, maar vanaf 2020 stabiliseert. Als gevolg van deze werkloosheidsontwikkeling vertoont het WW-volume een dalend verloop, waarbij de daling in latere jaren afvlakt. In lijn met deze volumedaling, dalen de WW-uitkeringslasten de komende jaren. In de latere jaren blijven de WW-lasten redelijk stabiel, omdat de afvlakkende daling in het volume en de geraamde loon- en prijsbijstelling (nominaal) tegen elkaar opwegen.

Artikel 6 Ziekte en Zwangerschap

De uitbreiding van het kraamverlof voor partners en de compensatieregeling transitievergoeding kennen vanaf 2019 voor het eerst een budgettair beslag. In de transitievergoeding compenseert de overheid werkgevers voor de kosten van de transitievergoeding van langdurig arbeidsongeschikten. Omdat er sprake is van terugwerkende kracht is het bedrag voor de transitievergoeding in 2019 en 2020 aanzienlijk hoger dan in latere jaren.

De uitkeringslasten voor de Wet arbeid & zorg (WAZO) laten een lichte stijging zien. De stijging hangt samen met de CBS-prognose dat het aantal geboorten de komende jaren enigszins toeneemt.

Artikel 8 Oudedagsvoorziening

Het budget voor de oudedagsvoorziening (AOW en inkomensondersteuning AOW (IOAOW)) stijgt de komende jaren onder andere door een toename van het volume. Als gevolg van de vergrijzing neemt het AOW-volume de komende jaren toe. Door de stapsgewijze verhoging van de AOW-gerechtigde leeftijd sinds 2013 – en de versnelling van deze verhoging vanaf 2016 – wordt de toename echter wel afgevlakt. Ook het afschaffen van de AOW-partnertoeslag voor nieuwe instroom sinds 2015 zorgt ervoor dat de AOW-lasten de komende jaren afvlakken.

Artikel 9 Nabestaanden

De uitkeringslasten dalen voornamelijk omdat de groep nabestaanden die bij inwerkingtreding van de huidige Anw al recht hadden op diens voorganger, de Algemene Weduwen- en Wezenwet, de komende jaren voor een groot deel uitstroomt vanwege het bereiken van de AOW-leeftijd.

Artikel 11 Uitvoeringskosten

De uitvoeringskosten van het UWV en de SVB wijzigen gedurende de jaren als gevolg van beleidswijzigingen en van volumeontwikkelingen in de onderscheiden wetten.

Licence