Base description which applies to whole site

8 OVERHEIDSBALANS

Inleiding

Nederland kent een lange traditie van het in kaart brengen van het vermogen van de Staat. Kort na de Tweede Wereldoorlog begon minister van financiën Lieftinck met het samenstellen van de balans van de (rechtspersoon) Staat der Nederlanden. De directe aanleiding was de wens om inzicht te krijgen in hoe de Staat er financieel voor stond na de Tweede Wereldoorlog. Deze staatsbalans presenteerde voor de meeste jaren een negatief vermogen. De staatsbalans gaf namelijk een onvolledig beeld van de positie van de overheid.

In 2013 besloot het kabinet om over te stappen van de publicatie van een staatsbalans naar de publicatie van een overheidsbalans. Aan deze overstap lagen meerdere overwegingen ten grondslag. Een belangrijke overweging was om aan te sluiten bij de reikwijdte van het EMU-saldo en de EMU-schuld. De reikwijdte van saldo en schuld is de gehele overheid (general government) en omvat naast het Rijk ook de sociale fondsen, de lokale overheden en overheidsinstellingen. Daarmee laat de overheidsbalans een vollediger beeld zien van de financiële positie van de (rijks)overheid. Immers, de rijksoverheid gaat ook schulden aan, waarbij de bezittingen die daaruit voortvloeien voor een groot gedeelte elders in de collectieve sector neerslaan. Dit kan bijvoorbeeld bij decentrale overheden, zelfstandige bestuursorganen of scholen zijn.

Wat is een overheidsbalans?

De onderstaande overheidsbalans geeft inzicht in het totaal van bezittingen, schulden en het vermogen van de centrale overheid, decentrale overheden en de sociale-verzekeringsinstellingen als geheel. De activa (bezittingen) bestaan uit financiële activa, zoals uitgezette leningen, en niet-financiële activa, zoals wegen en gebouwen. De passivazijde van de balans bestaat uit de schulden en het vermogen van de overheid.

De overheidsbalans is een momentopname van het netto-vermogen van de overheid op een specifieke datum. Het netto-vermogen is het saldo van de bezittingen en schulden van de overheid. Voorwaardelijke verplichtingen en rechten maken geen onderdeel uit van de balans. Daarmee ontbreken dus toekomstige belastingopbrengsten en AOW-verplichtingen op de overheidsbalans. De houdbaarheidsstudies van het CPB houden daarentegen wel rekening met dergelijke toekomstige posten. Bij deze studies maakt het CPB gebruik van een aantal posten van de overheidsbalans.

Overheidsbalans 2016-2019

Tabel 4 omvat de overheidsbalans van de jaren 2016 tot en met 2019. Het vermogen van de overheid is het saldo van activa en schulden. Bij een positief vermogen zijn de bezittingen groter dan de schulden. Voor de gehele periode 2016-2019 neemt het vermogensoverschot jaarlijks toe. Het vermogen bedraagt ultimo 2019 een positief bedrag van 246 miljard euro. Dit is een toename met ruim 20 miljard euro ten opzichte van 2018. Na de tabel volgt een korte toelichting op de verschillende posten op de overheidsbalans.

Tabel 3 Overheidsbalans 2016-2019

Bedragen in miljoenen euro's

2016

2017

2018

2019

Activa

  

731 981

719 426

735.907

752.236

 

Niet-financiële activa

482 316

473 564

490.180

494.346

  

Vaste activa

408 604

418 318

432.344

446.615

  

Voorraden

2 016

2 108

2.016

2.067

  

Olie- en gasreserves

38 244

17 546

18.652

7.705

  

Grond

33 452

35 592

37.168

37.959

 

Financiële activa

249 665

245 862

245.727

257.890

  

Aandelen en overige deelnemingen

100 904

99 670

100.229

109.635

  

Leningen

56 480

57 528

59.048

60.192

  

Handelskredieten en transitorische posten

56 235

54 997

56.286

55.772

  

Schuldbewijzen

8 184

7 335

8.432

7.228

  

Chartaal geld en deposito's

12 311

14 577

13.915

16.086

  

Financiële derivaten

15 551

11 755

7.817

8.977

Passiva

  

731 981

719 426

735.907

752.236

 

Financiële passiva

549 908

523 111

511.063

506.063

  

Schuldbewijzen

405 214

386 405

377.588

373.110

  

Leningen

92 875

85 478

80.601

82.471

  

Handelskredieten en transitorische posten

47 916

49 252

51.264

48.791

  

Deposito's

3 901

1 974

1.608

1.689

 

Vermogenssaldo

182 073

196 315

224.844

246.173

Bron: Centraal Bureau voor Statistiek (2020)

Toelichting posten overheidsbalans

In de Miljoenennota van 202013 is een uitgebreide toelichting op de overheidsbalans gepubliceerd. Daarin worden het belang van de overheidsbalans en de methodiek nader toegelicht, en is bij wijze van een eenmalige pilot tevens een staatsbalans opgenomen. Hieronder volgt een korte toelichting op de activa en de passiva van de overheidsbalans.

Activa (bezittingen)

De activa zijn onder te verdelen in niet-financiële activa en financiële activa. De niet-financiële activa omvatten onder meer gebouwen, grond en minerale reserves. De financiële activa bestaan uit alle financiële bezittingen van de overheid, zoals aandelen in ondernemingen en leningen aan financiële instellingen.

De niet-financiële activa zijn met circa 4 miljard euro in waarde toegenomen. Onderliggend nam de waarde van de vaste activa met circa 14 miljard euro toe en nam de waarde van de olie- en gasreserves met circa 10 miljard euro af. Deze daling hangt met name samen met het besluit om de gaswinning is Groningen in stappen af te bouwen. De waarde van grond is in 2019 opnieuw in waarde toegenomen, maar de stijging is beperkter dan in voorgaande jaren.

De financiële activa zijn met circa 12 miljard euro toegenomen. Deze toename is met 9 miljard euro geconcentreerd bij niet-beursgenoteerde ondernemingen. Hier ligt voornamelijk een stijging van de waarde van de deelneming in DNB aan ten grondslag.

Passiva (schulden)

De passiva bevatten de schulden van de overheid die in het verleden zijn opgebouwd. De overheid gaat deze schulden onder meer aan ter financiering van tekorten.

Tussen 2016 en 2019 zijn de verschillende soorten financiële passiva in waarde afgenomen, waarbij enkel de leningen en deposito's tussen 2018 en 2019 zijn gestegen. De afname in 2019 is met 5 miljard euro kleiner dan het EMU-overschot, voornamelijk vanwege prijsmutaties op schuldpapier. Ook zijn de uitgezette leningen in 2019 met 1,1 miljard euro toegenomen.

Licence