De totale uitgaven stijgen in 2030 ten opzichte van 2025 met 34 miljard euro. Tabel 5 laat per begroting zien hoe de uitgaven op de verschillende beleidsterreinen zich ontwikkelen ten opzichte van elkaar.84 Een toelichting per begroting is opgenomen in bijlage 10 Horizontale toelichting.
Netto-uitgaven (in miljarden euro) | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | Verschil 2030-2025 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Zorg | 112 | 115 | 121 | 123 | 124 | 126 | 14 |
Sociale Zekerheid | 113 | 116 | 117 | 119 | 122 | 123 | 11 |
Gemeente- en Provinciefonds (inclusief accres) | 52 | 51 | 52 | 52 | 54 | 56 | 5 |
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | 57 | 55 | 56 | 55 | 54 | 54 | ‒ 3 |
Defensie (inclusief Defensiematerieelbegrotingsfonds (DMF)) | 20 | 24 | 24 | 25 | 26 | 26 | 6 |
Buitenlandse Zaken (inclusief BHO) | 14 | 15 | 18 | 21 | 21 | 22 | 8 |
Justitie en Veiligheid | 17 | 17 | 17 | 17 | 17 | 17 | ‒ 1 |
Infrastructuur en Waterstaat (inclusief Mobiliteitsfonds en Deltafonds) | 14 | 15 | 15 | 15 | 15 | 15 | 1 |
Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening | 8 | 9 | 10 | 9 | 9 | 9 | 0 |
Financiën (exclusief Nationale Schuld) | 12 | 9 | 11 | 10 | 6 | 6 | ‒ 5 |
Klimaat en Groene Groei (inclusief Klimaatfonds) | 2 | 12 | ‒ 5 | 4 | 5 | 6 | 3 |
Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur | 4 | 4 | 4 | 4 | 4 | 4 | 0 |
Economische Zaken (inclusief Nationaal Groeifonds) | 3 | 3 | 3 | 4 | 2 | 3 | 0 |
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (inclusief BES-fonds en Hoge Colleges van Staat) | 4 | 4 | 4 | 3 | 3 | 2 | ‒ 2 |
Asiel en Migratie | 5 | 6 | 2 | 2 | 2 | 2 | ‒ 4 |
Algemene Zaken en De Koning | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal | 438 | 462 | 451 | 462 | 465 | 471 | 34 |
Bron: ministerie van Financiën
De zorguitgaven groeien jaar-op-jaar door de verwachte loon- en prijsontwikkelingen en volumefactoren. De grootste drijfveren achter de stijgende uitgaven zijn (naast de ontwikkeling van lonen en prijzen) de toenemende vergrijzing, de toenemende ontwikkeling van technologieën, hoger zorggebruik door hogere inkomens, sociaal-culturele trends en de achterblijvende arbeidsproductiviteit in de zorg.
De uitgaven voor sociale zekerheid nemen toe met circa 11 miljard euro tussen 2025 en 2030.85 Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door de verwachte stijging van de uitgaven aan de Algemene Ouderdomswet (circa 5,5 miljard euro) als gevolg van de vergrijzing en de verwachte hogere uitgaven aan de kinderopvangtoeslag (circa 2,7 miljard euro). Deze hogere uitgaven hangen samen met de voorgenomen invoering van een nieuw kinderopvangstelsel per 2029, waarbij kinderopvang voor alle werkende ouders bijna gratis zal zijn.
De begroting van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap kent een daling van 3 miljard euro. Per saldo is voor ongeveer 1 miljard euro geëxtensiveerd op de OCW-begroting sinds de start van het kabinet-Schoof. Daarnaast is de daling van de uitgaven aan onderwijs te verklaren door een verwachte daling van de leerlingen- en studentenaantallen. De incidentele stijging in 2025 en 2027 ontstaat hoofdzakelijk door de tegemoetkoming voor studenten die geen recht hebben gehad op een basisbeurs, uit het hoofdlijnenakkoord.
De stijging van 8 miljard euro bij het ministerie van Buitenlandse Zaken (BZ) komt voor 7,2 miljard euro door de ontwikkeling van de raming van de Nederlandse afdrachten aan de EU en de ontvangsten uit de Herstel- en Veerkrachtfaciliteit (HVF). De verwachte ontwikkeling van Nederlandse afdrachten aan de EU-begroting leidt tot een stijging van de bni-afdracht van 6 miljard euro tussen 2025 en 2030. De raming van de afdrachten na het huidige Meerjarig Financieel Kader (MFK; 2021-2027) is gebaseerd op de verwachte economische ontwikkeling en een inschatting van de omvang van het MFK na 2027. Hierin zijn onder andere vanaf 2028 de terug- en rentebetalingen voor het coronaherstelfonds in de raming van de Nederlandse EU-afdrachten opgenomen. De aanspraak op de HVF-middelen zorgt voor een verlaging van de netto uitgaven op de BZ-begroting van 1,2 miljard euro in 2025 en 2,9 miljard euro 2026. Daarnaast groeien de budgetten voor internationale samenwerking en ontwikkelingshulp met 0,7 miljard euro vanwege de verwachte groei van de economie. De oploop landt met name op de budgetten voor migratie en veiligheid.
De begroting van Financiën kent een dalend verloop. Dit komt voornamelijk doordat de hersteloperatie toeslagen een tijdelijk karakter heeft.
De begroting van Asiel en Migratie, exclusief kosten voor Oekraïense ontheemden, daalt met ongeveer 4 miljard euro. Dit komt ten eerste doordat bij Voorjaarsnota 2025 tot en met 2026 incidenteel budget beschikbaar gesteld is voor de meerkosten van crisisnoodopvang. Ten tweede is het effect van de Meerjaren Productie Prognose (MPP) verwerkt tot en met 2026. Daarnaast heeft het kabinet in het hoofdlijnenakkoord de al aflopende uitgaven aan asiel met aanvullend structureel circa 1 miljard euro verlaagd, gekoppeld aan een maatregelenpakket om de asielinstroom fors te verlagen. Bij Voorjaarsnota 2025 heeft het kabinet structureel 374 miljoen euro beschikbaar gesteld voor de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) om asielaanvragen te kunnen blijven afhandelen.
In de afgelopen tien jaar (2014-2024) zijn de Nederlandse Defensie-uitgaven gegroeid. Een groot deel van de groei is gerealiseerd sinds de Russische inval in Oekraïne. Figuur 20 geeft de ontwikkeling van de netto gerealiseerde en in de toekomst voorziene Defensie-uitgaven (uitgaven minus niet-belastingontvangsten) in de periode 2014-2030.
Voor de periode 2025 en verder zijn de Defensie-uitgaven gekoppeld aan tenminste 2% van het bbp. Dit is conform de Wet Financiële Defensieverplichtingen. Om deze reden zijn de reële Defensie-uitgaven de komende jaren vlak. Op de NAVO-top van 24 en 25 juni 2025 is afgesproken om de Defensie-uitgaven te verhogen tot 3,5% van het bbp in 2035. Het budgettair verwerken en voorzien van dekking van deze intensiveringen wordt vanwege de demissionaire status van het huidige kabinet aan het nieuwe kabinet gelaten.