Base description which applies to whole site

Infrastructuur en Waterstaat

XII INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

XII Infrastructuur en Waterstaat

In miljoenen euro

2025

2026

2027

2028

2029

2030

Totaal uitgaven

14.182

3.760

3.938

3.761

3.658

3.738

Totaal ontvangsten

177

582

1.117

1.120

1.115

1.115

        

11

Integraal waterbeleid

      
 

Uitgaven

82

100

81

60

64

55

 

Ontvangsten

0

     
        

13

Bodem en Ondergrond

      
 

Uitgaven

136

120

113

114

109

136

 

Ontvangsten

      
        

14

Wegen en verkeersveiligheid

      
 

Uitgaven

414

400

469

394

268

290

 

Ontvangsten

10

6

6

6

6

6

        

15

Vrachtwagenheffing

      
 

Uitgaven

 

374

645

668

729

729

 

Ontvangsten

 

539

1.084

1.087

1.082

1.082

        

16

Openbaar vervoer en spoor

      
 

Uitgaven

185

33

27

26

24

24

 

Ontvangsten

115

     
        

17

Luchtvaart

      
 

Uitgaven

83

125

133

103

65

73

 

Ontvangsten

17

13

2

1

1

1

        

18

Scheepvaart en havens

      
 

Uitgaven

179

158

150

143

151

185

 

Ontvangsten

6

     
        

19

Internationaal Beleid

      
 

Uitgaven

12

11

11

11

11

11

 

Ontvangsten

1

1

1

1

1

1

        

20

Lucht en geluid

      
 

Uitgaven

72

61

59

57

58

57

 

Ontvangsten

1

1

1

1

1

1

        

21

Circulaire Economie

      
 

Uitgaven

86

70

71

63

53

54

 

Ontvangsten

2

     
        

22

Omgevingsveiligheid en milieurisico's

      
 

Uitgaven

80

98

99

108

129

129

 

Ontvangsten

1

0

0

0

0

0

        

23

Meteorologie, seismologie en aardobservatie

      
 

Uitgaven

78

83

77

74

70

64

 

Ontvangsten

      
        

24

Handhaving en toezicht

      
 

Uitgaven

238

231

230

229

230

229

 

Ontvangsten

16

17

17

18

18

18

        

25

Brede doeluitkering

      
 

Uitgaven

1.320

1.296

1.223

1.186

1.186

1.186

 

Ontvangsten

      
        

26

Bijdrage investeringsfondsen

      
 

Uitgaven

10.589

0

0

0

0

0

 

Ontvangsten

      
        

97

Algemeen departement

      
 

Uitgaven

69

57

53

55

53

53

 

Ontvangsten

3

1

1

1

1

1

        

98

Apparaatsuitgaven Kerndepartement

      
 

Uitgaven

559

542

497

469

460

463

 

Ontvangsten

5

5

5

5

5

5

        

99

Nog Onverdeeld

      
 

Uitgaven

0

0

0

0

0

0

 

Ontvangsten

      

Algemeen

In deze Miljoenennota is, in navolging van de fondsen van het ministerie van Defensie (het Defensiematerieelbegrotingsfonds) en het ministerie van Economische Zaken (het Nationaal Groeifonds), ook voor de fondsen van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (het Mobiliteitsfonds en het Deltafonds) het voedingsartikel afgeschaft. Voorheen werden de bijdragen aan het Mobiliteitsfonds en Deltafonds via een apart voedingsartikel van de beleidsbegroting naar de fondsen overgeboekt. Nu worden de bijdragen direct aan de fondsen toegevoegd. Hiermee worden de administratieve processen rondom de fondsen vereenvoudigd. Ook komt dit de transparantie van de financiele verslaglegging van het fonds ten goede. Het huidige unieke karakter van begrotingsfondsen zoals bepaald in de Comptabiliteitswet blijft overeind.

Door de afschaffing van het voedingsartikel vallen de bijdragen aan de fondsen per 2026 weg uit het totaal van de beleidsbegroting. Hierdoor is een forse daling zichtbaar in het beschikbare budget van de beleidsbegroting: van circa 14,2 miljard euro in 2025 naar circa 3,7 miljard euro in 2026. Het budget in de beleidsbegroting blijft zonder deze bijdrage vrij constant in de periode 2025 tot en met 2030. In 2025 is een budget beschikbaar van circa 3,6 miljard euro en in 2030 circa 3,7 miljard euro.

Toelichting per artikel

Artikel 11. Integraal waterbeleid

De budgetten voor integraal waterbeleid dalen van 82 miljoen euro in 2025 naar 55 miljoen euro in 2030. De piek in 2025 is ontstaan door een nieuwe subsidieverlening vanuit het Nationaal Groeifonds (NGF) waarmee het Groeiprogramma Water Technologie wordt ondersteund. Vanaf 2025 lopen verschillende budgetten af wat het verschil tussen 2025 en 2030 verklaart. Het gaat hierbij onder andere om de subsidie voor ruimtelijke adaptatie, en verschillende NGF-middelen voor bijvoorbeeld het project NL2120 en het groeiplan Watertechnologie.

Artikel 13. Bodem en ondergrond

Vanaf 2025 tot 2029 lopen de bedragen beperkt af vanwege onder meer een aflopende subsidieregeling voor Caribisch Nederland en aflopende subsidies ten behoeve van saneringsmaatregelen voor bedrijven.

Artikel 14. Wegen en verkeersveiligheid

De budgetten voor slimme en duurzame mobiliteit liggen in 2025 hoger door met name de reservering Klimaatakkoord en het stimuleringspakket vrachtwagenheffing 2024-2025. De budgetten lopen vervolgens af of houden op. De bijdragen voor de stimuleringsregeling elektrische personenauto’s particulieren (SEPP) en de stimuleringsregeling Emissieloze bedrijfsauto’s (SEBA) lopen ook over de tijd af. Door kasschuiven van met name subsidiemiddelen op het artikelonderdeel slimme en duurzame mobiliteit van 2025 naar latere jaren ontstaat in 2027 een piek in de hoeveelheid beschikbare budgetten.

Artikel 15. Vrachtwagenheffing

Deze reeks betreft de uitgaven van de vrachtwagenheffing en bestaat uit de exploitatiekosten, de personeelskosten, netto-opbrengsten en invoeringskosten. De uitgaven aan de vrachtwagenheffing belasten het uitgavenkader, maar worden opgehaald binnen de transportsector via de vrachtwagenheffing die valt onder het inkomstenkader.

Artikel 16. Openbaar vervoer en spoor

De uitgaven en ontvangsten na 2025 lopen af doordat de laatste afwikkelingen van het maatregelenpakket OVS (Openbaar vervoer en spoor) eindigen. Dit pakket was bedoeld om het openbaar vervoer (OV) op peil te houden tijdens corona. Het hogere uitgavenbudget in 2025 hangt ook samen met de incidentele demping van de NS tarieven in 2025 ter hoogte van 42 miljoen euro en met de afwikkeling van enkele openstaande financiële verplichtingen tussen IenW en NS uit de vorige concessieperiode. Daarnaast is via de IenW-begroting circa 65 miljoen euro aan generale middelen ontvangen voor de Beschikbaarheidsvergoeding OV (BVOV), naar aanleiding van de recente vaststellingen.

Artikel 17. Luchtvaart

De neerwaartse trend in het budget vanaf 2028 op dit artikel hangt samen met het aflopen van subsidies. Voor het NGF-project Luchtvaart in transitie loopt na 2026 het budget fors af, van 86 miljoen in 2026 naar 19 miljoen in 2030. Hiernaast loopt na 2027 het project Geluidsisolatie Schiphol fase 4 (GIS-4) af.

Artikel 18. Scheepvaart en havens

Vanwege de afbouw van subsidies voor verduurzaming van de binnenvaart en de uitrol van walstroom voor zeevaart nemen de uitgaven op dit artikel geleidelijk af. In 2030 lopen de uitgaven weer iets op, onder meer door hogere uitgaven aan het NGF-project Maritiem Masterplan en het project Verduurzaming Binnenvaart van het Klimaatfonds (KF).

Artikel 19. Internationaal Beleid

Vanuit dit artikel worden uitgaven aan internationale coördinatie en samenwerking gedaan. De uitgaven blijven stabiel.

Artikel 20. Lucht en geluid

Het budget op dit artikel heeft een piek in 2025 door de hogere bijdragen van het Rijk aan medeoverheden (provincies en gemeenten) voor uitvoering van saneringsmaatregelen (ruim 30 miljoen euro). In 2026 en 2027 neemt het budget af ten opzichte van 2025. Vanaf 2027 en verder blijft het budget stabiel.

Artikel 21. Circulaire economie

De uitgaven voor circulaire economie nemen na 2025 af. Dit komt voornamelijk omdat de beschikbare subsidiemiddelen vanuit het Klimaatfonds voor het bevorderen van circulair doen en gedrag, de plasticsnorm en de continuering van de regeling Demonstratie Energie- en Klimaatinnovatie (DEI+) tijdelijk zijn.

Artikel 22. Omgevingsveiligheid en milieurisico's

De uitgaven op dit artikel nemen toe: van 98 miljoen euro in 2026 tot 129 miljoen euro in 2030. De stijging van de uitgaven komt met name door toegenomen opdrachten in het kader van omgevingsveiligheid, asbest en het stelsel van Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (VTH). Daarnaast zijn er diverse opdrachten die nu op artikel 22 verantwoord worden en voorheen door de Autoriteit Nuclaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS) aan het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) in opdracht werd gegeven. Dit zijn opdrachten ten behoeve van de Vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH), de communicatiecampagne asbest en de toegenomen uitvoeringskosten van het RIVM omtrent het radionuclidenlab.

Artikel 23. Meteorologie, seismologie en aardobservatie

De uitgaven aan de agentschapsbijdragen aan het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI) voor meteorologie, seismologie en aardobservatie zijn redelijk stabiel.

Artikel 24. Handhaving en toezicht

De uitgaven van de Inspectie Leefomgeving en Transport dalen tussen 2025 en 2026 licht door lagere materiele uitgaven aan onder andere ICT en de bijdrage aan Shared Service Organisaties (SSO). Het budget blijft daarna vrijwel constant tot en met 2030.

Artikel 25. Brede doeluitkering

Jaarlijks wordt een beschikking verstrekt voor de Brede Doeluitkering (BDU) aan de Vervoerregio Amsterdam en de Metropoolregio Rotterdam Den Haag. Deze beschikking wordt berekend op basis van de in de Wet BDU Verkeer en Vervoer opgenomen methodiek. De bijdrage aan de samenwerkingsverbanden Vervoerregio Amsterdam en Metropoolregio Rotterdam Den Haag is vanaf 2028 circa 1,1 miljard euro. In het Hoofdlijnenakkoord (HLA) is namelijk afgesproken dat de specifieke uitkeringen, waaronder de BDU, vanaf 2026 worden overgeheveld naar het Gemeente- of Provinciefonds met een budgetkorting van 10 procent.

De korting op de BDU in 2026 wordt met een jaar uitgesteld. In 2027 wordt de korting gedempt door deze in gelijke delen te verdelen tussen IenW, de vervoersregio's en de reiziger. IenW draagt 36,6 miljoen euro bij, gedekt vanuit de investeringsruimte op het Mobiliteitsfonds.

Artikel 26. Bijdrage investeringsfondsen

Dit is het artikel op de begroting van IenW van waaruit het Mobiliteitsfonds en het Deltafonds worden gevoed. Dit voedingsartikel is vanaf deze begroting afgeschaft. De ontvangsten en uitgaven vinden voortaan gelijk plaats op het fonds zelf, en deze lopen niet meer via dit voedingsartikel. Hierdoor lopen de uitgaven op het voedingsartikel vanaf 2026 terug naar nul.

Artikel 97. Algemeen departement

De departementsuitgaven zijn in 2025 hoger door de extra exploitatiekosten voor het regeringsvliegtuig. Tussen 2025 en 2029 dalen de uitgaven, waarna het constant blijft op 53 miljoen euro.

Artikel 98. Apparaatsuitgaven kerndepartement

Het apparaatsbudget daalt de komende jaren van 559 miljoen euro naar 463 miljoen euro. Dit komt met name door lagere uitgaven aan externe inhuur, maar ook aan eigen personeel en is een gevolg van de apparaatstaakstelling van het kabinet Schoof. Deze taakstelling wordt met een infaseerpad van 5 procent budgetkorting per jaar in 2025 t/m 2028 en 2 procent in 2029 naar een totaal van 22 procent gebracht.

Artikel 99. Nog onverdeeld

Dit betreft een administratief artikel, wat betekent dat er geen daadwerkelijke uitgaven ten laste van artikel 99 worden gedaan.

Licence