Base description which applies to whole site

VOORWOORD

Voor u ligt de tweede begroting van het kabinet-Rutte III. We verwachten dat 2020 het zevende jaar op rij is met economische groei, al zien we groeipercentages die na jaren van hoogtij iets afvlakken. Met 1,8 procent dit jaar en 1,5 procent in 2020 zijn deze percentages normaal voor ons land.

De werkgelegenheid in Nederland is hoog. Veel mensen die eerder nog naar werk zochten, hebben nu een baan. Daarnaast staat de begroting er goed voor; de staatsschuld daalt naar verwachting tot onder de vijftig procent van het bbp. Daarmee zijn we nog niet op het niveau van voor de crisis, maar wel steeds beter in staat om eventuele economische tegenslag op te vangen.

De Nederlandse economie toont zich daarmee vooralsnog robuust. Tegelijkertijd leiden internationale handelsspanningen tot onzekerheid. De Brexit staat voor de deur. In landen om ons heen zakt de economische groei weg en dreigt zelfs krimp. Ook tekenen uitdagingen zich af die om stevige antwoorden vragen. We worden steeds ouder en verwachten een lagere arbeidsproductiviteit. Op termijn veranderen nieuwe technologieën onze manier van werken en de wijze waarop wij met elkaar ons geld verdienen.

Om Nederland op die toekomst voor te bereiden, zet het kabinet vandaag al stappen. Met deze begroting maken we drie miljard euro extra vrij om de lasten van huishoudens, en met name werkenden, te verlichten en beogen we een betere balans tussen werknemers en zelfstandigen. Ook trekken we extra geld uit voor meer betaalbare woningen, jeugdzorg, defensie en het versneld afbouwen van de gaswinning. 

Het Klimaatakkoord en Pensioenakkoord worden verder uitgewerkt en dragen bij aan een duurzaam Nederland en toekomstbestendig pensioenstelsel. Daarnaast zullen we mogelijkheden onderzoeken om verder te investeren in onder meer innovatie, kennisontwikkeling en infrastructuur. We werken daarvoor contouren uit van een investeringsfonds dat voeding biedt aan verstandige investeringen ten bate van ons verdienvermogen op de lange termijn.

Belastinggeld is niet van de politiek, het is van alle Nederlanders. Door daar zorgvuldig mee om te gaan en te blijven investeren in onze toekomst, werken we niet alleen aan de welvaart van Nederland nu, maar ook aan die van volgende generaties.

De minister van Financiën,

Wopke Hoekstra

Licence