Base description which applies to whole site

9.3 Overzicht van het budgettaire belang van fiscale regelingen

Tabel 9.3.1 geeft inzicht in het budgettaire belang van fiscale regelingen van 2014 tot en met 2019. De laatste kolom geeft de gemiddelde jaarlijkse procentuele groei weer tussen 2014 en 2019. De groei kan zowel het gevolg zijn van beleidsmaatregelen als van endogene ontwikkelingen. Endogene ontwikkelingen zijn de ontwikkelingen die niet het gevolg zijn van beleid, maar van andere factoren die het gebruik van een regeling beïnvloeden, zoals de economische ontwikkeling.

Tabel 9.3.1. Fiscale regelingen 2014–2019, budgettair belang op transactiebasis in lopende prijzen (x € miljoen)1
 

2014

2015

2016

2017

2018

2019

Gemiddeld % groei '14–'192

Persoonsgebonden aftrek

             

Aftrek voor scholingsuitgaven (studiekosten)

237

216

218

212

225

222

– 1,3%

Giftenaftrek inkomstenbelasting

339

346

358

366

375

367

1,6%

Aftrek specifieke zorgkosten

284

265

269

269

269

254

– 2,2%

Aftrek uitgaven monumentenpanden

58

57

66

53

67

0

n.v.t.

Onderhoudsverplichtingen aftrek

338

338

319

319

319

311

– 1,6%

Belaste ontvangen alimentatie

– 198

– 198

– 197

– 197

– 197

– 189

– 1,0%

Inkomensvoorzieningen

             

Pensioen niet-belaste premie

19.742

17.579

17.290

18.897

19.780

20.467

0,7%

Pensioen belaste uitkering

– 12.269

– 12.262

– 12.399

– 12.759

– 13.024

– 12.643

0,6%

Pensioen vrijstelling box 3

5.961

7.195

7.124

7.235

7.193

7.340

4,2%

Lijfrente premieaftrek

536

507

500

546

572

593

2,0%

Lijfrente belaste uitkering

– 346

– 368

– 370

– 381

– 389

– 378

1,7%

Lijfrente vrijstelling box 3

168

216

213

216

215

219

5,4%

FOR aftrek

165

157

164

169

170

168

0,4%

FOR belaste afneming

– 111

– 99

– 99

– 99

– 99

– 95

– 3,0%

Arbeidsongeschiktheidsverzekering premieaftrek

523

515

507

523

544

554

1,2%

Arbeidsongeschiktheidsverzekering belaste uitkering

– 415

– 410

– 397

– 412

– 428

– 426

0,5%

Reisaftrek OV

10

9

9

9

9

9

– 2,9%

Middelingsregeling3

89

90

84

89

89

89

0,0%

(Eigen) woning

             

Hypotheekrenteaftrek

13.492

13.207

12.549

11.244

10.269

9.806

– 6,2%

Aftrek financieringskosten eigen woning

139

224

212

238

219

193

6,8%

Aftrek periodieke betalingen erfpacht, opstal en beklemming

27

28

29

30

31

31

2,5%

Aftrek rente en kosten van geldleningen over restschuld vervreemde eigen woning

23

25

27

29

30

30

5,5%

Eigenwoningforfait

– 2.946

– 3.069

– 3.125

– 3.257

– 3.258

– 3.366

2,7%

Aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld

513

529

563

604

621

626

4,1%

Schenk- en erfbelasting Eenmalige vrijstelling eigen woning

783

33

37

190

190

190

– 24,7%

OVB Verlaagd tarief woning

1.723

1.949

2.521

3.000

3.075

3.241

13,5%

Verlaging lastendruk op inkomsten uit vermogen

Vermindering verhuurderheffing3

2

28

16

45

69

193

149,4%

Kamerverhuurvrijstelling

10

10

10

10

10

10

0,0%

Vrijstelling rechten op bepaalde kapitaalsuitkeringen, waaronder KEW, box 3

896

946

978

979

971

955

1,3%

Vrijstelling rechten op kapitaalsuitkering bij overlijden box 3

25

25

26

27

28

30

3,9%

Vrijstelling groen beleggen box 3

50

47

46

44

39

37

– 5,9%

Heffingskorting groen beleggen box 3

31

29

28

27

26

25

– 4,5%

Heffingvrij vermogen box 3

1.410

1.456

1.594

1.155

919

900

– 8,6%

Fiscale faciliteiten Natuurschoonwet

33

35

35

37

37

38

3,0%

Verlaging lastendruk in de winstsfeer

             

Zelfstandigenaftrek4

1.660

1.645

1.694

1.737

1.780

1.747

1,0%

Extra zelfstandigenaftrek starters4

106

95

102

107

112

112

1,2%

Meewerkaftrek

8

8

8

8

8

8

– 0,2%

Stakingsaftrek

15

14

14

14

14

13

– 2,1%

Aftrek speur-  en ontwikkelingswerk

6

6

6

6

6

6

– 0,9%

Willekeurige afschrijving starters

8

8

8

8

8

8

– 0,8%

Doorschuiving stakingswinst

232

245

250

262

273

276

3,5%

Doorschuifregelingen inkomen uit aanmerkelijk belang box 2

96

98

100

102

104

106

2,1%

Mkb-winstvrijstelling

1.520

1.545

1.684

1.768

1.857

1.894

4,5%

Terbeschikkingstellingsvrijstelling

17

17

17

17

17

17

– 0,4%

Innovatiebox

1.081

1.264

1.368

1.554

1.502

1.562

7,6%

Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek

359

338

348

364

381

379

1,1%

Energie-investeringsaftrek (EIA)

124

107

144

135

147

147

3,5%

Milieu-investeringsaftrek (MIA)

58

102

108

114

99

107

13,0%

VAMIL

25

30

20

27

40

32

5,1%

Tonnageregeling winst uit zeescheepvaart

120

120

120

120

120

116

– 0,7%

Landbouwvrijstelling in de winstsfeer

1.109

1.596

1.533

1.471

1.409

1.347

4,0%

Bosbouwvrijstelling

5

3

2

2

2

2

– 16,1%

Vrijstelling vergoeding bos- en natuurbeheer

6

6

7

7

11

11

11,4%

OVB Vrijstelling cultuurgrond

104

110

114

118

123

128

4,2%

OVB Vrijstelling bedrijfsoverdracht in familiesfeer

16

16

16

16

16

16

0,9%

Schenk- en erfbelasting Bedrijfsopvolgingsfaciliteit

406

379

430

430

430

430

1,2%

Schenk- en erfbelasting Faciliteiten ANBI’s

199

203

207

211

215

219

2,0%

Giftenaftrek vennootschapsbelasting

5

6

6

6

7

7

4,6%

RDA (m.i.v. 2016 geïntegreerd in WBSO)

232

154

n.v.t.

Loonbelasting

             

Afdrachtvermindering speur- en ontwikkelingswerk WBSO

780

769

1.208

1.182

1.163

1.205

9,1%

Verlaagd gebruikelijk loon voor dga’s van startups

25

25

25

– 0,8%

30%-regeling

699

806

850

968

1.045

742

1,2%

Afdrachtvermindering zeevaart

113

113

112

111

111

111

– 0,4%

Vrijstelling uitkering wegens 25- of 40-jarig dienstverband

110

114

115

118

122

122

2,0%

Heffingskortingen

             

Algemene heffingskorting

21.695

22.426

19.707

19.765

19.818

21.612

– 0,1%

Arbeidskorting

11.718

12.934

17.229

18.328

18.836

18.490

9,6%

Inkomensafhankelijke combinatiekorting

1.582

1.613

1.953

2.001

2.058

1.778

2,4%

Jonggehandicaptenkorting

173

179

178

178

178

180

0,8%

Alleenstaande ouderenkorting

508

521

517

509

480

456

– 2,2%

Ouderenkorting

2.421

2.471

2.735

2.953

3.231

3.704

8,9%

Energiebelasting

             

Verlaagd tarief glastuinbouw

83

106

126

127

136

161

14,1%

Teruggaaf kerkgebouwen en non-profit

31

26

25

29

23

22

– 6,7%

Teruggaaf energie-intensieve industrie

3

5

5

6

7

8

21,6%

Verlaagd tarief lokaal opgewekte duurzame energie

0

0

0

1

2

3

n.v.t.

Salderingsregeling

66

83

100

140

199

250

30,5%

Vrijstellingen voor energie-intensieve processen

63

73

82

83

89

98

9,3%

Belastingvermindering per aansluiting

2.449

2.471

2.493

2.441

2.460

2.070

– 3,3%

Omzetbelasting

             

Verlaagd tarief voedingsmiddelen en water

7.075

7.267

7.744

7.983

8.264

6.844

– 0,7%

Verlaagd tarief geneesmiddelen en hulpmiddelen

1.512

1.568

1.644

1.684

1.682

1.378

– 1,8%

Verlaagd tarief culturele goederen en diensten

928

970

1.194

1.173

1.196

981

1,1%

Verlaagd tarief arbeidsintensieve diensten

1.131

1.216

891

938

966

796

– 6,8%

Verlaagd tarief overig

1.720

1.856

1.997

2.087

2.171

1.810

1,0%

Kleineondernemersregeling

130

141

152

159

165

172

5,7%

Auto

             

BPM Vrijstelling nulemissievoertuigen

0

2

3

4

7

9

91,4%

MRB Vrijstelling nulemissievoertuigen

3

5

8

12

19

26

53,2%

IB/LB Korting op de bijtelling voor nulemissieauto's

30

46

69

92

141

190

45,0%

IB/LB Korting op de bijtelling voor zuinige auto's (overgangsrecht)

628

805

723

510

374

80

– 33,7%

BPM Teruggaaf taxi's en openbaar vervoer

44

38

54

90

68

68

8,8%

MRB Vrijstelling taxi's en openbaar vervoer

50

49

46

48

47

46

– 1,6%

BPM Teruggaaf diverse voertuigen

11

12

15

13

12

12

0,9%

MRB Vrijstelling diverse voertuigen

24

25

25

25

25

26

1,5%

MRB Verlaagd tarief bestelauto ondernemers

738

765

801

826

873

909

4,2%

MRB Verlaagd tarief bestelauto gehandicapten

14

15

15

15

15

15

1,1%

MRB Vrijstelling motorrijtuigen ouder dan 40 jaar

45

48

51

58

61

64

7,2%

MRB Overgangsregeling motorrijtuigen vanaf bouwjaar 1988

32

25

22

19

17

14

– 15,2%

MRB Kwarttarieven

118

125

133

141

150

159

6,1%

MRB Halftarief plug-in hybride auto’s

32

37

38

38

5,9%

1

[–] = regeling is in dat jaar niet van toepassing; [0] = budgettair belang van de regeling bedraagt in dat jaar afgerond nihil.

2

Als de regeling nog niet bestond in 2014 of het budgettaire belang van 2014 niet bekend is, is de gemiddelde jaarlijkse groei gegeven vanaf het jaar dat de regeling bestaat.

3

Budgettair belang middelingsregeling en vermindering verhuurderheffing is op kasbasis.

4

In de cijfers van de zelfstandigenaftrek en de startersaftrek zit een reeksbreuk tussen 2014 en 2015, omdat de berekeningswijze van het budgettaire belang is gewijzigd.

De interpretatie van de gepresenteerde cijfers vergt aandacht. De recht gedrukte cijfers zijn schattingen van het budgettaire belang die gebaseerd zijn op concreet bronmateriaal over het gebruik van een regeling. Meestal betreft dit realisatiecijfers die volgen uit de aangiftegegevens van de Belastingdienst. Deze cijfers zijn in redelijke mate een definitieve inschatting van het budgettaire belang. De cursieve cijfers zijn ramingen. Hierbij is (nog) geen (volledige) informatie beschikbaar voor dat jaar en is op basis van aannames of trendramingen het budgettaire belang bepaald. Over de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek zijn bijvoorbeeld tot en met 2015 aangiftegegevens beschikbaar, waarmee het budgettaire belang kan worden geschat – deze cijfers staan recht gedrukt. De groei van het gebruik van de regeling na 2015 wordt verondersteld gelijk te zijn aan de groei van de investeringen in vaste activa en op basis van deze aanname worden de ramingen voor de jaren vanaf 2016 gemaakt – deze cijfers staan cursief.

De informatiebasis, ook wel ramingsgrond, verschilt van post tot post en staat per regeling vermeld in de bijlage «Toelichting op de fiscale regelingen». In het ene uiterste volgt het budgettaire belang direct uit de aangiften (zoals de afdrachtverminderingen voor de loonbelasting), in het andere uiterste is er geen kwantitatieve informatie over het feitelijke gebruik, omdat het gebruik niet hoeft te worden aangegeven (zoals bijvoorbeeld de doorschuifregeling voor stakingswinst) en ook cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en andere gegevensbronnen weinig aanknopingspunten bieden voor een benadering van het budgettaire belang. Tussen deze twee uitersten zitten regelingen waarvan het budgettaire belang is berekend op basis van rekenregels, zoals bijvoorbeeld de aftrekposten in de inkomstenbelasting. De aftrekpost blijkt uit de belastingaangiften en het budgettaire belang wordt berekend door de belastingheffing met en zonder de aftrekpost met elkaar te vergelijken. Deze rekenregel impliceert dat voor elke aftrekpost wordt aangenomen dat die aftrekpost de laatste is. Doordat belastingplichtigen meerdere aftrekposten kunnen hebben, is met deze wijze van berekenen het budgettaire belang van de aftrekposten feitelijk niet optelbaar.23 Er wordt ook op gewezen dat het hier vermelde budgettaire belang niet hetzelfde is als de opbrengst in het geval dat een regeling wordt afgeschaft. Het budgettaire belang geldt voor het feitelijke gebruik en houdt geen rekening met gedragseffecten als de regeling zou worden afgeschaft. Ook kan bij afschaffing sprake zijn van samenloop met andere regelingen.

Licence