Base description which applies to whole site

7 EMU-SCHULD

Tabel 7.1 geeft het financieringssaldo van het Rijk. Het financieringssaldo is het bedrag dat het Rijk op kasbasis in een jaar tekort komt of over heeft. Het financieringssaldo is daarmee dus ook het bedrag dat in een jaar extra moet worden geleend of, bij een overschot, waarmee schulden kunnen worden afgelost. Waar het EMU-saldo een begrip op transactiebasis is, is het financieringssaldo op kasbasis. Dat betekent dat naast de belasting-ontvangsten en de uitgaven op de begrotingen er nog een aantal correcties moet worden toegepast. Ten eerste zijn de belastingen zoals die meetellen voor het EMU-saldo berekend op transactiebasis. Om tot de belastingen op kasbasis te komen moet het kas-transverschil hier dus vanaf worden getrokken. Hetzelfde geldt voor posten op de rijksbegroting die niet op kasbasis zijn. Allereerst is dat de rente op de staatsschuld: deze staan in de rijksbegroting op transactiebasis, terwijl voor het financieringssaldo alleen de kasuitgaven meetellen. Daarnaast wordt geld storten in (of opnemen uit) een begrotingsreserve op de begroting gezet als uitgave of ontvangst, terwijl het geld niet daadwerkelijk de schatkist verlaat of binnenkomt.

Tabel 7.1 Financieringssaldo Rijksoverheid

(in miljoenen euro, - is kasuitgave / kastekort)

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

bron

Belastinginkomsten (kasbasis)

178.099

191.687

193.285

192.666

201.766

205.944

210.179

Tabel 5.6.1

Netto begrotingsgefinancierde uitgaven

‒ 163.380

‒ 181.709

‒ 190.876

‒ 195.381

‒ 206.231

‒ 212.674

‒ 218.715

Tabel 2.1

Af: kas-transverschil rentelasten

‒ 733

‒ 940

‒ 710

‒ 640

‒ 480

‒ 1.210

0

Mutatie begrotingsreserves

873

‒ 315

‒ 300

0

0

‒ 450

‒ 400

Mutatie derdenrekeningen

‒ 241

0

0

0

0

0

0

Overbruggingskrediet Fortis/ABN Amro

0

0

100

250

0

0

0

Financieringssaldo Rijksoverheid

14.618

8.722

1.499

‒ 3.105

‒ 4.945

‒ 8.390

‒ 8.933

Het financieringssaldo werkt één op één door in de staatsschuld. Voor een financieringstekort moet immers geleend worden, terwijl een overschot gebruikt kan worden om schulden af te lossen. Tabel 7.2 geeft de opbouw van de EMU-schuld weer. De EMU-schuld betreft de hele collectieve sector, dus ook het tekort van decentrale overheden en agentschappen heeft invloed op de EMU-schuld.

Tabel 7.2 Opbouw EMU-schuld collectieve sector

(in miljoenen euro, - is kasoverschot)

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

bron

EMU-schuld begin jaar

419.778

405.427

397.289

397.274

401.863

408.292

418.166

Financieringssaldo Rijksoverheid

‒ 14.618

‒ 8.722

‒ 1.499

3.105

4.945

8.390

8.933

Tabel 7.1

EMU-saldo decentrale overheden

735

1.484

1.484

1.484

1.484

1.484

1.484

Tabel 6.4

EMU-saldo rest centrale overheid

‒ 25

0

0

0

0

0

0

Schatkistbankieren decentrale overheden

‒ 900

‒ 900

0

0

0

0

0

SNS/Propertize

0

0

0

0

0

0

0

Overig

457

0

0

0

0

0

0

EMU-schuld einde jaar

405.427

397.289

397.274

401.863

408.292

418.166

428.583

EMU-schuldquote (in procenten bbp)

52,4

49,2

47,7

46,9

46,4

46,2

46,0

Tabel 7.3 bevat de ontwikkeling van de EMU-schuldquote (de EMU-schuld in verhouding tot het bbp). Behalve het begrotingstekort of -overschot heeft ook de ontwikkeling van het bbp zelf invloed op de schuldquote, dit is weergegeven als het noemereffect.

Tabel 7.3 Opbouw EMU-schuldquote

(in procenten bbp)

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

EMU-schuldquote begin jaar

57,0

52,4

49,2

47,7

46,9

46,4

46,2

Noemereffect bbp

‒ 2,7

‒ 2,2

‒ 1,5

‒ 1,4

‒ 1,2

‒ 1,3

‒ 1,3

Financieringssaldo Rijksoverheid

‒ 1,9

‒ 1,1

‒ 0,2

0,4

0,6

1,0

1,0

EMU-saldo decentrale overheden

0,1

0,2

0,2

0,2

0,2

0,2

0,2

EMU-saldo rest centrale overheid

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Schatkistbankieren decentrale overheden

‒ 0,1

‒ 0,1

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

SNS/Propertize

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Overig

0,1

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

EMU-schuldquote einde jaar

52,4

49,2

47,7

46,9

46,4

46,2

46,0

De EMU-schuld komt in 2020 naar verwachting uit op 47,7 procent van het bbp. In miljarden euro blijft de afgeronde schuld gelijkt. Uitgedrukt in percentage van het bbp neemt de schuld naar verwachting in 2020 af met 1,5 procentpunt bbp (van 49,2 procent bbp). Voor deze afname zijn verschillende verklaringen. In tabel 7.4 zijn deze verder uitgesplitst.

Tabel 7.4 Horizontale toelichting EMU-schuld

(+ is toename schuld)

Miljarden euro

Procenten bbp

EMU-schuld ultimo 2019

397,3

49,2%

Noemereffect

‒ 1,5%

EMU-saldo

‒ 1,9

‒ 0,2%

Renteontvangsten derivaten

‒ 1,1

‒ 0,1%

Schatkistbankieren

‒ 0,5

‒ 0,1%

Aan- en verkoop staatsdeelnemingen

0,3

0,0%

Studieleningen

2,2

0,3%

Kastransactieverschillen

0,7

0,1%

Overige financiële transacties

0,2

0,0%

EMU-schuld ultimo 2020

397,3

47,7%

De schuld is, sinds de Miljoenennota 2019, enigszins bijgesteld voor beide jaren. De verwachte schuld ultimo 2019 is gedaald naar 49,2 procent van het bbp. De schuldverwachting ultimo 2020 is 47,7 procent bbp. De onderliggende posten die bepalend zijn voor de schuld zijn gewijzigd, maar hebben per saldo niet tot een wijziging van de schuldraming in procenten bbp geleid.

Tabel 7.5 Verticale toelichting EMU-schuld

(in procenten bbp)

2019

2020

EMU-schuld Miljoenennota 2019

49,6%

47,7%

Noemereffect

0,3%

0,5%

Doorwerking lagere schuld t-1

‒ 0,6%

‒ 0,7%

EMU-saldo

‒ 0,3%

0,3%

Renteontvangsten derivaten

0,0%

0,0%

Voortijdige beëindiging derivaten

0,0%

0,0%

Aan- en verkoop staatsdeelnemingen

0,1%

0,0%

Kastransactieverschillen

0,0%

‒ 0,1%

Overige financiële transacties

0,0%

0,0%

EMU-schuld Miljoenennota 2020

49,2%

47,7%

Tabel 7.6 bevat een overzicht van de gerealiseerde EMU-schuld vanaf 2004 en de verwachte EMU-schuld tot en met het jaar 2024, uitgedrukt in zowel miljarden euro als in procenten van het bbp.

Tabel 7.6 Historisch overzicht EMU-schuld

(in miljarden euro)

2004

2005

2006

2007

2008

2009

2010

EMU-schuld

266,1

274,3

264,2

266,1

353,9

354,7

378,7

BBP

529

551

585

619

647

625

639

EMU-schuld (in procenten bbp)

50,3

49,8

45,2

43,0

54,7

56,8

59,3

2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

EMU-schuld

401

432

447

456

446

438

420

BBP

650,4

653,0

660,5

671,6

690,0

708,3

738,1

EMU-schuld (in procenten bbp)

62

66

68

68

65

62

57

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

EMU-schuld

405,5

397,3

397,3

401,9

408,3

418,2

428,6

BBP

774

808

833

857

881

906

931

EMU-schuld (in procenten bbp)

52,4

49,2

47,7

46,9

46,4

46,2

46,0

Licence