Het hoofddoel van extra defensiebudget is het versterken van de Nederlandse militaire slagkracht om onszelf, en onze bondgenoten, in een militair conflict te kunnen verdedigen. Met slecht uitgevoerde strategieën veroorzaakt een defensiebestedingsimpuls voornamelijk prijsstijgingen.148 Met slimme keuzes kunnen defensie-uitgaven ook onze productiviteit positief beïnvloeden. Zo kan het budget een impuls geven aan de Nederlandse defensie- en veiligheidsgerelateerde technologische en industriële basis. Hieronder vallen bedrijven in de cyberveiligheid, radartechnologie en scheepsbouw. Voor een toekomstbestendige defensie en bredere maatschappelijke meerwaarde zijn uitgaven aan R&D van strategisch belang, gezien hun potentieel om innovatie en productiviteitsgroei te stimuleren149 en de Europese defensie-industrie uit te breiden en te verstevigen.
Gezamenlijke inkoop door EU-lidstaten kan leiden tot een geïntegreerde defensiemarkt met schaal- en kostenvoordelen. Hoewel de productiecapaciteit in Nederland moet worden verhoogd, is het niet realistisch en ook niet wenselijk dat Nederland al het defensiemateriaal dat het nodig heeft zelf produceert. Daarom is goede samenwerking van defensieaankopen op EU-niveau van belang, iets waar het nu vaak nog aan ontbreekt.150 Planningsprocessen van lidstaten zijn niet goed op elkaar aangesloten en het ontbreekt aan uitvoerende capaciteit om structurele en grootschalige gemeenschappelijke aanschaf van de grond te krijgen. Gezamenlijke aanbesteding op Europees niveau vergroot de macht van inkopers en verkleint concurrentie tussen kopers, en leidt daarmee waarschijnlijk tot lagere prijzen. Daarnaast kan de toename van marktmacht bij de inkopers leiden tot kortere levertijden en meer innovatie. Ten slotte bevordert het werken met hetzelfde materieel ook de inzet in gezamenlijke internationale operaties.
Financiële buffers en solide begrotingsbeleid vergroten de schokbestendigheid van de economie. Een overheidsschuld die laag genoeg is om de economie te kunnen stabiliseren bij tegenspoed is daarom cruciaal. Een lage overheidsschuld zorgt er tegelijk voor dat Nederland blijft profiteren van het safe haven-effect. Hervormingen en investeringen kunnen hieraan bijdragen door het groeivermogen te verbeteren, evenals herprioritering binnen de begroting. Het is belangrijk dat Nederland binnen de kaders van de begroting voldoende rekening houdt met uitdagingen als vergrijzing, veiligheid en klimaat.151 Tegelijkertijd ziet het IMF sinds de financiële crisis een mondiale afname van de hervormingsbereidheid. Het belang benadrukken van begrotingsregels- en discipline en kritisch kijken naar overheidsuitgaven blijft daarom een belangrijk startpunt, zowel nationaal als in internationale gremia.
Het denken over de begroting gaat verder dan houdbaarheid alleen. Daarbij gaat het onder meer over de verdelingen tussen uitgaven en lasten, maar ook de verhouding tussen collectieve en private voorzieningen. Gezien de autonome stijging van vergrijzingsgerelateerde consumptieve uitgaven is een integrale benadering noodzakelijk. Deze ontwikkeling zet de begrotingsruimte onder druk en dwingt tot fundamentele keuzes: welke voorzieningen blijven collectief gefinancierd, welke baten en lasten worden door welke generaties gedragen en hoe kunnen we blijven investeren in het toekomstig verdienvermogen van Nederland?
Een economie met voldoende aanpassingsvermogen en hoogwaardig menselijk kapitaal kan zowel schokken opvangen als nieuwe kansen creëren. Misallocatie van productiefactoren (arbeid, kapitaal, natuur, ondernemerschap) en verstoorde marktwerking zijn de voornaamste rem op economische groei.152 Er zijn grote verschillen in de productiviteit tussen sectoren en het beslag op schaarse productiefactoren. De economie verandert snel, waardoor economische activiteit en bedrijvigheid verschuift tussen en binnen sectoren. Ondernemers moeten hier goed op kunnen inspelen door markten te kunnen betreden en verlaten. Dat vraagt om minder regeldruk en voldoende mededinging. Ook talent moet goed kunnen meegaan in de economische dynamiek. Hiervoor is mobiliteit van arbeid tussen bedrijven, sectoren en beroepen van belang. Ook is het noodzakelijk dat Nederland voldoende, kwalitatief hoogwaardig menselijk kapitaal heeft en dit optimaal weet te benutten. Tegelijkertijd loopt de onderwijskwaliteit al jaren achteruit, en basisvaardigheden zoals rekenen, lezen en schrijven komen steeds verder onder druk te staan. Onderwijs blijft echter een belangrijke sleutel om de productiviteit aan te jagen, en een goede ontwikkeling van kennis en (digitale) vaardigheden draagt bij aan een weerbare en wendbare economie.153
Voor ons concurrentievermogen zijn start- en scale-ups essentieel. Zij dragen bij aan een innovatief en weerbaar bedrijfsleven. Bedrijven zijn nu voor financiering vaak te afhankelijk van banken. Bankfinanciering is voor kleine en startende ondernemers niet altijd voldoende beschikbaar of passend, vanwege het risicovollere karakter van hun investeringen.154 Tegelijkertijd is de kapitaalmarkt in Europa niet toegankelijk genoeg voor bedrijven, waardoor ook durfkapitaal onvoldoende beschikbaar is.155 Ook belangrijke sectoren, zoals de techsector en defensie-industrie, lopen tegen uitdagingen aan in het Nederlandse financieringsinstrumentarium. Een sterk gekapitaliseerde nationale investeringsinstelling kan ondersteunen waar nu marktfalen plaatsvindt, en daarmee de financiering van start- en scale-ups ondersteunen.
Door het sociale vangnet zijn burgers schokbestendiger en wendbaarder bij transities. Wanneer het economisch of met gezondheid tegenzit, buiten iemands schuld, is het belangrijk dat werkenden een sociaal vangnet hebben. Dit verzekert huishoudens tegen een onzekere economie. Naast het persoonlijk drama heeft een verlies aan inkomen namelijk ook bredere negatieve effecten op de economie. Zo kan een verlies aan inkomen tot een daling in consumptie leiden. Dit kan dan weer tot minder investeringen leiden. Het Europese welvaartsmodel zorgt ervoor dat schokken samen opgevangen worden. Tegelijkertijd is het van belang dat ook iedereen, van jongs af aan, gelijke kansen heeft om mee te doen in de samenleving en economie, dat de armoedeval niet te groot wordt en er een goede balans is tussen vaste en flexibele contracten. Daarom werkt het kabinet verder aan de basisverzekering tegen arbeidsongeschiktheid voor zelfstandigen, de WW-verkorting en het arbeidsmarktpakket.